Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
K
Gids laagspanningsverdeling
Deze gids heeft tot doel ontwerpers te adviseren bij het kiezen van optimale oplossingen om tot elektrische installaties te komen die beantwoorden aan de normen.
K2
1
studie van een installatie 1a methodologie 1b bediening en scheiding van kringen 1c beveiliging van kringen 51d beveiliging van transformatoren 1e beveiliging van leidingen 1f beveiliging van motoren 1g selectiviteit van de beveiligingen 1h filiatie 1i beveiliging van personen en goederen 1j compensatie van reactieve energie 1k onderbrekingsvrije voedingen 1l beveiliging tegen bliksem 1m installatie in omhulsels
K5 K11 K29 K75 K79 K93 K117 K165 K173 K217 K225 K233 K249
2
Bijkomende specificaties van de vermogensschakelaars 2a uitschakeling 2b begrenzing 2c declassering bij temperatuursverhoging
K261 K262 K281 K292
3
reglementering normen
K295 K296
4
vragen-antwoorden aantal schakelingen, trillingen, thermisch geheugen...
K301
K1
inhoud
K5
K11
K12 K13 K14 K15 K24
K29
K30 K32 K34 K40 K43 K65 K68 K70 K72 K74
K75
K76
K79
K80
K93
K94 K99 K110 K116
K117
K118 K120
1h filiatietechniek
presentatie filiatietabellen
K165
K166 K168
K173
K174 K177 K180 K184 K185 K186 K188 K190 K191 K192 K193 K199 K201 K203 K205 K207 K213 K214 K215
K217
K218 K219 K221 K222 K223
K2
1k onderbrekingsvrije voedingen
ontwerp van een installatie keuze van een onderbrekingsvrije voeding de batterijen niet-lineaire belastingen en generatorgroepen actief compensatiefilter voor harmonischen
K225
K226 K228 K230 K231 K232
K233
K234 K236 K245
K249
K250 K251 K252 K253 K256
2b begrenzing
algemeenheden begrenzingscurven K281 K282 K292
3. reglementering
de norm NBN EN 60439-1 de norm NBN EN 60439-2
K295
K296 K300
4. vragen-antwoorden
Heeft de hoogte een invloed op de specificaties van de vermogensschakelaar? Wat is het aantal elektrische en mechanische schakelingen van de vermogensschakelaar? Waartoe dient en hoe werkt de controle van de belasting? Aan welke industrile trillingen mogen de vermogensschakelaars onderworpen worden? Wat is de tropenvastheid van de apparatuur? Wat is de scheidingsafstand tussen de contacten met het apparaat in open stand? Wat is de openingstijd van een vermogensschakelaar uitgerust met een uitschakelspoel? Mag men een apparaat voeden langs de stroomafwaartse klemmen? Hoe werkt de teletransmissie bij Masterpact? Wat is het thermisch geheugen van een beveiligingsunit met microprocessor? Wat is het gedissipeerd vermogen per pool?
K301
K302 K302 K302 K302 K302 K302 K303 K303 K303 K303 K304
K3
K4
1a
1
studie van een installatie 1a methodologie
basisfuncties van de elektrische apparaten te volgen stappen voorbeeld pag. K6 K7 K8
K5
De elektrische apparaten hebben tot doel de elektrische beveiliging, de scheiding en de bediening van kringen te verzekeren.
De elektrische beveiliging
Beveiliging tegen overbelasting : (waardoor ook de leidingen beveiligd worden) c tegen overbelasting, onder de vorm van overstromen die zich kunnen voordoen in een kring die vanuit elektrisch oogpunt gezond is c tegen kortsluitstromen, ingevolge een optredende fout tussen verschillende geleiders van een kring. Deze beveiligingen, die doorgaans verzekerd worden door vermogensschakelaars of automaten, moeten bij het begin van elke kring genstalleerd worden. Beveiliging tegen isolatiefouten Ter beveiliging van personen. Naargelang het nulleiderstelsel wordt deze beveiliging verzekerd door vermogensschakelaars of automaten, differentieelinrichtingen of apparaten voor isolatiebewaking Beveiliging tegen de gevaren van oververhitting van motoren Bijv. ingevolge langdurige overbelasting, blokkering van de rotor of werking op n fase. Het detecteren van deze overbelasting gebeurt doorgaans met behulp van een thermisch relais; de kortsluitbeveiliging wordt verzekerd door smeltveiligheden van het type aM of een vermogensschakelaar met magnetische beveiliging.
Bedieningsfuncties
Onder de algemene term bediening worden doorgaans alle functies ondergebracht die de exploitant toelaten op de verschillende niveaus van de installaties in te grijpen op kringen onder spanning. Functionele bediening A.R.E.I. art. 236 Heeft tot doel bij normaal bedrijf de spanning van het geheel of een gedeelte van de installatie in- en uit te schakelen en moet ten minste voorzien worden : c bij het begin van elke installatie c ter hoogte van de verbruikers.
Scheiding
Heeft tot doel een kring of een apparaat te isoleren van de rest van de elektrische installatie, met het oog op de veiligheid van personen die onderhouds- of reparatiewerkzaamheden aan de installatie moeten uitvoeren. Het A.R.E.I. legt de verplichting op voor elke elektrische kring van een installatie deze scheidingsmogelijkheid te voorzien (art. 235 en art. 248.02). Art. 235 van het A.R.E.I. definieert de te eerbiedigen voorwaarden opdat een apparaat deze scheidingsfunctie zou kunnen vervullen.
K6
1a
De studie van een installatie omvat de precieze bepaling van de leidingen en hun elektrische beveiligingen, vanaf het begin van de installatie tot en met de eindverdeelkringen. Elk geheel van leiding en haar beveiliging moet tegelijkertijd aan meerdere voorwaarden beantwoorden, die samen de veiligheid van de installatie verzekeren : c transporteren van de permanente bedrijfsstroom en de normale bijhorende stroompieken c geen spanningsval veroorzaken, die schadelijk zou kunnen zijn voor de werking van bepaalde verbruikers, zoals opstartende motoren, of kostbare lijnverliezen zou kunnen meebrengen. Bovendien moet de vermogensschakelaar (of de smeltveiligheden) : c de leidingen beveiligen tegen alle overstromen tot aan de kortsluitstroom c de beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking verzekeren, indien de stroomverdeling gebaseerd is op een nulleiderstelsel van het type IT of TN.
De studie van een elektrische installatie gebeurt methodisch volgens de volgende stappen: 1. bepaling van de kalibers In van de lossers van de vermogensschakelaars 2. bepaling van de kabeldoorsneden 3. bepaling van de spanningsval 4. bepaling van de kortsluitstromen
5. keuze van de beveiligingsinrichtingen 6. selectiviteit van de beveiligingen 7. gebruik van de filiatietechniek (eventueel) 8. optimalisering van de selectiviteit van de beveiligingen 9. controle van de beveiliging van personen
Voorbeeld
Als voorbeeld nemen we de bijgaande installatie met nulleiderstelsel TN. Tussen elke transformator en de ermee overeenstemmende aankomstvermogensschakelaar zijn 5 meter npolige kabels voorzien. Een aankomstvermogensschakelaar en een vertrekvermogensschakelaar zijn verbonden door koperen rails van 1 meter. Er worden uitsluitend koperkabels gebruikt en de omgevingstemperatuur bedraagt 35 C.
35
S2
110
80
S3
30
S4
230
50
S5
D0
D'0
75 10
S6 S7 17
PEN A D1
PEN
D4
D7
S7 S1 PEN B D2 D S2 PEN C D3 PE S3 N PE
motoren moteurs fluoverlichting 2 x 58 W clairage fluorescent 2 x 58 W 17 toestellen per fase 17 luminaires par phase
N PE PE
D5 S5 S6
D6
auxiliaires hulpapparaten
PE
P = 37 kW
P = 11 kW
K7
Voorbeeld
Berekening van de spanningsval in de verschillende kringen : c verlichtingskring : U = 0,84 + 0,77 + 2,08 = 3,69 % c motorkring (37 kW) : U = 0,51 + 2,05 = 2,56 % c motorkring (11 kW) : U = 0,51 + 3,75 = 4,26 % c hulpkringen : U = 0,63 %.
K8
1a
totaal 24 kA
30 kA totaal totale 30 kA
S1 PEN
25 kA 22 kA
D4 NS250H TM250
S4
totaal totale
D7 NS100H TM25
S7 N PE
totaal totale
PE
25 kA 22 kA
hulpauxiliaires apparaten
D2 NS160N TM125 C
D S2
totaal totale
13 kA 10 kA PEN
D5 NS100H TM80
S5
S6
S3 N PE
PE
motoren moteurs fluoverlichting 2 x 58 W clairage fluorescent 2 x 58 W 17 toestellen par phase 17 luminaires per fase
P = 37 kW
P = 11 kW
totaal 24 kA
30 kA totale
totaal 30 kA
D1 NS400N STR23SE B
S1 PEN
22 kA 25 kA totale totaal
D7 S4
totaal totale
S7 N PE
totaal totale
25 kA 22 kA D
PE
hulpauxiliaires apparaten
D2 NS160N TM125 C
S2
totaal totale 10 kA
13 10 kA PEN
D6 S5 S6 C60H N C60N 25 A
curve C C courbe
S3 N PE
D3 C60N 16 20 A
curve C C courbe
PE
PE
moteurs motoren
fluoverlichting 2 x 58 W clairage fluorescent 2 x 58 W 17 toestellen per fase 17 luminaires par phase
Gids laagspanningsverdeling 2003
P = 37 kW
P = 11 kW
K9
Voorbeeld
D'0 D0 C1251N NS1250N Micrologic 2.0 STR45AE STR35SE 1250 A 1250 A 48 kA 37 kA PEN
totale totaal
totaal totale
S1 PEN
25 kA 22 kA
totaal totale
D4 NS250H TM250
S4
totaal totale
D7 NS100H TM25
S7 N PE
totale totaal
PE D
25 kA 22 kA
hulpapparaten auxiliaires
D2 NS160N TM125 C
S5
S6
D6 C60H C60L 25 A
curve C C courbe
S3 N PE
D3 C60H C60N 20 A 16
curve C C courbe
PE
PE
motoren moteurs fluoverlichting 2 x 58 W clairage fluorescent 2 x 58 W 17 toestellen per fase 17 luminaires par phase
P = 37 kW
P = 11 kW
lengte (m) 40 35 80 30 50 75 10
2 (1) De beveiliging van personen is niet verzekerd bij kabel S6 met doorsnede 4 mm. Ofwel dient men een grotere doorsnede te kiezen, namelijk 6 mm2, waarbij de maximale lengte 98 m bedraagt, ofwel dient men een differentieelbeveiliging voor residuele stroom te voorzien, ofwel dient men een bijkomende equipotentiaalverbinding aan te brengen (in dit geval is het noodzakelijk metingen uit te voeren).
K10
1b
1
studie van een installatie 1b bediening en scheiding van kringen
plaatsing van LS-lastschakelaars verzekerde functies en toepassingen normen en keuzecriteria keuze van de lastschakelaars lastschakelaars Multi 9 lastschakelaars Interpact lastschakelaars Compact lastschakelaars Masterpact pag. K12 K13 K14
cordinatie vermogensschakelaars of smeltveiligheden stroomopwaarts, lastschakelaar stroomafwaarts lastschakelaars Multi 9 K24 lastschakelaars Interpact K24 lastschakelaars Compact K28
K11
i 1000 A
15 -40 kA
i 1600 A
20 -80 kA
i 160 A
15 - 25 kA
i 400 A
i 63 A
i 10 kA
i 40 A
i 5 kA
i 63 A
630 A
M
Opm.: vlak naast de machine ofde la machine ou NB. immdiatement ct erin gentegreerd intgr la machine
K12
1b
Een lastschakelaar is in essentie een bedieningsapparaat, dat een kring in normaal bedrijf kan onderbreken en sluiten. Hij heeft geen energie nodig om geopend of gesloten te blijven (2 stabiele standen). Om veiligheidsredenen is hij meestal geschikt om de functie scheiding te verzekeren. Hij moet altijd gebruikt worden in combinatie met een apparaat dat de beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting verzekert.
Gebruikelijke toepassingen
c koppelen en isoleren van vermogenborden c isoleren van industrile borden en automatiseringskasten c isoleren van borden met modulaire apparaten c isoleren van plaatselijke kasten c isoleren van kleine verdeelkasten in tertiaire toepassingen c isoleren van automatiseringskasten
Ie
100A 100A
100A 63A 100A
IEC 947.3
Lastscheider Het scheiden laat toe een kring of een apparaat te isoleren van de rest van de elektrische installatie, om de veiligheid van personen tijdens onderhoudswerkzaamheden of herstellingen te verzekeren. Normaal moet elke kring kunnen gescheiden worden van de rest van een installatie. Om een optimale bedrijfscontinuteit te verzekeren wordt in de praktijk een scheidingsinrichting genstalleerd bij het begin van elke verdeelkring. Sommige lastschakelaars combineren deze functie met het bedienen van kringen. We spreken dan van een lastscheider, herkenbaar aan het hierbij afgebeelde symbool, dat zichtbaar moet zijn op de voorzijde van het apparaat.
De functie scheiding De installatienormen bepalen de voorwaarden waaraan een apparaat moet voldoen om de functie scheiding te verzekeren. Het apparaat moet : c uitgerust zijn met alpolige onderbreking, d.w.z. dat alle actieve geleiders, de nulleider inbegrepen, gelijktijdig moeten onderbroken worden (behalve een PEN-geleider, die nooit mag onderbroken worden) c vergrendelbaar zijn in geopende stand, om elk risico op ongewenst hersluiten te voorkomen. Dit is verplicht bij apparaten van het industrile type c overeenstemmen met een norm, die de geschiktheid tot scheiden verzekert c voldoen aan de voorwaarden qua houdvermogen bij overspanning. Als scheiding uitdrukkelijk erkend is door een constructienorm, bijv. IEC 60947-1/3 voor lastscheiders van het industrile type, dan voldoet een apparaat dat aan deze norm beantwoordt perfect aan de voorwaarden opgelegd door de installatienormen. De constructienorm verzekert de gebruiker de geschiktheid tot scheiden.
K13
Normen en keuzecriteria
Voorbeeld Een schakelaar met kaliber 125A en van categorie AC-23 moet in staat zijn om : c een stroom van 10 In (1250 A) met een cos van 0,35 tot stand te brengen. c een stroom van 8 In (1000 A) met een cos van 0,35 te onderbreken. De andere specificaties zijn : c bestand zijn tegen een kortsluitstroom van 12 In/1s, hetgeen de thermische weerstand Icw=1500 A eff gedurende 1 s bepaalt. c het sluitingsvermogen bij kortsluiting Icm (A piek) dat overeenkomt met de elektrodynamische belastingen.
Specifieke toepassingen
resistieve belastingen, matige overbelastingen inbegrepen (cos = 0,95) gemengde resistieve en inductieve belastingen, matige overbelastingen inbegrepen (cos = 0,65) kooiankermotoren of andere sterk inductieve belastingen (cos = 0,45 of 0,35)
(1) De industrile lastschakelaar wordt bepaald door de norm IEC 60947-3. (2) De lastschakelaar voor huishoudelijk gebruik wordt bepaald door de norm IEC 60669-1.
K14
1b
(1) De schakelaars en differentieelschakelaars moeten altijd gebruikt worden in combinatie met een apparaat voor de beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting.
(1) De schakelaars en differentieelschakelaars moeten altijd gebruikt worden in combinatie met een apparaat voor de beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting.
duurzaamheid (cycli CO) mechanisch 20000 elektrisch AC-22 10000 (2) hulpcontacten OF,OF+SD/OF, SD, MX, MN ,MN s, MNX, MSU c
(1) De schakelaars en differentieelschakelaars moeten altijd gebruikt worden in combinatie met een apparaat voor de beveiliging tegen overbelasting en kortsluiting. (zie cordinatietabellen K25 tot K28). (2) Een OFS-contact is verplicht om de hulpcontacten OF, SD, MX, MN te gebruiken.
K15
1b
type
aantal polen elektrische specificaties volgens IEC 60947-3 conventionele thermische stroom (A) Ith 60 C toegekende isolatiespanning (V) Ui WS 50/60 Hz toegekende schokbestendigheidsspan. (kV) Uimp toegekende gebruikssp. (V) Ue WS 50/60 Hz GS toegekende gebruiksstroom (A) Ie WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 440/480 V (1) 500 V 660/690 V GS 125 V (2P) 250 V (4P) 48 V (1P), 125 V (2P), 250 (4P) toegekende dienst continu dienst niet continu dienst inschakelvermogen bij kortsluiting Icm (piek) min. (alleen schakelaar) max. (met bev. stroomopw.door vermogenssch.) (2) toelaatbare korte duurstroom Icw (A eff) 1s 3s 20 s 30 s duurzaamheid (categorie A) (cycli CO) mechanisch elektrisch WS AC22A 500 V AC22A 690 V AC23A 440 V AC23A 500 V AC23A 690 V elektrisch GS DC23A 250 V geschiktheid tot scheiding volkomen betrouwbaar aangeduide onderbreking vervuilingsgraad installatie en aansluiting vast, vooraansluiting op sym. rail op paneel achteraansluiting hulpelementen voor signalering en meting hulpcontacten indicator aanwezigheid spanning blok stroomtrafo blok ampremeter blok voor isolatiebewaking hulpelementen bediening directe en verlengde frontale draaibediening directe en verlengde laterale draaibediening vergrendeling met hangsloten handbediende normaal/noodomschakelaar Toebehoren voor installatie en aansluiting klemmen aansluitvlakken en aansluitverbreders klemmenkappen en schroevenkappen fasescheiders koppelingstoebehoren kader voorzijde Afmetingen en gewicht totale afmetingen 3 polen H x B x D (mm) 4 polen benaderd gewicht (kg) 3 polen 4 polen
(1) Geschikt voor 480 V NEMA. (2) Beveiliging stroomopwaarts: zie blz. K25 tot K28
INS40
3, 4 40 690 8 500 250 AC22A 40 40 40 40 AC23A 40 40 40 32
INS63
3, 4 63 690 8 500 250 AC22A 63 63 63 63 AC23A 63 63 63 40
INS80
3, 4 80 690 8 500 250 AC22A 80 80 80 80 AC23A 80 80 80 63
INS100
3, 4 100 750 8 690 250 AC22A 100 100 100 100 100 DC22A AC23A 100 100 100 100 63 DC23A
INS125
3, 4 125 750 8 690 250 AC22A 125 125 125 125 125 DC22A AC23A 125 125 125 125 80 DC23A
INS160
3, 4 160 750 8 690 250 AC22A 160 160 160 160 160 DC22A AC23A 160 160 160 160 100 DC23A
NS250-100
3, 4 100 750 8 690 250 AC22A 100 100 100 100 100 DC22A 100 100 40 AC23A 100 100 100 100 100 DC23A 100 100 40
INS250-160
3, 4 160 750 8 690 250 AC22A 160 160 160 160 160 DC22A 160 160 63 AC23A 160 160 160 160 160 DC23A 160 160 63
INS250-200
3, 4 200 750 8 690 250 AC22A 200 200 200 200 200 DC22A 200 200 80 AC23A 200 200 200 200 200 DC23A 200 200 80
INS250
3, 4 250 750 8 690 250 AC22A 250 250 250 250 250 DC22A 250 250 100 AC23A 250 250 250 250 250 DC23A 250 250 100
INS320
3, 4 320 750 8 690 250 AC22A 320 320 320 320 320 DC22A 320 320 125 AC23A 320 320 320 320 320 DC23A 320 320 125
INS400
3, 4 400 750 8 690 250 AC22A 400 400 400 400 400 DC22A 400 400 160 AC23A 400 400 400 400 400 DC23A 400 400 160
INS500
3,4 500 750 8 690 250 AC22A 500 500 500 500 500 DC22A 500 500 AC23A 500 500 500 500 500 DC23A 500 500
INS630
3,4 630 750 8 690 250 AC22A 630 630 630 630 630 DC22A 630 630 AC23A 630 630 630 630 630 DC23A 500 500
DC22A DC23A
40
40
63
63
80
80
100
100
125
125
160
160
b b b b b b klasse 120-60% klasse 120-60% klasse 120-60% klasse 120-60% klasse 120-60% klasse 120-60% 15 75 3000 1730 670 15 75 3000 1730 670 15 75 3000 1730 670 20 154 5500 3175 1230 20 154 5500 3175 1230 20 154 5500 3175 1230
b klasse 120 - 60% 30 330 8500 4900 2200 1800 15000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 30 330 8500 4900 2200 1800 15000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 30 330 8500 4900 2200 1800 15000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 30 330 8500 4900 2200 2200 15000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 50 330 20000 11500 4900 4000 10000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 50 330 20000 11500 49000 40000 10000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 50 330 20000 11500 4900 4000 10000 1500 1500 1500 1500 1500 1500 b ja III
b klasse 120 - 60% 50 330 20000 11500 4900 4000 10000 1500 1500 1500 1500 1500 1000 b ja III
b b b b b b (3) b b b b
b b b
b b b
b b b
b b b
b b b
b b b
b b
b b
b b
b b b
b b b
b b b
(1) Geschikt voor 480 V NEMA (2) Beveiliging stroomopwaarts: zie blz. K25 tot K28. (3) Stroomafwaarts alleen (behalve INS250 met manuele bediening)
K16
K17
type
aantal polen elektrische specificaties volgens IEC 60947-3 conventionele thermische stroom (A) Ith 60 C toegekende isolatiespanning (V) Ui WS 50/60 Hz toegekende schokbestendigheidsspanning (kV) Uimp toegekende gebruiksspanning (V) Ue WS 50/60 Hz GS toegekende gebruiksspanning WS20 en GS20 (V) Ue toegekende gebruiksstroom (A) Ie WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 440/480 V (1) 500 V 660/690 V GS / polen in serie 125 V (2P) 250 V (4P) toegekende vermogen AC23 (kW) WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 400/480 V (1) 500/525 V 600/690 V toegekende dienst continu dienst niet continu dienst inschakelvermogen bij kortsluiting Icm (piek) min. (alleen schakelaar) max. (met bev. stroomopw.door vermogenssch.) toelaatbare korte duurstroom Icw (A eff) 0,5 s 1s 3s 20 s 30 s duurzaamheid (categorie A) (cycli CO) mechanisch elektrisch WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 400/480 V (1) 500/525 V elektrisch GS 125 V (2P) 250 V (4P) geschiktheid tot scheiding volkomen betrouwbaar aangeduide onderbreking vervuilingsgraad installatie en aansluiting vast, vooraansluiting rechtstreeks met vlakke rails met vlakke rails op aansluitverbreders met vertikale rails op bijkomende aansluitingen met kabels op bijkomende aansluitklemmen en vlakken hulpelementen voor signalering hulpcontacten hulpelementen voor bediening directe en verlengde frontale draaibediening directe en verlengde laterale draaibediening toebehoren voor installatie en aansluiting klemmen fasescheiders kader voorzijde afmetingen en gewicht totale afmetingen 3 polen HxBxD (mm) 4 polen benaderd gewicht (kg) 3 polen 4 polen
(1) geschikt voor 480 V NEMA.
INS800
3, 4 800 1000 12 690 250 800 AC21A 800 800 800 800 800 DC21A 800 800 250 400 500 560 710 b klasse 120 - 60% 105 330 50 35 20 10 8 3000 AC21A 500 500 500 500 DC21A 500 500 b ja III AC22A 800 800 800 800 800 DC22A 800 800 AC23A 800 800 800 800 800 DC23A 800 800
INS1000
3, 4 1000 1000 12 690 750 800 AC21A 1000 1000 1000 1000 1000 DC21A 1000 1000 315 560 630 710 900 b klasse 120 - 60% 105 330 50 35 20 10 8 3000 AC21A 500 500 500 500 DC21A 500 500 b ja III AC22A 1000 1000 1000 1000 1000 DC22A 1000 1000 AC23A 1000 1000 1000 1000 1000 DC23A 1000 1000
INS1250
3, 4 1250 1000 12 690 750 800 AC21A 1250 1250 1250 1250 1250 DC21A 1250 1250 400 710 800 900 AC22A 1250 1250 1250 1250 1250 DC22A 1250 1250 AC23A 1250 1250 1250 1250 1250 DC23A 1250 1250
b klasse 120 - 60% 105 330 50 35 20 10 8 3000 AC21A 500 500 500 500 DC21A 500 500 b ja III
b b b b
b b b b
b b b b
K18
1b
type
aantal polen elektrische specificaties volgens IEC 60947-3 conventionele thermische stroom (A) Ith 60 C toegekende isolatiespanning (V) Ui WS 50/60 Hz toegekende schokbestendigheidsspanning (kV) Uimp toegekende gebruiksspanning (V) Ue WS 50/60 Hz GS toegekende gebruiksspanning WS20 en GS20 (V) Ue toegekende gebruiksstroom (A) Ie WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 440/480 V (1) 500 V 660/690 V GS / polen in serie 125 V (2P) 250 V (4P) toegekende vermogen AC23 (kW) WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 400/480 V (1) 500/525 V 600/690 V toegekende dienst continu dienst met continu dienst inschakelvermogen bij kortsluiting Icm (piek) min. (alleen schakelaar) max. (met bev. stroomopw.door vermogenssch.) toelaatbare korte duurstroom Icw (A eff) 0,5 s 1s 3s 20 s 30 s duurzaamheid (categorie A) (cycli CO) mechanisch elektrisch WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 400/480 V (1) 500/525 V elektrisch GS 125 V (2P) 250 V (4P) geschiktheid tot scheiden volkomen betrouwbaar aangeduide onderbreking vervuilingsgraad installatie en aansluiting vast, vooraansluiting rechtstreeks met vlakke rails met vlakke rails op aansluitverbreders met vertikale rails op bijkomende aansluitigen met kabels op bijkomende aansluitklemmen en vlakken hulpelementen voor signalering hulpcontacten hulpelementen voor bediening directe en verlengde frontale draaibediening directe en verlengde laterale draaibediening toebehoren voor installatie en aansluiting klemmen fasescheiders kader voorzijde afmetingen en gewicht totale afmetingen 3 polen HxBxD (mm) 4 polen benaderd gewicht (kg) 3 polen 4 polen
(1) geschikt voor 480 V NEMA.
INS1600
3, 4 1600 1000 12 690 750 800 AC21A/B 1450/1600 1450/1600 1250/1600 1250/1600 1250/1600 DC21A/B 1600/1600 1600/1600 400 710 800 900 AC22A/B 1450/1600 1450/1600 1250/1600 1250/1600 1250/1600 DC22A 1600/1600 1600/1600 AC23A 1250 1250 1250 1250 1250 DC23A 1250 1250
INS2000
3, 4 2000 1000 12 690 750 800 AC21A 2000 2000 2000 2000 2000 DC21A 2000 2000 AC22A 2000 2000 2000 2000 2000 DC22A 2000 2000
INS2500
3, 4 2500 1000 12 690 750 800 C21A 2500 2500 2500 2500 2500 DC21A 2500 2500 AC22A 2500 2500 2500 2500 2500 DC22A 2500 2500
b klasse 120 - 60% 105 105 50 35 20 10 8 3000 AC21A 500 500 500 500 DC21A/B 500 500/100 b ja III
b klasse 120 - 60% 105 105 50 50 30 13 11 3000 AC21A 500 500 500 500 DC21A 500 500 b ja III
b klasse 120 - 60% 105 105 50 50 30 13 11 3000 AC21A 500 500 500 500 DC21A 500 500 b ja III
b b b b
b b b b
b b b b
K19
type
aantal polen elektrische specificaties volgens IEC 60947-3 conventionele thermische stroom (A) Ith 60 C toegekende isolatiespanning (V) Ui toegekende schokbestendigheidsspanning (kV) Uimp toegekende gebruiksspanning (V) Ue WS 50/60 Hz GS toegekende gebruiksstroom (A) Ie WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 440/480 V (1) 500 V 660/690 V GS 250 V (1P) 500 V (2P) inschakelvermogen bij kortsluiting Icm (piek) min. (alleen schakelaar) max. (met bev. stroomopw.door vermogenssch.) (2) toelaatbare korte duurstroom Icw (A eff) 1s 3s 20 s geschiktheid tot scheiden duurzaamheid (categorie A) (cycli CO) mechanisch elektrisch WS AC22A 500 V AC22A 690 V AC23A 440 V AC23A 500 V elektrisch GS DC23A 250 V DC23A 500 V volkomen betrouwbaar aangeduide onderbreking vervuilingsgraad differentieelbeveiliging met bijkomende inrichting Vigi met relais Vigirex installatie en aansluiting vast, vooraansluiting installatie op symmetrische rail achteraansluiting uittrekbaar op sokkel uittrekbaar op chassis hulpelementen voor signalering en meting hulpcontacten indicator aanwezigheid spanning blok stroomtrafo blok ampremeter blok voor isolatiebewaking hulpelementen bediening uitschakelspoelen afstandsbediening bediening met kruk draaibediening (direct, verlengd) vergrendeling met hangsloten en slot handbediende/automatische normaal/noodomsch. toebehoren voor installatie en aansluiting klemmen, aansluitvlakken en aansluitverbreders klemmenkappen en fasescheiders kader voorzijde afmetingen en gewicht afmetingen L x B x D (mm) gewicht (kg) 2-3 polen vast PAV 4 polen vast PAV 3 polen vast PAV 4 polen vast PAV
NS100NA
2, 3, 4 100 750 8 690 500 AC22A 100 100 100 100 100 DC22A 100 100 2,6 330 1800 1800 690 b 50000 50000 30000 (50000-In/2) 30000 (50000-In/2) ja III b b b b b b b b b b b b c b b b c b b b 105 x 161 x 86 140 x 161 x 86 1,5 2,0 AC23A 100 100 100 100 100 DC23A 100 100
NS160NA
2, 3, 4 160 750 8 690 500 AC22A 160 160 160 160 160 DC22A 160 160 3,6 330 2500 2500 960 b 40000 40000 20000 (40000-In/2) 20000 (40000-In/2) ja III b b b b b b b b b b b b c b b b c b b b 105 x 161 x 86 140 x 161 x 86 1,6 2,0 AC23A 160 160 160 160 160 DC23A 160 160
NS250NA
2, 3, 4 250 750 8 690 500 AC22A 250 250 250 250 250 DC22A 250 250 4,9 330 3500 3500 1350 b 20000 20000 10000 (20000-In/2) 10000 (20000-In/2) ja III b b b b b b b b b b b b c b b b c b b b 105 x 161 x 86 105 x 161 x 86 1,8 2,2 AC23A 250 250 250 250 250 DC23A 250 250
NS400NA
3, 4 400 750 8 690 500 AC22A 400 400 400 400 400 DC22A 400 400 7,1 330 5000 5000 1930 b 15000 15000 6000 (12000-In/2) 6000 (12000-In/2) ja III b b b b b b b b b b b b c b b b c b b b 140 x 255 x 110 140 x 255 x 110 5,2 6,8 AC23A 400 400 400 400 400 DC23A 400 400
NS630NA
3, 4 630 750 8 690 500 AC22A 630 630 630 630 630 DC22A 630 630 8,5 330 6000 6000 2320 b 15000 15000 4000 (8000-In/2) 4000 (8000-In/2) ja III b b b b b b b b b b b b c b b b c b b b 140 x 255 x 110 140 x 255 x 110 5,2 6,8 AC23A 630 630 630 630 630 DC23A 630 630
(1) Geschikt voor 480 V NEMA. (2) Beveiliging stroomopwaarts: zie blz. K25 tot K28.
K20
1b
type
aantal polen elektrische specificaties volgens IEC 60947-3 conventionele thermische stroom (A) Ith 60 C toegekende isolatiespanning (V) Ui toegekende schokbestendigheidsspanning (kV) Uimp toegekende gebruiksspanning (V) Ue WS 50/60 Hz GS toegekende gebruiksstroom (A) Ie WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 440/480 V (1) 500/525 V 660/690 V inschakelvermogen bij kortsluiting Icm (piek) min. (alleen schakelaar) max. (met bev. stroomopw.door vermogenssch.) (2) toelaatbare korte duurstroom Icw (A eff) 0,5 s 1s 20 s duurzaamheid (categorie A) (cycli CO) mechanisch elektrisch WS AC22A 500 V AC23A 440 V geschiktheid tot scheiden volkomen betrouwbaar aangeduide onderbreking vervuilingsgraad differentieelbeveiliging met relais Vigirex aansluiting vast uittrekbaar op chassis hulpelementen voor signalering hulpcontacten hulpelementen voor bediening manuele bediening met kruk draaibediening (direct, verlengd) elektrische bediening uitschakelspoelen stroomuitschakelspoel MX minimumspanningspoel MN afstandscommunicatie met bus signalisatie van apparaat-status afstandsbediening toebehoren voor installatie aansluitvlakken en aansluitverbreders klemmenkappen en fasenscheiders kader voorzijde afmetingen en gewicht afmetingen L x B x D (mm) gewicht (kg) 3 polen vast 4 polen vast 3 polen vast 4 polen vast vooraansluiting achteraansluiting vooraansluiting achteraansluiting
NS800NA
3, 4 800 750 8 690 500 AC22A 800 800 800 800 800 50 330 25 17 4 10000 2000 2000 b b III b b b b b b AC23 800 800 800 800 800
NS1000NA
3, 4 1000 750 8 690 500 AC22A 1000 1000 1000 1000 1000 50 330 25 17 4 10000 2000 2000 b b III b b b b b b AC23A 1000 1000 1000 1000 1000
NS1250NA
3, 4 1250 750 8 690 500 AC22A 1250 1250 1250 1250 1250 50 330 25 17 4 10000 2000 2000 b b III b b b b b b AC23A 1250 1250 1250 1250 1250
NS1600NA
3, 4 1600 750 8 690 500 AC22A 1600 1600 1600 1600 1600 50 330 25 17 4 10000 1000 1000 b b III b b b b b b AC23A 1600 1600 1600 1600 1600
K21
Keuze van de lastschakelaars Masterpact NT08 tot NT16, NW08 tot NW63
NT08 NT10 NT12 NT16 NW08 NW10 NW12 NW16 NW20
3, 4 1000 1000 1250 1250 1600 1600 800 1000 800 1000 1000/1250 12 690/1150 NA 42 20 75 75 75 35 20 75 75 75 35 88 88 88 42 HA 50 105 105 105 50 1250 1250 1600 1600 2000 2000 1000/1250 12 690/1150 HA 50 105 105 105 50 HF 85 187 187 187 85 HA10 50 105 50 2500 2500 1000/1250 12 690/1150 HA 60 135 135 135 60 3200 3200 4000 4000 4000 4000 1000 12 690 HA 85 187 187 187 85 5000 5000 6300 6300
1b
type
NW25
NW32
NW40
NW40b
NW50
NW63
aantal polen 3, 4 elektrische specificaties volgens IEC 60947-2 en EN 60947-2 toegekende stroom (A) In 40 C 800 kaliber van de 4de pool (A) 800 toegekende isolatiespanning (V) Ui 1000 toegekende schokbestendigheidsspanning (kV) Uimp 12 toegekende gebruiksspanning (V) Ue WS 50/60 Hz 690 0,5 s 1s 3s 220/415 V 440 V 500/690 V 1150 V onderbrekingsvermogen Icu (kAeff) met een extern beveiligingsrelais maximum vertraging 350 ms elektrodynamisch houdvermogen (kA piek) geschiktheid tot scheiden vervuilingsgraad volgens IEC 60664-1 inschakeltijd duurzaamheid (cycli CO) x 1000 mechanisch met onderhoud mechanisch zonder onderhoud elektrisch zonder onderhoud 440 V 690 V 1150 V motorbediening (AC3-60947-4) 690 V installatie en aansluiting aansluiting versie type lastschakelaar toelaatbare korte duurstroom toegekend inschakelvermogen Icw WS 50/60 Hz toegekend inschakelvermogen (kA piek) Icm WS 50/60 Hz HA 42
HA 42
HA10 50
H10 50 105 50
105 50
b b < 50 ms 25 12,5 6 3 3
b b < 70 ms 25 12,5 10 10 10
b b
b b
b b
b b < 70 ms 20 10 8 6 6
b b
b b
b b
b b
b b < 80 ms 10 5 1,5 -
10 10 10
25 12,5 10 10 10
0,5 -
20 10 8 6 6
20 10 0,5 -
20 10 5 2,5 2,5
20 10 0,5 -
uittrekbaar vast
vr- en achteraansluiting b b b b c b b b b b b b b b b c b b b b b b b b b b
b b c b b b b b b b b b b
b b
b b
vr- en achteraansluiting b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b
b b b b b
b b b b b b b b b b b b b
b (achteraansluiting) b (achteraansluiting) b b b b b b b b b b b
hulpelementen voor signalering en meting hulpcontacten hulpelementen bediening uitschakelspoelen (MN, MNR, MX, XF) motorvertragingskast (MCH) teller aantal bedieningen (CDM) toebehoren voor installatie en aansluiting vergr. met hangslot of slot orintatiepen isolerende shutters fasenscheiders (EIP) afscherming (AC) deurkader (CDP) transparante kap (CCP) normaal/noodomschakelaars (1) uittrekb./vast handbediende/automatische normaal/noodomschakelaar
(1) normaal/noodomschakelaars.: zie catalogus LS
c b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b b
b b b
b b b b b b b b b b
b b b b b b
b b b b b b b
K22
K23
Aangezien een lastschakelaar slechts een beperkt onderbrekingsvermogen heeft en een beperkt houdvermogen bij kortsluiting, moet hij stroomopwaarts beveiligd worden door een beveiligingsinrichting tegen kortsluitstromen. De tabellen vermelden de kortsluitbeveiliging (automaat, vermogensschakelaar of smeltveiligheden) die een goede cordinatie verzekert met de lastschakelaars bij een stroomafwaartse kortsluiting. Let op: de lastschakelaar dient bovendien beveiligd te worden tegen overbelasting. Indien de differentieellastschakelaar en de stroomafwaartse vermogensschakelaars zich in hetzelfde, volgens de regels van goed vakmanschap gebouwde bord bevinden, mag de beveiliging van de differentieellastschakelaar tegen kortsluitstromen gebeuren door elk van de stroomafwaartse vermogensschakelaars. De overeenstemmende waarden zijn dezelfde als bij de cordinatie met een stroomopwaarts genstalleerd apparaat.
Voorbeeld
Een vertrek in een kast, waarbij de kortsluitstroom op het railstel 25 kA bedraagt, voedt verbruikers met een nfasige bedrijfsstroom van resp. 30 A, 20 A en 10 A. De installatie werkt onder het TT-nulleiderstelsel. Het vertrek in het stroomopwaarts gelegen bord, dat deze kast voedt, is beveiligd met een 2-polige automaat C120H. Welke differentieellastschakelaar moet men kiezen om de aankomst in de kast te beveiligen? Aangezien de vertrekken zich in dezelfde kast bevinden als de lastschakelaar is het mogelijk de cordinatie te verzekeren met elk van de vertrekken van de kast. Bijgevolg kiezen we een differentieellastschakelaar ID met kaliber 63 A en automaten van het type C60H voor de vertrekken. Volgens de tabel op de volgende pagina verdraagt de C60H in dit geval 30kA. Merk op dat automaten C60N zouden volstaan indien er geen lastschakelaar zou geweest zijn. Automaten C60N stroomafwaarts van een C120H verkrijgen namelijk een onderbrekingsvermogen van 30 kA.
K24
1b
Lastschakelaars I en I-NA
stroomafwaarts apparaat kaliber (A) beveiliging stroomopwaarts
met automaat DT40 max. kortsluitstroom DT40N (kA eff) C60N C60H C60L C120N C120H NG125N NG125L met smeltveiligheden gG 20 A (kaliber in A) 32 A max. kortsluitstroom 63 A (kA eff) 100 A 125 A
tweepolig (230-240 V) I 20
6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 3 4,5 4,5 4,5 8
32-40 63
5,5 5,5 5,5 5,5 5,5 3 4,5 4,5 4,5 8 10 7 7 7 7 7 5 15 6,5 6,5
100
I 20
4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 2 3 3 3 8
32-40 63
4 4 4 4 4 2 3 3 3 8 5 5 5 5 5 6 6 6 6
100
I-NA 40 63
6 10 10 15 15 7 7 15 15 6 10 10 15 15 7 7 15 15
15 15 15 15
5 10 10 10
30 20
30 20
10 6
30 20
30 20
Differentieellastschakelaars ID
stroomafwaarts apparaat kaliber (A) beveiliging stroomopwaarts
met automaat DT40 max. kortsluitstroom DT40N (kA eff) C60N C60H C60L C120N C120H NG125N NG125L met smeltveiligheden gG 25 A (kaliber in A) 40 A max. kortsluitstroom 63 A (kA eff) 80 A zonder smeltv. aM 100 A 125 A 6 10 20 30 50 10 10 20 100 6 10 20 30 50 10 10 20 80 30 20 10 20 30 40 10 10 20 20 2 3 10 15 25 7 7 20 100 2 3 10 15 20 7 7 20 80 30 20 10 10 15 15 7 7 15 20
tweepolig (230-240 V) ID 25 40 63 80
10 10 20 20
10 10 20 20
7 7 15 20
7 7 7 10
Opm. : vergeet niet rekening te houden met de declassering van de differentieellastschakelaar in functie van de omgevingstemperatuur.
vierpolig (400-415 V) ID 40
10 10 10 10 16 25 50 25 36 36 25 25 25
63
10 10 10 10 16 25 50 25 36 36 25 25 25
80
100
125
160
10 16 25 50 25 36 36 25 25 25
10 16 25 25 70 70 36 70 70
10 16 25
36 70 70
36 70 70
K25
Icc
NS 100-L 70 154
Het kaliber van de INS100 is compatibel met de nominale stroom van de leiding: 60 A. Met cordinatie : c is het houdvermogen tegen kortsluiting ruim voldoende: 70 kA c het inschakelvermogen bij Icc 154 kA piek is aanzienlijk groter dan nodig. Opm. Voor Icc = 30 kA, I max. piek ~ 75 kA.
Voorbeeld
Icc = 35 kA NS100H
cordinatie coordination
I = 60 A
Een LS-hoofdverdeelbord, waarbij de kortsluitstroom ter hoogte van het railstel 35 kA bedraagt, heeft een vertrek met nominale stroom 60A. De leiding die dit vertrek voedt wordt beveiligd met een vermogensschakelaar NS100H (onderbrekingsvermogen 70 kA). Deze leiding voedt een onderverdeelbord, waarin men op de aankomst een lastschakelaar wil installeren om de functies bediening en scheiding te verzekeren. De kortsluitstroom ter hoogte van het onderverdeelbord bedraagt 30 kA. Welke lastschakelaar moet hier gekozen worden?
Icc = 30 kA
Als bijkomende functies zoals afstandsbediening of differentieelbeveiliging gewenst zijn kiest men best een Compact NA, waarvan de cordinatiekarakteristieken vermeld worden in de tabel op pag. K28. De lastschakelaar NS100NA is geschikt, want het houdvermogen van de combinatie met de NS100H bedraagt 70 kA. Bovendien is de lastschakelaar NS100NA zelfbeveiligd vanaf 10 kA. Als geen enkele bijkomende functie vereist is, tenzij hulpfuncties van het type hulpcontacten of een draaibediening, dan kan men een Interpact INS100 kiezen (zie tabel pag. K27). Uit de tabel blijkt dat de karakteristieken van de INS100 door cordinatie met de NS100H als volgt gewijzigd worden: c houdvermogen bij kortsluiting: 70 kA c inschakelvermogen: 154 kA piek.
K26
1b
INS40
INS63
INS80
INS100
INS125
INS160
kA eff kA piek kA eff kA piek kA eff kA piek kA eff kA piek kA eff kA piek
NS160-250N/125 36 75 NS160-250H-L/125 70 154 NSA160N/125 30 63 125 55 121 100 100 220 160 100 220 100 & 63M100 80 176 160 & 100M160 80 176
NS160-250N/160 36 75 NS160-250H-L/160 70 154 NS160N/160 30 63 160 33 69 125 100 220 160 100 220 125 & 100M125 80 176 160 & 100M160 80 176
kA eff. kA piek kA eff. kA piek kA eff. kA piek kA eff. kA piek kA eff. kA piek
40 80 176 32 100 220 125 100 220 32 80 176 125 & 100M125 80 176
(1) Beveiliging met verplicht extern thermisch relais. (2) Zonder externe thermische beveiliging.
INS250-100
INS250-160
INS250
INS320
INS400
INS500
INS630
inschakelvermogen
type/kaliber max. (A) Icc max.
25/36 53/75 NS100-250H/100 70 154 NS100-250L/100 150 330 100 100 220 80 100 220 100 100 220 80 & 63M80 80 176 250 & 200M250 80 176
NS160-25N/160 36 75 NS160-25H/160 70 154 NS160-25L/160 150 330 160 100 220 125 100 220 160 100 220 125 & 100M315 80 176 250 & 200M250 80 176
NS25N/250 36 75 NS25H/250 70 154 NS25L/250 150 330 250 100 220 200 100 220 250 100 220 200 & 100M200 80 176 250 & 200M250 80 176
NS400-630N/320 NS400-630N/400 NS630N/630 45 45 45 94 94 94 NS400-630H/320 NS400-630H/400 NS630H/630 70 70 70 154 154 154 NS400-630L/320 150 330 320 100 220 250 100 220 320 100 220 NS400-630L/400 150 330 400 100 220 315 100 220 400 100 220 315 & 200M315 80 176 355 & 315M355 80 176 NS630L/630 150 330 500 100 220 400 100 220 500 100 220
NS630N/630 45 94 NS630H/630 70 154 NS630L/630 150 330 500 100 220 500 100 220 630 100 220 500 80 176 450 & 400M450 80 176
inschakelvermogen
kA eff. kA piek
type gG kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type gG kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type BS kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type BS kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek
K27
Lastscheiders Compact
stroomafwaarts apparaat stroomopwaartse beveiliging
met vermogensschakelaar (380/415 V) type/kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type/kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type/kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type/kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type/kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek met smeltveiligheden (500 V) type aM (1) kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type gl (2) kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type gl (1) kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type BS (2) kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek type BS (1) kaliber max. (A) Icc max. kA eff. inschakelvermogen kA piek NS100N/100 25 52 NS160-250N/100 36 75 NS100-250H/100 70 154 NS100-250L/100 150 330 NSA160N/100 30 63 100 80 176 80 100 220 160 100 220 80 & 63M80 80 176 160 & 100M160 80 176 NS160-250N/160 36 75 NS160-250H/160 70 154 NS160-250L/160 150 330 NSA160N/160 30 63 NS250N/250 36 75 NS250H/250 70 154 NS250L/250 150 330
NS100NA
NS160NA
NS250NA
160 33 69 125 100 220 160 100 220 125 & 100M125 80 176 160 & 100M160 80 176
250 100 220 200 100 220 250 100 220 200 & 100M200 80 250 & 200M250 80 176
NS400NA
NS630NA
NS800NA
NS1000NA
NS1250NA
NS1600NA
NS400-630N/400 45 94 NS400-630H/400 70 154 NS400-630L/400 150 330 400 100 220 315 100 220 400 100 220 315 & 200M315 80 176 355 & 315M355 80 176
NS630N/630 45 94 NS630H/630 70 154 NS630L/630 150 330 500 100 220 500 100 220 630 100 220 500 80 176 450 & 400M450 80 176
(1) verplichte beveiliging door extern thermisch relais. (2) Zonder externe thermische beveiliging.
