Вы находитесь на странице: 1из 2

4.3.

1 Arbeidsmarkt
Deze resolutie vervangt het huidige paragraaf Arbeidsmarkt in het hoofdstuk 4 Economie. Een geclusterd voorstel doet hoofdstuk 8 (Werk en Inkomen) vervolgens vervallen. Schrijver is Thomas Bakker (ph.economie@jongedemocraten.nl). Regelnummers zijn niet toegevoegd i.v.m. de opmaak van het congresboek. Hou hier rekening mee bij de definitieve indiening.

De Nederlandse arbeidsmarkt is sinds de afgelopen decennia aan drie grote ontwikkelingen onderhevig. Waar in het verleden economische veranderingen traag en geleidelijk gingen, volgen die elkaar nu in rap tempo op. Dit heeft als gevolg dat de vraag naar arbeid sneller verandert en minder voorspelbaar is geworden. Daarnaast is de Nederlandse economie steeds meer verweven met de Europa en de rest van de wereld. Hierdoor is er steeds minder sprake van een op zichzelf staande Nederlandse arbeidsmarkt. In plaats daarvan wordt de Nederlandse arbeidsmarkt in toenemende mate onderdeel van de Europese en wereldwijde arbeidsmarkt. Om de concurrentie met andere economien aan te kunnen, moeten loonkosten beperkt blijven. De derde grote ontwikkeling betreft de vergrijzing. Het arbeidsaanbod zal door de grote groep uittredende babyboomers afnemen. De Jonge Democraten wil de arbeidsmarkt passend maken nu bovenstaande ontwikkelingen zich voordoen. Uitgangspunten daarbij is dat er voor iedereen plek is om naar vermogen bij te dragen. Enerzijds betekent dit dat iedereen de kans krijgt om volop te participeren. Anderzijds betekent het dat iedereen de verantwoordelijkheid heeft om die kans te grijpen. De huidige arbeidsmarkt voldoet niet. Zij is te star gereguleerd waardoor talent onbenut blijft om verworven rechten kosten wat kost in stand gehouden worden. Daarom bepleit de Jonge Democraten diverse hervormingen. Werken naar vermogen Door de vergrijzing zal er de komende jaren in toenemende mate het aanbod op de arbeidsmarkt afnemen. Tegelijkertijd zal de vraag naar collectieve voorzieningen toenemen, waardoor deze onder druk komen te staan. Met name pensioenregelingen en zorgkosten dreigen een groot deel van de loonkosten op te slokken. Om deze voorzieningen te behouden is het enerzijds van belang om het aanbod op de arbeidsmarkt zoveel mogelijk op peil te houden en anderzijds de kosten voor collectieve voorzieningen te beperken en eerlijk te delen over werkenden en gepensioneerden. Daarom pleit de Jonge Democraten voor de volgende maatregelen. Verleng het arbeidzame leven door aan te sturen op efficint gebruik van school- en studiejaren. Hierdoor kunnen jongeren

eerder toetreden tot de arbeidsmarkt waardoor het arbeidspotentieel toeneemt. Verleng het arbeidzame leven door zo snel mogelijk de pensioengerechtigde leeftijd te verhogen naar 69 jaar. Om tekorten op de Nederlandse arbeidsmarkt op te vullen dient gerichte immigratie voor bepaalde beroepen en sectoren gestimuleerd te worden. Verplaats zorgpremies ten dele van de loonkosten naar de gebruikers zonder dat hierdoor de toegankelijkheid van de zorg in het geding komt door de zorgkosten voor een groter deel te laten financieren uit belastinginkomsten of een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Hoewel Nederland lage werkloosheidscijfers kent staan nog altijd teveel mensen onnodig langs de kant. Om ervoor te zorgen dat ook zij participeren op de arbeidsmarkt kunnen ze een bijdrage leveren aan het algehele welzijnsniveau. Daarnaast kan het hebben van werk ook van grote waarde zijn voor het welzijn van ieder individu. Groepen die nu nog onvoldoende kunnen of willen bijdragen zijn langdurig werklozen zonder beperkingen waaronder veel 55 plussers -, deels arbeidsongeschikten, ouders met een zorgtaak voor kinderen. Om hen wel de mogelijkheid te bieden om mee te doen op de arbeidsmarkt bepleit de Jong Democraten de volgende maatregelen. Om werken aantrekkelijk te maken voor uitkeringsgerechtigden dienen fiscale stimuli te worden ingezet om er voor te zorgen dat werken meer loont. Dit kan worden bewerkstelligd door de arbeidskorting te verhogen. Actief re-integratiebeleid voor langdurig werklozen, waarbij zij onder begeleiding voltijds bezig zijn met het verkrijgen van werk door middel van solliciteren, opleidingen en korte stages. Indien niet aan deze inspanningsverplichtingen wordt voldaan, wordt er op de uitkering ter hoogte van het bestaansminimum gekort of komt deze te vervallen. Oudere werklozen verdienen een eerlijke kans op de arbeidsmarkt. Daarom kunnen werkgevers nooit wettelijk dan wel via

