Вы находитесь на странице: 1из 5

Uitdagen met communicatie

Copyright Stimed 2011


Informatie algemeen

We slaan onze ervaringen op via onze zintuigen. Vervolgens gebruiken we onze


gedachteprocessen om deze zintuiglijke ervaringen van binnen opnieuw te beleven.

Bijvoorbeeld, het denken aan een onprettige herinnering zal pijnlijke gevoelens doen
ontvlammen en de gedachte aan een lievelingskostje of drankje zal onze mond doen
wateren. We ontlenen onze ervaringen aan het gebruik van onze zintuigen.

In de volgende communicatie techniek gebruiken we de term zintuiglijke systemen om drie


(van vijf) zintuigen te beschrijven.

Zien Visueel V

Horen Auditief A

Voelen Kinesthetisch K

Ruiken Olfactorisch O

Proeven Gustatorisch G

Auditief houdt zowel het innerlijk horen van woorden en geluiden in als het praten tegen
onszelf en anderen. Kinesthetisch betreft lichamelijke gevoelens, aanraking en emoties.
Een handige metafoor is om elk zintuiglijk systeem te zien als onderdeel van een netwerk:

1. Indrukken - de verzameling van interne en externe informatie.


2. Denken / verwerken - in kaart brengen, leren, keuzes maken, motivatie, strategie,
opslag van informatie, herinnering, visualisatie van de toekomst.
3. Uitdrukking - hoe we ons uitdrukken met taal, stem en lichaam.

We hebben als mensen allemaal erg verschillende voorkeuren hoe we onze zintuiglijke
zintuigen gebruiken. Als je iemand vraagt om een leuke herinnering te beschrijven, zal de
ene persoon praten over wat hij zag tijdens de ervaring (V). Een ander persoon zal
misschien praten over de geluiden die hij heeft gehad of hoort deze een innerlijke stem
(A), terwijl een derde misschien uitdrukt wat zijn gevoelens waren tijdens de gebeurtenis,
of wat hij fysiek voelde met zijn handen of lichaam (K).

Door op de zintuiglijke taal van de leerling te letten en die taal te matchen, heb je een
krachtige manier om deze uit te dagen en positief te beïnvloeden. Als je iemand goed
kent, kun je zelfs de proporties matchen van hun visuele, auditieve en kinesthetische
taalgebruik. Je kunt dit tijdens praten of schrijven doen.

De show

Als een leerling of groepje leerlingen zijn / haar voordracht doet begin je een gesprekje
met als doel een uitdaging voor de volgende les mee te kunnen geven. Door op de
zintuiglijke taal van de leerling(en) te letten en die taal te matchen, stem je af op de
leerling(en). Hierdoor kun je, door de juiste vragen te stellen, de uitdaging door de leerling
zelf laten benoemen, ongeacht het niveau of vakgebied.
Voorbeeld: leerling zegt een gedicht op

• Je bekijkt en beluistert de act en bedenkt wat hier goed aan is.


• Na de act stel je een open vraag. Dit is een W - vraag (wat, waarom, welke etc.) die je
niet met ja of nee kunt beantwoorden.
• Voorbeeld: ʻwat heeft je er toe gebracht om dit gedicht te kiezen?ʼ of, ʻwat wil je met dit
gedicht uitdrukkenʼ of, ʻwat betekent dit gedicht voor jou?ʼ.
• Let wel: de ʻwaaromʼ vraag kan ook als een aanval klinken: ʻwaarom heb jij je huiswerk
niet gemaakt?!ʼ
• Als de leerling een antwoord geeft neem je het antwoord mee in je volgende vraag.

Voorbeeld:

Leerling zegt zijn gedicht op - docent: ʻmooi gedicht...wat is de reden dat je voor dit
gedicht hebt gekozen? Leerling: ʻik vind het gewoon mooiʼ

De docent hoort: ʻik vind het gewoon mooiʼ en gaat hierop een w - vraag stellen.

Docent: ʻwat vind je mooi aan dit gedicht?ʼ

Met deze tweede vraag ga je een level dieper omdat de leerling nu kan vertellen waarom
hij dit gedicht zo mooi vindt. De informatie die nu en in de eventuele vragen hierna komt is
belangrijk om te weten welk zintuiglijk systeem primair speelt in deze beleving.

Leerling: ʻmijn moeder vertelde dit gedicht altijd als ik me eenzaam voeldeʼ.

Uit dit antwoord kan de docent de volgende informatie halen:

- eenzaam voelen = kinesthetisch (K)

Beschrijft de leerling nog niet direct zijn primair zintuiglijk systeem, dan kan er weer een w-
vraag gesteld worden op het antwoord van de leerling.

De docent kan nu afstemmen en de leerling zelf de uitdaging laten benoemen.

Docent: ʻzou je het fijn vinden als het publiek van jullie show jouw eenzaamheid tijdens
het gedicht kan voelen?ʼ (je blijft de communicatie in het kinesthetische omdat de leerling
zelf ook zo beleeft...).

De uitdaging zit zich dus in het 3. level - de emotie die de leerling (of klank of het beeld)
benoemd en moet gaan vertalen in de act (vertaling van deze emotie is het 2. level = het
hoe).
Tenslotte de feedback

In een top - tip - top geef je feed back in de vorm


van een leertip.

Top = wat goed was


Tip = wat beter kan
Top = wat ook goed was

Top: ʻwat heb jij een bijzonder mooi gedicht uitgekozenʼ

Tip: ʻ als je de volgende keer mogelijkheden vindt zodat het publiek jouw eenzaamheid
voelt dan is ie helemaal af!!ʼ

Top: ʻ de wijze waarop je het kunt vertellen vind ik bijzonderʼ.

Вам также может понравиться

  • Artikel Kinderwijz
    Artikel Kinderwijz
    Документ3 страницы
    Artikel Kinderwijz
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Master Catalog
    Master Catalog
    Документ3 страницы
    Master Catalog
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Synopsis Geest
    Synopsis Geest
    Документ1 страница
    Synopsis Geest
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Hym Licht Functies
    Hym Licht Functies
    Документ2 страницы
    Hym Licht Functies
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Hym 122
    Hym 122
    Документ12 страниц
    Hym 122
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Lesbrief Licht Stimed
    Lesbrief Licht Stimed
    Документ3 страницы
    Lesbrief Licht Stimed
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Podcast Uitleg
    Podcast Uitleg
    Документ2 страницы
    Podcast Uitleg
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Referentie
    Referentie
    Документ2 страницы
    Referentie
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Hym Wilds en Foley
    Hym Wilds en Foley
    Документ2 страницы
    Hym Wilds en Foley
    Frank Tellings
    Оценок пока нет
  • Beroepen Voorbereiding
    Beroepen Voorbereiding
    Документ1 страница
    Beroepen Voorbereiding
    Frank Tellings
    Оценок пока нет