K28
1c
1
studie van een installatie 1c beveiliging van kringen
bepaling van het kaliber van een automaat bepaling van de kabeldoorsnede bepaling van de toelaatbare spanningsval bepaling van de kortsluitstroom keuze van beveiligingsinrichtingen keuzecriteria keuze automaten Multi 9 keuze vermogensschakelaars Compact NS 100 tot 630 keuze lossers Compact NS 100 tot 630 keuze vermogensschakelaars Compact NS 800 tot 1600 keuze vermogensschakelaars Masterpact NT en NW keuze beveiligingsunits Micrologic keuze van de afstandsbedieningselementen keuze van de uitschakelspoelen keuze van de hulpcontacten standmelders van de automaten en vermogensschakelaars kringen gevoed met gelijkstroom keuzecriteria keuze van de automaten en vermogensschakelaars schikking van de polen kringen gevoed met 400 Hz keuze van de automaten Multi 9 keuze van de vermogensschakelaars Compact kringen gevoed door een generator classificering van de groepen volgens UTE C15-401 keuze van de aankomstvermogensschakelaars pag. K30 K32 K34 K40
K43 K44 K46 K48 K50 K52 K56 K60 K62 K63 K64
K68 K68
K70 K71
kringen gevoed door meerdere parallelle transformatoren maximale stroomafwaartse kortsluitstroom K72 keuze van de vertrek- en aankomstvermogensschakelaars K72 huishoudelijke installaties doorsnede van de fasegeleiders keuze van apparatuur individuele elektrische verwarming
K29
Het kaliber van een automaat wordt doorgaans gekozen in functie van de gebruiksstroom van de verbruikers. Deze gebruiksstroom wordt : c ofwel rechtstreeks door de fabrikant zelf opgegeven c ofwel eenvoudig berekend aan de hand van het nominaal vermogen en de gebruiksspanning. Uitgaande van het kaliber kan men de doorsnede van de geleiders bepalen. Men kiest daarbij uit de beschikbare kalibers doorgaans de waarde die net boven de gebruiksstroom ligt. De bijgaande tabellen laten toe het kaliber van de automaat te bepalen in een aantal bijzondere gevallen.
Gloeilampen en verwarmingstoestellen
Voor elk type voedingsspanning is de gebruiksstroom Ib opgegeven, evenals het te kiezen kaliber. c Ib = P/U bij nfasige kringen en c Ib = P/U e bij driefasige kringen.
verm. (kW) 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 6 7 8 9 10 230 V lb (A) 4,35 6,52 8,70 10,9 13 15,2 17,4 19,6 21,7 26,1 30,4 34,8 39,1 43,5 nf. kal. (A) 6 10 10 16 16 20(1) 20 25 25 32 32 40 50 50 230 V Ib (A) 2,51 3,77 5,02 6,28 7,53 8,72 10 11,3 12,6 15,1 17,6 20,1 22,6 25,1 drief. 400 V drief. kal. Ib kal. (A) (A) (A) 3 1,44 2 6 2,17 3 10 2,89 6 10 3,61 6 10 4,33 6 10 5,05 10 16 5,77 10 16 6,5 10 16 7,22 10 20(1) 8,66 10 20 10,1 16 25 11,5 16 25 11,5 16 32 14,4 20(1)
(1) niet te overschrijden maximumwaarden voor afstandsbediende apparaten (Reflex -magneetschakelaar, enz.) bij gebruik in verlichtingskringen met gloeilampen.
Fluorescentielampen
De onderstaande tabel geeft, in functie van de voeding en van het aantal en type verlichtingstoestellen, het kaliber van de automaat, uitgaande van de volgende berekeningshypothesen: c installatie in een kast, bij een omgevingstemperatuur van 25 C c vermogen van de ballast: 25% van het vermogen van de buislamp c arbeidsfactor: 0,86 bij gecompenseerde montage Voorbeeld : Installatie van 63 enkelvoudige fluorescentiebuizen van 36 W, gecompenseerd, op een driefasige lijn + N 400/230 V. Tabel 3 geeft voor 21 verlichtingstoestellen per fase een kaliber van 6 A.
Opmerking : deze tabellen gelden niet voor het type TC16. Gelieve ons te raadplegen
K30
1c
Asynchroonmotoren
De onderstaande tabel geeft de waarde van de opgenomen stroom in functie van het vermogen van de motor : Pn (labs = ) eU cos Pn : nominaal vermogen in W, : rendement
driefasige verdeling (230 of 400 V) nominaal 0,37 0,55 0,75 1,1 vermogen (kW) nominaal 0,5 0,75 1 1,5 vermogen (PK) opgenomen 230 V 2 2,8 5 stroom (A) 400 V 1,2 1,6 2 2,8 nominaal vermogen (kW) nominaal vermogen (PK) opgenomen stroom (A) 25 35 230 V 400 V 85 30 40 37 50 45 60 85 1,5 2 6,5
Opmerking : de beveiliging van de kabel tegen overbelasting gebeurt met behulp van een afzonderlijk thermisch relais. De combinatie automaat-contactorthermisch relais wordt verder uitgediept in de paginas beveiliging van motorvertrekken" (pag. K93).
3 4 7 90 125 170
4 5,5 15 9
5,5 7,5 20 12
7,5 10 28 16
11 15 39 23
15 20 52 30
55 75
110 132 147 150 180 200 360 427 210 250
100 59 72
K31
De bijgaande tabellen laten toe te bepalen welke doorsnede de fasegeleiders van een stroomkring moeten hebben. De tabellen gelden enkel voor niet ingegraven leidingen, die beveiligd worden door een automaat of vermogensschakelaar. De benodigde doorsnede wordt bepaald aan de hand van: c een keuzeletter, die afhangt van de gebruikte geleider en zijn plaatsingswijze c een cofficint K, die toelaat de invloed van de verschillende installatieomstandigheden in te calculeren. Deze cofficint K wordt bekomen door de drie correctiefactoren K1, K2 en K3 met elkaar te vermenigvuldigen: c K1 heeft betrekking op de plaatsingswijze c K2 heeft betrekking op de onderlinge benvloeding van zij-aan-zij lopende kringen c K3 heeft betrekking op de omgevingstemperatuur en het gebruikte isolatiemateriaal.
Keuzeletter
type van de geleidende plaatsingswijze elementen geleiders en c in buizen, profielen of kabelbanen, opgebouwd of ingebouwd meeraderige kabels c in holle ruimten, boven valse plafonds c in kabelkanaal, lijsten, plinten c bovenop muren of plafonds c op niet geperforeerde kabelrekken en -banen meeraderige kabels c op kabelladders, haken, geperforeerde kabelrekken c opbouwbevestiging, van de wand verwijderd c opgehangen kabels naderige kabels c op kabelladders, haken, geperforeerde kabelrekken c opbouwbevestiging, van de wand verwijderd c opgehangen kabels keuzeletter B C E F
Correctiefactor K1
keuzeletter B installatiewijze c kabels in een kanalisering die rechtstreeks ingebouwd is in thermisch isolerende materialen c geleiders ingebouwd in thermisch isolerende materialen c meeraderige kabels c holle ruimten en kanalen c plaatsing onder plafond c overige gevallen K1 0,70 0,77 0,90 0,95 0,95 1
C B, C, E, F
Correctiefactor K2
keuzeletter B, C C plaatsing van naast elkaar lopende kabels ingebouwd of ingegoten in wanden enkele laag op muren, vloeren of niet geperforeerde tabletten enkele laag tegen plafond enkele laag op horizontale geperforeerde tabletten of verticale tabletten enkele laag op kabelladders, haken, enz. correctiefactor K2 aantal kringen of meeraderige kabels 1 2 3 4 5 6 7 8 9 12 16 20 1,00 0,80 0,70 0,65 0,60 0,57 0,54 0,52 0,50 0,45 0,41 0,38 1,00 0,85 0,79 0,75 0,73 0,72 0,72 0,71 0,70 0,70 0,95 0,81 0,72 0,68 0,66 0,64 0,63 0,62 0,61 0,61 1,00 0,88 0,82 0,77 0,75 0,73 0,73 0,72 0,72 0,72
E, F
1,00 0,87 0,82 0,80 0,80 0,79 0,79 0,78 0,78 0,78
Indien de kabels in meerdere lagen boven elkaar liggen dienen bovendien de onderstaande correctiefactoren toegepast te worden: c 0,80 bij 2 lagen c 0,73 bij 3 lagen c 0,70 bij 4 of 5 lagen.
Correctiefactor K3
omgevingstemperatuur (C) 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 isolatie elastomeer (rubber) 1,29 1,22 1,15 1,07 1,00 0,93 0,82 0,71 0,58 polyvinylchloride (PVC) 1,22 1,17 1,12 1,07 1,00 0,93 0,87 0,79 0,71 0,61 0,50 gereticuleerd polyethyleen (PR) butyl, ethyleen, propyleen (EPR) 1,15 1,12 1,08 1,04 1,00 0,96 0,91 0,87 0,82 0,76 0,71
K32
1c
keuzeletter
a = 40C
PR
De desbetreffende tabel levert keuze letter E op. In de tabel terzake vindt men 1 als correctiefactor K1. Uit de betrokken tabel blijkt dat de correctiefactor K2 0,75 bedraagt. De correctiefactor K3 bedraagt volgens de overeenkomstige tabel 0,91. De uiteindelijke cofficint K, berekend uit K1 x K2 x K3 bedraagt dus 1 x 0,75 x 0,91 = 0,68. Bepaling van de doorsnede Kies voor In de eerstvolgende genormaliseerde waarde boven 23 A 25 A De fictieve waarde Iz, rekening houdende met de cofficint K bedraagt Iz = 25/0,68 = 36,8 A. Op de lijn die overeenstemt met de keuzeletter E in de kolom PR3 kiezen we de eerstvolgende waarde boven 36,8 A. Bij koper levert dit de waarde 42 A op, die overeenstemt met een doorsnede van 4 mm2 koper. Bij aluminium vinden we de waarde 43 A, die overeenstemt met 6 mm2 aluminium.
B C E F 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 400 500 630 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 400 500 630
isolatie en aantal belaste geleiders (3 of 2) rubber butyleen of PR of ethyleen PR of PVC PVC3 PVC2 PR3 PR2 PVC3 PVC2 PR3 PR2 PVC3 PVC2 PR3 PVC3 PVC2 PR3 15,5 17,5 18,5 19,5 22 23 24 21 24 25 27 30 31 33 28 32 34 36 40 42 45 36 41 43 48 51 54 58 50 57 60 63 70 75 80 68 76 80 85 94 100 107 89 96 101 112 119 127 138 110 119 126 138 147 158 169 134 144 153 168 179 192 207 171 184 196 213 229 246 268 207 223 238 258 278 298 328 239 259 276 299 322 346 382 299 319 344 371 395 441 341 364 392 424 450 506 403 430 461 500 538 599 464 497 530 576 621 693 656 754 825 749 868 946 855 1 005 1 088 16,5 18,5 19,5 21 23 24 26 22 25 26 28 31 32 35 28 32 33 36 39 42 45 39 44 46 49 54 58 62 53 59 61 66 73 77 84 70 73 78 83 90 97 101 86 90 96 103 112 120 126 104 110 117 125 136 146 154 133 140 150 160 174 187 198 161 170 183 195 211 227 241 186 197 212 226 245 263 280 227 245 261 283 304 324 259 280 298 323 347 371 305 330 352 382 409 439 351 381 406 440 477 508 526 600 663 610 694 770 711 808 899
PR2 PR2 26 36 49 63 86 115 149 185 225 289 352 410 473 542 641 741
161 200 242 310 377 437 504 575 679 783 940 1 083 1 254
28 38 49 67 91 108 135 164 211 257 300 346 397 470 543
121 150 184 237 289 337 389 447 530 613 740 856 996
K33
De impedantie van een kabel is klein, maar niet nul. Als er stroom door de kabel vloeit treedt er een bepaalde spanningsval op tussen het begin en het einde van de kabel. De goede werking van een verbruiker (inzonderheid een motor) hangt af van de waarde van de spanning aan zijn klemmen. Het is dus noodzakelijk de spanningsval op de lijn te beperken door een correcte doorsnede van de voedingskabels. De volgende paginas helpen u de spanningsval te bepalen en dit laat toe : c de overeenkomst met de van kracht zijnde normen en reglementen te controleren c de voedingsspanning te beoordelen vanuit het standpunt van de verbruiker c rekening te houden met de exploitatievereisten.
5% (1)
8%
verbruiker rcepteur
(1) tussen het (1) entre le point de aansluitpunt van de raccordement de l'abonn BT LS-abonnee en de et le rcepteur verbruiker
K34
1c
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de effecten en mogelijke schade ten gevolge van een foutieve voedingsspanning. Effecten van wijziging van de voedingsspanning in functie van de aangedreven machines
spanningsvariatie U > Un aangedreven machine parabolisch koppel (centrifugale machines) ventilator pomp effecten ontoelaatbare verhitting van de wikkelingen ingevolge ijzerverliezen ontoelaatbare verhitting van de wikkelingen ingevolge te hoge druk in de buizen ontoelaatbare verhitting van de wikkelingen ingevolge groter mechanisch vermogen beschikbaar langere aanlooptijd ontoelaatbare verhitting van de wikkelingen ingevolge blokkeren van de rotor niet starten van de motor mogelijke defecten voortijdige veroudering van de wikkelingen terugloop isolatie voortijdige veroudering van de wikkelingen ingevolge terugloop isolatie overmatige slijtage van de buizen voortijdige veroudering van de wikkelingen ingevolge terugloop isolatie overmatige slijtage van de machine kans op uitschakelen van de beveiliging terugloop isolatie voortijdige veroudering van de wikkelingen ingevolge terugloop isolatie machinestilstand
constant koppel
breekmolen kneedmachine lopende band ventilator, pomp breekmolen kneedmachine lopende band
U < Un
K35
0,4 0,6 1,4 2,2 2,6 3,3 4,2 5,3 6,7 8,4
0,5 0,8 1 1,3 1,6 2,1 2,5 3,2 3,5 4,1 5 4,4
0,5 0,6 0,8 1,1 1,4 1,6 2,1 2,3 2,6 3,3 4,1 5,3 6,4
0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,7 1,9 2,4 3,1 3,9 4,9 6
0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,7 2,2 2,8 3,5 4,3 5,6 6,9
0,5 0,6 0,8 0,9 1 1,3 1,6 2,1 2,6 3,2 4,1 5,1 6,5
0,4 0,6 1,3 2,1 2,5 3,2 4,1 5,1 6,4 8 0,5 0,6 0,8 1 1,4 1,6 2,1 2,6 3,3 4,1 0,5 0,7 0,9 1,1 1,4 1,7 2,3 2,8 3,5
0,5 0,8 1,1 1,3 1,6 2,1 2,6 3,2 3,6 4,1 5,2 6,5
0,6 0,7 0,9 1,2 1,5 1,9 2,3 2,6 3 3,8 4,7 6
0,5 0,6 0,9 1,1 1,4 1,7 1,9 2,2 2,7 3,3 4,3 5,6 6,8
0,5 0,6 0,7 0,9 1,1 1,2 1,5 1,9 2,4 3 3,8 4,8 5,9
0,5 0,6 0,8 0,8 1 1,3 1,5 2 2,4 3,1 3,9 4,9 6,1
10
16
25
35
50
70
95
35
50
70
95
0,5 0,9 1,4 1,9 2,3 3 3,7 4,6 5,9 6,5 7,4 9,3
0,5 0,9 1,2 1,4 1,9 2,3 2,9 3,6 4,1 4,6 5,8 7,2
0,6 0,7 0,9 1,2 1,4 1,9 2,3 2,6 3 3,7 4,6 5,9 7,4
0,6 0,8 1,1 1,4 1,6 1,9 2,1 2,6 3,3 4,2 5,3 6,7
0,6 0,7 0,9 1,2 1,3 1,4 1,9 2,3 3 3,7 4,6 5,9 7,4
0,5 0,6 0,8 0,9 1,1 1,4 1,6 2,1 2,6 3,3 4,2 5,3 6,7
0,5 0,6 0,7 0,8 1 1,2 1,5 2 2,4 3,2 3,9 4,9
0,5 0,7 1,4 2,3 3 3,7 4,8 5,9 7,4 9 0,5 0,6 0,8 1 1,3 1,5 1,9 2,4 3,1 3,9 0,5 0,7 0,9 1,2 1,4 1,7 2,3 2,8 3,5
0,5 0,9 1,4 1,9 2,3 3 3,7 4,6 5,9 6,5 7,4
0,6 1 1,2 1,4 1,9 2,3 3 3,7 4,1 4,8 5,9 7,4
0,7 0,8 1,1 1,4 1,7 2,1 2,7 3 3,4 4,2 5,3 6,8
0,6 0,7 1 1,2 1,4 1,9 2,1 2,3 3 3,7 4,8 5,9 7,4
0,5 0,7 0,8 1,1 1,4 1,4 1,7 2,1 2,6 3,4 4,2 5,3 6,8
0,5 0,6 0,8 1 1,1 1,3 1,5 2 2,5 3,2 3,9 5 6,2 7,7
0,5 0,7 0,8 0,9 1,2 1,4 1,8 2,3 2,8 3,6 4,5 5,7
Voor een driefasig net 230 V dienen de waarden in de tabel vermenigvuldigd te worden met e = 1,73. Voor een nfasig net 230 V dienen de waarden met 2 vermenigvuldigd te worden.
K36
1c
Gegeven: een motor wordt gevoed door een driefasig net van 400 V. Zijn vermogen bedraagt 7,5 kW (In = 16 A) en de cos = 0,85. De motor wordt gevoed via 80 m driefasige koperkabel van 4 mm2. De spanningsval tussen het begin van de installatie en het vertrek van de motor wordt geraamd op 1,4%. Ligt de totale spanningsval van de lijn bij permamanent bedrijf binnen de toelaatbare grenzen? Antwoord: Voor L = 100 m levert de tabel op vorige pag. volgende gegevens op: UBC = 3,2% Voor L = 80 m wordt dit: UBC = 3,2 x (80/100) = 2,6% De totale spanningsval tussen het begin van de installatie en de motor bedraagt dus: UAC = UAB + UBC UAC = 1,4% + 2,6% = 4% Het genormaliseerde spanningsbereik voor de voeding van motoren ( 5%) wordt dus niet overschreden (MS/LS-transformator 400 V belast).
4% 2,6%
K37
Spanningsval op de lijn bij het aanzetten van een motor: gevaar voor moeilijk starten
Opdat een motor onder normale omstandigheden zou kunnen aanzetten moet hij een koppel leveren dat 1,7 maal het weerstandskoppel van de belasting overtreft. Bij het aanzetten wordt echter een veel grotere stroom opgenomen dan bij normaal bedrijf. Indien dit een belangrijke spanningsval op de lijn tot gevolg heeft zal ook het aanloopkoppel aanzienlijk dalen. In extreme gevallen kan dit betekenen dat de motor niet start. Voorbeeld : c bij een rele spanning van 400 V levert een motor bij het aanzetten een koppel van 2,1 maal het weerstandskoppel van de belasting c indien het aanzetten een spanningsval van 10% veroorzaakt wordt het afgegeven koppel: 2,1 x (1 - 0,1)2 = 1,7 maal het weerstandskoppel. De motor zal dus correct starten. c indien de spanningsval bij het aanzetten 15% bedraagt wordt het afgegeven koppel: 2,1 x (1 - 0,15)2 = 1,5 maal het weerstandskoppel. Hierbij bestaat kans dat het aanzetten zeer lang duurt of dat de motor helemaal niet opstart. Als vuistregel wordt aanbevolen de spanningsval bij het aanzetten te beperken tot maximum 10%.
Spanningsval stroomopwaarts van het motorvertrek bij het aanzetten van de motor
Deze spanningsval dient gekend te zijn: c om te kunnen controleren of de storingen op de nabijgelegen vertrekken aanvaardbaar zijn c om de effectieve spanningsval aan de klemmen van de motor bij het aanzetten te kunnen berekenen. De bijgaande tabel laat toe te spanningsval op punt B te kennen bij het aanzetten. Zij geeft een goede benadering van de verhogingscofficint k2 in functie van de verhouding tussen het vermogen van de bron en het vermogen van de motor. Verhogingscofficint spanningsval stroomopwaarts van het motorvertrek bij het aanzetten (zie voorbeeld hiernaast)
Id/In Ibron/Id aanzetten ster-driehoek 2 3 1,50 2,00 1,25 1,50 1,17 1,34 1,13 1,25 1,10 1,23 1,07 1,14 rechtstreeks 4 5 2,50 3,00 1,75 2,00 1,50 1,67 1,38 1,50 1,34 1,45 1,20 1,27 6 3,50 2,25 1,84 1,63 1,56 1,34 7 4,00 2,50 2,00 1,75 1,67 1,40 8 4,50 2,75 2,17 1,88 1,78 1,47
bron
2 4 6 8 10 15
Deze tabel houdt geen rekening met de overgangs-cos van de installatie op het ogenblik dat de motor aangezet wordt. Niettemin geeft de tabel een goede benadering van de spanningsval bij het aanzetten. Voor een meer precieze berekening dient men rekening te houden met de cos bij het aanzetten. Deze opmerking is vooral van belang indien Ibron = 2 In motor.
Gegeven: bij een motor van 18,5 kW (In = 35 A, Id = 175 A). Het totale aan de bron beschikbare vermogen bedraagt: Ibron = 1155 A. De spanningsval UAB bij permanent bedrijf bedraagt 2,2%. Hoeveel bedraagt de spanningsval UAC bij het aanzetten van de motor? Antwoord: Ibron/Id = 1155/175 = 6,6 De tabel geeft voor Ibron/Id = 6 en Id/In = 5 k2 = 1,67 Dit geeft: UAB aanzetten = 2,2 x 1,67 = 3,68% UAC aanzetten = UAB aanzetten + (UAC permanent - UAB permanent) = 3,68 + (3,5% - 2,2%) = 4,98% Dit resultaat is absoluut aanvaardbaar voor de andere verbruikers.
K38
1c
val in % bij 1 km kabel, doorlopen door een stroom van 1 A, in functie van de kabeldoorsnede en de cos van de motor. De spanningsval (in %) in een motorkring bij het aanzetten van de motor kan hieruit afgeleid worden als volgt: U (in %) = k1 x Id x L k1: waarde opgegeven in de onderstaande tabel Id: aanloopstroom van de motor (in A) L: kabellengte (in km).
95
120
150
aluminiumkabel 10 16 25
35
50
70
95
120
150
0,072 0,064 0,058 0,61 0,39 0,081 0,071 0,063 0,77 0,49 0,111 0,092 0,077 1,41 0,89
(*) De laatste regel van de tabel laat toe met dezelfde formule de spanningsval bij normaal bedrijf te berekenen (cos bij nominale belasting), door Id te vervangen door In motor.
bron
15Id
35 175 0,45
Een motor van 18,5 kW (In = 35 A en Id = 5 x In = 175 A) wordt gevoed door een driefasige koperen kabel met doorsnede 10 mm2 en een lengte van 72 m. De cos van de motor bij het aanzetten bedraagt 0,45. De spanningsval op het laatste verdeelniveau bedraagt 2,4% en I bron/Id = 15. Hoeveel bedraagt de totale spanningsval bij normaal bedrijf, resp. bij het aanzetten? Antwoord: c volgens de bovenstaande tabel (laatste regel) bedraagt de spanningsval op de lijn naar de motor bij normaal bedrijf: UBC = 0,89 x 35 x 0,072 = 2,24% UAC = UAB + UBC UAC = 2,4% + 2,24% = 4,64% Dit resultaat is absoluut aanvaardbaar voor de werking van de motor. c volgens de bovenstaande tabel bedraagt de spanningsval op de lijn naar de motor bij het aanzetten: UBC = 0,49 x 175 x 0,072 = 6,17% UAC = UBC + (UAB x k2) (zie tabel op vorige pagina) UAC = 6,17 + (2,4 x 1,27) = 9,22% Dit is een aanvaardbare waarde voor een correct opstarten van de motor.
K39
Bepaling van de Icc-waarde aan de hand van de volgende methode (ook gebruikt door de software Ecodial 3) : 1. bereken : de som Rt van de weerstanden stroomopwaarts van het betrokken punt : Rt = R1 + R2 + R3 + ... en de som van de reactanties stroomopwaarts van het betrokken punt : Xt = X1 + X2 + X3 + ... Voorbeeld Exemple
schema schma
2. bereken : Icc = mc Un kA. 3 Rt 2 + Xt 2 waarbij U0 = 410 V of 237 V Rt en Xt worden uitgedrukt in m Belangrijk : c Un = nominale spanning tussen de fasen van de transformator (400 V) c m = belastingsfactor onbelast = 1,05 c c = spanningsfactor = 1,05.
reactanties ractances (m) (m) (1,05 x 400) (1,05 x 400)2 2 x 0,995 X1X1 = 500 000x 0,995 = 500 000 X1X10,351 = = 0,351 4 (100 x 420 ) 630
2 2
X2 =
Z22 _ R22
2
gedeelte v/d weerstanden partie de rsistances installatie (m) linstallation (m) stroomopw. net (1,05 x 400) rseau amont (1,05 x 400)2 2 x 0,1 R1R1 = = x 0,1 SKQ = 500 000 kVA 500 000 SKQ= 500 000 kVA 500 000 R1R10,035 = = 0,035 transformateur transformator S= = 630 kVA S ntnt 630 kVA U=4% Ukskr = 4 % U = 420 V V U Pcu==66300 W 300 W Pcu liaison (kabels) verbind.(cbles) transformateur transformator disjoncteur vermogenssch. 2 (1 150 mm 33xx(1 xx150 mm2) ) Cu par phase Cu per fase L==55m m L 420 R2R26 300 x 420 x 10 10 = = 6 300 x 2 2 x 630 630 R2R22,82,8 = =
2 2 3 3
verbinding c met kabels(3) R3 = L S(4) = 18,51 (Cu) of 29,41 (Al) L in m S in mm2 R3 = L(4) S = 18,51 (Cu) of 29,41 (Al) L in m S in mm2
c met rails
X2X2 = =
(2,8)2
X3X210,84 = = 10,84 10,31 R3R3 = 18,515x 5 = 18,51 x 150150 x 3 x3 R3R3 0,20 = = 0,20 X3X30,09 x 5 5 = = 0,09 x 3 3 X3X30,15 = = 0,15
M1
R4R40= 0 =
X4X40 0 = =
liaison verbinding disjoncteur vermogenssch. dpart 2 vertrek 2 barres (CU) rails (Cu) 1xx80 xx55mm2 2 mm 1 80 par phase per fase m LL==22m
M2
R6 = 0 R6 = 0
X6 = 0 X6 = 0
liaison (cbles) verbind. (kabels) tableau LS-hoofdbord gnral BT secundair tableau bord secondaire 11xx(1 xx185 mm2) ) (1 185 mm2 Cu per fase Cu par phase LL==70 m 70 m
secundair tableau bord secondaire M3
Berekening intensiteit kortsluitstromen (kA) weerstanden (m) in Rt1 = R1 + R2 + R3 M1 Rt1 = 3,03 in Rt2 = Rt1 + R4 + R5 M2 Rt2 = 3,12 in Rt3 = Rt2 + R6 + R7 M3 Rt3 = 10,12 reactanties (m) Xt1 = X1 + X2 + X3 Xt1 = 11,34 Xt2 = Xt1 + X4 + X5 Xt2 = 11,64 Xt3 = Xt2 + X6 + X7 Xt3 = 20,74 Icc (kA) 1,05 x 1,05 x 400 = 21,70 kA 3 (3,03)2 + (11,34)2 1,05 x 1,05 x 400 = 21,20 kA 3 (3,12)2 + (11,64)2 1,05 x 1,05 x 400 = 11,05 kA 3 (10,12)2 + (20,74)2
K40
1c
De tabellen op de volgende pagina laten toe snel een goede benadering te vinden van de kortsluitstroom stroomafwaarts van een bepaald punt van het net, mits men de volgende gegevens kent: c de kortsluitstroom stroomopwaarts c de lengte, de doorsnede en de samenstelling van de kabel stroomafwaarts. Het volstaat dan een automaat of vermogensschakelaar te kiezen met een groter onderbrekingsvermogen dan de gevonden Icc. Voor meer nauwkeurige waarden kan men een gedetailleerde berekening maken, volgens de methode beschreven op pag. K40 of met behulp van het programma Ecodial 3.
Voorbeeld Gegeven: het hieronder schematisch voorgestelde net. Zoek in de tabel van de koperen geleiders op de volgende pagina op de regel die overeenstemt met de kabeldoorsnede (50 mm2) de lengte van de betrokken kabel of de dichtstbijzijnde waarde (in dit geval 11 m). Op het snijpunt van de kolom met deze waarde en de regel waarop de dichtstbijzijnde waarde van de kortsluitstroom stroomafwaarts vermeld is (in dit geval: de regel 30 kA), vindt u de waarde van de gezochte kortsluitstroom, in dit geval: Icc = 19 kA.
400V Icc = 28 kA
50 mm2, Cu 11 m Icc = ?
IB = 55 A
IB = 160 A
Indien stroomopwaarts een begrenzende automaat of vermogensschakelaar genstalleerd is, laat de filiatietechniek bovendien toe stroomafwaarts automaten of vermogensschakelaars te voorzien met een onderbrekingsvermogen dat kleiner is dan de veronderstelde kortsluitstroom (zie pag. K165).
Men dient dus een automaat Multi 9 NG125N met kaliber 63 A te voorzien (onderbrekingsvermogen 25 kA) op het vertrek van 55 A en een vermogensschakelaar Compact NS160N met kaliber 160 A (onderbrekingsvermogen 35 kA) op het vertrek van 160 A.
K41
0,9 0,9 1 1,1 0,8 1 1,1 1,2 1 1,1 1,3 1,5 1,2 1,4 1,6 1,8 1,5 1,7 1,9 2,2 1,5 1,8 2 2,3 1,7 1,9 2,2 2,5 2 2,3 2,6 2,9 2,3 2,7 3 3,5 2,5 2,9 3,5 3,5 2,9 3,5 4 4,5 Icc stroomafwaarts 94 85 76 67 58 49 39 34 30 25 20 15 10 7 5 4 3 2 1 94 85 76 67 58 48 39 34 29 25 20 15 10 7 5 4 3 2 1 93 84 75 66 57 48 39 34 29 25 20 15 10 7 5 4 3 2 1 92 83 75 66 57 48 39 34 29 24 20 15 10 7 5 4 3 2 1
91 83 74 65 57 48 39 34 29 24 20 15 10 7 5 4 3 2 1
83 76 69 61 54 46 37 33 28 24 19 15 10 7 5 4 3 2 1
71 66 61 55 48 42 35 31 27 23 19 14 9,5 7 5 4 3 2 1
67 62 57 52 46 40 33 30 26 22 18 14 9,5 7 5 4 3 2 1
50 47 44 41 38 33 29 26 23 20 17 13 9 6,5 5 4 2,9 2 1
5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4 4 4 3,5 2,9 2,5 2,2 1,9 1,4 0,8
2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,3 2,3 2,3 2,2 2,1 2 1,8 1,7 1,5 1,4 1,1 0,7
2 2 2 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,9 1,8 1,8 1,7 1,6 1,4 1,3 1,2 1 0,7
1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,5 1,5 1,4 1,3 1,3 1,2 1,1 0,9 0,6
1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,1 1,1 1,1 1,1 0,9 0,8 0,6
0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,4 0,4 0,4 0,3
0,9 0,9 1 0,9 1,1 1 1,2 1,2 1,4 1,5 1,8 1,4 1,7 1,5 1,8 1,8 2,1 2,3 2,7
0,9 1,1 1,4 1,4 1,5 1,8 2,3 2,1 2,3 2,7 3,5
0,8 1,3 2 3,5 5,5 8,5 12 17 23 32 40 43 50 65 75 80 85 100 130 120 130 150 190
1 1,6 2,4 4 6,5 10 14 20 28 38 47 50 60 75 90 95 100 120 150 140 150 180 230
1,3 2,1 3 5,5 8,5 13 18 26 37 50 65 70 80 100 120 130 140 160 200 190 210 240 300
1,6 2,6 4 6,5 11 17 23 33 46 65 80 85 100 130 150 160 170 200 250 240 260 300 380
Opmerking : bij een driefasig net met spanning 230 V tussen de fasen dient men de bovenvermelde lengten te delen voor e = 1,732.
K42
1c
Een vermogensschakelaar of automaat moet gekozen worden in functie van : c de karakteristieken van het net waarin hij genstalleerd wordt c de gewenste bedrijfscontinuteit c het geheel van de na te leven veiligheidsvoorschriften.
Veiligheidsvoorschriften
Beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking De te nemen beveiligingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking, door automatisch de voeding te onderbreken, hangen af van de keuze van het nulleiderstelsel (zie pag. K180 tot K183). Bij TT-netten (zie typeschema pag. K186 en K187) wordt de beveiliging verzekerd door differentieelinrichtingen voor residuele stroom (zie pag. K188 en K189). Bij TN-netten (zie typeschema pag. K192) of IT-netten (zie typeschema pag. K199 en K200) wordt de beveiliging doorgaans verzekerd door de beveiligingsinrichtingen tegen kortsluiting. De instelstroom van deze apparaten bepaalt de maximumlengte van de kabels in functie van hun doorsnede, rekening houdende met de geldende reglementering (zie pag. K193 tot K198 en K207 tot K212). Bij IT-netten dient het net bewaakt te worden bij voorkeur door een inrichting voor permanente isolatiecontrole (zie pag. K201 en K202). Beveiliging van de kabels De vermogensschakelaar moet de canalisatie beschermen. De methode van pag. K32 en K33 mag gebruikt worden, of met Ecodial 3. In het specifieke geval van geprefabriceerde railkokers Canalis van Telemecanique vermelden cordinatie-tabellen de vermogensschakelaars die met de Canalisrailkokers kunnen gecombineerd worden en de maximale kortsluitstroom waartegen de railkoker beveiligd is (zie pag. K79). Beveiliging van diverse elektrische elementen Bepaalde elektrische systemen vereisen beveiligingen met speciale karakteristieken. Dit is met name het geval bij LS/LStransformatoren (zie pag. K76), condensatorbatterijen (zie pag. K217), motoraanzetters (zie pag. K93) en generatoren (zie pag. K70 en K71).
Bedrijfscontinuteit
In functie van de vereiste bedrijfscontinuteit (veiligheidsreglementen, exploitatievereisten, enz.) kan de installateur genoodzaakt zijn bij een gegeven net te kiezen tussen vermogensschakelaars die : c ofwel een totale selectiviteit verzekeren tussen twee opeenvolgende apparaten in serie c ofwel een gedeeltelijke selectiviteit verzekeren (zie pag. K117).
K43
1c
type automaat
toegekende stroomsterkte In (A) toegekende beWS 50/60 Hz drijfsspanning (V) GS Isolatiespanning Ui (V) toegekende schok- Uimp (kV) bestendigheidsspanning aantal polen onderbrekingsvermogen WS NF C 61-410 Icn(3) 230 V EN 60898 (A eff.) 400 V NBN C 61-898 Ics 230/400 V IEC 60947.2 (kA eff.)Icu (3) 130 V NF C 63-120 240 V NBN EN C 60947-2 415 V 440 V Ics onderbrekingsvermogen GS (kA) (6) IEC 60947.2 Icu 60 V NF C 63-120 125 V NBN EN C 60947-2 125 V 250 V Ics losserblok niet uitwisselbaar magnetothermiinstelbaar sche beveiliging niet instelbaar thermisch Ir (A)
TC16
16 bij 30 C 240 500 6 1-1 + N 3000(4)
TC16P
C60a
40 bij 30C 440 250 500 6 1 3000 3000 3000 10 5 3(7)
C60N
63 bij 30C(2) 440 250 500 6
C60H
63 bij 40C 440 250 500 6 2-3-4
C60L 25A
25 bij 40C 440 250 500 6 1 2-3-4
C60L 32-40 A
40 bij 40 C 440 250 500 6 1 2-3-4
C60L 50-63 A
63 bij 40 C 440 250 500 6 1 2-3-4
NC100LS
63 bij 40 C 415 250 500 6 1 2-3-4
NC100LH
63 bij 40 C 440 250 500 6 1 3-4
C120N
125 bij 30 C 440 250 500 6 1 10000 10000 7500 50 10 3(7) 2-3-4 10000 10000 7500
C120H
125 bij 30 C 440 250 500 6 1 15000 15000 7500 100 15 4,5(7) 2-3-4 15000 15000 7500
NG125N
125 bij 40 C 500 500 V 4P 690 8 1 2-3-4
NG125H
80 bij 40 C 500 500 V 4P 690 8 1 2-3-4
NG125L
80 bij 40 C 500 500 V 4P 690 8 1 2-3-4
16 bij 30C 40 bij 30C 240 240 60 500 500 6 4 1-1 + N 3000(4) 1+N 3000(4)
2-3-4 1
2-3-4 1
4,5 (5)
4,5 (5)
16 (5) 6 (5)
3000 6000 6000 10000 10000 3000 6000 6000 10000 10000 3000 6000 6000 7500 7500 20 10 10 20 15 30 5 3(7) 10 4(7) 15 3 6 10 75% van Icu 75% van Icu 50% van Icu 10 (1p) 20 (2p) 30 (3p) 40 (4p) 100% van Icu c 15 (1p) 25 (2p) 40 (3p) 40 (4p) 100% van Icu c
50 25 6(7)
50 20 5(7)
40 20 15 50 % van Icu 25 (1p) 30 (2p) 50 (3p) 60 (4p) 100 % van Icu c c "B"
50 15 4(7)
30 15 10 50 % van Icu
70 36 9(7)
70 36
100 40 10(7)
75 % van Icu
80 40 30 75 % van Icu
20 10 6 75 % van Icu
30 15 10 75 % van Icu
100 25 6(7)
50 25 20 75 % van Icu
36 9(7)
70 36 30 75 % van Icu
50 12,5(7)
15 (2p) 20 (2p) (5) 45 (3p)(5) 50 (4p) (5) c c "C" 6 10 16 c c "C" 10 16 c c "C" c c "C" 10 16 20 25 32 40
c c "B"
c c "B
6 10 16 20 25 32 40
2 4 6 10 16 20 25 32 40
c c "B" "C" "D" "B" "C" "D" 0,5 0,5 0,5 1 0,75 1 2 2 2 2 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63
"C" 0,5 1
"K" 1 2
"C"
"K"
"C"
"D"
"C"
"D"
"C
"D
"D
"D"
6 10 16 20 25 32 40 50 63
6 10 16 20 25 32 40 50 63
10 16 20 25
10 16 20 25
4 6 10 16 20 25 32 40 32 40 32 40 50 63 50 63
10 20 25 32 40 50 63
10 20 25 32 40 50 63
10 16 20 25 32 40 50 63
magnetisch curve B(8) Im curve C(9) curve B(10) curve C(11) curve D(12) curve Z(13) curve K(14) enkel magnetische beveiliging, type MA uitvoering vast, VA mogelijkheid Vigiblok afstandsbediening
63 80 100 125 c c
63 80 100 125 c
63 80 100 125
63 80 100 125 c c
63 80 100 125 c c
63 80 100 125
10 16 20 25 32 40 50 63 80 100 125
80 100 125
10 16 20 25 32 40 50 63 80
10 16 20 25 32 40 50 63 80
10 16 20 25 32 40 50 63 80
c c
c c
c c c c c c
c c
c c c
c c
c (16)
c (17)
c c c (16)
c c c (16)
c c c (16)
c c c (16)
c c
c c c (16)
c c
c c
c c
c c
c c
c c
c c
(2) bij 40 C bij curve D. (3) Icn en Icu zijn twee verschillende benamingen die, afhankelijk van de toepasselijke norm, gebruikt worden voor hetzelfde gegeven. (4) volgens NBN C 61-898. (5) volgens NBN EN 60947-2. (6) het aantal polen dat aan de onderbreking moet deelnemen is tussen haakjes vermeld. (7) onderbrekingsvermogen 1 pool in IT. (8) uitschakeling tussen 3 en 5 In (volgens EN 60898 en NBN C 61-898).
(9) uitschakeling tussen 5 en 10 In (volgens EN 60898 en NBN C 61-898). (10) uitschakeling tussen 3,2 en 4,8 In (volgens IEC 60947.2). (11) uitschakeling tussen 7 en 10 In (volgens IEC 60947.2). (12) uitschakeling tussen 10 en 14 In (volgens IEC 60947.2). (13) uitschakeling tussen 2,4 en 3,6 In (volgens IEC 60947.2). (14) uitschakeling tussen 10 en 14 In (volgens IEC 60947.2). (15) monobloc-differentieeluitvoering 30 mA, 300 mA (6 tot 40 A) (16) bediening met houdbevel. (17) bediening met impulsbevel.
K44
K45
1c
type vermogensschakelaar
aantal polen elektrische karakteristieken volgens IEC 60947-2 en EN 60947-2 toegekende stroomsterkte (A) In toegekende isolatiespanning (V) Ui toegekende schokbestendigheidsspanning (kV)Uimp toegekende bedrijfsspanning (V) Ue 40 C
NS80
3 80 750 8 690 H 10 70 65 25 25 6
NS100
2, 3, 4 100 750 8 690 500 N 85 25 25 18 18 8 50 50 100 % c A 50000 50000 30000 85 25 10 c 13 / 100 c c 0,4 tot In 2 tot 10 Ir vast 11 In
NS160
2 , 3, 4 160 750 8 690 500 N 85 36 35 30 22 8 50 50 100 % c A 40000 40000 20000 85 35 20 c 13 / 160 c c 0,4 tot In 2 tot 10 Ir vast 11 In
NS250
2 , 3, 4 250 750 8 690 500 N 85 36 35 30 22 8 50 50 100 % c A 20000 20000 10000 85 35 20 c 13 / 250 c 0,4 tot In 2 tot 10 Ir vast 11 In
NS400
3, 4 150 750 8 690 500 L 150 150 130 100 100 75 100 100 100 % c A 15000 12000 6000 200 130 50 250 400 750 8 690 500 N 85 45 42 30 22 10 50 50 100% c A
NS630
3, 4 630 750 8 690 500 N 85 45 42 30 22 10 50 50 100 % c A 15000 8000 4000 85 42 20
WS 50/60 Hz GS WS 50/60 Hz 220/240 V 380/415 V 440 V 500 V 525 V 660/690 V 250 V (1 pool) 500 V (2 polen in serie)
Icu
GS onderbrekingsvermogen in bedrijf geschiktheid tot scheiding gebruikscategorie duurzaamheid (cycli C-O) Ics (% Icu)
mechanisch elektrisch
H 100 70 65 50 35 10 85 85 100 % c A
H 100 70 65 50 35 10 85 85 100 % c A
H 100 70 65 50 35 10 85 85 100 % c A
H 100 70 65 50 35 20 85 85 100 % c A
H 100 70 65 50 35 20 85 85 100 % c A
100 65 35
200 130 50
100 65 35
200 130 50
100 65 35
200 130 50
85 42 20
100 65 35
200 130 50
100 65 35
200 130 50
beveiliging (zie volgende paginas) beveiliging tegen overstromen (A) differentieelbeveiliging elektronische beveiligingsunit Ir uitwisselbare losser min./ max. instelstroom bijkomend Vigi-element STR22SE lange vertaging Ir korte vertraging Im vertraging ogenblikkelijke drempel STR23SE lange vertaging Ir korte vertraging Im vertraging ogenblikkelijke drempel STR53UE lange vertaging Ir korte vertraging Im vertraging ogenblikkelijke drempel STR22ME (motorbeveiliging) lange vertaging Ir korte vertraging Im fase-uitval ogenblikkelijke drempel elektronische beveiligingsunit STR43ME (motorbeveiliging) lange vertaging Ir korte vertraging Im fase-uitval ogenblikkelijke drempel 1,5/80 c 60/150 100/250 160 / 400 c c 250 / 630
elektronische beveiligingsunit
c 0,4 tot In 2 tot 10 Ir vast 11 In c 0,4 tot In 1,5 tot 10 Ir 4 standen 1,5 tot 11 In c 0,6 tot 1In instelbaar (10 standen) 13 Ir c 15 In c 0,6 tot 1In instelb. (10 stand.) 13 Ir c 15 In 0,6 tot 1In instelb. (10 stand.) 13 Ir c 15 In c 0,4 tot 1 In instelbaar (40 standen) 6 tot 13 Ir c 15 In
c 0,4 tot In 2 tot 10 Ir vast 11 In c 0,4 tot In 1,5 tot 10 Ir 4 standen 1,5 tot 11 In
elektronische beveiligingsunit
elektronische beveiligingsunit
K46
K47
voor vermogensschakelaar
beveiliging tegen overbelasting (thermisch) uitschakeldrempel (A) beveiliging nulleider (A) instelbaar 0,8 tot 1 x In zonder 56 1 x Ir vast 190 190 instelbaar 300 300 500 500 500 500 650 1000 800 1250 1250 1250 5 tot 10 x In 56 63 0,5 x Ir 1 x Ir vast 63 80 80 125 instelbaar 0,8 tot 1 x In zonder
STR22SE
40 c c c 100 c c c 160 c c 250(*)
STR22GE
40 c c c 100 c c c 160 c c 250(*)
beveiliging tegen overbelasting (lange vertraging) uitschakelIr drempel (A) uitschakeltijd (s) bij 1,5 x Ir min. max. bij 6 x Ir min. max. bij 7,2 x Ir min. max. beveiliging nulleider 4P 4l instelbaar 4P 3l N/2 4P 3l beveiliging tegen kortsluiting (korte vertraging) uitschakeldrempel (A) Im vertraging (ms) nauwkeurigheid tijd overstroom zonder uitschakeling totale onderbrekingstijd
instelbaar (48 standen) 0,4 tot 1 x In 120 180 5 7,5 3,2 5 1 x Ir 0,5 x Ir zonder instelbaar (8 standen) 2 tot 10 x Ir 15 % vast i 40 i 60 vast u11 x In
instelbaar (48 standen) 0,4 tot 1 x In 12 15 instelbaar (8 standen) 2 tot 10 x Ir 15 % vast i 40 i 60 vast u11 x In
(*) Indien de STR22SE of STR22GE 250 A bij hoge temperaturen gebruikt wordt moet bij het instellen rekening gehouden worden met de thermische grenzen van de vermogensschakelaar: de instelling van de beveiliging tegen overbelasting mag ten hoogste 0,95 bedragen bij 60 C, respectievelijk 0,90 bij 70 C.