caos gedwongen worden om oudere werknemers meer te betalen dan jongeren. In plaats daarvan dient betaald te worden naar prestatie. Uitgangspunt bij de begeleiding van jonge (WAJONGERS) en oudere deels arbeidsongeschikten behoort te zijn dat er wordt aangestuurd op het benutten van de mogelijkheden die zij wel hebben. Hierin past regelmatig herkeuren waarin niet de vraag centraal staat of zij nog geschikt zijn voor hun vorige baan, maar het moet gaan om de vraag of er banen zij waar zij geschikt voor zijn. Indien deels arbeidsongeschikten een uitkering genieten mag van hen net als bij langdurig werklozen verwacht worden dat zij actief werk maken van het verkrijgen van werk. Voor diegenen die geheel arbeidsongeschikt zijn blijft er uiteraard te allen tijde een uitkering beschikbaar. Indien niet aan deze inspanningsverplichtingen wordt voldaan, wordt er op de uitkering gekort of komt deze te vervallen. Voor alle ouders met opgroeiende kinderen behoort betaalbare kinderopvang beschikbaar te zijn, zodat geen van hen genoodzaakt is het arbeidzame leven tijdelijk geheel te verlaten. Van werk naar werk Doordat veranderingen op de arbeidsmarkt steeds vaker voorkomen en ingrijpender van aard zijn, wordt er van werknemers een steeds grotere flexibiliteit verwacht. De baan voor het leven is zo goed als verdwenen. Gemiddeld veranderen werknemers iedere vijf jaar van werk. Waar de werkgelegenheid in de ene sector toeneemt, verdwijnt deze in de andere. Werknemers zullen vaker voor kortere tijd werkloos zijn, maar dat mag niet gelijk tot grote problemen leiden. Soms zullen zij in een andere snel sector weer aan de slag moeten kunnen. En in de tussentijd moet hun inkomen zodanig zijn dat de hypotheek en andere vaste lasten wel betaalbaar blijven. Voor de toekomstige, flexibele werknemer volstaat het niet meer om rond het twintigste levensjaar het leren achter zich te laten. Ook daarna zullen werknemers zich moeten blijven scholen. Daarom bepleit de Jonge Democraten de volgende maatregelen: Indien werknemers werkloos raken behoren zij voor een korte periode afhankelijk van de duur van het arbeidsverleden van maximaal n jaar WW te krijgen ter hoogte van maximaal het oude salaris.

Collectieve scholingsbudgetten moeten worden omgevormd naar individuele scholingsbudgetten, zodat iedere werknemer zonder tussenkomst van de werkgever zelf kan bepalen welke opleiding nodig is om aantrekkelijk te blijven op de arbeidsmarkt. Een werknemer kan er hierdoor ook voor kiezen zich om te laten scholen om vervolgens in een andere sector te gaan werken. Bedrijven groeien en krimpen net als sectoren sneller dan vroeger. Dit betekent dat zij op het ene moment meer werknemers nodig hebben dan op het andere. Toch zijn werkgevers terughoudend met het aannemen van werknemers, omdat zij in mindere tijden geconfronteerd worden met de zware en ingewikkelde Nederlandse ontslagbescherming met dure ontslagprocedures als gevolg. Met name kleine werkgevers zijn daardoor terughoudend met het aannemen van nieuwe werknemers. De werkgelegenheid wordt hierdoor geremd. Of deze werkgevers vinden een uitweg in allerlei tijdelijke contracten waardoor grote ongelijkheid tussen werknemers ontstaat. Bovendien beschermt het huidige ontslagrecht vooral oudere werknemers. Jongeren hebben het nakijken als er ontslagen vallen zonder dat zij per se minder goed presteerden. De werkgever kan daardoor noodgedwongen achter blijven met minder presterende ouderen die zelf terughoudend zijn met het vinden van nieuw werk, omdat ze dan hun opgebouwde rechten verkwanselen. Om er voor te zorgen dat zowel jongeren als ouderen op de plek komen die bij hen past stelt de Jonge Democraten de volgende maatregelen omtrent het ontslagrecht voor. De kantonrechtersformule en de UWVontslagprocedure moeten worden omgevormd naar n duidelijke ontslagprocedure die tevens geldt voor ambtenaren. In het geval van ontslag(en) kunnen werkgevers nooit gedwongen worden - ook niet via caos of sociale plannen om de last in, first out methode toe te passen. De hoogte van ontslagvergoedingen moeten beperkt en losgekoppeld worden van de duur van het arbeidsverleden van een werknemer.

Вам также может понравиться