K48
1c
vertraging (ms)
instelbaar (8 standen) 1,5 tot 10 x Ir 15 % instelbaar (4 standen + optie "12t = constant") y 15 y 60 y 140 y 230 y 60 y 140 y 230 y 350 instelbaar (8 standen) 1,5 tot 11 x In zonder beveiliging 0,5 x Ir 1 x Ir b (standaard) b (1) b (2) b (3)
beveiliging van de vierde pool nulleider niet beschermd 4P 3d halve nulleider beschermd 4P 3d + N/2 volle nulleider beschermd 4P 4d opties (2) signalering van het fouttype logische selectiviteit (ZSI) communicatie (COM) gentegreerde ampremeter (I)
(1) Indien de STR23SE/SV of STR53UE/SV bij hoge temperaturen gebruikt worden moet bij het instellen rekening gehouden worden met de thermische grenzen van de vermogensschakelaar : de instelling van de beveiliging tegen overbelasting mag voor een Compact NS400 ten hoogste 0,95 bedragen bij 60C, resp. 0,90 bij 70C en voor een Compact NS630 ten hoogste 0,95 bij 50C, 0,90 bij 60C en 0,85 bij 70C. (2) Mogelijke combinaties: c logische selectiviteit (ZSI) + ampremeter (I) c communicatie (COM) + ampremeter (I) c logische selectiviteit (ZSI) + communicatie (COM) + ampremeter (I). (3) Deze optie bestaat niet voor STR53SV
K49
1c
type vermogensschakelaar
aantal polen bediening manueel elektrisch type vermogensschakelaar aansluiting vast uittrekbaar elektrische gegevens volgens IEC 60947-2 en EN 60947-2 toegekende stroomsterkte (A) toegekende isolatiespanning (V) toegekende schokgolfspanning (kV) toegekende bedrijfspanning (V) In Ui Uimp Ue 50c 65c (1) vooraansluiting achteraansluiting vooraansluiting achteraansluiting met krukpen draaiende
NS800
3, 4 b b b N b b b b 800 800 750 8 690 500 N 50 50 50 40 30 75% 25 17 b B 10000 6000 5000 4000 2000 III N 240 V 480 V 600 V 50 35 25
NS1000
NS1250
3, 4 b b b N b b b b
NS1600
H b b b b
L b b b b 1000 1000
H b b b b 1600 1510
lcu
GS dienst onderbrekingsvermogen (kA eff) toegelaten korte duurstroom (kA eff) V WS 50/60 Hz geschiktheid tot scheiding gebruikscategorie levensduur (cycli C/0) mechanisch elektrisch lcs lcw waarde of % Icu 0,5 s 1s
H 70 70 65 50 42 50% 25 17 B
440 V 690 V
In/2 In In/2 In
1250 1090 750 8 690 500 N 50 50 50 40 30 75% 25 17 b B 10000 5000 4000 3000 2000 III N 50 35 25
H 70 65 25
beveiliging en meting uitwisselbare losserblokken beveiliging tegen overbelasting beveiliging tegen kortsluitstroom aardfoutbeveiligng logische selectiviteit bescherming van de vierde pool stroommeting signalisatie en supplementaire sturing toebehoren signalisatiecontacten voltmetrische uitschakelspoelen afstandscommunicatie met bus signalisatie van apparaat-status afstandsbediening transmissie van instellingen signalisatie en identificatie van de beveiligng en alarmen transmissie van de gemeten stromen installatie toebehoren aansluitvlakken en uitbreiders klemblokken en fasescheider kader voorkant 3P 4P 3P 4P bronnenomschakeling (zie hoofdstuk bronnenomschakeling) manueel, afstandsbediend of automatisch
(1) Met vertikale aansluiting. Zie temperatuur deklassering voor andere aansluittypes.
stroomuitschakelspoelen MX minimumspanningspoelen MN
afmetingen van vast-apparaten met vooraansluiting (mm) HxBxD gewicht van vast-apparaten met vooraansluiting (kg)
K50
K51
1c
gemeenschappelijke karakteristieken
aantal polen toegekende isolatiespanning (V) toegekende schokgolfspanning (kV) toegekende bedrijfspanning (V WS 50/60 Hz) scheiderfunctie vervuilingsgraad toegekende stroomsterkte (A) kaliber van vierde pool (A) kaliber van stroomopnemers (A) type van vermogensschakelaar ultieme onderbrekingsvermogen (kA eff) V WS 50/60 Hz Ui Uimp Ue IEC 60947-2 IEC 60664-1 In 3/4 1000 12 690 3
NT08
800 800 400 tot 800 H1 42 42 42 42 100 % 42 20 88 88 88 88 25 < 50 42 42 42 HA L1* 150 130 100 25 10 1(2) 330 286 220 52 9
NT10
1000 1000 400 tot 1000 H10 20 20 42 25
NT12
1250 1250 630 tot 1250 H1 42 42 42 42 100 % 42 20 88 88 88 88 < 50 42 42 42 HA 75 75 75 42 20 42 H10 20 20 42 -
NT16
1600 1600 800 tot 1600
Icu
dienst onderbrekingsvermogen (kA eff) Ics korte duurstroom (kA eff) Icw V WS 50/60 Hz ogenblikkelijke beveiliging ingebouwd (kA piek 10%) onderbrekingsvermogen (kA piek) Icm V WS 50/60 Hz
220/415 V 440 V 525 V 690 V 1000 V % Icu 0,5 s 3s 220/415 V 440 V 525 V 690 V 1000 V
korte duurstroom (kA eff) Icw V WS 50/60 Hz onderbrekingsvermogen Icu (kA eff) met externe beveiligingsrelais maximale vertraging : 350 ms
motorvertrek (volgens IEC 60947-4 AC3) aansluiting uittrekbaar vast afmetingen (mm) H x B x D uittrekbaar vast gewicht (kg) (ongeveer) uittrekbaar vast
440 V 690 V 1000 V 690 V PAV PAR PAV PAR 3P 4P 3P 4P 3P/4P 3P/4P
322 x 288 x 280 322 x 358 x 280 301 x 274 x 211 301 x 344 x 211 30/39 14/18 b b b
bronnenomschakeling (3)
manueel, afstandsbediend of automatisch
(1) 50 C : met achter vertikale aansluiting zie temperatuur deklasseringstabellen voor andere types aansluiting. (2) SELLIM systeem (3) Bronnen omschak. : zie catalogus LS.
keuze stroomtransformatoren
kaliber (A) instelling drempel Ir (A) 400 160 tot 400 630 250 tot 630 800 320 tot 800 1000 400 tot 1000 1250 500 tot 1250 1600 640 tot 1600
K52
K53
1c
gemeenschappelijke karakteristieken
aantal polen toegekende isolatiespanning (V) toegekende schokgolfspanning (kV) toegekende bedrijfspanning (V WS 50/60 Hz) scheiderfunctie vervuilingsgraad toegekende stroomsterkte (A) kaliber van vierde pool (A) kaliber van stroomopnemers (A) type van vermogensschakelaar ultieme onderbrekingsvermogen (kA eff) V WS 50/60 Hz Ui Uimp Ue IEC 60947-2 IEC 60664-1 In 3/4 1000/1250 12 690 / 1150 4
NW08
800 800 400 tot 800 N1 42 42 42 42 100 % 42 22 88 88 88 88 88 25 < 70 42 42 42 NA
NW10
1000 1000 400 tot 1000 H2 100 100 85 85 85 50 187 190 220 220 187 187 25
NW12
1250 1250 630 tot 1250 L1* 150 150 130 100 30 30 90 80 330 330 286 220 10
NW16
1600 1600 800 tot 1600 H10 50 50 50 105 105 25
NW20
2000 2000 1000 tot 2000 H1 H2 65 100 65 100 65 85 65 85 100A % 65 85 36 75 143 187 190 143 220 143 220 143 187 143 187 25 25 < 70 65 65 65 HA 105 105 105 50 36 50
NW25
2500 2500 1250 tot 2500 H1 H2 65 100 65 100 65 85 65 85 100 % 65 85 65 75 143 187 190 143 220 143 220 143 187 143 187 25 25 < 70 65 65 65 HA 121 121 121 55 55 60 100 100 85 HF 187 187 187 85 75 85
NW32
3200 3200 1600 tot 3200 H3 150 150 130 100 65 65 190 150 330 330 286 220 25
NW40
4000 4000 2000 tot 4000 H10 50 50 50 105 105 25
NW40b
4000 4000 2000 tot 4000 H1 100 100 100 100 100 % 100 100 220 220 220 220 220 25 < 80 100 100 100 HA 187 187 187 85 85 85
NW50
5000 5000 2500 tot 5000 H2 150 150 130 100 100 100 200 270 330 330 286 220 25
NW63
6300 6300 3200 tot 6300
Icu
dienst onderbrekingsvermogen (kA eff) Ics korte duurstroom (kA eff) Icw V WS 50/60 Hz elektrodyn. houdspanning (kA piek) ogenblikkelijke beveiliging ingebouwd (kA piek 10 %) onderbrekingsvermogen (kA piek) Icm V WS 50/60 Hz
H1 65 65 65 65 -
H3 150 150 130 100 65 65 190 150 330 330 286 220 25
korte duurstroom (kA eff) Icw V WS 50/60 Hz onderbrekingsvermogen Icu (kA eff) met externe beveiligingsrelais maximale vertraging : 350 ms
motorvertrek (volgens IEC 60947-4 AC3) aansluiting uittrekbaar vast afmetingen (mm) H x B x D uittrekbaar vast gewicht (kg) (ongeveer) uittrekbaar vast
440 V 690 V 1150 V 690 V PAV PAR PAV PAR 3P 4P 3P 4P 3P/4P 3P/4P
10 10 10 b b b b
10 10 10 b b b b
3 3 b b -
0,5 b b -
8 6 6 b b b b
2 2 6 b b b b
3 3 b b b b
0,5 b b b b
5 2,5 2,5 b b b b
0,5 b b -
1,5 1,5 -
b b
b b
439 x 441 x 395 439 x 556 x 395 352 x 429 x 297 352 x 537 x 297 90/120 60/80 b b b b b b b b b b b b -
479 x 786 x 395 479 x 1016 x 395 352 x 767 x 297 352 x 997 x 297 225/300 120/160 b b
bronnenomschakeling (2)
manueel, afstandsbediend of automatisch
(1) Behalve 4000 A (2) Bronnen omschak.: zie catalogus LS.
keuze stroomtransformatoren
kaliber (A) instelling drempel Ir (A) 400 160 tot 400 630 250 tot 630 800 320 tot 800 100 400 tot 1000 1250 500 tot 1250 1600 630 tot 1600 2000 500 800 1000 tot 2000 tot 2500 3200 1250 tot 3200 4000 1600 tot 4000 5000 2000 tot 5000 6300 2500 tot 6300
K54
K55
Keuze van de beveiligingsunits Micrologic A voor vermogensschakelaars Compact NS800 tot 1600 en Masterpact NT-NW
De beveiligingsunits Micrologic A beschermen de vermogenskringen van de vermogensschakelaars Compact NS800 tot 1600A en Masterpact NT en NW. Ze bieden meting, aanduiding, communicaties en max. stroommeting mogelijkheden aan. b Micrologic 2.0 A bevat de lange vertraging en ogenblikkelijk beveiliging b Micrologic 5.0 A laat chronometrische selectiviteit toe met de korte vertraging funktie b Micrologic 7.0 A bevat, met de funktie van Micrologic 5.0 A, differentile beveiliging.
beveiliging
lange vertraging drempel (A) (1) Ir = In x uitschakeling tussen 1,05 tot 1,20 Ir vertraging (s.) tr tot 1,5 x Ir nauwkeurigheid : 0 tot -20 % tr tot 6 x Ir tr tot 7,2 x Ir thermisch geheugen ogenblikkelijk drempel (A) Isd = Ir x nauwkeurigheid : 10 % vertraging
Micrologic 2.0 A
0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 0,95 0,98 1 plaatsing jumper voor selektie van andere plage of voor inhibitie 12,5 25 50 100 200 300 400 500 600 0,5 1 2 4 8 12 16 20 24 0,34 0,69 1,38 2,7 5,5 8,3 11 13,8 16,6 20 min vr- en na-uitschakeling 1,5 2 2,5 3 4 5 6 8 10
0 t Ir
tr
Isd I
vast : 20 ms
ampremeter
continu meting van stromen meting van 20 tot 200 % van In nauwkeurigheid : 1,5 % (sensors inbegrepen) maximeter I1 I2 I3 IN voeding of eigen stroom (voor I > 20 % In) I1 max I2 max I3 max IN max
beveiliging
lange vertraging drempel (A) (1) Ir = In x uitschakeling tussen 1,05 tot 1,20 Ir vertraging (s.) tr tot 1,5 x Ir nauwkeurigheid : 0 tot -20 % tr tot 6 x Ir tr tot 7,2 x Ir thermisch geheugen korte vertraging drempel (A) nauwkeurigheid : 10 % vertraging (ms.) op 10 Ir Isd = Ir x standsinstelling I2t Off I2t On tsd (niet uitschakeling) tsd (max. onderbreking) Ii = In x
ogenblikkelijk drempel (A) nauwkeurigheid : 10 % lekstroombeveiliging (Vigi) drempel (A) nauwkeurigheid : 0 tot -20 % vertraging (ms.)
Micrologic 7.0 A 0,5 1 2 60 80 140 140 230 140 230 200 320
10
20
30
In tn
ampremeter
continu meting van stromen meting van 20 tot 200 % van In nauwkeurigheid : 1,5 % (sensors inbegrepen) maximeter
(1) lange vertraging 4 jumpers: laten de begrenzing van de instellingen lange vertraging toe en de nauwkeurigheid te verhogen. De beveiligingsunits zijn standard met kalibers 0,4 tot 1 uitgerust. intstellingswaarden standaard lager type hoger type plug off Ir = In x Ir = In x Ir = In x 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,4 0,45 0,5 0,55 0,6 0,80 0,82 0,85 0,88 0,9 geen beveiliging lange vertraging 0,9 0,65 0,92 0,95 0,7 0,95 0,98 0,75 0,98 1 0,8 1
Nota : Alle stroombeveiligingen zijn op eigen stroomvoeding voorzien. De spanning gebaseerde beveiligingen zijn intern, op de spanning aangeklemd.
K56
1c
Ir
ogenblikkelijk drempel (A) nauwkeurigheid : 10 % lekstroom beveiliging (Vigi) drempel (A) nauwkeurigheid : 0 tot -20 % vertraging (ms.)
Micrologic 7.0 P 0,5 1 2 60 60 140 140 140 200 230 230 320
10
20
30
In tn
drempel vertraging Iuitbalancering 5 tot 60% x I gemiddeld 1 tot 40 s. Imax gemiddeld : I1, I2, I3, IN, Ig 0,4 In op drempel korte vertrag. 0 tot 1500 s. Uuit balans Umin Umax rP Fmin Fmax 2 tot 30% x U gemiddeld 60 tot 690 V tussen fasen 100 tot 930 V tussen fasen 5 tot 500 kW 45 tot 400 Hz 45 tot 540 Hz 1/2/3 of 1/3/2 1 tot 40 s. 0,2 tot 5 s. 0,2 tot 5 s. 0,2 tot 20 s. 0,2 tot 5 s. 0,2 tot 5 s. ogenblikkelijk
seuil drempel
tempo vertraging 0
controle op de belasting
gemeten waarde stroom vermogen I P drempel 0,5 tot 1 Ir per fase 200 kW tot 10 MW vertraging 20 % tr tot 80 % tr. 10 tot 3600 s.
t
drempel
Nota : Alle stroombeveiligingen zijn op eigen stroomvoeding voorzien. De spanning gebaseerde beveiligingen zijn intern, op de spanning aangeklemd.
seuil
seuil drempel
tempo vertraging 0
vertraging tempo
I/P
K57
b b
b b b b
b b b b b b b
b b b
b b b b
b b b b b b b b b b b b
b b b b b b b b
b b b b b b b b
K58
1c
De beveiligingsunits Micrologic A beschermen vermogenskringen. Ze bevatten metingen en stroom maximeters zowel op aanduiders als communicatie. De versie 7 bevat ook aardlekstroombeveiliging. De Micrologic P hebben alle funkties van Micrologic A, spanningsmeting en berekening van vermogen en energie.
Micrologic 7.0 A
Micrologic 5.0 P
Micrologic 5.0 P
MAX s kA
I (A)
5000A 24s 30kA .5s
I U P E F
100 %
85kA
Trip
(H2)
40 %
1
menu
long time
long time
long time
Ir .7 .6 .5 .4
.8
x In
alarm
Ir
.7 .6 .5 .4
.8
tr
.9 .95 .98
(s)
alarm
12 16 20
Ir
.7 .6 .5 .4
.8
tr
.9 .95 .98
(s)
alarm
12 16 20
2 1 .5
2 1 .5
x In
@ 6 Ir
24
x In
@ 6 Ir
24
short time
instantaneous
short time
instantaneous
short time
instantaneous
tsd
(s)
on tg
.4 .4 .3 .2 .3 .1 .2 .1 2 0
I t
delay
Ii 4 3
off
6 8 10 12 15 off 2 x In
test
Isd
3 2.5 2 1.5
tsd
5 6 8
(s)
.4
.4 .3 .2 .1
0 2 I t off
Ii
6 4 3 2
Isd
10 12 15 off 3 2.5 2 1.5
tsd
5 6 8
(s)
.4
.4 .3 .2 .
0 2 I t off
Ii
6 4 3 2
.3 .2 .1
.3 .2 .1
10 12 15 off
Ir
10
on tg
In
test
Ir
10
on
In
test
setting
delay
Ig D C B A
F G H J
(s)
on
.4 .4 .3 .2 .3 .1 .2 .1 2 0
I t
Ig
D C B A
F G H J
(s)
.4
.4 .3 .2 .1
I t
2
I ,n
(A)
setting
,t
7 10 20
delay
.3 .2 .1
3 2 1 .5
(ms)
230
350
140 60
800
off
ground fault
on
0 off
30
ground fault
earth leakage
De Micrologic H heeft alle funkties van Micrologic P. Door zijn grotere berekeningsmogelijkheid laat de Micrologic H een energiekwaliteitsanalyse toe. Het programmeren van individuele alarmen laat een analyse toe en de netstoringen te lokaliseren met een supervisie systeem.
Micrologic 7.0 H
Micrologic 7.0 H
I (A)
5000A 24s 30kA .5s 85kA
I U P E
Trip
Harmonics
1
long time
long time
Ir
.7 .6 .5 .4
.8
tr
.9 .95 .98
(s)
alarm
12 16 20
Ir .7 .6 .5 .4
.8
2 1 .5
x In
@ 6 Ir
24
x In
alarm
short time
instantaneous
short time
instantaneous
Isd
3 2.5 2 1.5
tsd
5 6 8
(s)
.4
.4 .3 .2 .1
I t
2
Ii
6 4 3 2
.3 .2 .1
10 12 15 off
Ir
10
on tg
0 off
In
test
tsd
(s)
.4 .4 .3 .2 .
I t
delay 2
Ii 4 3
.3 .2 .1
on
0 off
6 8 10 12 15 off 2 x In
test
setting
delay
Ig
D C B A
F G H J
(s)
.4
.4 .3 .2 .1
I t
2
In
(A)
.3 .2 .1
on
0 off
3 2 1 .5
350
800
ground fault
earth leakage
K59
1c
De afstandsbediening zorgt voor het vanop afstand openen of sluiten van een apparaat, door middel van bevelen die afkomstig zijn van drukknoppen, omschakelaars of andere bedieningsorganen (relais, processors voor energiebeheer). De afstandsbediening kan gentegreerd zijn in het apparaat zelf (XC40) of ermee gecombineerd zijn (Compact NS100N/H/L tot 1600, Masterpact NT/NW).
De bijgaande tabellen geven een overzicht van de belangrijkste karakteristieken per productfamilie. Zij laten onder meer toe het vermogen van de transformatoren te bepalen in geval van voeding middels een hulpbron en in functie van het verbruik van de afstandsbediening.
voor automaat Multi 9 voeding (V) (-15 %, +10 %) WS 50-60 Hz GS verbruik (VA) aanspreekvermogen
XC40(1) 48-110 220/240 (2) 48-110 220/240 (2) 175 (2P) 360 (3P, 4P) gedurende 30 ms 0,5
C60 230
28VA
vermogen bedieningsbevel reactietijd (ms) sluiten (3) (bij Un) openen (3) duurzaamheid (cyclus CO-IEC) max. cycli in permanent bedrijf hulpcontacten
2VA
(1) En enkele bedieningsspanning 220/240 V WS (2) Spanningen 12-24-48 V WS/GS mogelijk met behulp van een module MDU. (3) Voor het openen en sluiten kan gebruik gemaakt worden van twee soorten bevelen, middels 2 onafhankelijke ingangen bij de versies XC40 : c met impulsen via klem T (min. 250 ms) c houdbevelen via klem X. Het is echter mogelijk de tweede ingang (klem X) te gebruiken voor impulsbevelen in plaats van houdbevelen (selector op het apparaat).
voor vermogensschakelaar Compact en Masterpact afstandsbediening motorreductie aan te bouwen element standaard type T openen sluiten WS 50 Hz WS 60 Hz GS verbruik openen sluiten GS (W) openen sluiten omgevingstemperatuur spanning motor overstroom bij In/2 bij In bewapeningstijd (max. cycli/min) opening/sluiting OF foutmelding SD elektrische foutmelding SDE ingereden/gesloten EF vooraktie OF CAF/CAO chassis niger./uitger./test/CE/CD/CT programeerbaar MC2/MC6 "klaar te sluiten" contact WS (VA)
Compact NS100/160/250N/H/L b b < 500 < 80 (1) 48-110-130-220-240 380-440 110-130-220-240 380-440 24/30-48/60 110/130-250 y 500 y 500 y 500 y 500 - 5 tot + 60 C 0,85 tot 1,1 Un tot 40 C 50 (NS100) 40 (NS160) 20 (NS250) 50 (NS100) 40 (NS160) 20 (NS250) 4 b b b
NS400/630N/H/L b b < 500 < 80 (1) 48-110-130-220 240-380-440 110-130-220-240 380-440 24/30-48/60 110/130-250 y 500 y 500 y 500 y 500 - 5 tot + 60 C 0,85 tot 1,1 Un tot 40 C 12 (NS400) 8 (NS630) 10 (NS400) 4 (NS630)
Masterpact NT08 tot NT16 motorreductie MCH b 55 10 (met XF) 50 10 (met MX) 55 10 (met XF) 50 10 (met MX) 48-100-200-277 380-400-480 60-130-240-277 415-440-480 24/30-48/60-100/125 200/250 200 200 200 200 - 5 tot + 40 C 0,85 tot 1,1 Un tot 40 C 2 tot 3 gedurende 0,1 s 2000 2000 3 s maxi. 3 b b b
NW08 tot NW63 motorreductie MCH b 70 10 (NW08 tot NW40), 80 10 (NW50 tot 63) 70 10 (NW08 tot NW40), 80 10 (NW50 tot 63) 48-100-200-277 380-400-480 60-130-240-277 415-440-480 24/30-48/60-100/125 200/250 200 200 200 200 - 5 tot + 40 C 0,85 tot 1,1 Un tot 40 C 2 tot 3 gedurende 0,1 s
60 10 60 10 48-100-200-277 380-400-480 60-130-240-277 415-440-480 24/30-48/60-100/125 200/250 180 180 180 180 - 5 tot + 40 C 0,85 tot 1,1 Un tot 40 C 2 tot 3 gedurende 0,1 s 3000 1500 4 s maxi. 3 b b b b b
werkingsgrenzen
elektrische duurzaamheid bij cos = 0,8 (x1000 cycli) mechanische duurzaamheid hulpcontacten
4 b b b
4 s maxi. 3 b b b b b b
b b b
K60
K61
De uitschakelspoelen laten toe een apparaat vanop afstand uit te schakelen en te ontwapenen. Nadien is plaatselijke manuele tussenkomst noodzakelijk om het apparaat te herwapenen (behalve indien het uitgerust is met een SDE-contact). De uitschakelspoelen worden gebruikt bij noodstopvoorzieningen en bij gebruik van differentieelinrichtingen met afzonderlijke torus.
Er bestaan verschillende types : Stroomuitschakelspoelen: c in combinatie met een OF-contact voor Multi 9: MX + OF, c vluchtig, met zelfverbrekend contact, voor Compact (behalve NS100 tot 630): MX c vluchtig of permanent, voor Masterpact (mogelijkheid een gentegreerd contact OF te gebruiken): MX Minimumspanningspoelen: c ogenblikkelijk, voor Multi 9, Compact, Masterpact: MN c vertraagd, voor Multi 9: MN s, c vertraagd, voor Compact en Masterpact: MNR.
Compact NS800 tot 1600 voedingsspanning (V)
Multi 9 Stroomuitschakelspoel MX + OF
voeding min. vermogen voeding duur v/h openen voeding houdverbruik duur v/h openen voeding houdverbruik duur v/h openen
minimumspanningspoel MN ogenblikkelijk
XC40 220/380 of 240/415 V WS 110/220 WS of 110/125 V GS 24 tot 48 V GS/WS WS : 50 VA GS : 50 W 10 ms WS : 220/240 V GS : 220/240 V WS : 4,1 VA GS : 4,1 W 20 ms WS : 220/240 V GS : 220/240 V WS : 4,1 VA GS : 4,1 W 200 ms
Compact Stroomuitschakelspoel MX
voeding max. verbruik bij aanspreken duur v/h openen voeding houdverbruik duur v/h openen voeding vertraging
minimumspanningspoel MN ogenblikkelijk
NS100 tot NS630 WS: 48 tot 600 V GS : 12 tot 250 V WS : 10 VA GS : 10 W i 50 ms WS : 48 tot 600 V GS: 12 tot 250 V WS : 5 VA GS : 5 W i 50 ms WS : 220/240 V 200 ms
WS
50 Hz 60 Hz
GS WS (VA) GS (W) werking tussen 0,35 en 0,7 Un verbruik duur van het openen 90 ms 5 vertraging werking tussen 0,7 en 1,1 Un verbruik duur van het openen 50 ms
48 tot 440 V 60 tot 480 V 24 tot 250 V 20 13 WS (VA) GS (W) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen)
regelbaar van 0,5 tot 1 s niet regelbaar 0,25 s WS (VA) GS (W) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen)
WS 50/60 Hz 100 V GS 24 tot 250 V WS (VA) 20 GS (W) 15 reactietijd vermogensschakelaar bij In openen sluiten verbruik WS (VA) GS (W) reactietijd vermogensschakelaar bij In werkingsdrempel openen sluiten reactietijd vermogensschakelaar bij In werkingsdrempel verbruik WS (VA) GS (W) reactietijd vermogensschakelaar bij Un werkingsdrempel verbruik WS (VA) GS (W) werkingsdrempel
45 ms 5 voor NT 90 ms 5 voor NW 0,35 tot 0,7 Un 0,85 Un 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 0,5 tot 3 s 0,35 tot 0,7 Un 0,85 Un 50 ms 5 0,7 tot 1,1 Un 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 70 ms+10, -15 0,85 tot 1,1 Un 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen) 200 (bij aanspreken) 4,5 (houdvermogen)
(1) Deze stroomuitschakelspoel met vluchtige bekrachtiging MX bestaat niet voor de spanningen 440-480 (50 Hz) en 277 V (60 Hz).
K62
1c
De hulpcontacten laten toe vanop afstand de stand van de automaat of vermogensschakelaar te kennen, ten behoeve van een systeem voor afstandsbewaking (bijv. informatie die gecentraliseerd wordt op een controlelessenaar) of bediening.
Contact OF Signalering of bediening, gekoppeld aan de stand open of gesloten van de automaat of vermogensschakelaar. Voorijlend contact CAM Signalering of bediening waarvan de uitvoering licht vooruitloopt op de werking van de hoofdcontacten van het apparaat. Het contact CAM kan vooruitlopen op het openen (CAO) of het sluiten (CAF). Contact SD Signalering van het uitschakelen van de automaat of vermogensschakelaar wegens fout: c werking van een thermisch-magnetische losser (elektrische fout, overbelasting of kortsluiting) c werking van een differentieelelement (isolatiefout) c werking van een uitschakelspoel. Contact SDE Signalering van het uitschakelen van de automaat of vermogensschakelaar wegens elektrische fout. Dit contact kan noodzakelijk zijn in geval gebruik gemaakt wordt van afstandsbedieningselementen (afstandsbediening van automaten of vermogensschakelaars die deel uitmaken van procescontrole). Contact SDV Signalering dat het apparaat uitgeschakeld is ingevolge een differentieelfout. Het contact keert terug in ruststand bij het resetten van de Vigi. Standby-contact PF Signaleert dat de vermogensschakelaar geopend is, de accumulatieveren opgespannen zijn, het mechanisme correct gewapend is, de uitschakeldrukknop niet vergrendeld is en geen enkel bevel tot openen aanwezig is. Contact veren gespannen CH Het contact signaleert dat het mechanisme gewapend is. Standmeldingscontacten ingereden-uitgereden CE, CD, CT CE: meldt de stand ingereden. CD: meldt de stand uitgereden. CT: meldt de stand test. Standmeldingscontacten "ingereden-uitgereden" EF Het contact signaleert "apparaat ingereden" en "apparaat gesloten" die de "gesloten kring" informatie meldt. Programmeerbare contacten M2C, M6C Deze toevoegbare contacten met Micrologic P en H zijn vanaf de beveiligingsunit geprogrammeerd of vanaf een supervisie systeem (met COM optie). Een externe voedingsmodule is vereist. Deze contacten signaleren : b het type fout b overschrijding van ogenblikkelijke of vertraagde drempels. Zij mogen geprogrammeerd zijn : b met ogenblikkelijke terugkomst naar eerste stand b zonder ogenblikkelijke terugkomst naar eerste stand b met ogenblikkelijke terugkomst naar eerste stand na vertraging.
Multi 9
contact OF of SD onderbrekings- WS vermogen GS
XC40(1)
3 A (250 V)
Masterpact NT
hulp contacten aantal onderbrekings- standaard vermogen (A) WS cos u 0,3 ** AC12/DC12 GS types standaard 4 1 1 maxi. 4 2 1 minimum belasting 100 mA / 24 V 240/380 V 6 5 5 480 V 6 5 5 690 V 6 3 3 24/48 V 2,5 3 3 125 V 0,5 0,3 0,3 250 V 0,3 0,15 0,15 minimum belasting 2 mA / 15V GS 24/48 V 5 3 3 240 V 5 3 3 380 V 5 3 3 24/48 V 5/2,5 0,3 0,3 125 V 0,5 0,3 0,3 250 V 0,3 0,15 0,15 types OF SDE PF 1 2 1 1 EF
8 8 6 2,5 0,8 0,3 5 5 5 2,5 0,8 0,3 CE 3 3 9 6 6 8 8 6 2,5 0,8 0,3 5 5 5 2,5 0,8 0,3
8 8 6 2,5 0,8 0,3 5 5 5 2,5 0,8 0,3 CD 2 3 0 3 0 8 8 6 2,5 0,8 0,3 5 5 5 2,5 0,8 0,3
8 8 6 2,5 0,8 0,3 5 5 5 2,5 0,8 0,3 CT 1 3 0 0 3 8 8 6 2,5 0,8 0,3 5 5 5 2,5 0,8 0,3
5/3
laag niveau WS
GS
Masterpact NW
hulpcontacten aantal CH 1 M2C M6C standaard 4 maxi. 12
laag niveau WS
GS
minimum belasting 100 mA / 24 V 240/380 V 10/6 * 5 5 6 480 V 10/6 * 5 5 6 690 V 6 3 3 6 24/48 V 10/6 * 3 3 2,5 125 V 10/6 * 0,3 0,3 2,5 250 V 3 0,15 0,15 2,5 minimum belasting 2 mA / 15V GS 24/48 V 6 3 3 5 240 V 6 3 3 5 380 V 3 3 3 5 24/48 V 6 3 3 2,5 125 V 6 0,3 0,3 0,8 250 V 3 0,15 0,15 0,3
5/3
* klassieke contacten : 10 A, optionele contacten : 6 A ** onderbrekingsvermogen cos = 0,7 voor M2C / M6C
K63
gesloten ferm
ouvert open
Multi 9
Standmelders
Multi 9 In de vensters A op de voorzijde van de automaat NC100 bevindt zich een mechanische verklikker, waarvan de kleur de stand aangeeft : c rood als de automaat gesloten is c groen als alle polen geopend zijn. Bij de automaten C60 vertoont de hendel zelf bij geopende stand een groene band. Compact NS In het venster A bevindt zich een verklikker, die de stand van de hoofdcontacten aangeeft door middel van een kleurvlak : c wit in de stand gesloten c groen in de stand open. Het kleurvlakje is zowel bij handbediende als bij afstandsbediende vermogensschakelaars zichtbaar. Masterpact In het venster A bevindt zich een verklikker, waarvan de kleur de stand van de hoofdcontacten aangeeft : c groen in de stand open c wit in de stand gesloten. In het venster B geeft een verklikker de stand aan van de wapening van de bediening : c wit: de bediening is niet gewapend c geel: de bediening is gewapend. De verklikker C komt enkel voor bij uittrekbare vermogensschakelaars Masterpact. De kleur van deze verklikker geeft de stand van de vermogensschakelaar aan ten opzichte van het vaste chassis : c groen: vermogensschakelaar uitgereden c blauw: vermogensschakelaar in de stand test c wit: vermogensschakelaar ingereden.
Multi 9
push
O OFF
push
I ON
disch
arge
O OFF
012
53
Compact NS
Masterpact
K64
1c
De keuze van het type vermogensschakelaar voor de beveiliging van een gelijkspanningsinstallatie hangt hoofdzakelijk af van de volgende criteria: c de nominale stroom, die toelaat het kaliber te bepalen c de nominale spanning, die toelaat te bepalen hoeveel polen in serie aan de onderbreking moeten deelnemen c de maximale kortsluitstroom op de plaats van installatie, die toelaat het vereiste onderbrekingsvermogen te bepalen c het nettype (zie hieronder).
nettypes
schemas en verschillende foutgevallen
geaarde netten
de bron is met n pool geaard de bron heeft een geaard middelpunt
gesoleerde netten
Icc maximaal enkel de positieve polariteit is betrokken Icc maximaal beide polariteiten betrokken zonder gevolg fout A alle polen die daadwerkelijk aan de onderbreking moeten deelnemen worden in serie op de positieve polariteit geplaatst(1)(2)
lcc benadert Icc max. Enkel de positieve polariteit is bij de fout betrokken, bij halve spanning U/2 Icc maximaal; beide polariteiten zijn bij de fout betrokken. idem als bij fout A, maar de neg. polariteit is bij de fout betrokken fouten A en C op elke polariteit het nodige aantal polen voorzien om Icc max. te kunnen onderbreken bij spanning U/2
zonder gevolg Icc maximaal; beide polariteiten zijn bij de fout betrokken zonder gevolg fout B het aantal polen dat noodzakelijk is voor de onderbreking verdelen over beide polariteiten
(1) Of de negatieve polariteit indien de positieve geaard is. (2) Een bijkomende pool voorzien op de geaarde polariteit indien ook de functie scheiding gewenst is.
Antwoord Ri = 110 x 0,5 103 = 55 103 240 Icc = = 4,4 kA 55 103 Uit de bovenstaande berekening blijkt dat de kortsluitstromen relatief klein zijn. Opmerking : indien de inwendige weerstand niet gekend is kan men zich behelpen met de volgende benaderende formule: Icc = kC. C is daarbij de capaciteit van de batterij, uitgedrukt in Ah en k een cofficint, die doorgaans in de buurt van 10 ligt, maar in elk geval lager is dan 20.
K65
750 V
900 V
Multi 9
C32H-DC (1) XC40 C60a C60N C60H C60L C120N C120H 1-2-3-6-10-16-20-25-32-40 10-15-20-25-32-38 10-16-20-25-32-40 6-10-16-20-25-32-40-50-63 1-2-3-4-6-10-16-20-25-32-40-50-63 1-2-3-4-6-10-16-20-25-32-40-50-63 63-80-100-125 50-63-80-100-125 16-25-40-63-80-100 16-25-40-63-80-100 16-25-40-63-80-100 80-100-125-160 80-100-125-160 80-100-125-160 160-200-250 160-200-250 160-200-250 MP1/MP2 MP1/MP2/MP3 P21/P41-1250
Compact
NS100N NS100H S100L NS160N NS160H NS160L NS250N NS250H NS250L NS400H NS630H C1251N-DC beveiliging met magnetischthermische losser, identiek met de lossers gebruikt bij wisselspanning
25 (3p)
Masterpact
NW 10NDC NW 20NDC NW 40NDC NW 10HDC NW 20HDC NW 40HDC NW 10HDC NW 20HDC NW 40HDC 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 35 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 85 (2p/3p) 35 (2p/3p/4p) 35 (2p/3p/4p) 35 (2p/3p/4p) Tis(3) 1250 tot 2500 kA Tis(3) 2500 tot 5100 kA Tis(3) 5000 tot 11000 kA
(1) C32H-DC voor gelijkspanning wordt met een elektromagneet uitgerust, de polariteiten moeten niet eerbiedigd worden. (2) ter herinnering : MP1: Im instelbaar tussen 800 en 1600 A MP2: Im instelbaar tussen 1200 en 2500 A MP3: Im instelbaar tussen 2000 en 4000 A P21-1250: Im instelbaar tussen 1600 en 3200 A P41-1250: Im instelbaar tussen 3200 en 6400 A (3) Beveiligingsunits DC10 met ogenblikkelijke drempel, instelbaar met 5 standen A-B-C-D-E.
Voorbeelden
C60L 3-polig 63A
Belasting
Hoe verzekert men de beveiliging van een vertrek van 63 A bij een gelijkspannings-net van 125 V, waarbij de negatieve polariteit geaard is en Icc = 15 kA? Uit de bijgaande tabel blijkt dat men een C60L (30 kA, 2-p., 125 V) moet gebruiken. De bovenstaande tabel geeft aan dat de twee polen op de positieve polariteit moeten geplaatst worden. Men kan een bijkomende pool op de negatieve polariteit voorzien om de scheiding te verzekeren.
Hoe verzekert men de beveiliging van een vertrek van 50 A bij een gelijkspanningsnet van 250 V, waarvan het middelpunt geaard is en Icc = 15 kA? Elke pool zal ten hoogste onderworpen worden aan U/2 = 125 V. Uit de bijgaande tabel blijkt dat men een C60L (30 kA, 2-p., 125 V) moet gebruiken of een NS100N (50 kA, 1-p., 125 V) of een NS160N (50 kA, 1-p., 125 V). De bovenstaande tabel geeft aan dat de twee polen moeten deelnemen aan de onderbreking bij een spanning van 125 V.
Belasting
Hoe verzekert men de beveiliging van een vertrek van 400 A bij een gelijkspanningsnet van 250 V dat gesoleerd is van de aarde en met Icc = 35 kA? Uit de bijgaande tabel blijkt dat men een vermogensschakelaar NS400H (85 kA, 1-p., 250 V) moet gebruiken. Ten minste twee polen dienen aan de onderbreking deel te nemen. De bovenstaande tabel geeft aan dat het aantal voor de onderbreking benodigde polen moet verdeeld worden over elk van de polariteiten.
Belasting
K66
1c
De bepaling van de schikking van de polen in functie van het nettype en van de spanning. Het Masterpact NW gamma gelijkstroom biedt 4 versies van aansluitingen aan : versie C, D, E en H. De verbindingen om meerdere polen in serie te plaatsen zijn met het apparatuur meegeleverd.
Vermogensschakelaar Masterpact NW
De keuze is in functie van de onderstaande tabel en moet bij de bestelling vermeld worden.
kaliber van de vermogensschakelaar gebruiksspanning (Vcc) 250/500 onderbrekingsvermogen (LR y 15 ms) n 1 : net gesoleerd van de aarde n 2 : net met geaard middelpunt n 3 : negatieve pool geaard 1ste alternatief 2de alternatief NW10-20-40 NDC 500 35 kA versie C versie C versie C versie H NW10-20-40 HDC 500 900 85 kA 35 kA versie E versie E versie C versie C versie D versie D versie H versie H
versie C
+
versie D
+
versie E
+ +
versie H
charge verbruiker
charge verbruiker
charge verbruiker
charge verbruiker
Vermogensschakelaar C32H-DC
De C32H-DC, speciaal GS, wordt gebruikt voor sturing en kringen beveiliging y 250 V GS, Iccy 10 kA. Aansluiting Volgens gebruikspanning, Icc van de installatie en positie van de verbruiker wordt het aansluitschema verschillend : b C32H-DC 1-polig (schema 1) : v gebruikspanning y 125 V GS v Icc y 10 kA b C32H-DC 2-polig (schema 2) : v gebruikspanning y 125 V GS v Icc y 20 kA c C32H-DC 2-polig (schema 3) : v gebruikspanning y 250 V GS v Icc y 10 kA.
last last 1
last
last last 2
Nota : De C32H-DC is een gepolariseerde vermogensschakelaar, hij is met een permanent magneet uitgerust om de onderbreking van de nominale stroom te verbeteren. De polariteit + en - vermeld moeten in funktie van het gekozen schema geerbiedigd worden.
K67
Automaten Multi 9 en vermogensschakelaars Compact kunnen ook bij 400 Hz-netten gebruikt worden. De kortsluitstromen aan de klemmen van 400 Hz-generatoren lopen meestal niet hoger op dan 4 maal de nominale stroomsterkte. Hierdoor kunnen zich slechts zelden problemen stellen wat het uitschakelvermogen betreft.
Vigi C60
Id I, n 2.5 1 2 4
2 n
1.5
1.5
Automaten Multi 9
Karakteristieken c geen thermische declassering c verhoging van de magnetische drempels : v cofficint 1,48 voor C60 v cofficint 1,40 voor NG125 v cofficint 1,5 voor DPN De differentieelinrichtingen uit het gamma Multi 9 zijn eveneens bruikbaar bij 400 Hznetten. Men dient er evenwel rekening mee te houden dat de drempel in mA varieert in functie van de frequentie van het net (zie bijgaande curven). Opmerking Bij 400 Hz bestaat de kans dat de testkring van de differentieelinrichtingen niet werkt bij het indrukken van de testknop of bij gebruik van de afstandsuitschakeling (MOD), dit ingevolge de wijziging van de drempel. Volgens internationale bronnen (IEC 60479-2) is het menselijk lichaam minder gevoelig voor doorvloeiende stromen van 400 Hz. Dit houdt in dat, ondanks de verminderde gevoeligheid van de differentieelinrichtingen, de beveiliging van personen toch altijd verzekerd blijft. De werkwijze voor het kiezen van differentieelinrichtingen voor 400 Hz is dan ook dezelfde als bij 50 Hz.
1 0.5 10 1 2 50 60 3 8 90 150 250 350 400 Hz
0.5
10
50 60
90
150
250
350 400 Hz
DPN Vigi
In 2.5
type klasse kaliber gevoeligheid (mA) : (A) 10 30 300 1 A Vigi C60 2P 110/240 V - 50 Hz Vigi C60 AC 25 2 1 1 63 2 1 Vigi C60 2, 3 en 4P 220/415 V - 50 Hz Vigi C60 AC 25 2 1 1 40-63 2 1 alle types A 4 2 2 s Vigi C60 A 4 4 4 si
1.5
1.5
klasse AC
kaliber (A) 25
type
Magnetische-thermische lossers
vermogensschakelaar NS100N kaliber TM16G TM25G TM40G TM63G TM16D TM25D TM40D TM63D TM80D TM100D TM125D TM160D TM200D TM250D thermisch bij 40 C 16 25 40 63 16 25 40 63 80 100 125 160 200 250 K1 0,95 0,95 0,95 0,95 0,95 0,95 0,95 0,95 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 0,9 magnetisch 63 80 80 125 240 300 500 500 650 800 1000 1250 1000 (*) 1250 (*) K2 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6 1,6
NS250N
Elektronische beveiligingsunits
vermogensschakelaar Compact NS100N NS250N NS400N NS630N NS400N NS630N beveiligingsunit kaliber Ir bij 50 Hz (A bij 40 C) STR22SE STR22SE STR23SE STR23SE STR53SE STR53SE 40...100 160,..250 400 630 400 630 lange vertraging korte vertraging Ir maxi Irm bij 50 Hz K2 K1 (A) 0,4 tot 1 0,4 tot 0,9 0,4 tot 0,8 0,4 tot 0,8 0,4 tot 0,8 0,4 tot 0,8 2 tot 10 Ir 2 tot 10 Ir 2 tot 10 Ir 2 tot 10 Ir 1,5 tot 10 Ir 1,5 tot 10 Ir 1 1 1 1 1 1
1c
Vermogensschakelaars
Bij het gebruik van vermogensschakelaars die uitgerust zijn met een minimumspanningsspoel in een 400 Hz-net, dient men een MN of een MX 125 V GS te gebruiken. Deze dient gevoed te worden door het 400 Hz-net, via een gelijkrichterbrug, te kiezen uit de bijgaande tabel en met gebruik van een bijkomende weerstand, waarvan de karakteristieken afhangen van de netspanning en het type van de vermogensschakelaar. Aansluitschema
U (V) 400 Hz 110/127 V 220/240 V 380/420 V keuze van de gelijkrichter Thomson 110 BHz of General Instrument W06 of Semikron SKB tot 1,2/1,3 Thomson 110 BHz of General Instrument W06 of Semikron SKB tot 1,2/1,3 Semikron SKB tot 1,2/1,3 bijkomende weerstand 33 k-2 W 10 k-8 W 22 k-15 W
Opmerking : eventueel kunnen ook andere merken gelijkrichterbruggen gebruikt worden, mits hun karakteristieken ten minste evenwaardig zijn met de hierboven vermelde.
125 VGS
K69
De praktische gids voor de installatie van thermische groepen - generatoren (UTE-C15-401) deelt deze groepen in in drie categorien: c kleine, met de hand verplaatsbare groepen
C60N 30mA
230 V 1-fasig 230 V 3-fasig 400 V 3-fasig nominale stroom (A) type automaat of vermogensschakelaar Vigi-element
30 mA
Mobiele groepen
Deze worden gebruikt voor het tijdelijk voeden van installaties, bijv. tijdens werkzaamheden. De beveiliging tegen elektrische schokken dient verzekerd te worden door differentieelinrichtingen voor residuele stroom met een drempel van ten hoogste 30 mA.
conduit isolerende isolant leiding
C60N C60N 30 mA 30 mA
PE
verbruikers
Vaste posten
Deze voeden veiligheidsinstallaties of prioritaire uitrustingen, waarvan langdurige stilstand wegens het uitvallen van het openbaar verdeelnet tot produktieverliezen zou leiden of beschadiging van de uitrusting zelf. Het probleem bij dit soort installaties bestaat erin voor de prioritaire kringen beveiligingsapparaten te kiezen die passen bij de karakteristieken van elk van de twee voedingsbronnen. De lage waarde van de kortsluitstroom van de generator (2 tot 3 In) maakt het gebruik van lossers met lage magnetische drempel noodzakelijk.
MS LS
niet-prioritaire kringen
prioritaire kringen
K70
1c
Keuze van de aankomstvermogensschakelaar
De keuze van de aankomstvermogensschakelaar hangt hoofdzakelijk af van de instelling van de magnetische beveiliging. Hiertoe dienen we de kortsluitstroom te berekenen aan de klemmen van de stroomgenerator: In Icc = Xd In : nominale stroom bij nominaal vermogen. Xd : overgangsreactantie, max. i 30%. Deze stromen zijn doorgaans vrij zwak en vereisen het gebruik van magnetische beveiligingen met lage drempel (Icc u Imag x k) k : tolerantie regeling magnetische beveiliging of beveiliging met korte vertraging: c type TM-G tot 63 A voor vermogensschakelaars Compact NS100N/H/ L c type STR22GE voor vermogensschakelaars NS100 tot NS250N/ H/L c type STR23SE of STR53SE voor vermogensschakelaars NS400 en NS630N/H/L c type Micrologic 5.0/7.0 voor Compact NS800 tot 1600 en Masterpact NT/NW. De bijgaande tabel laat toe het type automaat/vermogensschakelaar en de instelling van de magnetische beveiliging te bepalen, in functie van het vermogen van de generator, de bedrijfsspanning en de overgangsreactantie.
(1) Beveiliging geldig voor generatoren met overgangsreactantie i 30% en alle varianten van elektronische beveiligingsunits. Opmerking: indien het vermogen van de generator niet voorkomt in de tabel, zoek dan op het identificatieplaatje naar In en Xd en leidt hieruit Icc af.
Icc 3-fasig in A
Icc 3-fasig in B
Bepaling van automaat/vermogensschakelaar A: zie bovenstaande tabel. Bepaling van automaat/vermogensschakelaar B: wegens de lage waarden van de kortsluitstroom kan men in de praktijk de losser voor apparaat B als volgt kiezen: IrmB = IrmA/1,5. In dit geval is het selectiviteitsniveau tussen beide automaten/vermogensschakelaars beperkt tot de waarde van de instelling van de magnetische beveiliging of korte vertraging van het stroomopwaartse apparaat (A).
Voorbeeld Gegeven: een generator met vermogen 300 kVA/400 V, die een nominale stroomsterkte levert van 433 A en waarbij de overgangsreactantie Xd 30% bedraagt. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat voor A een vermogensschakelaar NS630N STR23SE aangewezen is. De lange vertraging wordt ingesteld op 0,8 In, hetzij 500 A (630 x 0,8 v 504 A). De korte vertraging is instelbaar tussen 2 en 10 Ir, hetzij 1008 tot 5040 A. De meest passende instelling is 2 Ir (lange vertraging). De losser van de stroomafwaartse apparaten dient als volgt ingesteld te worden: 2,4 x 504 Irm B = = 672 A 1,5 Keuze van de vermogensschakelaars B en C: c in B een NS250N STR22SE, instelbaar tussen 400 en 600 A c in C een C60N/50 A met curve C. Er bestaat totale selectiviteit tussen deze beveiligingen met een beveiligingsunit STR23SE.
K71
Opm.: de toegekende vermogens zijn afkomstig van het Europees harmonisatiedocument HD 428.
Opm.: de toegekende vermogens zijn afkomstig van het Europees harmonisatiedocument HD 538.
Keuze van de aankomst- en vertrekvermogensschakelaars in functie van het aantal en het vermogen van de voedingstransformatoren
De keuze van een vermogensschakelaar voor de beveiliging van een stroomkring hangt hoofdzakelijk af van deze twee criteria: c de nominale stroom van de voeding of de verbruiker, die het passend kaliber van het apparaat bepaalt c de maximale kortsluitstroom op het betrokken punt, die bepaalt welk onderbrekingsvermogen het apparaat minimaal moet hebben. Geval met meerdere transformatoren Bij meerdere parallelle transformatoren(1): c moet het onderbrekingsvermogen van de aankomstvermogensschakelaar D1 groter zijn dan de grootste van beide volgende waarden: v ofwel Icc1 (bij kortsluiting in B1) v ofwel Icc2 + Icc3 (bij kortsluiting in A1) c moet het onderbrekingsvermogen van de vertrekvermogensschakelaar D4 of D5 groter zijn dan Icc1 + Icc2 + Icc3. Met behulp van de tabel hiernaast kan men het volgende bepalen: c het type van de aankomstvermogensschakelaar, in functie van het aantal en het vermogen van de voedingstransformatoren (bij n enkele transformator schrijft de tabel een vaste vermogensschakelaar voor, bij meerdere transformatoren een uitrijdbare en een vaste vermogensschakelaar) c het type van de vertrekvermogensschakelaar in functie van de bronnen en de nominale stroomsterkte van het vertrek (de in de tabel aangegeven vermogensschakelaars mogen vervangen worden door begrenzende vermogensschakelaars indien men wenst gebruik te maken van de filiatietechniek met andere vermogensschakelaars, stroomafwaarts van het vertrek).
(1) Om meerdere transformatoren parallel te kunnen schakelen dienen ze aan de volgende voorwaarden te voldoen: c zelfde Ucc c dezelfde transformatieverhouding c dezelfde koppeling c de verhouding tussen de vermogens van twee transformatoren mag ten hoogste 2 bedragen.
Voorbeeld: Aankomst van 3 transformatoren 20 kV/410V van elk 800 kVA (In = 1127 A). Vertrekken: een van 400 A, een van 200 A en een van 100 A. Welke vermogensschakelaars moet men voorzien voor de aankomsten en de vertrekken? c Aankomstvermogensschakelaars: ofwel Masterpact NT12H1 uitrijdbaar, ofwel vermogensschakelaars NS1250N uitrijdbaar. De uiteindelijke keuze zal bepaald worden door de gewenste opties (let op: het zou ook mogelijk zijn vaste vermogensschakelaars CM1250N te installeren). c Vertrekvermogensschakelaars: een vermogensschakelaar NS 400H voor het vertrek van 400 A, een vermogensschakelaar NS250H voor het vertrek van 200 A en een NS100H voor het vertrek van 100 A. Deze vermogensschakelaars bieden het voordeel van selectiviteit (totale selectiviteit) met de vermogensschakelaars NT12H1 of NS1250N.
DG1
DG2
DG DG3
DP1
DP2
DP3
K72
1c
Berekeningshypothesen : c het kortsluitvermogen van het stroomopwaartse net is niet bekend c transformatoren 20 kV / 400 V c tussen elke transformator en de overeenstemmende vermogensschakelaar bevinden zich 5 m npolige kabels c tussen een aankomstvermogensschakelaar en een vertrekvermogensschakelaar bevindt zich 1 m rail c het materieel is genstalleerd in een bord, met een omgevingstemperatuur van 40C.
transformator P (kVA) In (kA) 1 transformator 50 70 100 141 160 225 250 352 400 563 630 887 800 1127 1000 1408 1250 1760 1600 2253 2000 2816 2500 3520 3150 4436 2 transformatoren 50 70 100 141 160 225 250 352 400 563 630 887 800 1127 1000 1408 1250 1760 1600 2253 2000 2816 2500 3520 3150 4436 3 transformatoren 50 70 100 141 160 225 250 352 400 563 630 887 800 1127 1000 1408 1250 1760 1600 2253 2000 2816
.
Ucc (%) 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 6 6 6 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 6 6 6 4 4 4 4 4 4 6 6 6 6 6
Icc (kA) 2 4 6 9 14 22 19 23 29 36 45 55 74 2 4 6 9 14 22 19 23 29 36 45 55 74 2 4 6 9 14 22 19 23 29 36 45
aankomstvermogensschakelaar NS100N TM-D / STR22SE NS160N TM-D / STR22SE NS250N TM-D / STR22SE NS400N STR23SE / 53UE NS630N STR23SE / 53UE NS1000N NT10H1 NW10N1 Micrologic NS1250N NT12H1 NW12N1 Micrologic NS1600N NT16H1 NW16N1 Micrologic NW20N1 Micrologic NW25H1 Micrologic NW32H1 Micrologic NW40H1 Micrologic NW50H1 Micrologic NS100N TM-D / STR22SE NS160N TM-D / STR22SE NS250N TM-D / STR22SE NS400N STR23SE / 53UE NS630N STR23SE / 53UE NS1000N NT10H1 NW10N1 Micrologic NS1250N NT12H1 NW12N1 Micrologic NS1600N NT16H1 NW16N1 Micrologic NW20N1 Micrologic NW25H1 Micrologic NW32H1 Micrologic NW40H1 Micrologic NW50H1 Micrologic NS100N TM-D / STR22SE NS160N TM-D / STR22SE NS250N TM-D / STR22SE NS400N STR23SE / 53UE NS630N STR23SE / 53UE NS1000N NT10L1 NW10H1 Micrologic NS1250N NT12H1 NW12N1 Micrologic NS1600N NW16H1 Micrologic NW20H1 Micrologic NW25H2 Micrologic NW32H2 Micrologic
vertrekvermogensschakelaar 160 250 y 100 NS100N NS100N NS100N NS100N NS100N NS100N NS100N NS100N NS100H NS100H NS100H NS100H NS100L NS100N NS100N NS100N NS100N NS100H NS100H NS100H NS100H NS100H NS100L NS100L NS100L NS100L NS100N NS100N NS100N NS100H NS100H NS100H NS100H NS100H NS100L NS100L NS100L
400
630
NS160N NS160N NS160N NS160N NS160N NS160N NS160N NS160N NS160N NS160H NS160H NS160L NS160N NS160N NS160N NS160N NS160N NS160H NS160H NS160H NS160H NS160L NS160L NS160L NS160L NS160N NS160N NS160N NS160N NS160H NS160H NS160H NS160H NS160L NS160L NS160L
NS250N NS250N NS250N NS250N NS250N NS250N NS250N NS250N NS250H NS250H NS250L
NS400N NS400N NS400N NS400N NS400N NS400N NS400N NS400N NS400H NS400L
NS250N NS250N NS250N NS250N NS250H NS250H NS250H NS250H NS250L NS250L NS250L NS250L NS250N NS250N NS250N NS250N NS250H NS250H NS250H NS250H NS250L NS250L NS250L
NS400N NS400N NS400N NS400N NS400N NS400H NS400H NS400L NS400L NS400L NS400L
NS630N NS630N NS630N NS630N NS630H NS630H NS630L NS630L NS630L NS630L
NS400N NS400N NS400N NS400N NS400H NS400H NS400H NS400L NS400L NS400L
K73
Huishoudelijke installaties
benodigd vermogen
Bij het bepalen van de karakteristieken van de voedingslijn(en) dient men het benodigd vermogen voor de installatie te ramen op basis van de nominale stroomsterkte der diverse verbruikers. Indien nodig kan men hierbij rekening houden met hun gebruikskarakteristieken en het al dan niet gelijktijdig in bedrijf zijn van de toestellen.
algemene regels
(Volgens het A.R.E.I. + M.B. van 27/07/81, B.S. van 21/10/81). Elektrische beveiliging van de vertrekken De doorsnede van de geleiders en het kaliber van de beveiligingsinrichtingen stemmen in de praktijk overeen met de waarden in de onderstaande tabel. Alle geleiders van eenzelfde kring (fase, nulleider en aarding) dienen dezelfde doorsnede te hebben.
smv. = smeltveiligheid (1) minimum toegelaten bij vaste aansluiting (2) nfasig = 230 V (3) driefasig = 3 x 230 V Doorsn. van de geleiders (mm2), 1-fasige kring (2) beveiligingsinrichting nominale stroom (A) Doorsn. van de geleiders (mm2), 3-fasige kring (3) beveiligingsinrichting nominale stroom (A)
Verlichting (vast)
Contactdozen Vaatwasmachine
Wasautomaat
Elektrische verwarming
smv. 10
smv. 16
smv. 16
smv. 20
smv. 10
smv. 20
Nom. stroomsterkte automaat 16A 20A 25A 40A 63A 80A 100A 125A
K74
1d
1
studie van een installatie 1d beveiliging van LS/LS-transformatoren presentatie beveiliging met automaten Multi 9 beveiliging met vermogensschakelaars Compact NS beveiliging met vermogensschakelaars Masterpact
pag. K76 K77 K78 K78
K75
Presentatie
ste
In
Bij een transformator met transformatieverhouding 1 en een vermogen van minder dan 5 kVA kan men bij ongewenst uitschakelen van de vermogensschakelaar stroomopwaarts en alvorens een vermogensschakelaar met hoger kaliber te kiezen de aansluiting van voeding en verbruiker omwisselen (de inschakelstroom varieert van enkel tot dubbel naargelang de primaire wikkeling zich aan de binnen- of aan de buitenzijde bevindt).
Merlin Gerin heeft een uitgebreide reeks proefnemingen uitgevoerd, teneinde de beveiliging van LS/LS-transformatoren te optimaliseren. De in de nevenstaande tabellen voorgestelde automaten Multi 9 en vermogensschakelaars Compact NS laten toe: c de transformator te beveiligen bij abnormale belasting c elke ongewenste uitschakeling te voorkomen bij het onder spanning brengen van de primaire wikkeling c de elektrische duurzaamheid van de automaat of vermogensschakelaar te vrijwaren. Voor het uitvoeren van de proefnemingen werd gebruik gemaakt van genormaliseerde transformatoren. Hun belangrijkste karakteristieken zijn opgenomen in de nevenstaande tabellen. Deze tabellen gaan uit van een piekfactor 25. Zij geven de te gebruiken automaat/ vermogensschakelaar aan in functie van: c de primaire voedingsspanning (230 of 400 V) c het type transformator (nfasig of driefasig). Zij gaan uit van de meest voorkomende constructie, namelijk met de primaire wikkeling aan de buitenzijde (in tegenovergesteld geval: gelieve ons te raadplegen).
De keuze tussen een type N, H of L gebeurt in functie van het onderbrekingsvermogen dat nodig is op de plaats waar de automaat/ vermogensschakelaar genstalleerd wordt. Keuzemogelijkheden Er zijn verscheidene oplossingen om de primaire kring van LS/LS-transformatoren te beveiligen: c hetzij met magnetisch-thermische lossers c hetzij met elektronische beveiligingsunits. De elektronische beveiligingsunits beschikken over een meer uitgebreide thermische instellingsdynamiek waardoor er een ruimere keuze ontstaat qua vermogen van de te beveiligen transformator (voorbeeld: niet-genormaliseerd transformatorvermogen, niet-standaard bedrijfsspanning, overbemeting van de vermogensschakelaar voor toekomstige uitbreiding) De vermogensschakelaars die in deze tabellen worden voorgesteld houden rekening met de inschakelstroom bij het onder spanning brengen van de transformator (I piek bij inschakeling (in A) i 25 In). Keuzemethode voor vermogensschakelaars en hun losserblok : c bereken op voorhand de nominale stroom van de primaire wikkeling van de transformator : v In = P kVA/eUn bij driefasige transformatoren v In = P kVA/Un bij nfasige transformatoren c kies de vermogensschakelaar en de thermisch-magnetische (TMD) of elektronische (STR) beveiliging in functie van de instelbehoeften Ir en van het onderbrekingsvermogen (N, H, L), nodig op het punt van installatie.
K76
1d
Driefasige transformatoren
Enfasige transformatoren
K77
Vermogensschakelaar Compact NS
Keuzevoorbeeld met thermischmagnetische losser TMD : c beveiliging van een transformator van 8 kVA, 230 V, nfasig c In = 8000/230 = 35 A. We kiezen een NS100N, H of L met losser TMD 40 A ingesteld op 0,9 In. Keuzevoorbeeld met elektronische beveiligingsunit STR : c beveiliging van een transformator van 125 kVA, 400 V, driefasig c In = 125000/ex 400 = 180 A. Wij kiezen een NS250N, H of L met losser STR22SE 250 A ingesteld op 0,9 x0,8 In.
Compact NS100 tot NS250, uitgerust met een magnetothermische losser TM-D
vermogen van de transformator (kVA) 230 V nfasig 230 V driefasig 400 V driefasig 400 V nfasig 3 5 tot 6 9 tot 10 5 8 tot 9 14 tot 16 7 tot 9 13 tot 16 22 tot 28 12 tot 15 20 tot 25 35 tot 44 16 tot 19 26 tot 32 45 tot 56 18 tot 23 32 tot 40 55 tot 69 23 tot 29 40 tot 50 69 tot 87 29 tot 37 51 tot 64 89 tot 111 37 tot 46 64 tot 80 111 tot 139 beveiliging vermogensschakelaar NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS160N/H/L NS160N/H/L NS250N/H/L NS250N/H/L losser TM16D TM25D TM40D TM63D TM80D TM100D TM125D TM160D TM200D
Compact NS100 tot NS630, uitgerust met een elektronische beveiligingsunit STR
vermogen van de transformator (kVA) 230 V nfasig 230 V driefasig 400 V driefasig 400 V nfasig 4 tot 7 6 tot 13 11 tot 22 9 tot 19 16 tot 32 27 tot 56 15 tot 30 25 tot 52 44 tot 90 23 tot 46 40 tot 80 70 tot 139 37 tot 74 64 tot 128 111 tot 222 58 tot 115 100 tot 200 175 tot 346 beveiliging vermogensschakelaar NS100N/HL NS100N/H/L NS160N/H/L NS250N/H/L NS400N/H/L NS630N/H/L losser STR22SE 40 STR22SE 100 STR22SE 160 STR22SE 250 STR23SE 400 STR23SE 630 max. inst. lr 0.8 0.8 0.8 0,8 0,8 0,8
90 tot 230
Micrologic 5.0/7.0 A
Micrologic 5.0/7.0 A
147 tot 368 184 tot 460 230 tot 575 294 tot 736
256 tot 640 320 tot 800 400 tot 1000 510 tot 1280
443 tot 1108 554 tot 1385 690 tot 1730 886 tot 2217
1 1 1 1
K78
1e
1
Studie van een installatie
1e beveiliging van railkokersystemen
pag.
cordinatie vermogensschakelaar/ geprefabriceerd railkokersysteem spanning 380/415 V Compact NS, Masterpact/Canalis KSA Compact NS, Masterpact/Canalis KHF Compact NS, Masterpact/Canalis KVA Compact NS, Masterpact/Canalis KTA spanning 660/690 V Compact NS, Masterpact/Canalis KSA Compact NS, Masterpact/Canalis KHF Compact NS, Masterpact/Canalis KTA
K80
K79
Bij de keuze van een automaat of vermogensschakelaar voor de beveiliging van een geprefabriceerd railkokersysteem dient men rekening te houden met: c de gebruikelijke regels wat betreft de instelstroom van de vermogensschakelaar, met name: Ib i Ir i Inc. Hierbij geldt: Ib = gebruiksstroom Ir = instelstroom van de vermogensschakelaar Inc = nominale stroom van het railkokersysteem. c het elektrodynamisch houdvermogen van het railkokersysteem: de piekstroom begrensd door de vermogensschakelaar dient lager te liggen dan het elektrodynamisch houdvermogen (of de toegekende piekstroom) van het railkokersysteem.
Cordinatietabellen
Vermogensschakelaars Compact NS en Masterpact De cordinatietabellen betreffende de vermogensschakelaars Compact NS en Masterpact en de railkokersystemen Canalis van Telemecanique geven rechtstreeks de maximale kortsluitstroom waartegen de Canalis-railkoker beveiligd is, in functie van het type van de geprefabriceerde railkoker en het type van de beveiligende vermogensschakelaar. Automaten Multi 9 Bij de railkokersystemen Canalis van het type KBA en KBB is het nodig de grens van de elektrodynamische beveiliging van de railkoker te controleren (overeenkomstig de gids UTE C 15-107. Voor de railkokersystemen Canalis van het type KN/KSA 100 geldt dat ze beveiligd zijn tot aan het onderbrekingsvermogen van de Multi 9automaat die ermee gecombineerd is. Voorbeeld Twee transformatoren van 630 kVA/400 V (Ucc 4%) voeden een LS-hoofdverdeelbord, met een idele Icc op het railstel van 44 kA. Een van de vertrekken voedt een geprefabriceerd railkokersysteem Canalis KSA 630 via een 30 m lange PRC-kabel van 2 x 240 mm2 koper per fase. De idele kortsluitstroom op het railkokersysteem bedraagt 32,2 kA. Welke vermogensschakelaar moet hier gebruikt worden? Een aftakking, te beveiligen door een vermogensschakelaar, voedt op haar beurt een geprefabriceerd railkokersysteem Canalis KSA 160. Welke vermogensschakelaar moet gebruikt worden voor dit ondervertrek? Uit de bijgaande tabel blijkt dat een vermogensschakelaar NS630N moet genstalleerd worden (onderbrekingsvermogen = 45 kA > 44 kA). Dit apparaat beveiligt de Canalis-railkoker KSA 630 tot 45 kA. Voor de aftakking kan een vermogensschakelaar NS160N gebruikt worden (onderbrekingsvermogen = 36 kA > 32,2 kA). Dit apparaat beveiligt de Canalis-railkoker KSA 160 tot 36 kA.
LS-hoofdverdeelbord TGBT
30 m kabel 30 m cble cuivre Koper PRC PRC 2 2 240 / phase x x 240 mm2 per fase
?
Canalis KSA 160
K80
1e
380/415 V
Compact NS, Masterpact / Canalis KSA
type railkokersysteem Canalis kaliber van het railkokersysteem (in A bij 35 C) Compact NS type vermogensschakelaar Icc max. in kA eff. NS100N NS100H NS100L NS160N NS160H NS160L NS250N NS250H NS250L NS400N NS400H NS400L NS630N NS630H NS630L NS800N NS800H NS800L NS1000N NS1000H NS1000L NS1250N NS1250H NT08H1 NT10H1 NT12H1 NT08L1 NT10L1 NW08N1 NW10N1 NW12N1 NW08H1 NW10H1 NW12H1 NW10H2 NW12H2 NW08L1 NW10L1 NW12L1 KSA-10 100 25 25 25 20 20 20 17 17 17 KSA-16 160 25 70 90 36 70 70 36 55 55 30 30 30 KSA-25 250 KSA-31 315 KSA-40 400 KSA-50 500 KSA-63 630 KSA-80 800
36 70 150 36 70 150 45 45 45 30 30 30
36 70 150 45 70 130 45 70 80
45 70 150 45 70 150
45 70 150
45 70 150 32 32 120
Masterpact
24 24 24 55 55 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24
26 26 26 70 70 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26
32 32 32 120 120 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32
K81
type railkokersysteem Canalis kaliber van het railkokersysteem (in A bij 35 C) type vermogensschakelaar Compact NS NS800N Icc max. in kA eff. NS800H NS800L NS1000N NS1000H NS1000L NS1250N NS1250H NS1600N NS1600H NT08H1 Masterpact NT10H1 NT12H1 NT16H1 NT08L1 NT10L1 NW08N1 NW10N1 NW12N1 NW16N1 NW20N1 NW08H1 NW10H1 NW12H1 NW16H1 NW20H1 NW25H1 NW32H1 NW40H1 NW50H1 NW63H1 NW10H2 NW12H2 NW16H2 NW20H2 NW25H2 NW32H2 NW40H2 NW40bH2 NW50H2 NW63H2 NW25H3 NW32H3 NW40H3 NW08L1 NW10L1 NW12L1 NW16L1 NW20L1
KHF 1000 28 28 70 28 28 70 28 28
KHF 1200
KHF 1450
KHF 2200/2500
KHF 3000/3400
KHF 4000/4500
28 28 28 28 80 80 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28
42
42 42
42
65 65 65 65 65 92 92
65 65 65 65 100 100
65 65 100 100
28 28 28 28 28
38 38 38 38 38
38 38 38 38 38
28
38
38
92 92 92 92 92 92 92 92 92 92 92
100 100 100 100 117 117 117 117 117 117
28 28 28 28 28
38 38 38 38 38
38 38 38 38 38
150 150
150
K82
1e
45 70 150 45 70 150
45 70 150 45 70 150
45 70 150 45 70 150
38 38 150 38 38 150
50 50 50 50 42 42 42 150 42 42 42 50 50 50
60 60 60 60 42 42 42 150 42 42 42 42 60 60 60 60 60
42 42 42 150 42 42 42 42 65 65 65 65 65
42
42
65 65 65 65 65 80
65 65 65 65 65 86
65 65 90 90
40 40 40
50 50 50
60 60 60 60 60
72 72 72 72 72
80 80 80 80 80 80 80 80 80
86 86 86 86 86 86 86 86 86
90 90 90 90 90 90
60
72
40 40
55 55
80 80 80 80
140 140
150 150
150
K83
type railkokersysteem Canalis kaliber van het railkokersysteem (in A bij 35 C) NS100N type vermogensschakelaar Compact NS100H Icc max. in kA eff. NS100L NS160N NS160H NS160L NS250N NS250H NS250L NS400N NS400H NS400L NS630N NS630H NS630L NS800N NS800H NS800L NS1000N NS1000H NS1000L Masterpact NT08H1 NT10H1 NT12H1 NT08L1 NT10L1 NW08N1 NW10N1 NW12N1 NW08H1 NW10H1 NW12H1 NW10H2 NW12H2 NW08L1 NW10L1 NW12L1
KSA-10 100 8 10 20 8 10 20 8 10 15
KSA-16 160 8 10 75 8 10 75 8 10 20 10 17 14
KSA-25 250
KSA-40 400
KSA-50 500
KSA-63 630
KSA-80 800
8 10 75 8 10 20 10 20 28
10 20 35 10 20 35
10 20 35 26 26 75
10 20 35 30 32 75
24 24 24 25 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24
26 26 26 25 25 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26
32 32 32 25 25 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32 32
20 20 35 30 38 75 30 38 35 38 38 38 25 25 38 38 38 38 38 38 38 38 38 38 38
K84
1e
Masterpact
30 38 35 30 38 30 38 38 38 38 38 25 25
30 48 35 30 48 30 48 38 38 38 38 25 25
30 42
38
38 38 38 38 38 38
38 38 38 38 38 38
65 65 65 65 65 92 92 92
28 28 28 28 28
38 38 38 38 38
38 38 38 38 38
28
38
38
85 85 85 85 85 92 92 92 92 92 92
28 28 28 28 28
38 38 38 38 38
38 38 38 38 38
100 100
100
K85
type railkokersysteem Canalis kaliber van het railkokersysteem (in A bij 35 C) Compact type vermogensschakelaar Icc max. in kA eff.
Masterpact
NS1000N NS1000H NS1000L NS1250N NS1250H NS1600N NS1600H NT10H1 NT12H1 NT16H1 NT10L1 NW10N1 NW12N1 NW16N1 NW20N1 NW10H1 NW12H1 NW16H1 NW20H1 NW25H1 NW32H1 NW40H1 NW40bH1 NW50H1 NW10H2 NW12H2 NW16H2 NW20H2 NW25H2 NW32H2 NW40H2 NW40bH2 NW50H2 NW25H3 NW32H3 NW40H3 NW10L1 NW12L1 NW16L1 NW20L1
KTA-10 1000 30 40 35 30 40 30 40 40 40 40 25 40 40 40 40 40 40 40
KTA-12 1200 30 42 35 30 42 30 42 42 42 42 25 42 42 42 42 50 50 50
KTA-16 1600
KTA-20 2000
KTA-25 2500
KTA-30 3000
KTA-40 4000
42 42 42 25 42 42 42 42 60 60 60 60
42 42 42 25 42 42 42 42 65 65 65 65
42
65 65 65 65 65 80
65 65 65 65 65 86
65 65 90 90
40 40 40
50 50 50
60 60 60 60 60
72 72 72 72 72
80 80 80 80 80 80 80 80 80
86 86 86 86 86 86 86 86 86
85 85 90 90 90 90
60
72
40 40
50 50
65 65 65 65
100 100
100 100
K86
1e
Filiatie en versterkte selectiviteit door cordinatie
Spanning : 380/415 V
voeding stroomopwaarts
vermogensschakelaar stroomopwaarts niveau van beveiliging van stroomopwaartse canalisatie filiatie en versterkte selectiviteit tussen de 2 vermogenssch. stroomopwaartse railkoker
vermogensschakelaar stroomafwaarts
stroomafwaartse railkoker
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker
NS1600H Micrologic 5.0 KTA-16 1600 A 70 NS100N NS160N TMD / STR22SE KSA KSA 100 A 160 A 70 70 70 NS250N KSA 250 A 70 70 70 NS400N NS630N STR23SE / STR53UE KSA / KVA 315 - 400 A 500 - 630 A 45 70 70 40 70 70
NS1600H Micrologic 5.0 KTA-16 1600 A 70 NS100N 40 A KN 40 A 70 70 50 TMD / STR22SE 63 A 100 A KN KN 63 A 100 A 70 70 50 70 70 50
Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) 70 Opgedreven onderbrekingsverm. 70 van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming 70 van afw. railkoker (kA)
K87
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS1250H Micrologic 5.0 KTA-12 1200 en 1350 A 70 NS100N NS160N TMD / STR22SE KSA KSA 100 A 160 A 70 70 70 70 70 70 NS250N KSA 250 A 70 70 70 NS400N NS630N STR23SE / STR53UE KSA / KVA 315 - 400 A 500 - 630 A 45 70 70 40 70 70
NS1250H Micrologic 5.0 KTA-12 1250 en 1350 A 70 NS100N 40 A KN 40 A 70 70 50 TMD / STR22SE 63 A 100 A KN KN 63 A 100 A 70 70 50 70 70 50
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS1000H Micrologic 5.0 KTA-10 1000 A 55 NS100N NS160N TMD / STR22SE KSA KSA 100 A 160 A 70 70 55 70 70 55 NS250N KSA 250 A 70 70 55 NS400N NS630N STR23SE / STR53UE KSA / KVA 315 - 400 A 500 - 630 A 45 70 55 40 70 55
NS1000H Micrologic 5.0 KTA-10 1000 A 55 NS100N 40 A KN 40 A 70 70 50 TMD / STR22SE 63 A 100 A KN KN 63 A 100 A 70 70 50 70 70 50
K88
1e
KSA 250 A 50 50 50
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS800H Micrologic 5.0 KVA-80 800 A 60 NS100N NS160N TMD / STR22SE KSA KSA 100 A 160 A 70 70 60 70 70 60 NS250N KSA 250 A 70 70 60 NS400N STR23SE / STR53UE KSA / KVA 315 - 400 A 35 70 60
NS800H Micrologic 5.0 KVA-80 800 A 60 NS100N 40 A KN 40 A 70 70 50 TMD / STR22SE 63 A 100 A KN KN 63 A 100 A 70 70 50 70 70 50
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS800L Micrologic 5.0 KVA-80 800 A 150 NS100N/H NS160N/H TMD / STR22SE KSA KSA 100 A 160 A 150 150 50 150 150 70 NS250N/H KSA 250 A 150 150 150 NS400N/H STR23SE / STR53UE KSA / KVA 315 - 400 A 150 150 150
NS800L Micrologic 5.0 KVA-80 800 A 150 NS100N/H 40 A KN 40 A 150 150 50 TMD / STR22SE 63 A 100 A KN KN 63 A 100 A 150 150 50 150 150 50
K89
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS630N STR23SE/STR53UE KSA 500 en 630 A 45 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 45 45 45 45 45 45 45 45 45
NS630H STR23SE/STR53UE KSA 500 en 630 A 70 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 70 70 50 70 70 50 70 70 50
NS630L STR23SE/STR53UE KSA 500 en 630 A 150 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 150 150 50 150 150 50 150 150 50
K90
1e
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS400N STR23SE/STR53UE KSA 315 en 400 A 45 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 45 45 45 45 45 45 45 45 45
NS400H STR23SE/STR53UE KSA 315 en 400 A 70 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 70 70 50 70 70 50 70 70 50
NS400L STR23SE/STR53UE KSA 315 en 400 A 150 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 150 150 50 150 150 50 150 150 50
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS250N TMD / STR22SE KSA 200 en 250 A 36 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 36 36 36 36 36 36 36 36 36
NS250H TMD / STR22SE KSA 200 en 250 A 70 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 36 70 50 36 70 50 36 70 50
NS250L TMD / STR22SE KSA 200 en 250 A 150 NS100N TMD / STR22SE 40 A 63 A 100 A KN KN KN 40 A 63 A 100 A 36 150 50 36 150 50 36 150 50
K91
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
NS250N TMD / STR22SE KSA 200 en 250 A 36 C60N 40 A KN 40 A 25 25 25 C60N 63 A KN 63 A 25 25 25 NG125N 40 A KN 40 A 36 36 36 NG125N 63 A KN 63 A 36 36 36
NS250H TMD / STR22SE KSA 200 en 250 A 70 C60H 40 A KN 40 A 40 40 40 C60H 63 A KN 63 A 30 30 30 NG125N 40 A KN 40 A 70 70 70 NG125N 63 A KN 63 A 70 70 70
Stroomopw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomopw. railkoker Niveau van beveiliging van stroomopw. canalisatie (kA) Stroomafw. vermogenssch. beveiligingsunit Stroomafw. railkoker Limiet van selectiviteit tussen opw. en afw. vermogenssch. (kA) Opgedreven onderbrekingsverm. van afw. vermogenssch. (kA) Limiet van versterkte bescherming van afw. railkoker (kA)
K92
1f
1
studie van een installatie 1f beveiliging van motoren
norm IEC 60947-4-1 beveiliging en cordinatie van motorvertrekken cordinatie type 1 en type 2 uitschakelklassen van een thermisch relais gebruikscategorien van contactoren cordinatie vermogensschakelaar - contactor gebruik van de cordinatietabellen cordinatie bij ster-driehoek aanzetten cordinatie type 2 220/240 V 380/415 V 440 V 500/525 V 690 V cordinatie type 1 rechtstreeks aanzetten, omkering van de werkingsrichting ster-driehoek aanzetten pag.
K97 K98
K110 K113
K93
Een motoraanzetter kan bestaan uit 1, 2, 3 of 4 verschillende apparaten met n of meerdere functies. Bij een combinatie van meerdere apparaten moeten deze gecordineerd worden om een optimale werking van de motortoepassing te garanderen. Er zijn heel wat parameters waarmee rekening moet gehouden worden bij de beveiliging van een motorvertrek, ze hangen af van : c de toepassing (type aangedreven machine, bedrijfsveiligheid, schakelfrequentie, enz.) c de bedrijfscontinuteit opgelegd door het gebruik of de toepassing c de te respecteren normen voor de beveiliging van goederen en personen. De elektrische functies zijn op zich heel verschillend: : c beveiliging (gericht op de motor i.v.m. overbelasting) c besturing (normaal gezien met een grote duurzaamheid) c isolatie. Een motorvertrek moet voldoen aan de algemene regels van de norm IEC 60947-1 en in het bijzonder aan die betreffende de contactoren, de motor-aanzetters en hun beveiliging, zoals beschreven in de norm IEC 60947-4-1 : c cordinatie van de componenten van het motorvertrek c uitschakelklassen van de thermische relais c gebruikscategorien van de contactoren c cordinatie van de isolatie.
commande Bediening
Beveiliging protection contre tegen les surcharges overbelasting ou protection of thermische thermique beveiliging
K94
1f
De norm bepaalt tests bij verschillende stroomsterkteniveaus. Deze hebben tot doel de apparaten aan extreme omstandigheden te onderwerpen. Naargelang de staat van de componenten na de tests onderscheidt de norm twee cordinatietypes: c type 1 c type 2.
Cordinatie type 1
Hierbij is beschadiging van de contactor en het relais toegelaten onder twee voorwaarden: v geen enkel risico voor de bedienaar v andere elementen dan de contactor en het thermisch relais mogen geen beschadiging oplopen.
Cordinatie type 2
Hierbij is enkel lassen van de contactor of de aanzetter toegestaan, mits zij makkelijk te scheiden zijn. Na de cordinatietests van het type 2 zijn de functies van de beveiligings- en bedieningsapparaten nog operationeel.
Stroom "Iq" (Kortsluiting I > 50 In) Dit type fout komt zelden voor en kan veroorzaakt worden door een foutieve aansluiting tijdens onderhoudswerken. De beveiliging in geval van kortsluiting wordt uitgevoerd door snelopenende inrichtingen. De norm IEC 60947-4-1 bepaalt een stroom Iq, normaal gezien 50 kA. Deze stroom Iq maakt het mogelijk de geschiktheid te controleren in cordinatie van verschillende apparaten van een motorvoedingslijn. Na deze test in extreme omstandigheden moeten alle apparaten die bij de cordinatie samenwerken, operationeel blijven.
t
curve van het thermisch motorrelais smeltveiligheid grens van het thermisch houdvermogen van de vermogensschakelaar (MA) grens van het houdvermogen van het thermisch relais verplichte losser van de vermogensschakelaar magnetische losser (MA)
bedrijfscontinuteit
1 In
10 0,75lc Ic 1,25lc
overbelastingszone
Ir
50 Iq
zone kortsluiting
k ~kA ln
K95
De 4 uitschakelklassen van een thermisch relais zijn 10A, 10, 20 en 30 (maximale uitschakeltijd bij 7,2 In). De klassen 10 en 10A worden het meest gebruikt. De klassen 20 en 30 zijn voorbehouden voor motoren met moeilijke aanloop.
t (s)
klasse 30 classe 30
30
klasse classe 20
20
klasse classe 10
10
7,2 lr
l/lr
Zij hangt af van de bediende verbruiker. Als deze verbruiker een motor is hangt zij ook af van de bedrijfscategorie.
bedient de contactor het aanleggen van de spanning het aanzetten de onderbreking bij een motor in bedrijf remmen met tegenstroom schoksgewijze werking het aanzetten de onderbreking bij een motor in bedrijf het aanzetten de onderbreking bij een motor in bedrijf remmen met tegenstroom omkeren van de draaizin schoksgewijze werking voor een toepassing van het type verwarming, verdeling draadtrekmachine
AC3 AC4
een kooiankermotor (cos 0,45 voor le i 100A) (cos 0,35 voor le > 100A) een kooiankermotor (cos 0,45 voor le i 100A) (cos 0,35 voor le > 100A)
compressoren, liften, mengpompen, roltrappen, ventilatoren, transportbanden, toestellen voor klimaatregen drukpersen, draadtrekmachines
Gebruikscategorie AC3
courant stroom lc coupure de onderbreking van de voeding l'alimentation
Gebruikscategorie AC2-AC4
stroom courant
lc
onderbreking
ld
ld
tijd temps
temps tijd
Dit betreft asynchroonmotoren met kortgesloten rotor, waarbij de onderbreking gebeurt met de motor in bedrijf. Dit is het meest voorkomende geval (ca. 85 % van de gevallen). De bedieningsinrichting brengt de aanloopstroom tot stand en onderbreekt de nominale stroom bij een spanning van ongeveer 1/6 van de nominale waarde. De onderbreking is gemakkelijk te verwezenlijken.
Dit betreft asynchroonmotoren met kortgesloten rotor (AC4) of sleepringmotoren (AC2), waarbij kan geremd worden met tegenstroom of die schoksgewijs kunnen werken. De bedieningsinrichting brengt de aanloopstroom tot stand en kan dezelfde stroom onderbreken bij een spanning die gelijk kan zijn aan de netspanning. Deze moeilijke omstandigheden vereisen een overdimensionering van de besturings- en beveiligingsinrichtingen in vergelijking met de categorie AC3.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K96
Cordinatie vermogensschakelaar-contactor
1f
Cordinatietabellen
cordinatietabel type 1 vermogensschakelaar magnetisch thermisch-magnetisch cordinatietabel type 2 vermogensschakelaar rechtstr. aanz. omkeerinr. draaizin blz. K110 tot K112 blz. K112 ster-driehoek aanzetten blz. K113 en K114 blz. K115
rechtstreeks aanz., ster-driehoek of omkeerinrichting draaizin 220/240 V 380/415 V 440 V 500/525 V blz. K100 blz. K102 blz. K104 blz. K107 blz. K99 blz. K103 blz. K106 blz. K101 blz. K104 blz. K107
10
veelvoud van de verzadigingsstroom stroomtrafo bestemd voor de beveiliging van motoren nauwkeurigheidsklasse (5 %)
K97
Cordinatie vermogensschakelaar-contactor
Cordinatie type 1 De contactoren KM2 en KM3 zijn gedimensioneerd op basis van de lijnstroom e. KM1 kan gedimensioneerd zijn op de lijnstroom gedeeld door 3, maar is omwille van de homogeneteit vaak gelijk aan KM2 en KM3. De keuze gebeurt op basis van de specifieke ster-driehoek cordinatietabellen type 1, blz. K113 tot K115. Voorbeeld Welke componenten moet men kiezen bij de onderstaande combinatie: c een motor van 45 kW/380 V c ster-driehoek aanzetter c afzonderlijk thermisch relais c kortsluitstroom ter hoogte van de aanzetter 20kA c cordinatie type 1 De keuze gebeurt aan de hand van de tabel op blz. K113: c vermogensschakelaar: NS100NMA100 c aanzetter: LC-D50 c thermisch relais: LR2-D3357. Ster-driehoek aanzetter met cordinatie type 2 De contactoren KM1, KM2 en KM3 worden gekozen in functie van de lijnstroom. De keuze gebeurt op basis van de cordinatietabellen type 2, rechtstreeks aanzetten, blz. K99 tot K108. Voorbeeld: Welke componenten moet men kiezen bij de onderstaande combinatie: c een motor van 55 kW /415 V c ster-driehoek aanzetter c thermische beveiliging gentegreerd in de vermogensschakelaar voor kortsluitbeveiliging c kortsluitstroom ter hoogte van de aanzetter: 45 kA c cordinatie type 2. De keuze gebeurt aan de hand van de tabel op blz. K100: c vermogensschakelaar: NS160H met STR22ME c aanzetter: LC1-D115, te vervangen door LC3-D115.
KM2
KM2 KM3 KM1
KM3
KM1
M
Oplossing met thermisch-magnetische motorbeveiligingsschakelaar
M
Oplossing met magnetische motorbeveiligingsschakelaar
KM2
KM2
KM3
KM1
KM3 KM1
M
Oplossing met thermisch-magnetische motorbeveiligingsschakelaar
M
Oplossing met magnetische motorbeveiligingsschakelaar
K98
1f
Spanning : U = 220/240 V Vermogensschakelaar met Disjoncteur thermisch-magn. beveiliging motor magntothermique moteur Contacteur Contactor
Vermogenssch. NS100-STR22ME NS160-STR22ME NS250-STR22ME NS400-STR43ME NS630-STR43ME N 85 kA 85 kA 85 kA 85 kA 85 kA H 100 kA 100 kA 100 kA 100 kA 100 kA L 130 kA 130 kA 130 kA 130 kA 130 kA
Aanloop :
normaal lang STR22ME klasse 10 STR43ME klasse 10 klasse 20 Irth (A) 24/40 24/40 24/40 48/80 48/80 60/100 50/100 60/100 50/100 90/150 80/160 90/150 80/160 132/220 80/160 130/260 200/400 200/400 Irm (A) 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth contactoren type LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 of LC1-F115 LC1-D115 LC1-F185 of LC1-F115 LC1-D115 LC1-F185 of LC1-F150 LC1-D150 LC1-F185 LC1-D150 LC1-F185 LC1-F185 LC1-F185 LC1-F265 LC1-F400 LC1-F500
vermogensschakelaar type bev. unit NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS400 STR43ME NS100 STR22ME NS400 STR43ME NS160 STR22ME NS400 STR43ME NS160 STR22ME NS400 STR43ME NS250 STR22ME NS400 STR43ME NS400 STR43ME NS630 STR43ME NS630 STR43ME
Spanning: U = 220/240 V Disjoncteur Vermogensschakelaar magntique (MA) met enkel magn. beveiliging Contactor Contacteur Relais thermique Thermisch relais
motoren P (kW) 0,09 0,12 0,18 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 6,3 7,5 10 11 15 18,5 22 Vermogensschakelaar type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA contactoren (2) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D80 LC1-D50 LC1-D80 LC1-D50 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 thermisch relais type LR D05 LR D05 LR D06 LR D07 LR D07 LR D08 LR D08 LR D10 LR D12 LR D14 LR D16 LR D21 LR D33 22 LR D33 22 LR D33 53 LR9-F53 57 LR D33 55 LR9-F53 57 LR D33 57 LR9-F53 57 LR D33 59 LR9-F53 63 LR D33 59 LR9-F53 63 LR D33 63 LR9-F53 63 Irth (1) 0,63/1 0,63/1 1/1,6 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 17/25 23/32 30/50 30/40 30/50 37/50 30/50 48/65 48/80 48/65 48/80 63/80 48/80 vermogenssch. NS80-MA H 100 kA
I (A) 240 V 0,6 0,8 1,1 1,4 1,8 2,6 3,2 4,5 6 8 11 14 19 22 25 33 36 48 59 70
cal. (A) 1,5 1,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80
Irm (A) 13,5 13,5 22,5 32,5 32,5 57 57 82 113 138 163 250 325 325 450 550 650 880 880 880 1040 1040
(1) Lange aanloop (klasse 20); zie overeenkomstigheidstabel thermische relais blz. K97. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K99
Spanning: U = 220/240 V Disjoncteur Vermogensschakelaar met enkel magntique (MA) (MA) magn. beveiliging Contactor Contacteur Thermisch relais Relais thermique
motoren P (kW) 0,18 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 6,3 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 150 vermogenssch. NS100-MA NS160/250-MA NS400/630-MA N 85 kA 85 kA H 100 kA 100 kA 100 kA L 130 kA 130 kA 130 kA
I (A) 220 V 1,2 1,5 2 2,8 3,5 5 6,5 9 12 15 21 24 28 36 39 52 63 75 100 125 150 180 250 300 360 430 480
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabel thermische relais blz. K97. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K100
380/415 V
1f
Spanning : U = 380/415 V Vermogensschakelaar met Disjoncteur magntothermique enkele thermisch-magnetische moteur beveiliging motor Contactor Contacteur
Vermogensschakelaar NS100-STR22ME 25 kA NS160-STR22ME 35 kA NS250-STR22ME 35 kA NS400-STR43ME 45 kA NS630-STR43ME 45 kA N 70 kA 70 kA 70 kA 70 kA 70 kA HL 130 kA 130 kA 130 kA 130 kA 130 kA
Aanloop :
normaal motoren P (kW) 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 200 220 I (A) 380 V 30 37 44 60 72 85 105 138 170 205 250 370 408 I (A) 415 V 28 35 40 55 66 80 100 135 165 200 240 340 385 Ie max 40 40 50 80 80 100 115 150 185 220 260 400 400 STR22ME klasse 10 STR43ME klasse 10 Irth (A) 24/40 24/40 30/50 48/80 48/80 60/100 50/100 90/150 50/100 90/150 80/160 131/220 131/220 130/260 200/400 200/400 Irm (A) 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth contactoren (2) type LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 of LC1-F115 LC1-D115 LC1-F185 of LC1-F115 LC1-D115 LC1-F185 of LC1-F115 LC1-D150 LC1-F185 LC1-F185 LC1-F225 LC1-F265 LC1-F400 LC1-F500
vermogensschakelaar type bev. unit NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS400 STR43ME NS160 STR22ME NS400 STR43ME NS160 STR22ME NS400 STR43ME NS250 STR22ME NS250 STR22ME NS400 STR43ME NS630 STR43ME NS630 STR43ME
Spanning : U = 380/415 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magnetische (MA) magntique beveiliging (MA) Contactor Contacteur
Relais thermique Thermisch relais
motoren P (kW) 0,18 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 vermogensschakelaar type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA contactoren (2) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D80 LC1-D50 LC1-D80 LC1-D50 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 thermisch relais type LRD05 LRD05 LRD06 LRD07 LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD16 LRD21 LRD33 22 LRD33 22 LRD33 53 LR9-F53 57 LRD33 55 LR9-F53 57 LRD33 57 LR9-F53 57 LRD33 59 LR9-F53 63 LRD33 63 LR9-F53 63 vermogensschakelaar H NS80-MA 70 kA
I (A) 415 V 0,6 0,8 1,1 1,5 1,8 2,6 3,4 4,8 6,5 8,2 11 14 19 21 28 34 40 55 66
kal. (A) 1,5 1,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80
Irm (A) 13,5 13,5 22,5 32,5 32,5 57 57 82 113 138 163 250 325 325 450 550 650 880 1040
Irth (1) 0,63/1 0,63/1 1/1,6 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 17/25 23/32 30/50 30/40 30/50 37/50 30/50 48/65 48/80 63/80 48/80
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabel thermische relais blz. K97. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K101
Spanning : U = 380/415 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magnetische(MA) magntique beveiliging (MA) Contactor Contacteur
Relais thermique Thermisch relais
motoren P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 160 200 220 250 I (A) 380 V 1,2 1,6 2 2,8 3,7 5,3 7 9 12 16 21 23 30 37 43 59 72 85 105 140 170 210 250 300 380 420 480 I (A) 415 V 1,1 1,5 1,8 2,6 3,4 4,8 6,5 8,2 11 14 19 21 28 34 40 55 66 80 100 135 160 200 230 270 361 380 430 Ie max 1,6 2,5 2,5 4 4 6 8 10 12,5 18 25 25 32 50 40 50 50 63 80 80 100 115 150 185 220 265 320 400 500 500 vermogensschakelaar NS100-MA 25 kA NS160/250-MA 35 kA NS400/630-MA N 70 kA 70 kA 70 kA HL 130 kA 130 kA 130 kA
kal. (A) 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 100 100 100 150 150 220 220 320 320 320 500 500 500
Irm (A) 22,5 32,5 32,5 57 57 82 113 138 163 250 325 325 450 550 650 900 1100 1300 1500 1950 2420 2860 2880 3500 4000 5700 6300 6300
Irth (1) 1/1,6 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 17/25 23/32 30/50 30/40 30/50 37/50 30/50 48/65 48/80 63/80 48/80 60/100 90/150 90/150 132/220 132/220 200/330 200/330 300/500 300/500 300/500
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabel thermische relais blz. K97. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K102
380/415 V
1f
Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur beveiliging (MA) magnetische magntique (MA) Contactor Contacteur Relais thermique sur stroomtrafo Thermisch relais op TC relais thermique sur TC
motoren P (kW) 0,18 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 I (A) 380 V 0,7 0,9 1,2 1,6 2 2,8 3,7 5,3 7 9 12 16 21 23 30 37 43 59 72 I (A) 415 V 0,6 0,8 1,1 1,5 1,8 2,6 3,4 4,8 6,5 8,2 11 14 19 21 28 34 40 55 66 Ie max 1 1 2,5 2,5 2,5 5 5 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80
Spanning : U = 380/415 V
vermogensschakelaar NS80 MA H 70 kA
vermogensschakelaar type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80.H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA
kal. (A) 1,5 1,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80
Irm (A) 13,5 13,5 22,5 32,5 32,5 57 57 82 113 138 163 250 325 325 450 550 650 880 1040
contactoren (2) type LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80
thermisch relais type LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M
Irth (1) 0,2/1 0,2/1 1/5 1/5 1/5 1/5 1/5 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 op TI op TI op TI op TI op TI
Spanning : U = 380/415 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur beveiliging (MA) magnetische magntique (MA) Contactor Contacteur Thermisch relais op TC Relais thermique sur stroomtrafo relais thermique sur TC
motoren P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 160 200 220 250 vermogensschakelaar NS100-MA NS160/250-MA NS400/630-MA N 25 kA 35 kA H 70 kA 70 kA 70 kA L 130 kA 130 kA 130 kA
I (A) 380 V 1,2 1,6 2 2,8 3,7 5,3 7 9 12 16 21 23 30 37 43 59 72 85 105 140 170 210 250 300 380 420 480
I (A) 415 V 1,1 1,5 1,8 2,6 3,4 4,8 6,5 8,2 11 14 19 21 28 34 40 55 66 80 100 135 160 200 230 270 361 380 430
Ie max 2,5 2,5 2,5 5 5 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 100 115 150 185 220 265 265 320 400 500 500
kal. (A) 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 100 100 100 150 150 220 220 320 320 320 500 500 500
Irm (A) 22,5 32,5 32,5 57 57 82 113 138 163 250 325 325 450 550 650 900 1100 1300 1500 1950 2420 2860 2880 3500 4000 5700 6300 6300
Irth (1) 1/5 1/5 1/5 1/5 1/5 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI op TI
(1) Volg de aanbevelingen van blz. K97 bij gebruik met relais klasse 30 en montage van het thermisch relais op de stroomtrafo. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K103
Spanning (1) : U = 440 V Disjoncteur Vermogensschakelaar met enkel magntothermique magn. beveiliging (MA) moteur Contacteur Contactor
vermogensschakelaar NS100-STR22ME NS160-STR22ME NS250-STR22ME NS400-STR43ME NS630-STR43ME N 25 kA 35 kA 35 kA 42 kA 42 kA H 65 kA 65 kA 65 kA 65 kA 65 kA L 130 kA 130 kA 130 kA 130 kA 130 kA
Aanloop :
normaal lang motoren P (kW) 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 160 220 250 I (A) 440 V 26,5 33 39 51 64 76 90 125 146 178 215 256 353 400 Ie max 40 40 40 80 80 80 100 150 150 185 220 260 400 400 STR22ME klasse 10 STR43ME klasse 10 klasse 20 Irth (A) 24/40 24/40 24/40 48/80 48/80 48/80 60/100 50/100 90/150 80/160 90/150 80/160 131/220 131/220 130/260 130/260 200/400 200/400 H 65 kA Irm (A) 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth contactoren (2) type LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D115 of LC1-F115 LC1-F185 LC1-D150 of LC1-F150 LC1-F185 LC1-D150 of LC1-F150 LC1-F185 LC1-F185 LC1-F225 LC1-F225 LC1-F265 LC1-F400 LC1-F400
vermogensschakelaar type bev. unit NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS100 STR22ME NS400 STR43ME NS160 STR22ME NS400 STR43ME NS160 STR22ME NS400 STR43ME NS250 STR22ME NS250 STR22ME NS400 STR43ME NS400 STR43ME NS630 STR43ME NS630 STR43ME
spanning (1) : U = 440 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magn. beveiliging magntique (MA) (MA) Contactor Contacteur Thermisch relais Relais thermique
motoren P (kW) 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 vermogensschakelaar type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA contactoren (2) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D50 LC1-D80 LC1-D50 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 thermische relais type LRD05 LRD06 LRD06 LRD07 LRD07 LRD08 LRD10 LRD10 LRD12 LRD16 LRD21 LRD33 22 LRD33 22 LRD33 53 LRD33 55 LR9-F53 57 LRD33 55 LR9-F53 57 LRD33 59 LR9-F53 63 LRD33 59 LR9-F53 63 LRD33 63 LR9-F53 63 vermogensschakelaar NS80-MA
I (A) 440 V 0,7 1 1,4 1,7 2,4 3,1 4,5 5,8 8 10,5 13,7 19 20 26,5 33 39 52 63 76
kal. (A) 1,5 2,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80
Irm (A) 13,5 22,5 22,5 32,5 32,5 57 82 82 113 163 250 325 325 450 550 550 880 880 1040
Irth (1) 0,63/1 1/1,6 1/1,6 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 4/6 4/6 5,5/8 9/13 12/18 17/25 17/25 23/32 30/40 30/50 30/40 30/50 48/65 48/80 48/65 48/80 63/80 48/80
(1) Van toepassing voor 480 V NEMA. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3. (3) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabel thermische relais blz. K97.
K104
1f
Spanning (1) : U = 440 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magn. beveiliging magntique (MA) (MA) Contactor Contacteur Thermisch relais Relais thermique
motoren P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 160 200 220 250 300 vermogensschakelaar NS100-MA NS160/250-MA NS400/630-MA N 25 kA 35 kA H 65 kA 65 kA 65 kA L 130 kA 130 kA 130 kA
I (A) 440 V 1 1,4 1,7 2,4 3,1 4,5 5,8 8 10,5 13,7 19 20 26,5 33 39 52 63 76 90 125 146 178 215 256 320 353 400 480
Ie max 1,6 1,6 2,5 2,5 4 6 6 8 12,5 18 25 25 32 40 50 40 50 63 80 63 80 80 100 150 150 185 220 265 320 400 400 500
kal. (A) 2,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 100 100 100 100 150 150 220 220 320 320 320 500 500 500
Irm (A) 22,5 22,5 32,5 32,5 57 82 82 113 163 250 325 325 450 550 550 900 900 1100 1300 1950 1950 2420 2860 2880 3500 4000 5700 5700 6300
Irth (2) 1/1,6 1/1,6 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 4/6 4/6 5,5/8 9/13 12/18 17/25 17/25 23/32 30/40 30/50 30/40 30/50 48/65 48/80 48/65 48/80 63/80 48/80 60/100 90/150 90/150 132/220 132/220 200/330 200/330 300/500 300/500 300/500
(1) Van toepassing voor 480 V NEMA. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3. (3) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabel thermische relais blz. K97.
K105
Spanning (1) : U = 440 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magn. beveiliging (MA) magntique (MA) Contactor Contacteur Thermisch relais op Relais thermique sur TC R relais thermique sur TC stroomtrafo
motoren P (kW) 0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 I (A) 440 V 0,7 1 1,4 1,7 2,4 3,1 4,5 5,8 8 10,5 13,7 19 20 26,5 33 39 52 63 76 Ie max 1 1,6 1,6 2,5 2,5 4 5 6,3 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80 vermogensschakelaar NS80 MA H 65 kA
vermogensschakelaar type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA vermogensschakelaar NS100-MA NS160/250-MA NS400/630-MA
kal. (A) 1,5 2,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80 N 25 kA 35 kA
Irm (A) 13,5 22,5 22,5 32,5 32,5 57 82 82 113 163 250 325 325 450 550 550 880 880 1040
contactoren (3) type LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 H 65 kA 65 kA 65 kA
thermisch relais type LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M LT6-P0M L 130 kA 130 kA 130 kA
Irth (2) 0,2/1 1/5 1/5 1/5 1/5 1/5 1/5 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 5/25 op TI op TI op TI op TI op TI op TI
Spanning (1) : U = 440 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magn. beveiliging (MA) magntique (MA) Contactor Contacteur Thermisch relais op Relais thermique sur TC R R relais thermique sur TC stroomtrafo
motoren P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 160 200 220 250 300 I (A) 440 V 1 1,4 1,7 2,4 3,1 4,5 5,8 8 10,5 13,7 19 20 26,5 33 39 52 63 76 90 125 146 178 215 256 320 353 400 480 Ie max 2,5 2,5 2,5 2,5 5 5 6,3 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80 100 150 150 185 220 265 265 320 400 400 500
(1) Van toepassing voor 480 V NEMA. (2) Volg de aanbevelingen van blz. K97 bij gebruik met relais klasse 30 en montage van het thermisch relais op de stroomtrafo. (3) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3. K106
Gids laagspanningsverdeling 2003
500/525 V
1f
Spanning : U = 500/525 V Vermogensschakelaar met Disjoncteur thermisch-magn. beveiliging magntothermique motor moteur Contacteur Contactor Relais thermique sur TC R
vermogensschakelaar NS100-STR22ME NS160-STR22ME NS250-STR22ME NS400-STR43ME NS630-STR43ME H 50/35 kA 50/35 kA 50/35 kA 50/35 kA 50/35 kA L 70/50 kA 70/50 kA 70/50 kA 70/50 kA 70/50 kA
motoren P (kW)
10 11
I (A) 500 V
15 18,4
I (A) 525 V
15 18,4
Ie max
20 20
Irm (A)
13 Irth 13 Irth
NS100 NS100 NS100 NS100 NS100 NS100 NS100 NS400 NS160 NS400 NS160 NS400 NS250 NS400 NS250 NS400 NS250 NS400 NS630
STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR43ME STR22ME STR43ME STR22ME STR43ME STR22ME STR43ME STR22ME STR43ME STR22ME STR43ME STR43ME
24/40 24/40 24/40 30/50 48/80 48/80 60/100 50/100 90/150 50/100 90/150 80/160 131/220 80/160 131/220 130/260 131/220 130/260 200/400
13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth 13 Irth
LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D115 of LC1-F115 LC1-F185 LC1-D115 of LC1-F115 LC1-F185 LC1-D150 of LC1-F150 LC1-F185 LC1-F185 LC1-F185 LC1-F265 LC1-F265 LC1-F265 LC1-F265 LC1-F500
Spanning : U = 500/525 V Vermogensschakelaar met enkel Disjoncteur magn. beveiliging magntique (MA) (MA) Contactor Contacteur Thermisch relais Relais thermique
motoren vermogensschakelaar NS80-MA H 25 kA
P (kW)
0,25 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55
vermogensschakelaar type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA
kal. (A) 1,5 1,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80
Irm (A) 13,5 13,5 22,5 22,5 32,5 57 57 82 113 138 163 250 325 325 450 550 650 880 960 1040
contactoren (1) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D50 LC1-D115 LC1-D50 LC1-D115 LC1-D65 LC1-D115 LC1-D115 LC1-D115
thermisch relais (2) type Irth LRD05 0,63/1 LRD05 0,63/1 LRD06 1/1,6 LRD06 1/1,6 LRD07 1,6/2,5 LRD08 2,5/4 LRD08 2,5/4 LRD10 4/6 LRD12 5,5/8 LRD14 7/10 LRD16 9/13 LRD33 21 12/18 LRD33 22 17/25 LRD33 22 17/25 LR9-F53 53 23/32 LRD33 55 30/40 LR9-F53 57 30/50 LRD33 57 37/50 LR9-F53 57 30/50 LRD33 59 48/65 LR9-F53 63 48/80 LRD33 63 50/80 LR9-F53 63 48/80 LRF53 63 50/80 LR9-F53 63 48/80
(1) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2 ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3. (2) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabellen thermische relais blz. K97.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K107
Spanning : U = 500/525 V
Disjoncteur Vermogensschakelaar met enkel magntique (MA) magn. beveiliging (MA)
vermogensschakelaar NS100-MA 50/35 kA NS160/250-MA 50/35 kA NS400/630-MA 50/35 KA H L 70/50 kA 70/50 kA 70/50 kA
Contactor Contacteur
Relais thermique Thermisch relais
motoren P (kW) 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 10 11 15 18,5 22 30 37 45 55 75 90 110 132 160 200 220 250 315 355
I (A) 500 V 1,2 1,5 2 2,8 3,8 5 6,5 9 12 15 18,4 23 28,5 33 45 55 65 80 105 130 156 187 220 280 310 360 445 500
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabellen thermische relais blz. K97. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2. ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K108
690 V
1f
Spanning : U = 690 V
Disjoncteur Vermogensschakelaar met lectronique elektronische beveiliging
vermogensschakelaar NS100L-STR22ME NS400L-STR43ME L 75 kA 75 kA
I (A) 690V 17 20,2 24,2 33 40 47 58 76 94 113 135 165 203 224 253
vermogensschakelaar type bev. unit NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS100L STR22ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME NS400L STR43ME
Irth (A) 12/20 12/20 24/40 30/50 30/50 30/50 48/80 60/100 50/100 50/100 80/160 80/160 80/160 130/260 130/260 130/260
Irm (A) 13Irth 13Irth 13Irth 13Irth 13Irth 13Irth 13Irth 13Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth 6 tot 13 x Irth
(1) inrichtingen voor omkeren draairichting : vervang LC1 door LC2 ; ster-driehoek aanzetter : vervang LC1 door LC3. Spanning : U = 690 V
vermogensschakelaar NS100L-STR22ME NS400L-STR43ME L 75 kA 75 kA
I (A) 690V 1,2 1,5 2 2,8 3,8 4,9 6,6 8,9 11,5 17 20,2 24,2 33 40 47 58 76 94 113 135 165 203 224 253
Ie max 1,6 2 2,5 4 4 6 8 10 13 18 25 25 50 50 50 80 80 100 150 150 165 230 230 280
vermogensschakelaar type kal. (A) NS100L MA 2,5 NS100L MA 2,5 NS100L MA 2,5 NS100L MA 6,3 NS100L MA 6,3 NS100L MA 6,3 NS100L MA 12,5 NS100L MA 12,5 NS100L MA 25 NS100L MA 25 NS100L MA 25 NS100L MA 25 NS100L MA 50 NS100L MA 50 NS100L MA 50 NS100L MA 100 NS100L MA 100 NS400L MA 320 NS400L MA 320 NS400L MA 320 NS400L MA 320 NS400L MA 320 NS400L MA 320 NS400L MA 320
Irm (A) 22,5 27,5 32,5 57 57 82 113 138 175 250 325 325 650 650 650 1100 1100 2880 2880 2880 2880 2880 2880 3520
contactoren (2) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D80 LC1F-115 LC1F-115 LC1F-265 LC1F-265 LC1F-265 LC1F-265 LC1F-330 LC1F-330 LC1F-400
thermisch relais type LRD06 LRD06 LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD16 LRD21 LRD22 LRD22 LR9-D53 57 LR9-D53 57 LR9-D53 57 LR9-F53 63 LR9-F53 63 LR9-F53 67 LR9-F53 69 LR9-F53 69 LR9-F53 71 LR9-F73 75 LR9-F73 75 LR9-F73 75
Irth (1) 1/1,6 1,25/2 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 17/25 30/50 30/50 30/50 48/80 48/80 60/100 90/150 90/150 132/220 200/330 200/330 200/330
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabellen thermische relais blz. K97. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2. ster-driehoek aanzetter: vervang LC1 door LC3.
K109
Cordinatie type 1 (IEC 60947-4-1) Rechtstreeks aanzetten Inrichting voor omkeren draairichting
Merlin Gerin Telemecanique IEC 60947-4.1 normaal gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar alleen vermogensschakelaar P (kW) I (A) 380/400V 0,37 1,2 0,55 1,6 0,75 2 1,1 2,2 3 4 5,5 7,5 11 15 18,5 22 2,8 5,3 7 9 12 16 23 30 37 43 P (kW) 415V 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 9 11 15 22 25 I (A) 1,1 1,5 1,8 2,6 3,4 4,8 6,5 8,2 11 14 17 21 28 40 47 P (kW) 440V 0,37 0,55 0,75 1,5 2,2 3 4 7,5 9 11 15 22 30 I (A) 1 1,4 1,7 3,1 4,5 5,8 7,9 13,7 16,9 20,1 26,5 39 51,5 type C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA C60LMA NG125LMA NG125LMA kal (A) 1,6 1,6 2,5 4 4 6,3 10 10 12,5 16 25 25 40 40 40 63 63 Irm (A) 20 20 30 50 50 75 120 120 150 190 300 300 480 480 480 750 750 contactoren type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D12 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D50 LC1-D50 LC1-D65 thermisch relais type LRD06 LRD06 LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD16 LRD21 LRD21 LRD22 LRD3353 LRD3355 LRD3357 LRD3357 LRD3359 Irth 1/1,6 1,25/2 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 12/18 17/25 23/32 30/40 37/50 37/50 48/65
2 2,8 5 6,5 9 15 20 28 39 52
Onderbrekingsvermogen "Iq" : gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar alleen Aanloop (1) : normaal LRD klasse 10 A, LR9 klasse 10.
Contactor Contacteur
Relais thermique Thermisch relais
motoren 220/230 V P I (kW) (A) 380 V P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 I (A) 1,2 1,6 2 2,8 3,7 5 6,6 8,5 11,5 15,5 415 V P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 9 11 I (A) 1,1 1,5 1,8 2,5 3,5 4,8 6,5 8,2 11 14 17 21 440 V P (kW) 0,37 0,55 0,75 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 9 11 (2) I (A) 1 1,4 1,7 2,4 3,1 4,5 5,8 7,9 10,4 13,7 16,9 20,1
vermogensschakelaar 500/525 V P I (kW) (A) 0,55 1,2 0,75 1,5 1,1 1,5 3 4 5,5 7,5 9 10 11 2 2,6 5 6,5 9 12 14 15 10 11,5 17 21,3 34,6 39 42 18,4 15 18,5 660/690 V P I (kW) (A) 0,75 1,2 1 1,5 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 2 2,8 3,8 4,9 6,6 8,9 type NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA kal. (A) 2,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 12,5 25 25 25 25 25 50 50 50 50 50 50 50 80 80 80 80 80
contactoren (3) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D12 LC1-D12 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D50 LC1-D50 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D115 LC1-F115
thermisch relais (1) type LRD06 LRD06 LRD07 LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD14 LRD16 LRD21 LRD21 LRD16 LRD22 LRD21 LRD22 LRD33 53 LRD33 55 LRD33 57 LRD33 57 LRD33 59 LRD33 57 LRD33 59 LRD33 61 LRD33 57 LRD33 63 LR9-F53 63 Irth (A) 1/1,6 1,25/2 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 7/10 9/13 12/18 12/18 9/13 17/25 12/18 17/25 23/32 30/40 37/50 37/50 48/65 37/50 48/65 55/70 37/50 63/80 48/80
5,5
20
11
22
7,5 11 15 18,5
28 39 52 64
15 18,5 22
30 37 44
15 22 25
28 40 47
15 22 30
26,5 39
18,5 22 30
28,5 33 45
30 33 37
51,5 64 37 55 45 49 60 80
30
59
30 37 45
55 66 80
37
22
75
37
72
45
76
55
80 55 75
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabellen thermische relais blz. K97. (2) Van toepassing voor 480 V NEMA. (3) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2.
K110
1f
Onderbrekingsvermogen "Iq" :
gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar alleen Aanloop (1) : normaal LRD klasse 10 A, LR9 klasse 10.
vermogensschakelaar 500/525 V P I (kW) (A) 0,55 1,2 0,75 1,5 1,1 1,5 3 4 5,5 7,5 9 10 11 2 2,6 5 6,5 9 12 14 15 10 11,5 17 21,3 34,6 18,4 15 18,5 660/690 V P I (kW) (A) 0,75 1,2 1 1,5 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 2 2,8 3,8 4,9 6,6 8,9 type NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA 30 30 37 51,5 64 37 55 45 49 45 33 37 39 42 NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA 55 60 80 NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA kal. (A) 2,5 2,5 2,5 2,5 6,3 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 12,5 25 25 25 25 25 50 50 50 50 50 50 100 100 100 100 100 100
contactoren (3) type LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D09 LC1-D12 LC1-D12 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D18 LC1-D25 LC1-D25 LC1-D32 LC1-D32 LC1-D40 LC1-D40 LC1-D50 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D80 LC1-D80 LC1-D95 LC1-D115 LC1-F115 LC1-D115 LC1-F115
thermisch relais (1) type LRD06 LRD06 LRD07 LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD14 LRD16 LRD21 LRD21 LRD16 LRD22 LRD21 LRD22 LRD33 53 LRD33 55 LR9-F53 57 LRD33 57 LR9-F53 57 LRD33 57 LR9-F53 57 LRD33 57 LR9-F53 57 LRD33 59 LR9-F53 63 LRD33 57 LR9-F53 63 LRD33 63 LR9-F53 63 LRD33 65 LR9-F53 67 LR9-F53 63 LR9-F53 67 Irth (A) 1/1,6 1,25/2 1,6/2,5 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4-jun 5,5/8 7/10 7/10 9/13 12/18 12/18 9/13 17/25 12/18 17/25 23/32 30/40 30/50 37/50 30/50 37/50 30/50 37/50 30/50 48/65 48/80 37/50 48/80 63/80 48/80 80/93 60/100 48/80 60/100
5,5
20
11
22
7,5
28
15
30
15
28
15
26,5
18,5 22
28,5 33
30
11
39
18,5 22
37 44 59
22 25 30
40 47 55
22
39
15 18,5
52 64
30
22 25
75 85
37 45
72 85
37 45
72 80
45
76
55
80
30
100
55
100
55
96
75
(1) Lange aanloop (klasse 20), zie overeenkomstigheidstabellen thermische relais blz. K97. (2) Van toepassing voor 480 V NEMA. (3) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2.
K111
Cordinatie type 1 (IEC 60947-4-1) Rechtstreeks aanzetten Inrichting voor omkeren van de draairichting
Onderbrekingsvermogen "Iq" : gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar Aanloop : normaal klasse 10.
vermogensschakelaar 660/690 V P I type (kW) (A) (A) 90 100 NS160N/H/L-MA 110 120 NS250N/H/L-MA NS250N/H/L-MA 140 NS250N/H/L-MA 175 NS400N/H/L-MA 220 NS400N/H/L-MA 240 NS630N/H/L-MA 270 NS630N/H/L-MA 335 NS630N/H/L-MA NS630N/H/L-MA 400 NS630N/H/L-MA NS800N/H/L-Micrologic 5.0 C801N/H-STR35ME 580 NS800N/H/L-Micrologic 5.0 NS800N/H/L-Micrologic 5.0 NS1000N/H/L-Micrologic 5.0 NS1000N/H/L-Micrologic 5.0 contactoren (2) type LC1-D150 LC1-F150 LC1-F185 LC1-F225 LC1-F265 LC1-F265 LC1-F330 LC1-F400 LC1-F400 LC1-F500 LC1-F500 LC1-F630 LC1-F800 LC1-F800 LC1-BL33 LC1-BM33 LC1-BM33 thermisch relais type LR9-D53 69 LR9-F53 69 LR9-F53 71 LR9-F53 71 LR9-F53 71 LR9-F73 75 LR9-F73 75 LR9-F73 79 LR9-F73 75 LR9-F73 79 LR9-F73 79 LR9-F73 81 LR2-F83 83 LR2-F83 83 LR2-F83 83 LR2-F83 83 LR2-F83 85 LR2-FF83 85 Irth (A) 90/150 100/160 132/220 132/220 132/220 200/330 200/330 300/500 200/300 300/500 300/500 380/630 500/800 500/800 500/800 500/800 630/1000 630/1000
kal. (A) 150 220 220 220 320 320 500 500 500 500 500 800 800 800 800 1000 1000
132 75 90 110 250 312 360 132 160 200 220 250 375 400 450 500 300 970 560 600 250 300 380 420 480 700 750 800 900 132 160 220 230 270 380 160 256 160 200 220
220 250
150 220
480 700
430 650 690 750 500 560 920 600 1000 670 830 300 400 450
315 355
445 500
375
560 250 800 500 560 600 700 760 830 920 1020
motoren 220/230 V P I (kW) (A) 7,5 28 11 39 15 18,5 22 25 30 37 45 55 52 64 75 85 100 125 150 180
I (A) 30 37 44 59 72 85
415 V P (kW) 15 22 25 30 37
I (A) 28 40 47 55 72
55 75 90 110
55 75 90 110
55 75 90 110 132
75 90 110
190 228
110
360
200
380
220
380
220
310
300
970
560 600
(1) Van toepassing voor 480 V NEMA. (2) Inrichtingen voor omkeren draairichting: vervang LC1 door LC2. K112
Gids laagspanningsverdeling 2003
Ster-driehoek aanzetten
1f
Onderbrekingsvermogen "Iq" : gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar Aanloop normaal.
Dmarreur Aanzetter
motoren 220/230 V P I (kW) (A) 0,55 2,8 1,1 4,4 1,5 6,1 2,2 8,7 3 11,5 4 14,5 5,5 20 7,5 11 15 18,5 22 0,55 1,1 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 11 15 18,5 22 25 30 28 39 52 64 75 2,8 4,4 6,1 8,7 11,5 14,5 20 28 39 52 64 75 85 100 30 37 45 59 72 85 55 100 55 96 30 37 45 55 66 80 30 37 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 11 15 18,5 22 59 72 3,7 5 6,6 8,5 11,5 15,5 22 30 37 44 30 37 45 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 9 11 15 22 25 55 66 80 3,5 4,8 6,5 8,2 11 14 17 21 28 40 47 380 V P (kW) 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 11 15 18,5 22 I (A) 3,7 5 6,6 8,5 11,5 15,5 22 30 37 44 415 V P (kW) 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 9 11 15 22 25 I (A) 3,5 4,8 6,5 8,2 11 14 17 21 28 40 47 440 V (1) P I (kW) (A) 1,5 3,1 2,2 4,5 3 5,8 4 7,9 5,5 10,4 7,5 13,7 9 16,9 11 20,1 15 26,5 22 39 30 37 45 1,5 2,2 3 4 5,5 7,5 9 11 15 22 30 37 45 51,5 64 76 3,1 4,5 5,8 7,9 10,4 13,7 16,9 20,1 26,5 39 51,5 64 76
contactoren type
NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS80H-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA NS100N/H/L-MA
6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 50 80 80 80 80 80 6,3 6,3 12,5 12,5 12,5 25 25 25 50 50 100 100 100 100 100 100 100 100
LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D12 LC3-D12 LC3-D18 LC3-D18 LC3-D32 LC3-D32 LC3-D32 LC3-D40 LC3-D40 LC3-D50 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D09 LC3-D12 LC3-D12 LC3-D18 LC3-D18 LC3-D32 LC3-D32 LC3-D32 LC3-D40 LC3-D40 LC3-D50 LC3-D50 LC3-D50
LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD16 LRD16 LRD21 LRD22 LRD33 53 LRD33 53 LRD33 55 LRD33 55 LRD33 57 LRD33 57 LRD07 LRD08 LRD08 LRD10 LRD12 LRD14 LRD16 LRD16 LRD21 LRD22 LRD33 53 LRD33 53 LRD33 55 LRD33 55 LRD33 57 LRD33 57 LRD33 57 LRD33 59
1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 9/13 12/18 17/25 23/32 23/32 30/40 30/40 37/50 37/50 1,6/2,5 2,5/4 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 9/13 12/18 17/25 23/32 23/32 30/40 30/40 37/50 37/50 37/50 48/65
K113
Onderbrekingsvermogen "Iq" : gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar. Aanloop : normaal.
Dmarreur Aanzetter
motoren 220/230 V P I (kW) (A) 37 45 125 150 380 V P (kW) 55 75 75 90 55 180 110 75 250 132 210 250 110 132 200 230 160 220 250 335 375 400 450 256 360 401 540 590 627 706 I (A) 105 140 140 170 415 V P (kW) 75 I (A) 135 440 V (1) P I (kW) (A) 75 124
contactoren type
NS160N/H/L-MA NS160N/H/L-MA NS160N/H/L-MA NS250N/H/L-MA NS250N/H/L-MA NS250N/H/L-MA NS400N/H/L-MA NS400N/H/L-MA NS630N/H/L-MA NS630N/H/L-MA NS800N/H/L Micrologic 5.0 NS800N/H/L Micrologic 5.0 NS800N/H/L Micrologic 5.0 NS800N/H/L Micrologic 5.0 NS1000N/H/L Micrologic 5.0
150 150 150 220 220 220 320 320 500 500 800 800 800 800 1000
90
160
90 110
156 180
110 160
360 520
200 300
380 570
LC3-D80 LC3-D80 LC3-D115 LC3-F115 LC3-D115 LC3-F115 LC3-D115 LC3-F115 LC3-D115 LC3-F115 LC3-D150 LC3-F150 LC3-F185 LC3-F265 LC3-F265 LC3-F400 LC3-F400 LC3-F400 LC3-F400
LRD33 59 LRD33 63 LR9-F53 67 LR9-F53 67 LR9-F53 69 LR9-F53 69 LR9-F53 69 LR9-F53 69 LR9-F73 75 LR9-F73 75 LR9-F73 75 LR9-F73 79 LR9-F73 79 LR9-F73 79
48/65 63/80 60/100 60/100 90/150 90/150 90/150 132/220 200/330 200/330 200/330 300/500 300/500 300/500
K114
1f
Onderbrekingsvermogen "Iq" : gelijk aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar Aanloop : normaal.
Dmarreur Aanzetter
Relais thermique
motoren 220/230 V P I (kW) (A) 7,5 28 11 39 15 18,5 22 25 30 37 45 55 75 110 160 52 64 75 85 100 125 150 180 250 360 520 30 37 45 55 75 75 90 110 132 200 300 59 72 85 55 105 140 140 170 210 250 380 570 75 90 110 132 220 300 335 375 400 100 135 160 200 230 380 510 580 620 665 160 220 250 335 375 400 450 256 360 401 540 590 627 706 55 75 90 110 132 96 124 156 180 215 30 37 45 55 66 80 380 V P (kW) 15 18,5 22 I (A) 30 37 44 415 V P (kW) 15 22 25 I (A) 28 40 47 440 V (1) P I (kW) (A) 15 26,5 22 39 30 37 45 51,5 64 76
contactoren
NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS100N/H/L NS160N/H/L NS160N/H/L NS160N/H/L NS250N/H/L NS250N/H/L NS250N/H/L NS400N/H/L NS400N/H/L NS630N/H/L NS630N/H/L NS800N/H/L NS800N/H/L NS800N/H/L NS800N/H/L NS1000N/H/L
STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR22ME STR43ME STR43ME STR43ME STR43ME Micrologic 5.0 Micrologic 5.0 Micrologic 5.0 Micrologic 5.0
24/40 30/50 30/50 48/80 48/80 48/80 48/80 60/100 60/100 60/100 90/150 90/150 90/150 131/220 131/220 131/220 130/260 130/260 200/400 200/400 320/800 320/800 320/800 320/800
LC3-D18 LC3-D18 LC3-D32 LC3-D32 LC3-D32 LC3-D40 LC3-D40 LC3-D50 LC3-D50 LC3-D50 LC3-D80 LC3-D80 LC3-D115 of LC3-F115 LC3-D115 of LC3-F115 LC3-D115 of LC3-F115 LC3-D150 of LC3-F150 LC3-D150 of LC3-F150 LC3-F185 LC3-F265 LC3-F265 LC3-F400 LC3-F400 LC3-F400 LC3-F500
K115
De belangrijkste twee oorzaken van elektrische fouten die bij een motor kunnen optreden zijn kortsluitingen tussen fase en massa ingevolge een isolatiefout, met als gevolg brand ofwel perforatie van de magnetische platen. Dergelijke fouten kunnen zowel optreden bij een motor in bedrijf als bij koud opstarten.
Beveiliging tegen deze beide gevallen is mogelijk met behulp van twee apparaten en dit ongeacht het nulleiderstelsel: c onder spanning met het differentieelrelais met afzonderlijke torus Vigirex RH328A c spanningsloos met het apparaat voor isolatiecontrole Vigilohm SM21. Vigirex RH328A : begrenzende beveiliging In het eerste geval veroorzaakt de Vigirex RH328A na het detecteren van een fout het openen van het bijhorende apparaat (vermogensschakelaar, contactor, ...).
De beveiliging is begrenzend, want zij veroorzaakt het stoppen van de motor zonder beschadiging of beperkt de schade. Zij werkt beschermend want zij voorkomt gevaar voor personen en andere goederen dan de motor. Vigilohm SM21 : preventieve beveiliging In het tweede geval voorkomt de Vigilohm SM21 na het detecteren van een fout het inschakelen van het bijhorende apparaat (vermogensschakelaar, contactor, ...). Dit is een preventieve beveiliging, want zij signaleert de fout vr deze enige schade heeft kunnen aanrichten.
1 2 3
5 6 7
SM21
8 9 11 12 13 14
voeding WS
L1 L2 L3
U V W
Verklaring 1. controlelampje alarm (rood) 2. controlelampje vooralarm (geel) 3. controlelampje werking (groen) 4. testknop 5. keuzeschakelaar 6. instelknop drempels vooralarm 7. instelknop alarmdrempels 8. verzegelbare doorzichtige kap 9. referentienummer
K116
1g
1
studie van een installatie 1g selectiviteit van de beveiligingen
selectiviteit van de beveiligingen beveiliging van kringen stroomopwaarts : C60a/N/H/L curven B, C, D, K stroomafwaarts : DPN vigi, TC16, XC40 curve C stroomopwaarts : C60N/H/L curve B stroomafwaarts : C60a/N/H/L curven B, C, D, K stroomopwaarts : C60a/N/H/L curve C stroomafwaarts : C60a/N/H/L curven B, C, D, K stroomopwaarts : C60N/H/L curven D, K stroomafwaarts : C60a/N/H/L curven B, C, D, K stroomopwaarts : C60N/H/L, NG125N/H/L curven C, D, K stroomafwaarts : P25M stroomopwaarts : C120N/H curve B stroomafwaarts : C60N/H/L curven B, C, D, K, MA, C120N/H curve B stroomopwaarts : C120N/H, NG125N/L curve C stroomafwaarts : C60a/N/H/L curven B, C, D, K, MA stroomopwaarts : NG125N/L, C120N/H curve D stroomafwaarts : C60a/N/H/L curven B, C, D, K, MA stroomopwaarts : NG125N/H/L curve C, C120N/H curven B, C stroomafwaarts : C120N/H, NG125N/H/L curven B, C, D stroomopwaarts : NC100LS/LH, NG125N/H/L curven B, C stroomafwaarts : NC100LS/LH, C120N/H curven B, C, D stroomopwaarts NG125N/L curve D stroomafwaarts : C120N/H, NG125N/H/L curven B, C, D stroomopwaarts : NG125N/L curve D stroomafwaarts : NC100LS curven C, D stroomopwaarts : NS100 tot 630 stroomafwaarts : DPN vigi, XC40, C60, NC100, C120, NG125 stroomopwaarts : NS100 tot 630 stroomafwaarts : NS100 tot 630 stroomopwaarts : NS800 tot 1600N/H stroomafwaarts : Multi 9, NS100 tot 250 stroomopwaarts : NS800 tot 1600N/H stroomafwaarts : NS400 tot 630 stroomopwaarts : NS800 tot 1000L stroomafwaarts : Multi 9, NS100 tot 630 stroomopwaarts : NS800 tot 1600N/H stroomafwaarts : NS800 tot 1600 stroomopwaarts : Masterpact NT stroomafwaarts : Multi 9, NS100 tot 1600, Masterpact NT stroomopwaarts : Masterpact NW stroomafwaarts : Multi 9, NS100 tot 1600 stroomopwaarts : Masterpact NW stroomafwaarts : Masterpact NT, NW, M stroomopwaarts : Masterpact M stroomafwaarts : Masterpact NT, NW
pag.
K118
K120 K121 K122 K123 K124 K125 K126 K127 K128 K129 K130 K131 K132 K134 K136 K137 K138 K140 K142 K147 K155 K159
beveiliging van motoren stroomopwaarts : NS100 tot 630 K160 stroomafwaarts : GV2, GV3, Integral 18, 32, 63 stroomopwaarts : NS100 tot 1600, Masterpact NT, NW K162 stroomafwaarts : C60LMA, NC100LMA, NG125LMA, NS80HMA, NS100 tot 630 stroomopwaarts : NS1600, Masterpact NT, NW K164 stroomafwaarts : NS630 tot 1250
Gids laagspanningsverdeling 2003
K117
Selectiviteit van de beveiligingen vormt een essentile factor, waarmee men reeds van bij het ontwerp van een installatie rekening moet houden, teneinde de gebruikers de best mogelijke beschikbaarheid van de elektrische energie te kunnen verzekeren. Selectiviteit is belangrijk bij alle installaties, met het oog op het comfort van de gebruikers, maar is een fundamentele eis bij installaties die industrile fabricageprocessen voeden. Afwezigheid van selectiviteit houdt heel wat ernstige risicos in: c afwijking van specifieke productievereisten c onderbrekingen van de productie met als mogelijke gevolgen: - productieverliezen en/of verlies van afgewerkte producten - gevaar voor schade aan de productiemiddelen bij continuprocessen c noodzaak ingewikkelde opstartprocedures uit te voeren per machine na een totaal uitvallen van de voeding c stilstand van motoren die belangrijk zijn voor de veiligheid zoals smeerpompen, rookafzuiging, enz.
Wat is selectiviteit ?
De term selectiviteit heeft betrekking op de gecordineerde werking van de automatische beveiligingsinrichtingen, waarbij een op een willekeurig punt van het net optredende fout uitschakeling tot gevolg heeft van de vermogensschakelaar onmiddellijk stroomopwaarts van de fout en enkel van die bepaalde vermogensschakelaar. Totale selectiviteit Indien D2 uitschakelt en D1 ingeschakeld blijft bij elke waarde van de foutstroom, vanaf overbelasting tot en met onbelemmerde kortsluiting. Gedeeltelijke selectiviteit Indien aan bovenstaande voorwaarde niet voldaan wordt tot aan de totale grootte van de kortsluitstroom, maar slechts tot een lagere waarde. Deze waarde is de selectiviteitsgrens.
D1
D2
10000
1000
100
10 t (s) 1
.1
.01
K118
1g
D2
De selectiviteitstabellen geven voor elke combinatie van 2 vermogensschakelaars aan of er sprake is van totale selectiviteit (symbool T op gekleurde ondergrond).
Gedeeltelijke selectiviteit
Selectiviteit tussen vermogensschakelaars bij een verdeelnet
D1
Bij gedeeltelijke selectiviteit geeft de tabel de maximumwaarde van de foutstroom waarbij de selectiviteit verzekerd is. Bij grotere foutstromen zullen beide apparaten gelijktijdig uitschakelen.
D2
verdeling motor
verdeling motor
Opm.: verhouding tussen de kalibers van de vermogensschakelaars groter dan 2,5. (1) Indien beveiligingsunits met instelbare vertraging, de stand van de stroomopwaartse moet hoger staan dan de stroomafwaartse beveiligingsunit.
K119
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : C60a/N/H/L curven B, C, D, K Stroomafw. : DPN vigi, TC16, XC40 curve C
C60N/H/L curve B 2 4 16
6 24
10 40
16 64
20 80
25 100
32 128
40 160
50 200
63 252
C60a/N/H/L curve C 2 4 17 34
6 50
10 85
16 136
20 170
25 212
32 270
40 340
50 425
63 535
6 72
10 120
16 192
20 240
25 300
32 384
40 480
50 600
63 756
selectiviteitszone
K120
1g
16 64
20 80
25 100
32 128
40 160
50 200
63 252
C60a/N/H/L curve C
24
40
64
80
100
128
160
200
252
24
40
64
80
100
128
160
200
252
selectiviteitszone
K121
C60a/N/H/L curve C
6 50
10 85
16 136
20 170
25 212
32 270
40 340
50 425
63 535
17
34
50
85
136
170
212
270
340
425
535
17
34
50
85
136
170
212
270
340
425
535
selectiviteitszone
K122
1g
6 72
10 120
16 192
20 240
25 300
32 384
40 480
50 600
63 756
C60a/N/H/L curve C
72
120
192
240
300
384
480
600
756
72
120
192
240
300
384
480
600
756
selectiviteitszone
K123
stroomafwaards P25M
stroomafwaards P25M
stroomopw. curve C In (A) 0,16 0,25 0,4 0,63 1 1,6 2,5 4 6,3 10 14 stroomopw. curven D/K In (A) 0,16 0,25 0,4 0,63 1 1,6 2,5 4 6,3 10 14 stroomopw. curve C In (A) 1 1,6 2,5 4 6,3 10 14 18 23 25 32 stroomopw. curve D In (A) 1 1,6 2,5 4 6,3 10 14 18 23 25 32
C60N/H/L 1 2 24 24 24 24 3 T 36 36 36 36 4 T 48 48 48 48 48 6 T T 72 72 72 72 72 10 T T T T 120 120 120 120 16 T T T T 192 192 192 192 20 T T T T 150 150 150 150 240 25 T T T T 188 188 188 188 300 32 T T T T T 240 240 240 240 384 40 T T T T T 480 480 480 480 480 50 T T T T T 600 600 600 600 600 600 63 T T T T T 756 756 756 756 756 756
NG125N/H/L 10 150 150 100 80 16 350 350 200 180 140 20 500 500 280 200 170 170 25 850 850 400 300 220 220 220 32 2000 2000 550 370 300 270 270 270 40 T T 800 500 420 340 340 340 340 50 T T 1200 700 600 500 450 420 420 420 420 63 T T 2500 1000 800 650 600 540 540 540 540 80 T T 600 1500 1100 900 800 770 680 680 680 100 T T T 2000 1500 1100 340 950 850 850 850 125 T T T 4000 2200 1600 1500 1400 1300 1200 1200
stroomafwaards P25M
NG125N/H/L 10 300 300 180 150 120 16 600 600 350 250 190 190 20 1200 1200 500 320 280 240 240 25 5000 5000 700 450 360 320 300 300 32 T T 1100 600 500 450 400 380 380 380 40 T T 1800 800 700 600 520 480 480 480 480 50 T T 4000 1200 900 750 700 500 600 600 600 63 T T 10000 1800 1300 950 850 750 750 750 750 80 T T T 3000 2000 1500 1400 1300 1200 1000 1000 100 T T T 6000 2800 2000 1900 1800 1700 1600 1200 125 T T T T 4500 3000 2800 2500 2200 2000 1800
stroomafwaards P25M
tatale selectiviteit
K124
1g
K125
C60a/N/H/L curve C
C60LMA
stroom- NG125N/H/L, C120N/H afw. curve C In (A) 10 16 20 (A) 75 120 150 6 10 16 20 25 32 40 50 63 (A) 75 120 150 1 2 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 (A) 75 120 150 1 1,6 2 4 6 10 16 20 25 32 40 50 63 (A) 75 120 150 1,6 2,5 4 6,3 10 12,5 16 25 40
25 188
32 240
40 300
50 375
63 473
80 600
100 750
125 1000
188
240
300
375
473
600
750
1000
188
240
300
375
473
600
750
1000
190
240
300
375
470
600
750
100
selectiviteitszone
K126
1g
25 300
32 384
40 480
50 600
63 756
80 960
100 1200
125 1500
C60a/N/H/L curve C
300
384
480
600
756
960
1200
1500
300
384
480
600
756
960
1200
1500
C60LMA
300
384
480
600
756
selectiviteitszone
K127
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : NG125N/H/L curve C, C120N/H curven B, C Stroomafw. : C120N/H, NG125N/H/L curven B, C, D
25 32 40 50 63 80 100 800 125 1000 1000
stroomopw. stroomafwaards C120N/H curve B In (A) 63 80 100 125 10 16 20 25 32 40 50 63 80 100 125 10 16 20 25 32 40 50 63 80 100
200 200
NG125N/H/L curve D
256
320 320
K128
1g
NC100LS curve D
200
252
320
400
500
25 188
32 240
40 300
50 375
63 473
80 600
100 750
125 1000
NC100LS curve D
240
300
375
473
600
750
1000
selectiviteitszone
K129
300
384 384
300
384 384
K130
1g
20 240
25 300
32 384
40 480
50 600
63 720
80 960
100 1200
125 1500
NC100LS curve D
240
300
384
480
600
720
960
1200
1500
selectiviteitszone
K131
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : NS100 tot 630 Stroomafw. : DPN Vigi, XC40, C60, NC100, C120, NG125
NS160N/H/L NS250N/H/L losser TM-D losser TM-D 80 100 80 100 125 160 125 160 200 250 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,63 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 T T T T T 4 4 4 4 4 4 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 15 15 15 T T T T T T T T T T T 5 5 5 5 5 5 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2,5 T T T T T 5 5 5 5 5 5 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2,5 T T T T T 5 5 5 5 5 5 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2,5 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NS100N/H/L losser STR22SE 40 16 25 40 0,4 0,4 0,4 NS160N/H/L NS250N/H/L NS400N/H/L NS630N/H/L losser STR22SE losser STR22SE losser STR23SE/53UE losser STR23SE/53UE 160 250 400 630 100 80 100 125 160 125 160 200 250 160 200 250 320 400 250 320 400 500 630 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T
1g
stroomopw. stroomafw.
XC40 curve C
C60a curve C
C60N curven B, C, D
C60H curve C
NG125L curve D
NS100N/H/L losser TM-D kaliber (A) 16 25 40 instelling Ir i 10 0,19 0,3 0,5 16 0,3 0,5 20 0,5 25 32 i 10 0,19 0,3 0,5 16 0,3 0,5 20 0,5 25 0,5 32 40 i10 0,19 0,3 0,5 16 0,3 0,5 20 0,5 25 0,5 32 40 i 10 0,19 0,3 0,5 16 0,3 0,5 20 0,5 25 0,5 32 40 50 63 i 10 0,19 0,3 0,5 16 0,3 0,5 20 0,5 25 0,5 32 40 50 63 i 10 0,19 0,3 0,5 16 0,3 0,5 20 0,5 25 0,5 32 40 50 63 i 16 0,5 20 0,5 25 32 40 50 63 63 80 100 125 63 80 100 125 i 20 0,5 25-32 40 50 63 80 100 125 80 100 125 i 16 0,3 0,5 20 0,5 25-32 40 50 63 80 i 16 0,3 0,5 20 0,5 25-32 40 50 63 80
63 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
100 63 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2
0,4
0,4 0,4
80 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2
0,4
0,4 0,4
0,4
0,4 0,4
0,4
0,4 0,4
0,4
0,4 0,4
1,2 1,2
2,5 2,5 2,5 T 2,5 2,5 T T 0,5 0,63 0,8 0,5 0,63 0,8 0,63 0,8 0,63 0,8 0,8 T T T 2,5 T T T 2,5 2,5 T T T 2,5 2,5 T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T T T T T
0,5 0,63 0,8 T 0,5 0,63 0,8 T 0,5 0,63 0,8 T 0,63 0,8 T 0,63 0,8 2,5 0,8 0,5 0,63 0,8 0,5 0,63 0,8 0,5 0,63 0,8 0,63 0,8 0,8
T T T T 2,5 2,5 2,5 T T T T T T T T T T T T T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5
T T T T 2,5 2,5
T T T T 2,5 2,5
K132
K133
1g
NS100N/H/L losser TM-D kaliber (A) 16 25 40 instelling Ir NS100N 16 0,5 losser TM-D 25 0,5 40 63 80 100 NS100H/L 16 0,5 losser TM-D 25 40 63 80 100 NS160N/H/L i 63 losser TM-D 80 100 125 160 NS250N/H/L i 100 losser TM-D 125 160 200 250 NS100N 40 losser STR22SE 100 NS100H/L 40 losser STR22SE 100 NS160N 40 losser STR22SE 100 160 NS160H/L 40 losser STR22SE 100 160 NS250N/H/L i 100 losser STR22SE 160 250 NS400N/H/L 160 losser STR23SE/ 200 53UE/SV 250 320 400 NS630N 250 losser STR23SE/ 320 53UE/SV 400 500 630 Totale selectiviteit T
stroomopw.
stroomafw.
63
NS160N/H/L NS250N/H/L losser TM-D losser TM-D 80 100 80 100 125 160 125 160 200 250 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 1,25 2 2 2 2 1,25 1,25 2 2 2 2 2 2 2 2 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 1,25 T T T T T T 2 T 2 T 2 T 2 T 1,25 T T 1,25 2,6 1,25 2,6 2,6 2 2 2 2 1,25 T T T T T T T T T T T T 4 4 4 4 T T T T T T T T T T T T 5 5 5 5 5 2,5 2,5 2,5 T T T T 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5
0,5 0,63 0,8 1 0,5 0,63 0,8 1 0,63 0,8 1 0,8 0,5 0,63 0,8 1 0,5 0,63 0,8 1 0,63 0,8 1 0,8
1,2 1,2
1,2 1,2
1,6 2 2
NS160N/H/L NS250N/H/L NS400N/H/L losser STR22SE losser STR22SE losser STR23SE/53UE/SV 160 250 400 100 80 100 125 160 125 160 200 250 160 200 250 320 400 1,2 2 2 2 2 T T T T T T T T T 1,2 2 2 2 2 T T T T T T T T T 1,2 2 2 2 T T T T T T T T T 2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 2 2 2 2 T T T T T T T T T 1,2 2 2 2 2 T T T T T T T T T 1,2 2 2 T T T T T T T T T 2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T 3 3 3 T T T T T 3 3 T T T T 3 T T T T T T 3 5 5 5 5 5 5 1,2 1,2 1,2 1,2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 T T 3 3 T T T T 3 3 3 3 3 T T T T 3 3 3 3 3 3 T T T T 3 3 3 3 3 3 3 3 T T T T T T T T 5 T T T T T T T T T T 5 T T T T T T T T T T 5 5 T T T T T T T T T T 5 5 T T T T T T T T T T 5 5 5
1 1 1 1
1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1
T T T T 2 2
K134
K135
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : NS800 tot 1600N/H Stroomafw. : Multi 9, NS100 tot 250
NS800/NS1000/NS1250/1600N/H Micrologic 5.0 - 7.0 - Inst : OFF 800 800 320 400 500 630 800 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
stroomafw.
NS800/NS1000/NS1250/1600N/H Micrologic 2.0 - Isd : 10 Ir 800 800 320 400 500 630 800 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
DPN Vigi, XC40, C60 C120, NG125 NS100N 16 losser TM-D 25 40 63 80 100 NS100H/L 16 losser TM-D 25 40 63 80 100 NS160N i 63 losser TM-D 80 100 125 160 NS160H/L i 63 losser TM-D 80 100 125 160 NS250N i 100 losser TM-D 125 160 200 250 i 100 NS250H/L losser TM-D 125 160 200 250 NS100N 40 STR22SE 100 NS100H/L 40 STR22SE 100 NS160N 40 STR22SE 80 100 160 NS160H/L 40 STR22SE 100 160 NS250N i 100 STR22SE 160 250 NS250H/L i 100 STR22SE 160 250
T T
T T T
T T
T T T
T T T T T T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T T T T T T T
Totale selectiviteit
K136
1g
stroomafw. NS400N STR23SE/SV STR53UE/SV NS400H STR23SE/SV STR53UE/SV NS400L STR23SE/SV STR53UE/SV NS630N STR23SE/SV STR53UE/SV
1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
T T
T T
T T T
T T
T T T
T T
T T T
T T T T
Totale selectiviteit
K137
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : NS800 tot 1000L Stroomafw. : Multi 9, NS100 tot 250
stroomopw. losser kaliber (A) stroomafw. instelling Ir DPN Vigi, XC40, C60 C120, NG125 NS100N 16 losser TM-D 25 40 63 80 100 NS100H/L 16 losser TM-D 25 40 63 80 100 NS160N i 63 losser TM-D 80 100 125 160 NS160H/L i 63 losser TM-D 80 100 125 160 i 100 NS250N losser TM-D 125 160 200 250 NS250H/L i 100 losser TM-D 125 160 200 250 NS100N 40 STR22SE 100 NS100H/L 40 STR22SE 100 NS160N 40 STR22SE 80 100 160 NS160H/L 40 STR22SE 100 160 NS250N i 100 STR22SE 160 250 NS250H/L i 100 STR22SE 160 250
NS800/NS1000L Micrologic 5.0 - 7.0 - Inst : OFF 800 320 400 500 630 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
800 800 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
Totale selectiviteit
K138
1g
800 800 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 30 30 30 30 30 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12
12 12
12 12 12
12
12 12
12 12 12
1000 1000 18 18 18 18 18 18 18 18 18 18 30 30 30 30 30 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
K139
stroomopw. losser kaliber (A) instelling Ir 320 400 500 630 800 320 400 500 630 800 320 400 500 630 800 400 500 630 800 1000 400 500 630 800 1000 400 500 630 800 1000 500 630 800 1000 1250 500 630 800 1000 1250 640 800 960 1250 1600 640 800 960 1250 1600
NS800/NS1000/NS1250/1600N/H Micrologic 2.0 - Isd : 10 Ir 800 800 500 630 800 5 6,3 6,3 8 8 8 1000 1000 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
stroomafw. NS800N
NS800H
6,3 6,3
8 8 8
25
25 25
25 25 25
NS800L
6,3 6,3
8 8 8
70
70 70
70 70 70
NS1000N
6,3
8 8
25
25 25
NS1000H
6,3
8 8
10 10 10
12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5 12,5
25
25 25
25 25 25
NS1000L
6,3
8 8
10 10 10
70
70 70
70 70 70
NS1250N
10 10
25
25 25
NS1250H
10 10
25
25 25
25 25 25
NS1600N
10
12,5 12,5
25
25 25
NS1600H
10
12,5 12,5
16 16 16
25
25 25
25 25 25
K140
1g
stroomafw. NS800H
NS1000N/L
NS1000H
10
10 10
10 10 10
NS1250N
NS1250H
NS1600N
NS1600H
K141
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : Masterpact NT H1 Stroomafw. : Multi 9, NS100 tot 630 met STR
NT12 1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT16 1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T Masterpact NT H1 Micrologic 5.0 - 7.0 Inst : 15 In NT08 NT10 800 1000 800 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT12 1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT16 1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T Masterpact NT H1 Micrologic 5.0 - 7.0 Inst : OFF NT08 NT10 800 1000 800 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT12 1250 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT16 1600 1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
stroomopw. Masterpact NT H1 losser Micrologic 2.0 Isd : 10 Ir NT08 NT10 kaliber (A) 800 1000 stroomafw. instellingen Ir 800 1000 DPN Vigi XC40, C60 T T C120, NG125 T T NS100 tot 250N/H/L T T TM-D alle kalibers T T NS100N 40 T T STR22SE 100 T T NS100H/L 40 T T STR22SE 100 T T NS160N 40 T T STR22SE 100 T T 160 T T NS160H/L 40 T T STR22SE 80 T T 100 T T 160 T T NS250N T T y 100 STR22SE 160 T T 250 T T NS250H/L T T y 100 STR22SE 160 T T NS400N 160 T T STR23SE/SV 200 T T STR53UE/SV 250 T T 320 T T 400 T T NS400H 160 T T STR23SE/SV 200 T T STR53UE/SV 250 T T 320 T T 400 T T NS400L 160 T T STR23SE/SV 200 T T STR53UE/SV 250 T T 320 T T 400 T T NS630N 250 T T STR23SE/SV 320 T T STR53UE/SV 400 T T 500 T T 630 T NS630H 250 T T STR23SE/SV 320 T T STR53UE/SV 400 T T 500 T T 630 T NS630L 250 T T STR23SE/SV 320 T T STR53UE/SV 400 T T 500 T T 630 T
Totale selectiviteit
K142
1g
kaliber (A) stroomafw. instelling Ir NS800N/H/L 320 400 500 630 800 NS1000N/H/L 400 500 630 800 1000 NS1250N/H 500 630 800 1000 1250 NS1600N/H 640 800 960 1280 1600 Masterpact NT NT08 H1 NT10 NT12 NT16 Masterpact NT NT08 L1 NT10
12,5
16 16
18,7
24 24
T T
12,5
16 16
18,7
24 24
T T
Totale selectiviteit
K143
Selectiviteitstabellen Stroomopw. : Masterpact NT L1 Stroomafw. : Multi 9, NS100 tot 250 met TM-D
NT10 1000 1000 T T T T T T T T 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 22 19 19 19 19 19 19 19 19 19 19 Masterpact NT L1 Micrologic 5.0 - 7.0 Inst : 15 In NT08 800 800 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT10 1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T Masterpact NT L1 Micrologic 5.0 - 7.0 Inst : OFF NT08 800 800 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NT10 1000 1000 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
stroomopw. losser
kaliber (A) stroomafw. instelling Ir DPN Vigi, XC40, C60 C120, NG125 NS100N 16 TM-D 25 40 63 80 100 NS100H 16 TM-D 25 40 63 80 100 NS100L 16 TM-D 25 40 63 80 100 NS160N y 63 TM-D 80 100 125 160 NS160H y 63 TM-D 80 100 125 160 NS160L y 63 TM-D 80 100 125 160 NS250N y 100 TM-D 125 160 200 250 NS250H/L y 100 TM-D 125 160 200 250
Totale selectiviteit
K144
1g
NS250N
kaliber (A) instelling Ir 40 100 40 100 40 100 160 40 80 100 160 y 100 160 250 y 100 160 250 160 200 250 320 400 160 200 250 320 400 160 200 250 320 400 250 320 400 500 630 250 320 400 500 630 250 320 400 500 630
8 8 8 8 8 8 8
Totale selectiviteit
K145
stroomopw. losser
stroomafw. NS800N/H/L
NS1000N/H/L
NS1250N/H
NS1600N/H
Masterpact NT H1
Masterpact NT L1
kaliber (A) instelling Ir 320 400 500 630 800 400 500 630 800 1000 500 630 800 1000 1250 640 800 960 1280 1600 NT08 NT10 NT12 NT16 NT08 NT10
K146
1g
NW08 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63 NW08 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63
K147
stroomafw. DPN Vigi C60 XC40 NG125N/H/L C120N/H NS100N NS100H NS100L NS160N NS160H NS160L NS250N NS250H/L NS400N STR23SE/SV STR53UE/SV
stroomopw. Masterpact NW N1 - H1 - H2 losser Micrologic 5.0 - 7.0 - Inst : OFF NW08 NW10 NW12 kaliber (A) 800 1000 1250 instelling Ir 800 1000 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 160 T T T 200 T T T 250 T T T 320 T T T 400 T T T 160 T T T 200 T T T 250 T T T 320 T T T 400 T T T 160 T T T 200 T T T 250 T T T 320 T T T 400 T T T 250 T T T 320 T T T 400 T T T 500 T T T 630 T T T 250 T T T 320 T T T 400 T T T 500 T T T 630 T T T 250 T T T 320 T T T 400 T T T 500 T T T 630 T T T
totale selectiviteit
K148
1g
stroomafw. DPN Vigi C60 XC40 NG125N/H/L C120N/H NS100N NS100H NS100L NS160N NS160H NS160L NS250N NS250H/L NS400N STR23SE/SV STR53UE/SV
totale selectiviteit
K149
stroomafw. DPN Vigi C60 XC40 NG125N/H/L C120N/H NS100N NS100H NS100L NS160N/NE NS160H NS160L NS250N NS250H/L NS400N STR23SE/SV STR53UE/SV
stroomopw. Masterpact NW L1 losser Micrologic 2.0 Isd : 10 Ir NW08 NW10 NW12 kaliber (A) 800 1000 1250 instelling Ir 800 1000 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
160 200 250 320 400 160 200 250 320 400 160 200 250 320 400 250 320 400 500 630 250 320 400 500 630 250 320 400 500 630
totale selectiviteit
K150
1g
NW08 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63 NW08 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63
kaliber (A) 800 stroomafw. NS800N instelling Ir 800 320 400 500 630 800 320 400 500 630 800 320 400 500 630 800 400 500 630 800 1000 400 500 630 800 1000 400 500 630 800 1000 500 630 800 1000 1250 500 630 800 1000 1250 640 800 960 1280 1600 640 800 960 1280 1600 8 8 8
NS800H
8 8 8
12 12 12
NS800L
8 8 8
12 12 12
NS1000N
8 8
12 12
NS1000H
8 8
10 10 10
12 12
15 15 15
NS1000L
8 8
10 10 10
12 12
15 15 15
NS1250N
10 10
12
15 15
NS1250H
10 10
12
15 15
NS1600N
10
12,5 12,5
15
18,7 18,7
NS1600H
10
12,5 12,5
16 16 16
15
18,7 18,7
24 24 24
totale selectiviteit
K151
stroomopw. losser kaliber (A) instelling Ir 320 400 500 630 800 320 400 500 630 800 320 400 500 630 800 400 500 630 800 1000 400 500 630 800 1000 400 500 630 800 1000 500 630 800 1000 1250 500 630 800 1000 1250 640 800 960 1280 1600 640 800 960 1280 1600
stroomafw. NS800N
Masterpact NW N1 - H1 - H2 Micrologic 5.0 - 7.0 - Inst : OFF NW08 NW10 NW12 800 1000 1250 800 1000 1250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
NS800H
T T T
NS800L
T T T
NS1000N
T T
NS1000H
T T
T T T
NS1000L
T T
T T T
NS1250N
T T
NS1250H
T T
T T T
NS1600N
T T
NS1600H
T T
T T T
totale selectiviteit
K152
1g
stroomafw. NS800N
NS800H
NS800L
NS1000N
NS1000H
NS1000L
NS1250N
NS1250H
NS1600N
NS1600H
totale selectiviteit
K153
stroomafw. NS800N
NS800H
NS800L
NS1000N
NS1000H
NS1000L
NS1250N
NS1250H
NS1600N
NS1600H
stroomopw. Masterpact NW L1 losser Micrologic 2.0 - Isd : 10 Ir NW08 NW10 NW12 kaliber (A) 800 1000 1250 instelling Ir 800 1000 1250 320 8 10 12,5 400 8 10 12,5 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 320 8 10 12,5 400 8 10 12,5 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 320 8 10 12,5 400 8 10 12,5 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 400 8 10 12,5 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 1000 400 8 10 12,5 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 1000 400 8 10 12,5 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 1000 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 1000 1250 500 8 10 12,5 630 10 12,5 800 12,5 1000 1250 640 10 12,5 800 12,5 960 1280 1600 640 10 12,5 800 12,5 960 1280 1600
15
18,7 18,7
16 16 16
15
18,7 18,7
24 24 24
totale selectiviteit
K154
1g
stroomafw. Masterpact NT H1
12
16 16 16
2000 2000 30 30 30 35 35 30 30
18.7 24 24 24
3200 3200 T T T T T T 48 48 48 48
4000 4000 T T T T T T 60 60 60 60 60
5000 5000 T T T T T T T T T T T T
6300 6300 T T T T T T T T T T T T T
Masterpact NW H2/H3
12
16 16
20 20 20
25 25 25 25
32 32 32 32 32
40 40 40 40 40 40
50 50 50 50 50 50 50
63 63 63 63 63 63 63 63
18.7 24 24
30 30 30
48 48 48 48 48
60 60 60 60 60 60
75 75 75 75 75 75 75
82 82 82 82 82 82 82 82
Masterpact NW L1
12
16 16
20 20 20
25 25 25 25 25 25 25 25
Masterpact M N1/H1
12
16 16
20 20 20
32 32 32 32 32 32 32 32 32 32
40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40
50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50
63 63 63 63 63 63 63 63 63 63 63 63 63
18.7 24 24
30 30 30
18.7 24 24
30 30 30
48 48 48 48 48 48 48 48 48 48
60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60
75 75 75 75 75 T T T T T T T
Masterpact M H2
12
16 16
20 20 20
25 25 25 25
32 32 32 32 32
40 40 40 40 40 40
50 50 50 50 50 50 50
63 63 63 63 63 63 63 63
18.7 24 24
30 30 30
48 48 48 48 48
60 60 60 60 60 60
75 75 75 75 75 75 75
85 85 85 85 85 85 85 85
Masterpact M L1
totale selectiviteit
K155
stroomafw.
stroomopw. Masterpact NW N1 - H1 - H2 losser Micrologic 5.0-7.0 - Inst : OFF NW08 NW10 NW12 kaliber (A) 800 1000 1250 instelling Ir 800 1000 1250 T
Masterpact NT NT08 H1 NT10 NT12 NT16 Masterpact NT NT08 L1 NT10 Masterpact NW NW08 N1/H1 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63 Masterpact NW NW08 H2/H3 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63 Masterpact NW NW08 L1 NW10 NW12 NW16 NW20 Masterpact M M08 N1/H1 M10 M12 M16 M20 M25 M32 M40 M50 Masterpact M M08 H2 M10 M12 M16 M20 M25 M32 M40 M50 M63 T totale selectiviteit
T T
T T T T
85
85 85
85 85 85
85 85 85 85
85 85 85 85 85
85 85 85 85 85 85
T T
T T T
T T T T T T T T
T T
T T T
T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T T
T T T T T T T T T T T T T 85 85 85 85 85 85 85 85
85
85 85
85 85 85
85 85 85 85
85 85 85 85 85
85 85 85 85 85 85
85 85 85 85 85 85 85
K156
1g
stroomafw. Masterpact NT H1
Masterpact NW H2/H3
32 32 32 32 32
40 40 40 40 40 40
30 30 30
48 48 48 48 48
60 60 60 60 60 60
65 65 65
65 65 65 65
65 65 65 65 65
65 65 65 65 65 65
Masterpact NW L1
Masterpact M N1/H1
32 32 32 32 32 32 32 32 32 32
45 45 45 45 45 40 40 40 40 40 40
30 30 30
48 48 48 48 48 48 48 48 48 48
60 60 60 60 60 60 60 60 60 60 60
Masterpact M H2
32 32 32 32 32
40 40 40 40 40 40
48 48 48 48 48
60 60 60 60 60 60
65 65 65 65
65 65 65 65 65
65 65 65 65 65 65
totale selectiviteit
K157
stroomafw.
stroomopw. Masterpact NW L1 losser Micrologic 2.0 Isd : 10 Ir NW08 NW10 NW12 kaliber (A) 800 1000 1250 instelling Ir 800 1000 1250 12,5
Masterpact NT NT08 H1 NT10 NT12 NT16 Masterpact NT NT08 L1 NT10 Masterpact NW NW08 N1/H1 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63 Masterpact NW NW08 H2/H3 NW10 NW12 NW16 NW20 NW25 NW32 NW40 NW50 NW63 Masterpact NW NW08 L1 NW10 NW12 NW16 NW20 Masterpact M M08 N1/H1 M10 M12 M16 M20 M25 M32 M40 M50 M63 Masterpact M M08 H2 M10 M12 M16 M20 M25 M32 M40 M50 M63 Masterpact M M08 L1 M10 M12 M16 M20 M25 T totale selectiviteit
12,5 12,5
16 16 16 16
18,7 18,7
24 24 24 24
T 37
T T 37 37
12,5
16 16
20 20 20
18,7
24 24
30 30 30
37
37 37
37 37 37
12,5
16 16
20 20 20
18,7
24 24
30 30 30
37
37 37
37 37 37
12,5
16 16
20 20 20
18,7
24 24
30 30 30
37
37 37
37 37 37
12,5
16 16
20 20 20
18,7
24 24
30 30 30
37
37 37
37 37 37
12,5
16 16
20 20 20
18,7
24 24
30 30 30
37
37 37
37 37 37
K158
1g
stroomafw. Masterpact NT H1
Masterpact NW L1
stroomafw. Masterpact NT H1
Masterpact NW L1
Masterpact NW L1
totale selectiviteit
K159
Selectiviteitstabellen beveiliging van motor Stroomopw. : NS100 tot 630 Stroomafw. : GV2, GV3, Integral 18, 32, 63
NS100N/H/L losser TM-D 16 T T T T T 2 0,6 0,2 25 T T T T T T 2 0,8 0,3 40 T T T T T T T 4 1 0,5 63 T T T T T T T 4 1 0,5 0,5 0,5 80 T T T T T T T 4 1 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 T T T T T T T 4 1 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 T T T T T 4 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 T 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 NS160N/H/L losser TM-D 100 40 T T T T T T T 10 2 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 T T T T T T T 10 2 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 T T T T T 10 2 0,8 0,8 0,8 0,8 T T 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 T T T T T T T 4 1 0,5 63 T T T T T T T 4 1 0,5 0,5 0,5 80 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2 1,5 1 100 125 160 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 3 2 2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 3 2 2 1,25 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 3 2 2 1,25 NS250N/H/L losser TM-D 40 T T T T T T T 4 1 0,5 63 T T T T T T T 4 1 0,5 0,5 0,5 80 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 2 1,5 1 100 125 160 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 3 2 2 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 3 2 2 1,25 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 200 250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NS100N/H/L STR22SE 40 T T T T T 1 1 0,8 0,5 0,5 100 T T T T T T 4 3 2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 T T T T T T 4 3 2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 T T T T 4 3 2 1,2 1,2 1,2 1,2 T T 5 2 1,2 1,2 1,2 NS160N/H/L STR22SE 100 T T T T T T 4 3 2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 T T T T T T 4 3 2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 T T T T 4 3 2 1,2 1,2 1,2 1,2 T T 5 2 1,2 1,2 1,2 160 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NS250N/H/L STR22SE 160 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 250 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NS400N/H/L STR23SE/53UE 160 tot 400 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T NS630N/H/L STR23SE/53UE 250 tot 630 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1g
stroomopw. losser of th. relais gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd LR D03 LR D04 LR D05 LR D06 LR D07 LR D08 LR D10 LR D14 LR D16 LR D21 LR D33 22 gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd gentegreerd LB1-LB03P01 LB1-LB03P02 LB1-LB03P03 LB1-LB03P04 LB1-LB03P05 LB1-LB03P06 LB1-LB03P07 LB1-LB03P08 LB1-LB03P10 LB1-LB03P13 LB1-LB03P17 LB1-LB03P21 LB1-LC03M03 LB1-LC03M04 LB1-LC03M05 LB1-LC03M06 LB1-LC03M07 LB1-LC03M08 LB1-LC03M10 LB1-LC03M13 LB1-LC03M17 LB1-LC03M22 LB1-LC03M53 LB1-LD03M16 LB1-LD03M21 LB1-LD03M22 LB1-LD03M53 LB1-LD03M55 LB1-LD03M57 LB1-LD03M61 kaliber (A) insteling Ir 0,1 tot 0,16 A 0,16 tot 0,25 A 0,25 tot 0,40 A 0,40 tot 0,63 A 0,63 tot 1 A 1 tot 1,6 A 1,6 tot 2,5 A 2,5 tot 4 A 4 tot 6,3 A 6 tot 10 A 9 tot 14 A 13 tot 18 A 17 tot 23 A 20 tot 25 A 0,1 tot 0,16 A 0,16 tot 0,25 A 0,25 tot 0,40 A 0,40 tot 0,63 A 0,63 tot 1 A 1 tot 1,6 A 1,6 tot 2,5 A 2,5 tot 4 A 4 tot 6,3 A 6 tot 10 A 9 tot 14 A 13 tot 18 A 17 tot 23 A 20 tot 25 A 0,25/0,4 0,4/0,63 0,63/1 1/1,6 1,6/2,5 2,5/4 4/6 7/10 9/13 12/18 17/25 1 tot 1,6 A 1,6 tot 2,5 A 2,5 tot 4 A 4 tot 6 A 6 tot 10 A 10 tot 16 A 16 tot 25 A 25 tot 40 A 40 tot 63 A 63 tot 80 A 0,1 tot 0,16 A 0,16 tot 0,25 A 0,25 tot 0,40 A 0,40 tot 0,63 A 0,63 tot 1 A 1 tot 1,6 A 1,6 tot 2,5 A 2,5 tot 4 A 4 tot 6 A 6 tot 10 A 10 tot 16 A 12 tot 18 A 0,25 tot 0,40 A 0,40 tot 0,63 A 0,63 tot 1 A 1 tot 1,6 A 1,6 tot 2,5 A 2,5 tot 4 A 4 tot 6 A 6 tot 10 A 10 tot 16 A 16 tot 25 A 23 tot 32 A 10 tot 13 A 13 tot 18 A 18 tot 25 A 23 tot 32 A 28 tot 40 A 35 tot 50 A 45 tot 63 A
stroomafw. GV2 ME01 GV2 ME02 GV2 ME03 GV2 ME04 GV2 ME05 GV2 ME06 GV2 ME07 GV2 ME08 GV2 ME10 GV2 ME14 GV2 ME16 GV2 ME20 GV2 ME21 GV2 ME22 GV2 P01 GV2 P02 GV2 P03 GV2 P04 GV2 P05 GV2 P06 GV2 P07 GV2 P08 GV2 P10 GV2 P14 GV2 P16 GV2 P20 GV2 P21 GV2 P22 GV2 L03 GV2 L04 GV2 L05 GV2 L06 GV2 L07 GV2 L08 GV2 L10 GV2 L14 GV2 L16 GV2 L20 GV2 L22 GV3 ME06 GV3 ME07 GV3 ME08 GV3 ME10 GV3 ME14 GV3 ME20 GV3 ME25 GV3 ME40 GV3 ME63 GV3 ME80 Integral 18 LD1-LB030
T T T T T 2 0,6 0,2
T T T T T T 2 0,8 0,3
T T T T T T T 4 1 0,5
T T T T T T T 4 1 0,5
T T T T T T T 4 1 0,5
T T T 2 0,6 0,2
T T T T 2 0,8 0,3
T T T T T 4 1 0,5
T T T T T 4 1 0,5
T T T T T 4 1 0,5
T T T T T T 1,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 T T T T 1,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
0,5
T T T T T T T 2 1 0,8 0,8 0,8 T T T T T 1 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 0,65 0,8 0,65 0,8 0,65 0,8 0,8
T T T T T T 4 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 T T T T 1 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7
T T T T T T 1,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 T T T T 1,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
T T T T T T T T T T 4 3 T T T T T T T T 4 3 1 1 1
0,5
T T T T T T 1,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 T T T T 1,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
T T T T T T T T T T 4 3 T T T T T T T T 1 0,8 1 1 1
0,5
T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
0,5
T T T T T T T 3 1,2 1,2 1,2 1,2 T T T T T 3 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2
T T T T T T T 3 1,2 1,2 1,2 1,2 T T T T T 3 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2
T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 35 35 35 35
T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 35 35 35 35
Totale selectiviteit
Totale selectiviteit
K160
K161
Selectiviteitstabellen beveiliging van motor Stroomopw. : NS100 tot 630, NS1600, Masterpact NT, NW Stroomafw. : C60LMA, NC100LMA, NG125LMA, NS80HMA, NS100 630
NS100N/H/L losser TM-D 16 25 40 0,2 0,2 0,2 T 0,3 0,3 0,3 0,3 T T 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 63 T T 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 80 T T 3 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 0,7 100 T T T 5 2 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 T T T 10 2 0,8 0,8 0,8 0,8 0,8 NS160N/H/L losser TM-D 40 63 80 T T 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 T T 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 T T T T T T T T T 100 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 125 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 160 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T 1,2 1,2 1,2 1,2 NS250 N/H/L losser TM-D 200 250 T T T T 20 20 20 20 20 20 20 20 20 T T T T 25 25 25 25 25 25 25 25 25 25
stroomopw. losser of th. relais LR D06 LR D07 LR D08 LR D10 LR D12 LR D14 LR D16 LR D21 LR D13 22 LR D33 53 LR D33 55 LR D06 LR D07 LR D08 LR D10 LR D12 LR D14 LR D16 LR D21 LR D22 LR D33 53 LR D33 55 LR D33 57 LR D33 59 LR D06 LR D07 LR D08 LR D10 LR D12 LR D14 LR D16 LR D21 LR D33 22 LR D33 53 LR D33 55 LR D33 57 LR D33 59 kaliber (A) instelling Ir 1/1,6 1,6/2,5 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 23/32 30/40 1/1,6 1,6/2,5 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 23/32 30/40 37/50 48/65 1/1,6 1,6/2,5 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 23/32 30/40 37/50 48/65 stroomopw.
stroomafw. C60LMA 1,6 C60LMA 2,5 C60LMA 4 C60LMA 6,3 C60LMA 10 C60LMA 10 C60LMA 12,5 C60LMA 16 C60LMA 25 C60LMA 40 C60LMA 40 NC100LMA 1,6 NC100LMA 2,5 NC100LMA 4 NC100LMA 6,3 NC100LMA 10 NC100LMA 10 NC100LMA 12,5 NC100LMA 16 NC100LMA 25 NC100LMA 40 NC100LMA 40 NC100LMA 63 NC100LMA 63 NS80HMA 2,5 NS80HMA 2,5 NS80HMA 6,3 NS80HMA 6,3 NS80HMA 12,5 NS80HMA 12,5 NS80HMA 12,5 NS80HMA 25 NS80HMA 25 NS80HMA 50 NS80HMA 50 NS80HMA 50 NS80HMA 80
T T T T T T T T T
T T 0,2
T T T T T T T 1 1
T T T T T T T T 1,2 1,2
losser stroomafw. of th. relais NS100N/H/LMA 2,5 LR D06 NS100N/H/LMA 2,5 LR D07 NS100N/H/LMA 6,3 LR D08 NS100N/H/LMA 6,3 LR D10 NS100N/H/LMA 12,5 LR D12 NS100N/H/LMA 12,5 LR D14 NS100N/H/LMA 12,5 LR D16 NS100N/H/LMA 25 LR D21 NS100N/H/LMA 25 LR D33 22 NS100N/H/LMA 50 LR D33 53 NS100N/H/LMA 50 LR D33 55 NS100N/H/LMA 50 LR D33 57 NS100N/H/LMA 100 LR D33 59 NS100N/H/LMA 100 LR D33 63 NS100N/H/LMA 100 NS160N/H/LMA 150 NS250N/H/LMA 220 NS400N/H/LMA 320 NS630N/H/LMA 500 NS100N/H/L STR22ME40 NS100N/H/L STR22ME50 NS100N/H/L STR22ME80 NS100N/H/L STR22ME100 NS160N/H/L STR22ME150 NS250N/H/L STR22ME220 NS400N/H/L STR43ME320 T Totale selectiviteit
kaliber (A) insteling Ir 1/1,6 1,6/2,5 2,5/4 4/6 5,5/8 7/10 9/13 12/18 17/25 23/32 30/40 37/50 48/65 63/80
63 T 5 5 5 5 5 5 5
100 T T 8 8 8 8 8 8 8 8
36 36
36 36 36
1g
NS250N/H/L losser TM-D 40 63 T T 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 T T 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5
80 T T T T T T T T T
100 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
125 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
160 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
200
250
T T T T T T T T T
T T T T T T T 1 1
T T T T T T T T 1,2 1,2
NS100N/H/L STR22SE 40 100 0,45 0,45 0,45 0,45 0,45 0,45 0,45 T T 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1
NS160N/H/L NS250N/H/L STR22SE 160 250 T T T T T T T 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 T T T T T T T 36 36 36 36 36 36 36
T T T T T T T 1 T T T T 0,5 T T T T 0,5 5 5 T T 0,5 2 2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T T T T T T T T 1 T T T T 0,5 15 15 T T 0,5 2 2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T T T T T T T T T T T T 1 T T T T 0,5 T T T T 0,5 5 5 T T 0,5 2 2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 0,5 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T 1,2 1,2 T T T T T T NS400N/H/L NS800N/H NS800L NS630N/H/L STR23SE, STR53UE Micrologic 2.0-5.0 400 630 800 800 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1600 T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T T
1,75 1,75
T T T T
T T T T
T T T T T T
T T T T T T
Totale selectiviteit
K163
Selectiviteitstabellen beveiliging van motor Stroomopw. : NS1600, Masterpact NT, NW Stroomafw. : NS630 tot 1250
NT16H1 Micrologic 2.0 - 5.0 T NW16N1/H1 NW20H1/H2/H3 Micrologic Micrologic 2.0 - 5.0 2.0 - 5.0 T T NW25H1/H2/H3 NW32H1/H2/H3 NW40H1/H2/H3 Micrologic Micrologic Micrologic 2.0 - 5.0 2.0 - 5.0 2.0 - 5.0 T T T T T T T T T
stroomopw. NS1600N/H losser Micrologic 2.0 - 5.0 stroomafw. NS630N/H/L NS800N/H/L NS1000N/H/L NS1250N/H/L T losser STR43ME Micrologic 5.0 Micrologic 5.0 Micrologic 5.0 200500 320800 4001000 5001200 T
Totale selectiviteit
K164
1h
1
studie van een installatie 1h filiatietechniek
presentatie verdeling net 230/240 V 400/415 V 220/240 V 400/415 V 440 V verm. of automaat stroomopwaarts
Multi 9 Multi 9 Compact NS, Masterpact Compact NS, Masterpact Compact NS, Masterpact
motoren vermogensschakelaar verm. of automaat net stroomopwaarts stroomafwaarts 400/415 V Compact NS Compact NS, GV2, GV3, 440 V
Compact NS Integral Compact NS, Integral
K171 K171
K172
K165
Presentatie
Filiatie is gebruik maken van het begrenzingsvermogen van vermogensschakelaars. Dit begrenzingsvermogen laat toe stroomafwaarts vermogensschaklaars te installeren met een kleiner onderbrekingsvermogen. De Compact-vermogensschakelaars stroomopwaarts werken dan als een soort sper voor grote kortsluitstromen. Aldus laten ze toe dat vermogensschakelaars met een kleiner onderbrekingsvermogen dan de idele kortsluitstroom (op de plaats waar ze genstalleerd zijn) toch onder hun normale onderbrekingsvoorwaarden kunnen werken. De filiatie heeft betrekking op alle stroomafwaarts geplaatste apparaten, aangezien de stroombegrenzing effect heeft op de ganse lengte van de stroomkring die beveiligd wordt door de stroomopwaarts geplaatste begrenzende vermogensschakelaar. De filiatie is dus niet beperkt tot twee opeenvolgende apparaten.
stroomafwaarts en vermogensschakelaars Compact in combinatie met Masterpact stroomopwaarts of Compactvermogensschakelaars stroomafwaarts en dit voor verdeelnetten 220/240 V, 400/415 V en 440 V tussen de fasen. Let op De filiatietabellen gelden voor nulleiderstelsels TN of TT. Basisregel bij IT-stelsel De vermogensschakelaar moet een onderbrekingsvermogen hebben dat groter is dan of gelijk aan de driefasige kortsluitstroom op het beschouwde punt, inbegrepen het geval van dubbele idele fout. Conventioneel gaat men uit van de onderstaande maximumwaarden voor de kortsluitstroom op het beschouwde punt bij dubbele fout : v 15% van de driefasige kortsluitstroom indien deze kleiner is dan 10 kA v 25 % van de driefasige kortsluitstroom indien deze groter is dan 10 kA. v Opmerking : controle van het npolige onderbrekingsvermogen bij de samengestelde spanning is mogelijk op basis van het alpolig onderbrekingsvermogen bij de samengestelde spanning, vermenigvuldigd met e. Conventioneel wordt aangenomen dat het eenpolige onderbrekingsvermogen van een meerpolige vermogensschakelaar bij de samengestelde spanning ten minste gelijk is aan het driefasige onderbrekingsvermogen bij de samengestelde spanning, vermenigvuldigd met e. v De onderstaande tabel vermeldt het onderbrekingsvermogen van n pool bij vermogensschakelaars Compact NS (bij 400/415 V). v NS100/160/250N : 9 kA v NS100/160/250H : 18 kA v NS100/160/250L : 37,5 kA v NS400/630N : 12 kA v NS400/630H : 17,5 kA v NS400/630L : 37,5 kA
Filiatietabellen
De filiatietabellen zijn opgesteld aan de hand van berekeningen (vergelijking tussen de door het stroomopwaartse apparaat begrensde energie en de maximaal toelaatbare thermische belasting van het stroomafwaartse apparaat) en proefondervindelijk gecontroleerd overeenkomstig de norm IEC 60947-2. De tabellen op de volgende paginas bieden een overzicht van de filiatiemogelijkheden met vermogensschakelaars Compact stroomopwaarts en automaten Multi 9
K166
1h
Voorbeeld : drietrapsfiliatie
Bij een installatie met 3 vermogensschakelaars in serie, hier A, B en C genaamd is filiatie tussen de drie apparaten verzekerd in beide onderstaande gevallen: c het aankomstapparaat (A) is wat filiatie betreft gecordineerd met apparaat B en met apparaat C (zelfs indien niet aan de filiatievoorwaarden voldaan is tussen de apparaten B en C). Het volstaat na te zien of A + B en A + C het nodige onderbrekingsvermogen hebben c indien twee opeenvolgende apparaten onderling gecordineerd zijn: A met B en B met C (zelfs indien niet aan de filiatievoorwaarden voldaan is tussen de apparaten A en C). Het volstaat na te zien of A + B en B + C het nodige onderbrekingsvermogen hebben. Net 400V
A
Icc = 80 kA Isc = 80 kA
NS100N 63 A
De aankomstvermogensschakelaar A is een NS250L (onderbrekingsvermogen 150 kA) en de veronderstelde kortsluitstroom aan zijn stroomafwaartse klemmen bedraagt 80 kA. Men kan voor B een vermogensschakelaar NS100N kiezen (onderbrekingsvermogen 25 kA) bij een veronderstelde kortsluitstroom van 50 kA aan zijn stroomafwaartse klemmen. Immers, het onderbrekingsvermogen van dit apparaat is door filiatie met de stroomopwaarts geplaatste NS250L opgedreven tot 150 kA. Voor C kan men een automaat C60N kiezen (onderbrekingsvermogen 10 kA) bij een veronderstelde kortsluitstroom van 24 kA aan zijn stroomafwaartse klemmen. Immers, het onderbrekingsvermogen van dit apparaat is door filiatie met de stroomopwaarts geplaatste NS250L opgedreven tot 30 kA. Merk op dat het opgedreven onderbrekingsvermogen van de C60N met de stroomopwaarts gelegen NS100N slechts 25 kA bedraagt, maar: c A + B = 150 kA, c A + C = 30 kA.
K167
Net 230/240 V
Stroomopwaarts : Multi 9 Stroomafwaarts : Multi 9
automaat stroomopwaarts onderbrekingsverm.kA eff automaat stroomafwaarts C60a C60N C60H DPN Vigi XC40 automaat stroomopwaarts onderbrekingsverm.kA eff automaat stroomafwaarts C60a C60N C60H C60L/LMA NG125N NG125H DPN Vigi XC40 C60a C60N 10 20 onderbrekingsvermogen (kA eff) 20 C60H 30 30 30 30 30 NG125N 50 30 50 50 50 C60L 50-63 30 30 30 30 30 NG125H 70 40 50 70 C60L 32-40 40 40 40 40 40 40 NG125L 100 50 50 70 70 70 100 100 C60L i 25 50 50 50 50 50 50
10
20 20
20 20
20 20
50
Net 400/415 V
(voor vermogensschakelaars 1 P+N of 2P aangesloten stroomafwaarts in een TT- of TNS-stelsel, zie tabel 230/240V).
NG125N 25 15 25 25
K168
Net 220/240 V
1h
100
K169
Stroomopwaarts : Compact NS100 tot 250 Stroomafwaarts : Multi 9, Compact NS, GV2, GV3
vermogenssch. stroomopwaarts onderbrekingsvermogen kA eff vermogenssch. stroomafwaarts C60a C60N C60H C60L/LMA i 25 A C60L/LMA 32-40 A C60L/LMA 50-63 A C120N/H NG125N NG125H NG125L/LMA P25M XC40 NS100N NS100H NS160N NS160H NS250N NS250H GV2M GV2P GV3M NS100N NS100H NS100L 25 70 150 onderbrekingsvermogen (kA eff) 15 20 20 25 30 30 25 40 40 40 40 25 40 40 25 40 40 25 25 25 36 70 50 100 70 150 25 50 50 25 30 30 70 150 150 NS160N 36 15 25 30 30 30 30 25 36 NS160H 70 20 30 40 40 40 40 25 36 50 70 50 30 70 70 NS160L 150 20 30 40 40 40 40 25 70 100 150 50 30 150 150 150 150 NS250N 36 15 25 30 30 30 30 25 36 NS250H 70 20 30 30 40 40 30 25 36 50 70 30 70 70 70 25 50 70 70 50 150 150 36 50 70 70 50 150 150 NS250L 150 20 30 30 40 40 30 25 70 100 150 30 150 150 150 150 150 150
25 25 36
25 36
70
150
(1) Indien bij een TT- of TNS-stelsel stroomafwaarts 1-p., 1-p.+N of 2-polige vermogensschakelaars gebruikt worden: zie filiatietabel voor net 220/240V
K170
1h
65
65 65
65 65 65
Net 400/415 V
Stroomopwaarts : Compact NS Stroomafwaarts : Compact NS, GV2, GV3, Integral
vermogenssch. stroomopwaarts onderbrekingsvermogen kA eff vermogenssch. stroomafwaarts NS80H NS100N NS100H NS160N NS160H NS250N NS250H GV2M u 14 A GV2L u 18 A GV2P u 18 A GV3M Intgral 18 Intgral 32 Intgral 63 NS100N NS100H NS100L 25 70 150 onderbrekingsvermogen (kA eff) 150 70 150 150 NS160H 70 NS160L 150 150 150 150 150 150 NS250H 70 NS250L 150 NS400H 70 NS400L 150
70
70 70
70 25 50 70 70 70 70 70 70 50 150 150 150 150 150 150 50 70 70 70 70 70 70 50 150 150 150 150 150 150
70 70 70
70 70 70 70
70
150
70
150
Net 440 V
Stroomopwaarts : Compact NS Stroomafwaarts : Compact NS, Integral
vermogenssch. stroomopwaarts onderbrekingsvermogen kA eff vermogenssch. stroomafwaarts NS80HMA NS100N NS100H NS160N NS160H NS250N NS250H Intgral 32 Intgral 63 NS100H NS100L NS160H 65 130 65 onderbrekingsvermogen (kA eff) 130 65 130 65 130 65 NS160L 130 130 130 130 130 130 NS250H 65 NS250L 130 130 130 130 130 130 130 130 130 130 NS400H 65 NS400L 130 130 130 130 130 130 130 130 130
65 65 65
65 65 65
65 65
130 130
65 65
130 130
65 65
65
Opm. : voor het gebruik van de filiatietabellen, zie pag. K166. Gids laagspanningsverdeling 2003
K171
De onderstaande tabellen geven aan welke types vermogensschakelaar aan de bron en als hoofdvertrekken kunnen genstalleerd worden bij een installatie met 2 of 3 parallel geschakelde transformatoren.
Hierbij werd uitgegaan van de volgende veronderstellingen: c kortsluitvermogen van het stroomopwaartse net: 500 MVA
D1
D2
D4 Icc
vermogen (kVA) van de trafos Icc max. stroomafw. van D4 nom. stroom (kVA) van de trafo vermogensschakelaar D1 of D2 onderbrekingsvermogen (kA) vermogensschakelaar D4 NS100N NS160N NS250N NS400N NS630N NS800N NS1000N
250 315 400 500 17600 22200 28200 35200 352 444 564 704 NS400N NS630N NS630N NS800N 45 45 45 50 versterkt onderbrekingsvermogen (kA) 45 45 45 45 45 45 50 45 45 45 50 50 50
50 70 70 70
50 50 50
50 70 70 70
50 50
70 70 70 70
D1
D2
D3
D4 Icc
vermogen (kVA) van de trafos Icc max. stroomafw. van D4 nom. stroom (kVA) van de trafo vermogensschakelaar D1 of D2 onderbrekingsvermogen (kA) vermogensschakelaar D4 NS160N NS250N NS400N NS630N NS800N NS1000N
250 315 400 500 26400 33300 42300 52800 352 444 564 704 NS400N NS630N NS630N NS800N 45 45 70 50 versterkt onderbrekingsvermogen (kA) 45 45 45 45 45 45 70 50 50
70 70
50 50
50 50 70
50 50
50 50 70 70
K172
1i
1
studie van een installatie 1i beveiliging van personen en goederen
definities volgens de norm IEC 60479-1 en 2 en het A.R.E.I. nulleiderstelsels keuze van een nulleiderstelsel aantal polen van de vermogensschakelaars in functie van het nulleiderstelsel TT-nulleiderstelsel beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking typeschemas en oplossingen keuze van een differentieelbeveiliging TN- en IT-nulleiderstelsel beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking TN-nulleiderstelsel typeschemas en oplossingen maximale kabellengten IT-nulleiderstelsel typeschemas en oplossingen keuze apparaten voor permanente isolatiebewaker (P.I.B.) verplichtingen bij P.I.B., opgelegd door de normen gebruik van P.I.B. bij onderbrekingsvrije voedingen maximale kabellengten gelijkspanningsnetten gesoleerd van de aarde kans op ontijdig uitschakelen van een differentieelinrichting bij aanwezigheid van een gelijkspanningscomponent gedrag van een differentieelinrichting bij aanwezigheid van een gelijkspanningscomponent pag. K174 K177 K180 K184 K185 K186 K188 K190 K192 K193 K199 K201 K203 K205 K207 K213 K214 K215
K173
Differentieelinrichting voor residuele stroom of verliesstroominrichting Een meetinrichting, gecombineerd met een ringkerntransformator (torus), die de actieve geleiders omringt. Het geheel heeft als functie een verliesstroom te detecteren of, beter gezegd, een residuele stroom. Het voorkomen van een residuele differentieelstroom is het gevolg van een isolatiefout tussen een actieve geleider en een massa of de aarde. Een gedeelte van de stroom volgt dan een abnormale weg, doorgaans naar de aarde, om terug te keren naar de bron. Teneinde de uitschakeling van de defecte kring te verzekeren kan de differentieelinrichting: c gentegreerd zijn in een onderbrekingsinrichting (zoals het geval is bij de DPN Vigi en de differentieelschakelaars Multi 9) c aan de onderbrekingsinrichting gekoppeld zijn (zoals bij de automaten C60 en C120/NG125 van het gamma Multi 9 en bij de vermogensschakelaars Vigicompact NS100 tot 630N/H/L) c een afzonderlijk geheel uitmaken (voorbeeld: Vigirex). Actieve geleiders Het geheel van geleiders dat betrokken is bij de transmissie van elektrische energie, met inbegrip van de nulleider. Massa Geleidend gedeelte, dat aangeraakt kan worden en in normale omstandigheden gesoleerd is van de actieve gedeelten, maar ingevolge een fout onder gevaarlijke spanning kan komen te staan. Rechtstreekse aanraking Fysisch contact met de actieve gedeelten van het elektrisch materieel (spanningvoerende geleiders of onderdelen). Onrechtstreekse aanraking Fysisch contact met massas die toevallig onder spanning staan, doorgaans ingevolge een isolatiefout. Foutstroom Id Stroom die het gevolg is van een isolatiefout. Residuele differentieelstroom In Effectieve waarde van de vectorile som der stromen die door alle actieve geleiders van een kring vloeien op een bepaald punt van de installatie. Differentile werkingsdrempel If Waarde van de residuele differentieelstroom die de inrichting doet werken. De constructienormen definiren deze stroom als volgt: bij 20 C, In/2 iIf i In.
K174
Gevolgen van elektrische stroom die door het menselijk lichaam vloeit
Impedantie van het menselijk lichaam De informatie in dit hoofdstuk is afkomstig van het rapport dat voortgesproten is uit de normen IEC 60479-1 van 1984 en IEC 60479-2 van 1987 en waarin de gevolgen van elektrische stroom die doorheen het lichaam vloeit behandeld worden. Het gevaar van stroom die door het lichaam vloeit is hoofdzakelijk afhankelijk van de stroomsterkte en de doorgangstijd. De stroom hangt af van de contactspanning waaraan de persoon onderworpen wordt en de impedantie die de stroom ondervindt bij zijn doorgang doorheen het lichaam. De relatie hiertussen is niet lineair, want de impedantie hangt af van het stroomtraject doorheen het lichaam, de frequentie van de stroom en de contactspanning, evenals van de vochtigheidsgraad van de huid. Effecten van wisselstroom (15 tot 100 Hz) c waarnemingsdrempel: minimumwaarde van de stroom die bij doorgang door de betrokken persoon waargenomen wordt. Grootteorde: 0,5 mA. c verkrampingsdrempel: maximumwaarde van de stroom waarbij een persoon die elektroden vasthoudt deze nog kan loslaten. Gebruikelijke waarde: 10 mA. c drempel hartfibrillatie: deze drempel hangt af van de duur van het doorvloeien van de stroom. Men gaat uit van 400 mA gedurende ten hoogste 0,1 s. De fysiologische effecten van elektrische stroom zijn schematisch weergegeven in de bijgaande afbeelding. Samenvatting v/d gevolgen v/d doorgang van stroom doorheen het lichaam Effecten van wisselstroom met frequentie > 100 Hz Naarmate de frequentie van de stroom toeneemt verkleint het risico op hartfibrillatie. Het gevaar voor brandwonden daarentegen neemt toe. Hoe groter de frequentie (tussen 200 en 400 Hz), des te meer neemt de impedantie van het menselijk lichaam af. Algemeen wordt aangenomen dat de beveiligingsvereisten tegen onrechtstreekse aanraking identiek zijn bij 400 Hz als bij 50/60 Hz. Effecten van gelijkstroom Gelijkstroom blijkt minder gevaarlijk te zijn dan wisselstroom. Het terug loslaten van spanningvoerende delen gaat makkelijker dan bij wisselstroom. Bij gelijkstroom ligt ook de hartfibrillatiedrempel aanzienlijk hoger. Effect van stromen met speciale golfvormen De ontwikkeling van elektronische bedieningen kan bij een isolatiefout stromen opleveren waarvan de vorm samengesteld is uit de gebruikelijke wisselstroom, waarop zich een gelijkstroomcomponent gent heeft. De invloed van dit soort stromen op het menselijk lichaam ligt ergens tussen die van wisselstroom en die van gelijkstroom. Effect van stroompulsen met korte duur Zij treden op bij ontlading van condensatoren en kunnen bij een optredende isolatiefout bepaalde gevaren voor personen inhouden. De belangrijkste factor, die hartfibrillatie kan veroorzaken is de waarde van de hoeveelheid elektriciteit It of energie I2t bij schokgolven van minder dan 10 ms. De pijndrempel hangt af van de lading van de impuls en zijn piekwaarde. Algemeen gesproken bedraagt de grootteorde 50 tot 100.106A2s. Gevaar voor brandwonden Een andere belangrijke risicofactor bij elektriciteit is het gevaar voor brandwonden. Deze komen zeer vaak voor bij huishoudelijke en vooral bij industrile ongevallen (brandwonden bij meer dan 80% van de ongevallen vastgesteld door Electricit de France). Men kan onderscheid maken tussen twee soorten brandwonden: c verbranding door vlamboog: dit is een thermische verbranding ingevolge de hevige hittestraling van de elektrische boog c elektrothermische verbranding: dit is de enige echte elektrische verbranding, te wijten aan de doorgang van de stroom doorheen het organisme.
1A
hartstilstand
75mA
30mA
10mA
spierverkramping (tetanussamentrekking)
0,5mA
1i
Rechtstreekse aanraking wordt als volgt omschreven: contact van personen, huisdieren of vee met actieve onderdelen.
K175
Onrechtstreekse aanraking wordt als volgt omschreven: contact van personen, huisdieren of vee met massas die ingevolge een isolatiefout onder spanning staan.
Het A.R.E.I. bepaalt de maximale onderbrekingstijd van de beveiligingsinrichting in normale omstandigheden (UL = 50 V) en in vochtige omstandigheden (UL = 25 V); (UL is de hoogste contactspanning die onbeperkt mag behouden blijven zonder gevaar voor personen).
Maximale houdtijd in seconden (t) 5 1 0,5 0,2 0,1 0,05 0,03 0,02 0,01 relatieve conventionele grensspanning U in volt (wisselstroom) BB1 < 50 50 72 87 207 340 465 520 543 565 BB2 < 25 25 43 50 109 170 227 253 263 275
K176
Nulleiderstelsels
1i
Er bestaan drie types nulleiderstelsels voor LS-netten, namelijk : c met geaarde nulleider TT c massas verbonden met de nulleider: TN, bestaande in twee varianten : v TN-C nulleider en PE gezamenlijk v TN-S nulleider en PE afzonderlijk c met gesoleerde nulleider IT. Zij verschillen van elkaar door het al dan niet aarden van het nulpunt van de stroombron en de wijze van aarding van de massas.
Identificatiesysteem volgens de norm CEI 364 : c 1ste letter : positie van de nulleider v T : rechtstreeks geaard v I : gesoleerd van de aarde of ermee verbonden via een impedantie c 2de letter : aardingswijze van de elektrische verbruikersmassa's v T : rechtstreeks geaard v N : aansluiting op nulleider van de bron c 3de letter : duidt de situatie van de nulleider en beschermingsgeleider aan v C: nulleider en PE gemeenschappelijk v S: nulleider en PE afzonderlijk De regels voor de beveiliging van personen tegen rechtstreekse aanraking hangen niet af van het nulleiderstelsel
Geaarde nulleider TT
c rechtstreeks geaarde nulleider c verbruikersmassas onderling verbonden en op n plaats geaard c intensiteit van de foutstroom bij isolatiefout begrensd door de aardingsweerstand c verbruikersmassas geaard door PEgeleider, gescheiden van de nulleider c de eenvoudigste oplossing, zowel bij het ontwerp als bij de uitvoering van de installatie c uitschakeling verplicht bij de eerste isolatiefout, gelimineerd door een differentieelinrichting voor residuele stroom, die
opgesteld is aan het hoofd van de installatie (en/ of eventueel op elk vertrek om een betere selectiviteit te bekomen). c geen specifieke vereisten betreffende de continuteit van de nulleider c uitbreiding van de lengte van de leidingen zonder berekeningen c vereist geen permanente bewaking tijdens de exploitatie (enkel een periodieke controle van de differentieelinrichtingen kan soms nodig zijn).
Gesoleerde nulleider IT
N PE CPI
c nulleider gesoleerd van de aarde of geaard via een impedantie c verbruikersmassas onderling verbonden en verbonden met eenzelfde aarding (1) c indien de aarding van de massa's van de transformatorpost gescheiden is van de verbruikersmassa's moet aan het hoofd van de installatie een differentieelinrichting voor residuele stroom genstalleerd worden c de intensiteit van de foutstroom bij 1ste isolatiefout kan geen gevaar opleveren c bij dubbele isolatiefout ontstaat een foutstroom met hoge intensiteit c verbruikersmassas zijn geaard door PE-geleider, gescheiden van de nulleider c de eerste isolatiefout is noch gevaarlijk, noch storend voor de werking van de installatie c uitschakeling bij de eerste fout is niet verplicht; dit laat toe een betere bedrijfscontinuteit te verzekeren
c signalering bij de eerste isolatiefout verplicht, gevolgd door haar opsporing en opheffing met behulp van een apparaat voor permanente isolatiebewaking dat genstalleerd is tussen de nulleider en de aarde c verplichte uitschakeling bij de tweede isolatiefout door middel van beveiligingsinrichtingen tegen overstromen c controle op het uitschakelen bij de 2de fout is noodzakelijk c vereist onderhoudspersoneel voor de bewaking en opheffing van de 1ste fout tijdens de exploitatie c deze oplossing verzekert de beste bedrijfscontinuteit tijdens de exploitatie c vereist installatie van verbruikers met een isolatiespanning fase/massa die groter is dan de samengestelde spanning (geval 1ste fout) c verbruikers met lage isolatiespanning (inductieovens) vereisen een opdeling van het net.
K177
Nulleiderstelsels
Nulleiderverbinding TN
TN-S stelsel
N PE
c nulpunt van de transformator en PE-geleider rechtstreeks geaard c verbruikersmassas verbonden met de PE-geleider, die op zijn beurt verbonden is met de aarde c hoge intensiteit van de foutstromen bij isolatiefouten (verhoogde kans op storingen en brandgevaar) c nulleider en beschermingsgeleider afzonderlijk c uitschakeling verplicht bij de eerste isolatiefout, gelimineerd door beveiligingsinrichtingen tegen overstromen c het is moeilijk de goede werking van de beveiligingen te testen. Het gebruik van differen-
tieelinrichtingen komt hieraan tegemoet. c het gebruik van differentieelinrichtingen voor residuele stroom is steeds aanbevolen ter beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking. Dit geldt in het bijzonder op het niveau van de eindverdeling, waar de impedantie van de lus niet beheersbaar is c controle op het uitschakelen dient te gebeuren : v in de ontwerpfase, door berekening v verplicht bij de indienststelling v periodiek (jaarlijks) door meting c bij uitbreiding of renovatie moeten deze controles overgedaan worden
TN-C stelsel
PEN
c nulpunt van de transformator en PEN-geleider rechtstreeks geaard c verbruikersmassas verbonden met de PEN-geleider, die op zijn beurt verbonden is met de aarde c hoge intensiteit van de foutstromen bij isolatiefouten (verhoogde kans op storingen en brandgevaar) c nulleider en beschermingsgeleider gemeenschappelijk (PEN) c voortplanting van de nulleiderstromen in de geleidende gedeelten van het gebouw en de massas kan brand veroorzaken en spanningsval die de werking van gevoelige apparatuur verstoort (medisch materieel, informatica, telecommunicatie, ...) c uitschakeling verplicht bij de eerste isolatiefout, gelimineerd door beveiligingsinrichtingen tegen overstromen
c controle op het uitschakelen dient te gebeuren : v in de ontwerpfase, door berekening v verplicht bij de indienststelling v periodiek (jaarlijks) door meting c bij uitbreiding of renovatie moeten deze controles overgedaan worden c het gebruik van differentieelinrichtingen voor residuele stroom is steeds aanbevolen ter beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking. Dit geldt in het bijzonder op het niveau van de eindverdeling, waar de impedantie van de lus niet beheersbaar is (overgang naar TN-S stelsel) c het is moeilijk de goede werking van de beveiligingen te testen (gebruik van differentieelinrichtingen komt hieraan tegemoet, maar vereist een TN-S stelsel).
K178
1i
TN-C
16 mm2 PEN N
10 mm2
6 mm2
goed bon
verkeerd mauvais
goed bon
verkeerd mauvais
PEN raccord sur aansluiting PEN la borne neutre interdit op nulleiderklem verboden
TN-C TN-S 5 x 50 mm2
TN-C verboden
L1 L2 L3 N PE
16 mm2
6 mm2
16 mm2 PEN
verkeerd mauvais verkeerd mauvais
16 mm2
TN-C stelsel verboden schma TN-C stroomafwaarts van een TN-S stelsel interdit en aval d'un TN-S
K179
Wat de beveiliging van personen betreft zijn de drie nulleiderstelsels gelijkwaardig, mits men alle regels eerbiedigt bij de installatie en de exploitatie. Gezien de specifieke kenmerken van elk stelsel kan er echter geen sprake van zijn lukraak een keuze te maken. De keuze dient te gebeuren na overleg tussen de gebruiker en de ontwerper van het net (studiebureau, installateur, ...) met betrekking tot de volgende factoren : 1. de karakteristieken van de installatie, 2. de omstandigheden en vereisten bij de exploitatie. Het is niet zinvol een net met gesoleerde nulleider te willen gebruiken in een gedeelte van de installatie dat door zijn aard een laag isolatieniveau bezit (enkele duizenden Ohm): oude installaties, uitgestrekte installaties, met buitenlijnen, enz. Op gelijkaardige wijze zou het onlogisch zijn het stelsel te kiezen met massas verbonden met de nulleider in een industrile omgeving, waar de bedrijfscontinuteit en de productiviteit voorop staan en een verhoogd brandrisico bestaat. Opmerking : Indien de aard van de verbruikers dit verrechtvaardigt is het vaak zinvol twee verschillende nulleiderstelsels toe te passen binnen eenzelfde installatie. Het is dan wel nodig het net onder te verdelen en elke groep verbruikers te voeden via een scheidingstransformator.
K180
1i
Tabel A
Meest voorkomende gevallen waarbij een bepaald nulleiderstelsel verplicht is (of sterk aanbevolen wordt) door officile teksten
Gebouw dat gevoed wordt door een openbaar verdeelnet (woonhuis, klein kantoor, kleine werkplaats) BAKKERIJ BOULANGERIE Geaarde nulleider (TT)
BT
Openbare plaatsen
H
Veiligheidskringen (verlichting) onderworpen aan de wetgeving op de arbeidsbescherming NOODUITGANG Gesoleerde nulleider (IT) Mijnen en steengroeven Gesoleerde nulleider (IT) of geaarde nulleider (TT)
Tabel B
onderhoud verzekerd door elektrotechnisch geschoold personeel JA bedrijfscontinuteit prioritair JA gesoleerde nulleider (IT) In combinatie met eventuele andere voorzieningen (normaalnoodomschakeling, selectiviteit van de beveiligingen, automatisch opzoeken en lokaliseren van de 1ste fout, ...) is dit de zekerste methode om onderbrekingen tijdens de exploitatie zoveel mogelijk te voorkomen. Voorbeelden c industrien waarbij de bedrijfscontinuteit van primordiaal belang is in het belang van de uitrusting en/of de producten (hoogovens, voedingsnijverheid...), c exploitaties met prioritaire veiligheidskringen : hoogbouw, hospitalen, openbare gebouwen. NEEN geen enkel stelsel geeft voldoening ingevolge de onverenigbaarheid tussen deze twee criteria. NEEN gesoleerde nulleider (IT) geaarde nulleider (TT) massas aan de nulleider (TN) Definitieve keuze te bepalen na : onderzoek van : c de karakteristieken van de installatie (aard van het net en de verbruikers, ... tabel C) c de graad van complexiteit die aan elk stelsel verbonden is c de uiteindelijke kosten van elk stelsel (ontwerp, uitvoering, controle, exploitatie).
geaarde nulleider (TT) De eenvoudigste oplossing wat betreft uitvoering, controle en exploitatie (zeker als wijzigingen aan de installatie te voorzien zijn in de loop van de exploitatie).
Tabel C
aard van de voeding
LS-verdeelnet LS-installatie na een MS/LS-post
stelsel
TT TT TN IT IT TNS TT IT TNS TT
opmerkingen
c gebruik van overspanningsbeveiligingen bij aanwezigheid van luchtlijnen c aanbevolen voor installaties met weinig toezicht of sterk evoluerende installaties c TNS aanbevolen bij goed bewaakte installaties met weinig evolutie c aanbevolen indien bedrijfscontinuteit vooropstaat c let op voor de bedrijfsspanning van bepaalde hoogfrequentfilters c voorgeschreven door het A.R.E.I. c voorgeschreven door computerfabrikanten c gelijkwaardig met TNS maar beperkte foutstroom bij isolatiefout c aanbevolen voor bedrijfscontinuteit c mogelijk, maar opletten voor de instelling van de beveiligingen c aanbevolen
K181
1i
Tabel D
speciale gevallen van netten of verbruikers aard van het net zeer uitgestrekt net, met goede aarding van de verbruikersmassas (max. 10 ) zeer uitgestrekt net, met slechte aarding van de verbruikersmassas (> 30 ) TT aanbevolen mogelijk TT, TN, IT (1) of gemengd systeem TNS IT (1) TNC af te raden (1) Indien reglementair geen specifiek nulleiderstelsel opgelegd is, kan het vrij bepaald worden op grond van de gewenste exploitatiekarakteristieken (prioriteit voor de bedrijfscontinuteit om veiligheidsredenen of wenselijk vanuit het oogpunt van de productiviteit, ...). Bij om het even welk net neemt de kans op problemen met de isolatie toe naarmate het net groter is. Het kan dan ook zinvol zijn het net onder te verdelen in kleinere stukken. Dit vergemakkelijkt het lokaliseren van een fout en laat bovendien toe voor elke toepassing het meest aangewezen stelsel te gebruiken.
TN
TT
IT (2)
(2) Kans op activeren van de overspanningsbegrenzer, waardoor de gesoleerde nulleider een geaarde nulleider wordt. Dit risico bestaat vooral in gebieden waar vaak onweders voorkomen en bij installaties die gevoed worden met luchtlijnen. Indien voor het IT-stelsel gekozen wordt omwille van de bedrijfscontinuteit zal de ontwerper zeer nauwkeurig de voorwaarden voor uitschakeling bij de 2de fout moeten berekenen. (3) Kans op ontijdig werken van de differentieelbeveiligingen. (4) De ideale oplossing bestaat erin ongeacht het nulleiderstelsel het storende gedeelte te isoleren, indien men het gemakkelijk kan lokaliseren.
TN (4)
TT (6)
TN (5) (6)
IT (6)
(5) Kans op fouten fase/aarde, waardoor de equipotentiaalverbinding onzeker wordt en risico breuk van de PEN-geleider. (6) Onzekere isolatie wegens vochtigheid en geleidend stof.
noodstroomgenerator
IT
TT
TN (7)
(7) De nulleiderverbinding is af te raden vanwege het gevaar voor beschadiging van de alternator bij een inwendige fout. Anderzijde kunnen stroomgeneratoren veiligheidsinstallaties voeden die niet bij de eerste fout moeten uitgeschakeld worden.
verbruikers die gevoelig zijn voor belangrijke foutstromen (motoren...) verbruikers met zwakke isolatie (elektrische ovens, lasposten, verwarmende gereedschappen, dompelaars, grootkeukenuitrusting) tal van eenfasige verbruikers (fase + nulleider) (verplaatsbaar, half-vast, draagbaar) TN (9)
TT
TN (8)
(8) De foutstroom fase/massa kan een veelvoud van In bereiken, met gevaar voor beschadiging van motorwikkelingen of voortijdige slijtage of vernieling van de magnetische kringen. (9) Om bedrijfscontinuteit en veiligheid te verzoenen is het noodzakelijk en aanbevolen ongeacht het nulleiderstelsel deze verbruikers af te scheiden van de rest van de installatie (scheidingstransformatoren met plaatselijke nulleiderverbinding). (10) Indien de aard van de verbruikers onbekend is bij het ontwerpen van de installatie, bestaat het gevaar dat het isolatieniveau snel verkleint. Een stelsel van het type TT en differentieelinrichtingen vormen de beste voorzorgsmaatregel.
TT (9)
IT
TT (10) TNS
IT (10)
TN (11)
TT (11)
IT (11)
(11) De verplaatsbaarheid van deze verbruikers is oorzaak van regelmatig optredende fouten (glijdend massacontact), die men dient te begrenzen. Ongeacht het nulleiderstelsel verdient het aanbeveling deze kringen te voeden via scheidingstransformatoren met plaatselijke nulleiderverbinding. (12) Het gebruik van scheidingstransformatoren met plaatselijke nulleiderverbinding is noodzakelijk om de risicos te voorkomen van ontijdig werken of uitschakelen bij de 1ste fout (TT) of dubbele fout (IT). (12bis) Met dubbele onderbreking van de bedieningskring. (13) Te sterke begrenzing van de stroom fase/nulleider ingevolge de hoge waarde van de homopolaire impedantie : ten minste 4 of 5 maal de rechtstreekse impedantie. Dit schema is te vervangen door een ster-driehoek schema. (14) De hoge foutstromen maken de nulleiderverbinding gevaarlijk : het TN-C stelsel is verboden. (15) Ongeacht het nulleiderstelsel een differentieelinrichting voor residuele stroom voorzien, met gevoeligheid I n i 500 mA. (16) Een installatie met LS-voeding heeft verplicht het TT-stelsel. Dit stelsel behouden houdt een minimum aan wijzigingen in aan de bestaande verdeling (geen kabels te trekken, geen beveiligingen te wijzigen).
TNS
TNC IT (12bis)
TT (12)
diversen
TT
TN (13)
IT (15) TT (15)
TNC (14)
verhoging van het vermogen van een abonnee, die gevoed wordt met laagspanning, waardoor een priv-transformatorpost noodzakelijk is inrichtingen die vaak gewijzigd worden
TT (16)
TT (17)
TNS (18)
TN (19) IT (19)
(17) Mogelijk zonder hooggekwalificeerd onderhoudspersoneel. (18) Met differentieelbeveiliging met middelgrote gevoeligheid aanbevolen. (19) Dergelijke installaties vereisen de grootste zorg om de veiligheid te handhaven. De afwezigheid van preventieve voorzorgsmaatregelen bij de nulleiderverbinding vereist zeer onderlegd personeel om deze veiligheid ook op langere termijn te verzekeren. (20) De kans op breuk van geleiders (voeding, bescherming) maakt de equipotentialiteit van de massas onvoorspelbaar. Het installeren van differentieelbeveiligingen met gevoeligheid 30 mA is een preventieve maatregel tegen dit risico bij TT- en TNS-stelsels. In zeer specifieke gevallen kan een IT-stelsel gebruikt worden. (21) Met overspanningsbeveiliging in functie van de gevoeligheid van de lokatie.
TT (20)
TNS (20)
TN-C
elektronische uitrusting : computers, programmeerbare automaten net voor controle en bediening van machines en uitvoerende organen van programmeerbare automaten
TN-S
TT (21)
TN-C
IT (22)
TN-S TT
(22) Met deze oplossing kan met ontijdige bediening vermijden bij een ontijdig lek naar de aarde.
K182
K183
Het hieronder aangegeven aantal polen geldt voor vermogensschakelaars die zowel de functies beveiliging, bediening als scheiding verzekeren.
Voorwaarde 1 De doorsnede van de geleiders is > 16 mm2 Cu of > 25 mm2 Al. Voorwaarde 2 Het tussen fase en nulleider geabsorbeerde vermogen is < 10% van het totale vermogen dat door de leiding vloeit. Voorwaarde 3 De maximale stroom die mogelijk door de nulleider kan vloeien is kleiner dan de voor deze geleider toelaatbare stroom Iz. Voorwaarde 4 De beschouwde kring maakt deel uit van een geheel van eindkringen: c beveiligd door inrichtingen waarvan de instelling (of het kaliber) niet meer dan een factor 2 van elkaar verschillen c het geheel is stroomopwaarts beveiligd door een differentieelinrichting voor residuele stroom, waarvan de gevoeligheid ten hoogste gelijk is aan 15% van de toelaatbare stroom in de zwakste van de onderscheiden kringen. Voorwaarde 5 De nulleider is beveiligd tegen kortsluiting door de inrichtingen die de fasen beveiligen.
nulleider verdeeld driefasig + N Sn = Sf : schema's A of B Sn < Sf : schema B onder voorwaarden 1, 2 en 3 schema A onder voorwaarden 1, 2, 3 en 5
fase + N Sn = Sf : schema A of B
IT-stelsel
nulleider niet verdeeld driefasig
nulleider verdeeld driefasig + N Sn = Sf : schema B of schema A onder voorwaarde 4 Sn < Sf : schema B onder voorwaarden 1, 2 en 3 schema A onder voorwaarden 1, 2, 3 en 4 fase + N Sn = Sf : schema B of schema A onder voorwaarde 4
TN-C-stelsel
driefasig + PEN SPEN = Sf : schema A SPEN < Sf : schema A onder voorwaarden 1, 2 , 3 en 5
K184
1i
Verticale selectiviteit
Vooraf dienen we op te merken dat de differentile foutstroom niet begrensd wordt door de impedantie van het net, zoals het geval is bij kortsluitstromen, maar door de weerstand van de terugkeerkring (aardingen van de nulleider en de verbruikers), respectievelijk door de impedantie van de foutlus ingeval alle massas onderling verbonden zijn door een hoofdequipotentiaalverbinding. Dit houdt in dat de differentieelstroom groter zal zijn naarmate de fout meer onbelemmerd is. Om selectiviteit tussen A en B te bekomen (d.w.z. A schakelt niet uit bij een fout stroomafwaarts van B) dient er sprake te zijn van stroomselectiviteit en tijdselectiviteit: c qua stroom dient de gevoeligheid van het apparaat stroomopwaarts minstens het dubbele te bedragen van die van het apparaat stroomafwaarts: In/2 i IF i In c qua tijd dient de vertraging t1, voorzien bij de werking van het apparaat stroomopwaarts, groter te zijn dan de totale onderbrekingstijd t2 van het apparaat stroomafwaarts. Bij gebruik van een afzonderlijk relais, in combinatie met een onderbrekingsinrichting, omvat de tijd t2 niet alleen de responstijd van het differentieelrelais, maar tevens de onderbrekingstijd van het ermee gecombineerde apparaat (doorgaans minder dan 50 ms).
vertraging select.
totale onderbrekingstijd t2
verticale selectiviteit met de differentieelinrichtingen Merlin Gerin (1), instelling van de vertragingen stroomopwaarts apparaat stroomafwaarts apparaat stroomopwaarts automaat of Vigicompact NS(3) Vigirex RH328A in te stellen diff. schakelaar (2) in te stellen Multi 9 selectief vertragingsstand vertragingsstand automaat of diff. schakelaar (2) Multi 9 In = 30 mA automaat of diff. schakelaar (2) Minicompact Vigicompact met ogenblikkelijke werking Vigicompact stand 0 = ogenblikkelijk instelbaar stand I = 60 ms Vigirex RH328A stand 0 = ogenblikkelijk instelbaar(4) stand I = 90 ms In = 300 mA type S stand I stand I stand II stand I stand II stand I stand I stand II stand I stand II
Droge, niet geleidende plaatsen tot 50 50 tot 100 100 tot 166 166 tot 500
Andere plaatsen tot 24 24 tot 48 48 tot 80 80 tot 240 1000 mA 500 mA 300 mA 100 mA hoge en zeer hoge gevoeligheid
(1) De differentieelinrichtingen van Merlin Gerin hebben gevoeligheden In die, bij de meest gebruikelijke uitvoeringen, 2 per 2 steeds een verhouding hebben die groter is dan 2 (10, 30, 100, 300 mA, 1, 3, 10, 30 A). (2) Keuze differentieelschakelaars: zie pag. K15. (3) Op grond van de constructie bestaat er tijdselectiviteit tussen de standen II en I, resp. I en 0. (4) De instelling van de vertragingen is opgegeven voor een relais RH328A, gecombineerd met een vermogensschakelaar Compact NS. Bij een combinatie met een contactor dient men rekening te houden met de onderbrekingstijd van de contactor. Dit houdt in dat men stroomopwaarts van een combinatie contactor + RH328A een differentieelschakelaar moet installeren die ingesteld is op stand II (in plaats van stand I) of een Vigirex RH328A, ingesteld op 250 ms.
Horizontale selectiviteit
Deze laat toe aan het hoofd van de installatie een differentieelvermogensschakelaar uit te sparen, mits de verschillende vermogensschakelaars in hetzelfde bord genstalleerd zijn. Bij het optreden van een fout zal enkel het betrokken vertrek afgeschakeld worden, aangezien de andere differentieelinrichtingen geen foutstroom waarnemen.
Indien alle verbruikersmassas onderling verbonden zijn en ook verbonden zijn met eenzelfde aarding Ru is de minimumvereiste een differentieelinrichting te plaatsen aan het hoofd van de installatie. Aan het hoofd van kringen waarvan de massa of het geheel van de massas verbonden is met een afzonderlijke aarding dient eveneens een differentieelinrichting geplaatst te worden. In bepaalde specifieke gevallen moet een differentieelbeveiliging met hoge gevoeligheid genstalleerd worden (i 30 mA). Typisch zijn kringen met contactdozen met een toegekende stroomsterkte i 30 A, ongeacht de aard van het lokaal, en kringen die vochtige ruimten voeden. In geval meerdere differentieelinrichtingen genstalleerd worden bestaat de mogelijkheid de bedrijfscontinuteit te verbeteren door gebruik te maken van verticale of horizontale selectiviteit.
K185
Vigirex
Rp
Rn
Ra
P25M
Vigilohm EM9
overgang op een ander de changement de rgime nulleiderstelsel met gebruik neutre et mise en uvre van de overeenstemmende des protections beveiligingen (de keuze van correspondantes (le choix het nulleiderstelsel is vrij). du rgime de neutre est Bijv. IT-stelsel libre) ex : rgime IT
discont.
N 1 PE discont.
Vigilohm SM21
discont.
diff. PC contactdoos diff.
Vigilohm SM21
M M Ra1
a) differentieelinrichting met hoge gevoeligheid i 30 mA verplicht bij: c kringen die badkamers voeden, zwembaden, enz. c voeding van installaties zoals op werven e.d., waar gevaar bestaat voor onderbreking van de beschermingsgeleider c enz.
b) lokalen met brandgevaar Een Vigirex-relais of een vermogensschakelaar Vigicompact of een automaat Multi 9 met Vigi-element (drempel ingesteld op 300 mA) verhinderen het voortduren van een foutstroom van meer dan 300 mA.
c) geval waarbij een apparaat met zeer hoge gevoeligheid vereist is. Differentieelinrichting met drempel 10 mA.
d) verafgelegen, niet onderling verbonden massas. Een optredende fout kan een gevaarlijke spanning meebrengen. Een Vigirex-relais of een vermogensschakelaar Vigicompact of een differentieelautomaat Multi 9 met drempel i UL/Ra1 verhindert dat deze spanning langer aanhoudt dan voorzien door de veiligheidscurve.
K186
1i
Vigirex (selectiviteit mits instelling van deze Vigirex Vigirex aan het hoofd van de installatie in de stand 250 ms)
Rp
Rn
Ra
NS100H NS100H
discont.
Vigilohm SM21
discont.
Vigilohm SM21
Opmerking: de SM21 bewaakt de isolatie van de motor en vergrendelt het inschakelen van de contactor bij een optredende fout.
K187
NC100LS/LH
+ Vigi-element
100 bij 40 C
230/400
2-3-4
NC100LS/LH
C120N/H
+ Vigi-element NC100 100 bij 40 C met afzonderlijke torus + Vigi-element/Si 125 bij 40 C
230/400
3-4
230/400
2-3-4
+ Vigi-element/Si + Vigi-element/Si MH
230/500
2-3-4 2-3-4
2-3-4
NS160N/H/L
MH
160 bij 40 C
2-3-4
NS250N/H/L
MH
2-3-4
NS400N/H/L
MB
2-3-4
NS630N/H/L
MB
630 bij 40 C
2-3-4
Voor gebruik bij 400 Hz: zie pag. K68 tot K69. Werkingswaarde: uitschakeling bij In, geen uitschakeling bij In/2. Totale uitschakeltijd bij 2In. Standen ogenblikkelijk of selectief en gevoeligheid In in te stellen met omschakelaars.
K188
1i
torussen type A TA PA IA MA SA GA
torussen type OA POA GOA Torus (*) 280 x 155 470 x 160
(mm) 46 110
Installatie
Type torus: gesloten of opengaand. Verbinding torus-Vigirex: met afgeschermde kabel.
of
Parallelmontage van torussen Het is mogelijk meerdere torussen in parallel aan te sluiten op een Vigirex, bijv. ten behoeve van parallelle kabels waarvoor ook een grote torus niet volstaat. Deze werkwijze gaat echter ten koste van de gevoeligheid van de inrichting, waardoor de uitschakeldrempel verhoogt (bijv. +10% bij 2 torussen in parallel) c een torus plaatsen per kabel (max. 5), de richting van de energiestroom in acht nemend: teken gesloten torus, teken opengaande torus c de klemmen S1 samen aansluiten en ook de klemmen S2 samen aansluiten. Montage van torussen bij grote railstellen Ingeval het onmogelijk blijkt een torus rond een railstel te installeren kan men hem aanbrengen op de aardverbinding van de nulleider van de transformator.
HT/LS
Installatie van een differentieelinrichting met afzonderlijke torus laat zonder speciale maatregelen nauwelijks de volgende verhouding toe:
In
I fase max.
<
1 000
winstfactor 3 2 2 6 4 3 3 2
Deze waarde kan als volgt aanzienlijk verhoogd worden: maatregelen zorgvuldig centreren van de kabels in de torus overdimensionering van de torus
Gebruik van een stalen of weekijzeren mof c met dikte 0,5 mm c met lengte gelijk aan de diameter van de torus c de kabel volledig omgevend en met afgedekte uiteinden
Deze maatregelen kunnen gecombineerd worden. Door de kabels zorgvuldig te centreren in een torus van 200 mm (terwijl 50 zou volstaan) en bovendien een mof te plaatsen, kan de verhouding 1/1000 verbeterd worden tot (1) 1 30000
(1) Let op: de vermelde winstfactoren mogen niet zonder meer vermenigvuldigd worden.
K189
Een fout tussen fase en massa dient gelimineerd te worden binnen een tijd die des te korter is naarmate de contactspanning Uc hoger is (potentiaalverschil tussen twee gelijktijdig genaakbare massas of tussen de massa en de aarde). Bij het stelsel met nulleiderverbinding TN of bij gesoleerde nulleider IT (dubbele fout) dient de beveiliging van personen tegen onrechtstreekse aanraking verzekerd te worden door beveiligingsinrichtingen tegen overstromen. Indien de beveiliging verzekerd wordt door middel van een vermogensschakelaar dient deze uit te schakelen: c bij de eerste fout in het stelsel met nulleiderverbinding TN c bij twee gelijktijdige fouten in het stelsel met gesoleerde nulleider IT. Bij vermogensschakelaars dient men er zich van te vergewissen dat Im < Id (Im: instelstroom van de magnetische beveiliging of korte vertraging, Id: foutstroom fase/massa). Id neemt af naarmate de lengte l van de kabels stroomafwaarts van de vermogensschakelaar toeneemt. De voorwaarde Im < Id kan dus ook uitgedrukt worden als L < L max. De tabellen op pag. K193 tot K198 en K207 tot K212 geven voor elke kabeldoorsnede de maximale lengte L max waarbij een vermogensschakelaar met een gegeven kaliber de beveiliging van personen nog kan verzekeren. In dat geval is steeds voldaan aan de veiligheidsvoorwaarde t = f(Uc), ongeacht de toepasselijke grensspanning UL = 50 of 25 V, aangezien de onderbrekingstijd van een automaat Multi 9 of een vermogensschakelaar Compact altijd voldoende kort is (grootteorde 10 tot 20 ms). Het voldoen aan de voorwaarde L < L max sluit niet uit dat men de spanningsval U % dient te berekenen tussen het begin van de installatie en het gebruikspunt, waarbij U % kleiner moet zijn dan 5% of 8%, naargelang de soort toepassing. In het bijzonder bij een TN-stelsel, met een automaat met curve B of type G, TM-G of een vermogensschakelaar met elektronische beveiligingsunit type STR en bij Sfase/SPE = 1, zijn de maximale kabellengten niet altijd aanvaardbaar wegens een te grote spanningsval.
De lengte L max. van de kabels, waarbij de beveiliging van personen verzekerd is, neemt toe als de kabeldoorsnede groter is (indien men de doorsnede vergroot daalt de impedantie en neemt Id toe tot Im < Id). Men kan dus, indien met grote kabellengten gewerkt wordt, of indien het installeren van een automaat met curve B of type G of een vermogensschakelaar met beveiligings-unit type ST of STR (elektronisch) niet volstaat (verbruikers met piekstromen) (1) de doorsnede van de beschermingsgeleider vergroten, indien deze kleiner is dan die van de fasen, ofwel kan men in elk geval voor alle geleiders een grotere doorsnede voorzien. Dit laatste is echter een zeer dure oplossing, die soms zelfs niet uitvoerbaar is (1).
(1) Indien men te maken heeft met verbruikers met piekstromen is het noodzakelijk geleiders met grotere doorsnede te voorzien. Het aanzetten van een motor kan een spanningsval van 15 tot 30% veroorzaken, waarbij de kans bestaat dat de motor niet opstart.
In alle gevallen waarbij de voorgaande methoden niet toelaten de beveiliging van personen te verzekeren bestaat de enige oplossing erin een differentieelinrichting voor residuele stroom te gebruiken. De differentieelbeveiliging is inderdaad het enige middel dat toelaat de foutstroom, die in dit geval een hoge waarde kan hebben, op te sporen en te onderbreken: een inrichting met lage gevoeligheid volstaat (1 of 3 A). Deze oplossing maakt verdere controles overbodig. Zij is bijzonder aan te bevelen: c bij eindkringen, die steeds onderhevig zijn aan wijzigingen tijdens de exploitatie c bij eindkringen die contactdozen voeden, waarop soepele kabels worden aangesloten met meestal onbekende lengte en doorsnede.
K190
De methode bestaat erin de wet van Ohm toe te passen op het ene vertrek dat bij de fout betrokken is, uitgaande van de volgende hypothesen: c de spanning tussen de fase met de fout en de beschermingsgeleider PE (of PEN) bedraagt aan het begin van de kring 80% van de enkelvoudige nominale spanning c de reactanties van de geleiders ten opzichte van hun weerstand (1) worden verwaarloosd. De berekening komt er dan op neer te controleren of de lengte van de kring lager is dan de waarde die bekomen wordt met de onderstaande formule:
L max = 0,8 x V x Sfase
(1 + m) I magn
(1) Deze benadering wordt toelaatbaar geacht tot een doorsnede van 120 mm2. Daarboven dient men de weerstand als volgt te verhogen (A.R.E.I. art. 251.08.b): S = 150 mm2: R + 15% S = 185 mm2: R + 20% S = 240 mm2: R + 25% S = 300 mm2: R + 35% (waarde niet beschouwd door de norm).
(2) Het A.R.E.I. beveelt aan de nulleider niet te verdelen bij een IT-stelsel. Een van de redenen hiervoor is dat de maximumlengten relatief klein zijn.
Het principe blijft hetzelfde als bij een TN-stelsel: men vertrekt van de hypothese dat de som van de spanningen tussen de beschermingsgeleider bij het begin van elke foutieve kring gelijk is aan 80% van de normale spanning. Gezien de praktische onmogelijkheid de controle uit te voeren voor elke configuratie met dubbele fout worden de berekeningen uitgevoerd op grond van een veronderstelde gelijke verdeling van de spanning tussen elk van de beide kringen met een fout (ongunstige hypothese). Door net als bij een TN-stelsel de reactanties van de geleiders ten opzichte van hun weerstand te verwaarlozen(1), komt de berekening erop neer te controleren of de lengte van elke kring lager is dan de maximumwaarde die bekomen wordt met behulp van de onderstaande formules. c nulleider niet verdeeld: 2 (1 + m) I magn c nulleider verdeeld(2)
L max = 0,8 V S1 L max = 0,8 U Sfase
2 (1 + m) I magn
verdeelbord
Resultaten c foutstroom: ongeveer 11,6 kA. De instelling van de magnetische beveiliging op 8000 A voldoet dus. c contactspanning: ongeveer 75 V. De maximale onderbrekingstijd bedraagt volgens de veiligheidscurve 700 ms, zodat men zonder enig probleem alle selectiviteitsstanden van de Masterpact kan gebruiken.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K191
Masterpact,
Rp
Rna
Ra NS160 PE NS160
1 2 3 PEN
A.S.I
XC40
NS80H type MA
P25M
Fase PH N PE
discont.
Mogelijkheid tot verandering van nulleiderstelsel: c TT-stelsel : v een transformator met gescheiden wikkelingen installeren op net 2 v een differentieelbeveiliging voorzien (bijv. klimatisering) c IT-stelsel : v een transformator met gescheiden wikkelingen installeren op net 2 v permanente isolatiecontrole voorzien op de toepassing waarbij bedrijfscontinuteit noodzakelijk is.
Ra
NC100L MA NC100L NC100LMA C60L MAMA instantan instantan ogenblikk. 300mA 300mA 300 mA
Vigirex
3 N PE discont.
Vigilohm SM21
discont.
Vigilohm SM21
M M Ra1
a) differentieelinrichting met hoge gevoeligheid i 30 mA verplicht bij: c kringen die badkamers en zwembaden voeden c voeding van installaties zoals op werven e.d., waar gevaar bestaat voor onderbreking van de beschermingsgeleider c enz.
b) lokalen met brandgevaar. Een Vigirex-relais of een vermogensschakelaar Vigicompact of een automaat Multi 9 met Vigi-element (drempel ingesteld op 300 mA) verhinderen het voort-duren van een foutstroom van meer dan 300 mA.
c) grote kabellengte. In dit geval is de foutstroom begrensd. Naargelang het geval kan de uitschakeling verzekerd worden door een vermogensschakelaar Compact G of STR of een automaat Multi 9 met curve B of een differentieelautomaat Minicompact of een differentieelvermogensschakelaar Vigicompact of een Vigirexrelais, drempel In < I foutstroom.
d) verafgelegen, niet onderling verbonden massas. De foutspanning kan gevaarlijk zijn. Een Vigirex-relais of een differentieelvermogensschakelaar Vigicompact of een differentieelautomaat Multi 9, drempel I i U R , L a1 verzekeren beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking. Opmerking: de SM21 bewaakt de isolatie van de motor en vergrendelt het inschakelen van de contactor bij een optredende fout.
K192
Maximale kabellengten
1i
Maximale kabellengten (in meter) bij een TN-stelsel met beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking door automaten of vermogensschakelaars.
Correktiefactoren, toe te passen op de in de tabellen K193 tot K198 opgegeven lengten Sfase 1 2 3 m= SPE (1) netten 400 V Cu-kabel 1 0,67 0,50 tussen de fasen Al-kabel 0,62 0,41 0,31
(1) Bij netten 237 V tussen de fasen bovendien een cofficint 0,57 gebruiken. Bij nfasige netten 237 V (tussen fase en N), deze bijkomende cofficint niet gebruiken .
4 0,40 0,25
P25M
Driefasig net, 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V , TN-stelsel.
Sfasen mm2 1,5 2,5 4 5 (2 x 2,5) Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50
0,4
0,6 730
1 426 710
1,6 255 425 681 851 32 38 64 102 153 256 409 639 894
2,4 170 284 454 568 40 31 51 82 123 204 327 454 636
10 42 71 113 142 63 19 32 52 78 130 208 325 454 649 50 12 20 33 49 82 131 204 286 409 50 9 15 23 35 58 93 146 204 292
16 27 44 71 89 80 15 28 41 61 102 164 258 358 511 63 10 16 26 39 65 104 162 227 325 63 7 12 19 28 46 74 116 162 232 80 8 13 20 31 51 82 128 179 258 80 5 9 14 21 35 58 88 123 178
20 21 35 56 71
C60N/L, CN120N/H
Curve B driefasig net, 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V , TN-stelsel.
kaliber (A) 10 16 123 77 204 128 327 204 491 307 818 511 818
25 25 41 65 98 164 262 409 572 818 25 18 29 47 70 117 187 292 409 584
32 19 32 51 77 128 204 319 447 639 32 14 23 37 55 91 146 228 319 456 16 27 46 73 110 183 292 456 639 913
40 15 26 41 61 102 164 256 358 511 40 11 18 29 44 73 117 183 258 365 25 18 29 47 70 117 187 292 409 584
16 27 46 73 110 183 292 456 639 913 10 44 73 117 175 292 467 730
C60LMA, NG125LMA
Curve MA driefasig net, 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V , TN-stelsel.
kaliber (A) 1,6 2,5 274 175 456 292 730 467 701
80 5 7 12 18 30 48 76 106 152
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 20 %. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 20 %.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K193
(1) Bij netten 237 V tussen de fasen bovendien een cofficint 0,57 gebruiken. Bij nfasige netten 237 V (tussen fase en N), deze bijkomende cofficint niet gebruiken .
NS80H-MA
Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = Spe, UL = 50 V TN-stelsel.
Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185
25 150 35 59 94 140 234 375 585 819 1170 1639 40 80 66 110 176 263 439 702 1097 1536 2194
700 8 13 20 30 50 80 125 176 251 351 63 125 42 70 112 169 281 449 702 983 1404 1966
NS100N/H/L
Losser type TM-G driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = Spe, UL = 50 V TN-stelsel.
NS100N/H/L
Losser type MA driefasig net 400 V, koperen kabel, Sfase = Spe, UL = 50 V TN-stelsel.
50 300 18 29 47 70 117 187 293 410 585 819 1112 1404 1756
100 600 11 18 29 44 73 117 183 256 366 512 695 878 1097 1353 500 4000 1 2 4 5 9 14 22 31 44 61 83 105 132 162
1400 4 6 9 14 24 38 60 85 121
1950 3 5 7 11 18 29 45 63 90 126
2860 2 3 5 7 12 20 31 43 61 86 117
4160 1 2 3 5 8 14 21 30 42 59 80 101
6500 1 1 2 3 5 9 14 19 27 38 51 65 81 100
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 20 %. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 20 %. K194
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
NS100N/H/L
Losser type TM-D Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = Spe, UL = 50 V TN-stelsel.
Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300
80 650 8 14 22 32 54 86 135 189 270 378 513 250 1250 4 7 11 17 28 45 70 98 140 197 267 337 421 520 674 843
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 20 %. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 20 %.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K195
Im (A) STR22SE 40 A STR22SE 100 A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 Im (A) STR22SE 160 A STR22SE 250 A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 Im (A) NS400 NS630 Sfasen (mm2) 35 50 70 95 120 150 185 240 300
38 c
60 c
80 c c 69 114 183 275 458 733 1145 1603 2290 3206 4351
95 c c 58 96 154 231 386 617 964 1350 1928 2700 3664 4628
126 c c 44 73 116 174 291 465 727 1018 1454 2035 2762 3489 4362
150 c c 37 61 98 147 244 391 611 855 1221 1710 2320 2931 3664 4519
160 c c 34 57 92 137 229 366 572 801 1145 1603 2175 2748 3435 4236 5496 640 c c 9 14 23 34 57 92 143 200 286 401 544 687 859 1059 1374 1717
200 c c 27 46 73 110 183 293 458 641 916 1282 1740 2198 2748 3389 4397 5496 790 c 7 12 19 28 46 74 116 162 232 325 441 557 696 858 1113 1391 1600 c c 80 114 160 218 275 343 424 550 687
250 c c 22 37 59 88 147 234 366 513 733 1026 1392 1759 2198 2711 3517 4397 800 c c 7 11 18 27 46 73 114 160 229 321 435 550 687 847 1099 1374 2000 c c 64 92 128 174 220 275 339 440 550
315 c c 17 29 47 70 116 186 291 407 582 814 1105 1396 1745 2152 2791 3489
400 c c 14 23 37 55 92 147 229 321 458 641 870 1099 1374 1694 2198 2748
500 c 11 18 29 44 73 117 183 256 366 513 696 879 1099 1356 1759 2198
630 c 9 15 23 35 58 93 145 204 291 407 552 698 872 1076 1396 1745
1000 c 5 9 15 22 37 59 92 128 183 256 348 440 550 678 879 1099
150 c 37 61 98 147 244 391 611 855 1221 1710 2320 2931 3664 4519
235 c 23 39 62 94 156 249 390 546 780 1091 1481 1871 2339 2884 3742 4677 378 c c
240 c c 23 38 61 92 153 244 382 534 763 1069 1450 1832 2290 2824 3664 4580
320 c c 17 29 46 69 114 183 286 401 572 801 1088 1374 1717 2118 2748 3435
375 c c 15 24 39 59 98 156 244 342 489 684 928 1172 1466 1807 2345 2931 800 c c 160 229 321 435 550 687 847 1099 1374
500 c c 11 18 29 44 73 117 183 256 366 513 696 879 1099 1356 1759 2198
1000 1250 1575 1600 2500 c c c c c c c 5 9 15 22 37 59 92 128 183 256 348 440 550 678 879 1099 4 7 12 18 29 47 73 103 147 205 278 352 440 542 703 879 3 6 9 14 23 37 58 81 116 163 221 279 349 430 558 698 4000 c c 32 46 64 87 110 137 169 220 275 3 6 9 14 23 37 57 80 114 160 218 275 343 424 550 687 6300 c 20 29 41 55 70 87 108 140 174 2 4 6 9 15 23 37 51 73 103 139 176 220 271 352 440
240 c 534 763 1069 1450 1832 2290 2824 3664 4580
600 c c 214 305 427 580 733 916 1130 1466 1832
1250 c c 103 147 205 278 352 440 542 703 879
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 15 %. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 15 %. K196
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
Im STR22ME 40A STR22ME 50A STR22ME 80A STR22ME 100A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 Im STR22ME 150A STR22ME 220A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300
312 c
390 c c
520 c c
624
650 c
780
1040
1170
1300
c 18 29 47 70 117 188 294 14 23 38 56 94 150 235 329 470 658 892 11 18 28 42 70 113 176 247 352 493 669 845 1057 1303 1691 2114 9 15 23 35 59 94 147 205 294 411 558 705 881 1086 1409 1761 1702 c c 3 5 9 13 22 34 54 75 108 151 204 258 323 398 516 645 2860 c 45 64 90 122 154 192 237 307 384 8 14 23 34 56 90 141 197 282 395 535 676 845 1043 1353 1691 1950 c 3 5 8 11 19 30 47 66 94 132 178 225 282 348 451 564 3900 c c 33 47 66 89 113 141 174 225 282
c c 7 12 19 28 47 75 117 164 235 329 446 564 705 869 1127 1409 2314 c 2 4 6 9 16 25 40 55 79 111 150 190 237 293 380 475 4160 c 31 44 62 84 106 132 163 211 264
c c 5 9 14 21 35 56 88 123 176 247 335 423 528 652 845 1057 2665 c 2 3 5 8 14 22 34 48 69 96 131 165 206 254 330 412
c 4 7 11 17 28 45 70 99 141 197 268 338 423 521 676 845 2860 c 2 3 5 8 13 20 32 45 64 90 122 154 192 237 307 384 6500 c 20 28 39 54 68 85 104 135 169
1170 c 5 8 13 19 31 50 78 110 157 219 297 376 470 579 752 939 2665 c 48 69 96 131 165 206 254 330 412
Im STR43ME 320A STR43ME 500A Sfasen (mm2) 35 50 70 95 120 150 185 240 300
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 15 %. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 15 %.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K197
NS800N/H/L
Met elektronische beveiliginsunit type Micrologic 2.0A - 5.0A - 7.0A Driefasig net 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V TN-stelsel
I magn. (A) Sfasen (mm2) 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 I magn. (A) Sfasen (mm2) 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 I magn. (A) Sfasen (mm2) 35 50 70 95 120 150 185 240 300
Ir = 0,4 (320 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 480 3 200 181 254 362 507 688 870 945 1117 1391 1672 27 38 54 76 103 130 141 167 208 251
Ir = 0,5 (400 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 600 4 000 145 203 290 406 551 696 756 893 1113 1338 22 30 43 61 83 104 113 134 167 200
Ir = 0,63 (500 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 750 5 000 116 162 232 325 441 557 605 715 890 1070 17 24 34 48 65 82 94 107 133 160
Ir = 0,8 (640 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 960 6 400 91 127 181 254 344 435 472 558 695 836 14 19 27 38 52 65 71 84 104 125
Ir = 1 (800 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 200 8 000 72 101 145 203 275 348 378 446 556 669 11 15 22 30 41 52 56 67 83 100
NS1000N/H/L
Met elektronische beveiliginsunit type Micrologic 2.0A - 5.0A - 7.0A Driefasig net 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V TN-stelsel
Ir = 0,4 (400 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 600 4 000 145 203 290 406 551 696 756 893 1113 1338 22 30 43 61 83 104 113 134 167 200
Ir = 0,5 (500 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 750 5 000 116 162 232 325 441 557 605 715 890 1070 17 24 34 48 65 82 92 107 133 160
Ir = 0,63 (630 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 945 6 300 92 129 184 258 350 442 480 567 706 849 14 19 28 39 52 66 72 85 106 127
Ir = 0,8 (800 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 200 8 000 72 101 145 203 275 748 378 446 556 669 11 15 22 30 41 52 56 67 83 100
Ir = 1 (1 000 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 500 10 000 58 81 116 162 220 278 302 357 445 535 9 12 17 24 33 42 45 53 66 80
NS1250N/H
Met elektronische beveiliginsunit type Micrologic 2.0A - 5.0A - 7.0A Driefasig net 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V TN-stelsel
Ir = 0,4 (500 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 750 5 000 162 232 325 441 567 605 715 890 1070 24 34 48 65 82 94 107 133 160
Ir = 0,5 (625 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 937 6 250 130 186 260 353 445 484 572 712 856 19 28 39 53 67 72 86 107 128
Ir = 0,63 (787,5) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 181 7 875 103 147 206 280 353 384 454 565 679 15 22 31 42 53 57 68 85 102
Ir = 0,8 (1 000 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 500 10 000 81 116 162 220 278 302 357 445 535 12 17 24 33 42 45 53 66 80
Ir = 1 (1 250 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 875 12 500 65 93 130 176 223 242 286 356 428 10 14 19 26 33 36 43 53 64
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 15 %. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 15 %. K198
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
Signalering bij enkele fout (mogelijkheid tot behoud van de bedrijfscontinuteit) Uitschakeling bij dubbele fout
Masterpact uittrekbaar dbrochable of Visucompact ou Visucompact
Masterpact
HS/LS HT/BT
(1)
1 2 3 PE
Rp
Cardew C
NS250N
NS160
Rn Vigilohm TR22A
1 2 3 PE
NS80H type MA
P25M
1 2 3 PE
discont.
Verandering van nulleiderstelsel met gebruik van de overeenstemmende beveiligingen (keuze van het nulleiderstelsel vrij). Bijv. TT- of TN-stelsel. (1) Indien de massa-aarding van de post niet verbonden is met de massas van de verbruikers, moet aan het hoofd van de installatie een differentieelinrichting genstalleerd worden.
NC100LMA C60L MA
diff.
Vigirex
discont.
Vigilohm SM21
discont.
Vigilohm SM21
M M Ra1
a) differentieelinrichting met hoge gevoeligheid i 30 mA verplicht bij: c kringen die badkamers en zwembaden voeden c voeding van installaties zoals op werven e.d., waar gevaar bestaat voor onderbreking van de beschermingsgeleider c enz.
b) lokalen met brandgevaar. Een Vigirex-relais of een vermogensschakelaar Vigicompact of een automaat Multi 9 met Vigi-element (drempel ingesteld op 300 mA) verhinderen het voortduren van een foutstroom van meer dan 300 mA.
c) grote kabellengte. In dit geval is de foutstroom begrensd. Naargelang het geval kan de uitschakeling verzekerd worden door een vermogensschakelaar Compact G of STR of een automaat Multi 9 met curve B of een differentieelautomaat Multi 9 of een differentieelvermogensschakelaar Vigicompact of een Vigirexrelais, drempel In < I foutstroom.
d) verafgelegen, niet onderling verbonden massas. De foutspanning kan gevaarlijk zijn. Een Vigirex-relais of een differentieelvermogensschakelaar Vigicompact of een differentieelautomaat Multi 9, drempel IniU2/RA1, verzekeren beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking. Opmerking : de SM21 bewaakt de isolatie van de motor en vergrendelt het inschakelen van de contactor bij een optredende fout.
K199
c in combinatie met een draagbare ontvanger XRM en een stroomtang manueel het vertrek te lokaliseren waarop de fout zich voorgedaan heeft.
Rp
Cardew C
NS250N
NS160
NS160
Rn
XM200
XD301
XD312
XD312
XD312
XRM
M Vigilohm SM21
Mogelijkheid tot verandering van nulleiderstelsel: c TT-stelsel: v een transformator met gescheiden wikkelingen installeren op net 2 v een differentieelbeveiliging voorzien (bijv.: klimatisering) c IT-stelsel: v een transformator met gescheiden wikkelingen installeren op net 2 v een permanente isolatiecontrole voorzien op de toepassing waarbij bedrijfscontinuteit vereist is.
(1) Indien de massa-aarding van de post niet verbonden is met de massa's van de gebruikers, moet aan het hoofd van de installatie een differentieelinrichting genstalleerd worden.
Opm.: de SM21 bewaakt de isolatie van de motor en vergrendelt het inschakelen van de contactor bij het optreden van een fout. K200
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
De permanente bewaking van het isolatieniveau moet het ganse net dekken, met behulp van de passende apparatuur.
TR22A
20 tot 1 000Hz i 760 V 20 tot 1 000 Hz i 440 V WS i 50 km GS 0,7 tot 100 k c 110 tot 525V c IP40 IP40
XM200
45 tot 400 Hz i 760 V 45 tot 400 Hz i 440 V WS i 30 km WS 10 tot 100 k 0,1 tot 200 k c 115 tot 525 V c IP30
XM300C
45 tot 400 Hz i 760 V 45 tot 400 Hz i 440 V WS i 30 km WS 1 tot 299 k 0,2 tot 100 k c 115 tot 525 V c IP30
XML308/316
45 tot 400 Hz i 760 V 45 tot 400 Hz i 440 V WS i 30 km WS 1 tot 299 k 0,2 tot 100 k c 115 tot 525 V c IP30
De permanente bewaking van het isolatieniveau gebeurt dan op het IT-gedeelte, met behulp van de passende apparatuur.
EM9
50 tot 1 000 Hz i 760 V 50 tot 1 000 Hz i 440 V WS i 50 km GS 10 tot 150 k neen 115 tot 480 V
EM9T
50 tot 1 000 Hz i 380 V 50 tot 1 000 Hz i 440 V WS i 50 km GS 10 tot 150 k neen 24 tot 240 V c IP30 IP20
EM9B
50 tot 1 000 Hz i 760 V 50 tot 1 000 Hz i 220 V WS i 50 km GS 1 tot 100 k neen 115 tot 480 V c IP30 IP20
TR5A
i 420 V GS i 50 km detectie van spanningsonevenwicht 24/48 V : 5 tot 25 k 120 V : 10 tot 50 k 220 tot 500 V : 30 tot 150 k neen zonder hulpbron c IP30 IP20
c IP30 IP20
K201
isolatiefouten en de betrokken waarden voor elk bewaakt vertrek. In combinatie met torussen van het type A kunnen de apparaten voor foutlokalisering XL308 en XL316 het isolatieniveau van elk bewaakt vertrek meten, uitlezen en signaleren. Bovendien signaleren/communiceren ze bij elk vertrek of de isolatiewaarde beneden een door de exploitant bepaalde drempel daalt. Dit laat toe gericht preventief onderhoud te plannen. Vigilohm System XML308 en XML316 De apparaten Vigilohm System XML308 en XML316 combineren in een enkele behuizing alle functies van de Vigilohm System XM300C en de apparaten voor foutlokalisering XL08 en XL16.
XM300C
45 tot 400 Hz i 1700 V (1) 45 tot 400 Hz i 1000 V (1) i 1200 V(1) WS : 2,5 Hz 1 tot 299 k 0,2 tot 99,9 k digitale uitlezing 115 tot 525 V c IP30
XML308/316
45 tot 400 Hz i 1700 V (1) 45 tot 400 Hz i 1000 V (1) i 1200 V(1) WS : 2,5 Hz 1 tot 299 k 0,2 tot 99,9 k digitale uitlezing 115 tot 525 V c IP30
Un (V)
nulleider toegankelijk
HS
LS
HS
LS
i 230 230 < U i 400 400 < U i 660 660 < U i 1 000 1 000 < U i 1 560
type "250 V" type "250 V" type"440 V" type"660 V" type "1 000 V" (kVA) 100 25 35 160 35 50 250 50 70 315 50 95 400 70 120 500 95 150 630 120 185 800 120 185
type "250 V" type "440 V" type "660 V" type "1 000 V"
K202
1i
PE
CPI PIB
PIB CPI
1 2 3
K203
CPI PIB
CPI PIB
CPI PIB
XAS
1 2 3
Economische oplossing Het is mogelijk het apparaat voor permanente isolatiecontrole rechtstreeks op het hoofdrailstel aan te sluiten. Deze configuratie laat niet toe de secundaire wikkeling van de transformatoren te bewaken, noch de aankomstkabels, noch de overspanningsbegrenzers indien een of meerdere aankomstvermogensschakelaars openen.
Anderzijds, bij het koppelen van railstellen stelt zich opnieuw het probleem van het onderling uitsluiten van de apparaten voor isolatiebewaking.
1 2 3 N CPI PIB
K204
1i
TR
gelijkrichterredresseur chargeur lader omvormer onduleur
TO
keten 1 1 chaine
Configuratie van een onderbrekingsvrije voeding en plaatsing van de eventueel noodzakelijke transformatoren voor aanpassing van de spanning en/of de galvanische scheiding.
Opmerkingen: c de PIB 2 moet zo aangesloten worden dat haar werking verzekerd blijft, zelfs tijdens onderhoudswerkzaamheden aan een van de parallelle ketens c de PIB 2 bewaakt (terwijl zij in dienst is) het geheel van de installaties stroomafwaarts en stroomopwaarts, tot aan de geopende onderbrekingsinrichtingen stroomopwaarts c in de praktijk zijn de ketens gelijkrichteromvormer identiek en omvatten zij vaak ten minste een scheidingstransformator, TR, TO of beide. Ook hangt de indienststelling van de PIB 2 slechts af van de afwezigheid van spanning stroomopwaarts van de by-pass en haar bewaking strekt zich uit over de stroomopwaartse installatie, behalve indien een onderbrekingsinrichting op de by-pass geopend is.
interrupteur
R2 R1
1
CPI PIB CPI 2 CPI PIB CPI 2 2
Beveiligingsinrichtingen voor personen bij een installatie met een onderbrekingsvrije voeding zonder galvanische scheiding.
K205
U2
U1
circuit by-pass
De beveiliging van personen bij tweede fout wordt normaal verzekerd door de beveiligingen tegen overstromen.
Interactie tussen de bewakingsinrichtingen van de GS-kringen en die van de installaties stroomopwaarts en stroomafwaarts
Deze interactie is rechtstreeks verbonden met het schema van de onderbrekingsvrije voeding. Zij hangt in het bijzonder af van: c het al dan niet aanwezig zijn van een statische contactor c het aantal onderbrekingsvrije voedingen: een enkele of meerdere met passieve of actieve redundantie v het al dan niet aanwezig zijn van een galvanische scheidingstransformator TR of TO. afhankelijk van de gekozen beveiligingsinrichtingen en het nulleiderstelsel van de installaties stroomopwaarts en stroomafwaarts. Deze interactie kan positief zijn Bijv. indien de beveiligingsinrichting stroomopwaarts eveneens de GS-kringen bewaakt Zij kan negatief zijn: c tussen twee apparaten voor isolatiebewaking: net als bij WS-kringen zullen ook hier twee apparaten van hetzelfde type, aangesloten op twee elektrisch niet gescheiden installaties, elkaar wederzijds storen. Dit kan voorkomen worden door gebruik van een relais, zoals R1 op het schema. c tussen een apparaat voor isolatiebewaking met injectie en een apparaat met spanningsbalans: een apparaat dat gelijkstroom of laagfrequente wisselstroom injecteert zal de inwendige weerstand (R/2) van een inrichting met spanningsbalans meten. Genstalleerd aan beide zijden van een vermogensomvormer (gelijkrichter of wisselrichter) zonder galvanische scheiding zal de wederzijdse storing rechtstreeks afhangen van de geleidingsgraad van de halfgeleiders van de omvormer. Deze interactie kan zonder gevolg zijn: c indien er een galvanische scheiding bestaat tussen de batterijen en de installaties (WS) stroomopwaarts en stroomafwaarts c tussen het apparaat voor isolatiebewaking en een differentieelinrichting of vermogensschakelaar.
K206
PIB CPI 2
Maximale kabellengten
1i
Maximale kabellengte van de leidingen (in meter) bij een IT-stelsel met beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking door vermogensschakelaars of automaten.
(*) Bij netten 237 V tussen de fasen bovendien een cofficint 0,57 gebruiken. Bij nfasige netten 237 V (tussen fase en N), deze bijkomende cofficint niet gebruiken.
P25M
Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = SPE, UL = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
Sfasen mm2 1,5 2,5 4 5 (2 x 2,5) Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 Sfasen mm2 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50
0,4 899
1,6 222 370 592 740 32 33 55 88 132 221 354 553 774
2,4 118 246 395 493 40 27 44 71 106 176 283 393 550 885 25 21 35 56 84 142 226 354 495 705 25 15 25 40 60 101 161 252 354 505
10 37 61 98 123 63 16 27 45 67 112 180 281 393 562 50 10 17 28 42 71 113 176 247 354 50 7 13 19 30 50 80 126 176 252
16 23 39 62 79 80 13 24 35 52 88 142 223 310 442 63 8 13 22 33 56 90 140 196 281 63 6 10 16 24 39 64 100 140 200 80 6 11 17 26 44 71 110 155 223 80 4 7 12 18 30 50 76 106 154
20 18 31 49 61
C60N/L, C120N/H
Curve B Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = SPE, UL = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
kaliber (A) 10 16 107 67 176 110 283 176 425 265 708 442 708
20 26 44 71 106 176 283 442 620 885 20 19 32 50 76 126 202 316 442 632
32 16 27 44 66 110 176 276 387 553 32 12 19 32 47 78 126 197 276 394 16 23 39 63 95 158 252 394 553 790
40 13 22 35 52 88 142 221 310 402 40 9 15 25 38 63 101 158 223 316 25 15 25 40 60 101 161 252 354 505
16 23 39 63 95 158 252 394 553 790 10 38 63 101 151 252 404 632 885
C60LMA, NG125LMA
Curve MA Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = SPE, UL = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
kaliber (A) 1,6 2,5 237 151 394 252 632 404 607
80 4 6 10 15 26 42 66 92 142
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 20%. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 20%.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K207
(1) Bij netten 237 V tussen de fasen bovendien een cofficint 0,57 gebruiken. Bij nfasige netten 237 V (tussen fase en N), deze bijkomende cofficint niet gebruiken.
NS80H-MA
Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = SPE, UL = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185
kaliber (A) In (A) 2,5 Im (A) 15 296 494 790 1185 1975 3160
6,3 35 127 212 339 508 847 1354 2116 2963 4233
88 51 84 135 202 337 539 842 1178 1684 2357 25 80 56 93 148 222 370 593 926 1296
25 150 30 49 79 119 198 316 494 691 988 1383 40 80 56 93 148 222 370 593 926 1296 1852
700 6 11 17 25 42 68 106 148 212 296 63 125 36 59 95 142 237 379 593 830 1185 1659
NS100N/H/L
Losser type TM-G Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = SPE, UL = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
NS100N/H/L
Losser type MA Driefasig net, 400 V, koperen kabel, Sfase = SPE, UL = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
kaliber (A) In (A) 2,5 Im (A) 15 296 494 790 1185 1975 3160
6,3 35 127 212 339 508 847 1354 2116 2963 4233
12,5 75 59 99 158 237 395 632 988 1383 1975 2765 3753
25 150 30 49 79 119 198 316 494 691 988 1383 1877 2370
50 300 15 25 40 59 99 158 247 346 494 691 938 1185 1481 1827
100 600 9 15 25 37 62 99 154 216 309 432 586 741 926 1142
1400 3 5 8 12 21 33 53 74 106
1950 2 4 6 9 15 24 38 53 76 106
2860 2 3 4 6 10 17 26 36 52 73 98
4160 1 2 3 4 7 11 18 25 36 50 68 85
6500 1 1 2 3 5 7 11 16 23 32 43 55 68 84
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 20%. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 20%. K208
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
NS100N/H/L
Losser type TM-D Driefasig net, 400 V, geaarde nulleider, koperen kabel, Sfase = Spe, Ui = 50 V, IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300
80 650 7 12 19 28 47 75 118 165 235 329 447 250 1250 4 6 9 14 24 38 59 83 119 166 225 284 356 439 569 711
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 20%. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 20%.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K209
Im (A) STR22SE 40 A STR22SE 100 A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 Im (A) STR22SE 160 A STR22SE 250 A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300
60 c c 77 129 206 309 515 824 1288 1804 2576 3607 4895
80 c c 58 97 155 232 386 618 966 1353 1932 2705 3671 4638
95 c c 49 81 130 195 325 521 814 1139 1627 2278 3092 3905 4882
126 c c 37 61 98 147 245 393 613 859 1227 1718 2331 2945 3681 4540
150 c c 31 52 82 124 206 330 515 721 1031 1443 1958 2473 3092 3813 4947 500 c c 9 15 25 37 62 99 155 216 309 433 587 742 928 1144 1484 1855 800 c c 135 193 271 367 464 580 715 928 1159
160 c c 29 48 77 116 193 309 483 676 966 1353 1836 2319 2899 3575 4638 5797 640 c c 7 12 19 29 48 77 121 169 242 338 459 580 725 894 1159 1449
200 c c 23 39 62 93 155 247 386 541 773 1082 1469 1855 2319 2860 3710 4638 790 c 6 10 16 23 39 63 98 137 196 274 372 470 587 724 939 1174
250 c c 19 31 49 74 124 198 309 433 618 866 1175 1484 1855 2288 2968 3710 800 c c 6 10 15 23 39 62 97 135 193 271 367 464 580 715 928 1159
315 c c 15 25 39 59 98 157 245 344 491 687 932 1178 1472 1816 2356 2945
400 c c 12 19 31 46 77 124 193 271 386 541 734 928 1159 1430 1855 2319
500 c 9 15 25 37 62 99 155 216 309 433 587 742 928 1144 1484 1855
630 c 7 12 20 29 49 79 123 172 245 344 466 589 736 908 1178 1472
1000 c 5 8 12 19 31 49 77 108 155 216 294 371 464 572 742 928
150 c 31 52 82 124 206 330 515 721 1031 1443 1958 2473 3092 3813
235 c 20 33 53 79 132 211 329 460 658 921 1250 1579 1973 2434 3158 3947
240 c c 19 32 52 77 129 206 322 451 644 902 1224 1546 1932 2383 3092 3865
320 c c 14 24 39 58 97 155 242 338 483 676 918 1159 1449 1787 2319 2899
375 c c 12 21 33 49 82 132 206 289 412 577 783 989 1237 1525 1979 2473
1000 1250 1575 1600 2500 c c c c c c c 5 8 12 19 31 49 77 108 155 216 294 371 464 572 742 928 2000 c c 54 77 108 147 186 232 286 371 464 4 6 10 15 25 40 62 87 124 173 235 297 371 458 594 742 2500 c c 43 62 87 117 148 186 229 297 371 3 5 8 12 20 31 49 69 98 137 186 236 294 363 471 589 3 5 8 12 19 31 48 68 97 135 184 232 290 357 464 580 2 3 5 7 12 20 31 43 62 87 117 148 186 229 297 371 6300
Im (A) 240 378 beveiligingsunits STR23SE / STR53UE NS400 c c NS630 c 2 Sfasen (mm ) 35 451 286 50 644 409 70 902 573 95 1224 777 120 1546 982 150 1932 1227 185 2383 1513 240 3092 1963 300 3865 2454
600 c c 180 258 361 490 618 773 953 1237 1546
c 17 25 34 47 59 74 91 118 147
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 15%. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 15%. K210
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
Im STR22ME 40 A STR22ME 50 A STR22ME 80 A STR22ME 100 A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 Im STR22ME 150 A STR22ME 220 A Sfasen (mm2) 1,5 2,5 4 6 10 16 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300
312 c
390 c c
520 c c
611 c c 8 13 20 30 51 81 127 177 253 354 481 607 759 936 1214 1518 1702 c c 3 5 7 11 18 29 45 64 91 127 172 218 272 336 436 545
715
780
1040
1170
1300
c 6 11 17 26 43 69 108 151 216 666 411 519 649 800 1038 1297
c c 6 10 16 24 40 63 99 139 198 555 377 476 595 733 951 1189 1898 c c 2 4 7 10 16 26 41 57 81 114 155 195 244 301 391 489 5330 c 20 29 41 55 70 87 107 139 174
c 4 7 11 16 26 42 66 92 264 132 251 317 393 489 634 793 2665 c 2 3 5 7 12 19 29 41 58 81 110 139 174 215 278 348 6500 c 17 24 33 45 57 71 88 114 143
9 15 24 36 59 95 149 208 297 416 565 713 892 1100 1427 1784 1300 c 4 6 10 14 24 38 59 83 119 166 226 285 357 440 571 713 3900 c c 28 40 55 75 95 119 147 190 238
1170 c 4 7 11 16 26 42 66 92 132 185 251 317 396 489 634 793 2665 c 41 58 81 110 139 174 215 278 348
Im STR43ME 320 A STR43ME 500 A Sfasen (mm2) 35 50 70 95 120 150 185 240 300
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 15%. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 15%.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K211
NS800N/H/L
Met elektronische beveiligingsunit type Micrologic 2.0A - 5.0A - 7.0A Driefasig net, 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V , IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
I magn. (A) (1) Sfasen (mm2) 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 I magn. (A) (1) Sfasen (mm2) 25 35 50 70 95 120 150 185 240 300 I magn. (A) (1) Sfasen (mm2) 35 50 70 95 120 150 185 240 300
Ir = 0,4 (320 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 480 3 200 158 221 315 441 599 756 822 971 1209 1454 24 33 47 66 90 113 123 145 181 218
Ir = 0,5 (400 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 600 4 000 126 176 252 353 479 605 657 777 968 1163 19 26 38 53 72 91 98 116 145 174
Ir = 0,63 (500 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 750 5 000 101 141 202 282 383 484 526 621 774 930 15 21 30 42 57 73 79 93 116 139
Ir = 0,8 (640 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 940 6 400 80 113 161 225 306 386 419 496 617 109 12 17 24 33 45 57 61 73 90 109
Ir = 1 (800 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 200 8 000 63 88 126 176 239 302 328 388 484 581 9 13 19 26 36 45 49 58 79 87
NS1000N/H/L
Met elektronische beveiligingsunit type Micrologic 2.0A - 5.0A - 7.0A Driefasig net, 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V , IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
Ir = 0,4 (400 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 600 4 000 126 176 252 353 479 605 657 777 967 1163 19 26 38 53 72 91 98 116 145 174
Ir = 0,5 (500 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 750 5 000 101 141 202 282 383 484 526 621 774 930 15 21 30 42 57 73 79 93 116 139
Ir = 0,63 (630 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 945 6 300 80 112 160 224 304 384 417 493 614 738 12 17 24 34 46 58 62 74 92 110
Ir = 0,8 (800 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 200 8 000 63 88 126 176 239 302 328 388 484 581 9 13 19 26 36 45 49 58 72 87
Ir = 1 (1 000 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 500 10 000 50 71 101 141 192 242 263 310 387 465 5 11 15 21 29 36 39 46 58 69
NS1251N/H
Met elektronische beveiligingsunit type Micrologic 2.0A - 5.0A - 7.0A Driefasig net, 400 Vkoperen kabel, , Sfase = SPE, UL = 50 V , IT-stelsel, nulleider niet verdeeld.
Ir = 0,4 (500 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 750 5 000 141 202 282 383 484 526 621 774 930 21 30 42 57 73 79 93 116 139
Ir = 0,5 (625 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 937 6 250 113 161 226 307 387 421 497 619 745 17 24 34 46 58 63 74 93 111
Ir = 0,63 (787,5 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 181 7 875 90 128 179 243 307 334 394 491 591 13 19 27 36 46 50 59 73 88
Ir = 0,8 (1 000 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 500 10 000 71 101 141 192 242 263 310 387 465 11 15 21 29 36 39 46 58 69
Ir = 1 (1 250 A) min. max. (1,5 Ir) (10 Ir) 1 875 12 500 56 81 113 153 194 210 248 309 372 8 12 17 23 29 31 37 46 55
De werking van de magnetische beveiliging is verzekerd bij Im 15%. De berekende waarden gaan uit van het meest ongunstige geval, namelijk Im + 15%. K212
Gids laagspanningsverdeling 2003
1i
De wetgeving beveelt signalering of uitschakeling bij de eerste fout aan De uitschakeling wordt in de praktijk zelden toegepast en is wegens dwingende redenen van bedrijfscontinuteit vaak onmogelijk.
XD301
XD301
Afb. 2
XD312
torussen
XRM
Afb. 3
K213
Een differentieelbeveiliging met residuele stroom verzekert de beveiliging van personen en goederen door de defecte kring spanningsvrij te maken zodra er een gevaarlijke lekstroom naar de aarde optreedt. De thans gebruikte differentieelrichtingen treden soms in werking onder invloed van vluchtige lekstromen, zonder dat er sprake is van een isolatiefout. Dergelijke uitschakelingen schaden niet alleen het comfort en de bedrijfscontinuteit, maar kunnen sommige gebruikers ertoe aanzetten de beveiligingen te omzeilen, met alle risicos vandien. Ontijdig uitschakelen kan omschreven worden als elke uitschakeling ingevolge een lekstroom die geen enkel gevaar oplevert voor personen of goederen.
Normgeving
c Op internationaal vlak wordt deze problematiek door het IEC behandeld.
K214
1i
K215
K216
1j
1
studie van een installatie 1j compensatie van de reactieve energie
compensatie van reactieve energie procedure voor de keuze van een condensatorbatterij compensatie van asynchrone motoren compensatie van transformatoren regels voor de beveiliging en aansluiting van de compensatie-uitrusting filteren van harmonischen pag. K218 K219 K221 K221 K222 K223
K217
Uitrustingen die de reactieve energie compenseren (condensatoren en batterijen) laten toe besparingen te doen op de elektriciteitskosten en de elektrische uitrustingen te optimaliseren. De tangens phi (tg ) is een indicator voor het verbruik van de reactieve energie. Hij is gelijk aan de verhouding van het reactieve vermogen op het verbruikte actieve vermogen. De cosinus (cos ) is op zijn beurt een maat voor het elektrische rendement van een installatie. Hij is gelijk aan het quotint van het door de installatie verbruikte actieve vermogen en het schijnbare vermogen dat aan de installatie geleverd wordt. Er is sprake van een goed rendement als de cos ongeveer gelijk is aan 1.
P (kW)
S( kVA )
Q (kvar)
S : schijnbare vermogen P : actieve vermogen Q : reactieve vermogen : faseverschil tussen het schijnbare vermogen en het actieve vermogen (gelijk aan het faseverschil tussen de stroom en de spanning)
reactieve vermogen (kvar) tg = Q = P actieve vermogen (kW) P actieve vermogen (kW) cos = = S schijnbare vermogen (kVA)
K218
1j
K219
1e stap Berekening van het benodigde reactieve vermogen Qc Het te installeren vermogen wordt berekend: b op basis van de elektriciteitsfacturen b of op basis van de elektrische gegevens van de installatie. 2e stap Keuze van het type van compensatie-uitrusting Standaarduitrusting, type H, type SAH.
1e stap
Berekening van het benodigde reactieve vermogen op basis van de elektriciteitsfactuur b Neem de elektricteitsfactuur waarop het meeste aantal kvar aangerekend werd in de laatste 12 maanden. b Verhoog de tangens (b.v.: 0,829) b Neem de hoogste waarde van het actieve vermogen (kW) op deze factuur (b.v. 268 kW) b Pas de volgende formule toe: Qc = bereikte vermogen (kW) x (tangens - 0,33) (geval waarbij de nagestreefde cos = 0,95) Voorbeeld: Qc = 268 x (0,829 - 0,33) = 134 kVAr Berekening van het benodigde reactieve vermogen op basis van de elektrische gegevens van de installatie b Stel de balansen van het actieve vermogen P en reactieve vermogen Qc op voor alle verbruikers van de installatie. b Houd rekening met de gebruiks- en gelijktijdigheidsfactoren. b Bereken de totale vermogens P en Qc. b Bereken de globale tangens (tg = Q/P) voor elk onderstation en elke werkplaats. b Bereken de benodigde compensatie door de compensatie te verdelen per niveau (cos u 0,90 of 0,95). b Vergelijk de op die manier gecorrigeerde vermogensbalans met de bovenvermelde kW-, kVA en cos waarde. Voor een bepaalde waarde van het actieve vermogen P (kW) is de waarde van het te installeren reactieve vermogen Qc (kVAr) gelijk aan: Qc = P(tg - tg') = kP
tg stemt overeen met de cos van de installatie zonder condensator, ofwel gemeten ofwel geraamd tg ' = 0,4 stemt overeen met cos ' = 0,93, de waarde waarbij men niet zal moeten betalen voor het meerverbruik van het reactieve vermogen.
Voorbeeld Vermogen van de installatie : 438 kW Cos (secundaire spoel transformator) = 0,75 of tg (secundaire spoel transformator) = 0,88. Qc = 438 kW x (0,88 - 0,33) = 241 kVAr.
Tabel voor afleiding v.d. waarde k (in benodigd aantal kvar om de arbeidsfactor te verhogen)
vr compensatie tg 1,73 1,69 1,64 1,60 1,56 1,52 1,48 1,44 1,40 1,37 1,33 1,30 1,27 1,23 1,20 1,17 1,14 1,11 1,08 1,05 1,02 0,99 0,96 0,94 0,91 0,88 0,86 0,83 0,80 0,78 0,75 0,72 0,70 0,67 0,65 0,62 0,59 0,57 0,54 0,51 0,48 cos 0,50 0,51 0,52 0,53 0,54 0,55 0,56 0,57 0,58 0,59 0,60 0,61 0,62 0,63 0,64 0,65 0,66 0,67 0,68 0,69 0,70 0,71 0,72 0,73 0,74 0,75 0,76 0,77 0,78 0,79 0,80 0,81 0,82 0,83 0,84 0,85 0,86 0,87 0,88 0,89 0,90 te installeren condensatorvermogen in kVAr per kW belasting om de arbeidsfactor te verhogen tot een bepaalde waarde tg 0,43 0,40 0,36 0,33 0,29 0,25 0,20 cos 0,92 0,93 0,94 0,95 0,96 0,97 0,98 1,303 1,337 1,369 1,403 1,441 1,481 1,529 1,257 1,291 1,323 1,357 1,393 1,435 1,483 1,215 1,249 1,281 1,315 1,353 1,393 1,441 1,171 1,205 1,237 1,271 1,309 1,349 1,397 1,130 1,164 1,196 1,230 1,268 1,308 1,356 1,090 1,124 1,156 1,190 1,228 1,268 1,316 1,051 1,085 1,117 1,151 1,189 1,229 1,277 1,013 1,047 1,079 1,113 1,151 1,191 1,239 0,976 1,010 1,042 1,076 1,114 1,154 1,202 0,939 0,973 1,005 1,039 1,077 1,117 1,165 0,905 0,939 0,971 1,005 1,043 1,083 1,131 0,870 0,904 0,936 0,970 1,008 1,048 1,096 0,836 0,870 0,902 0,936 0,974 1,014 1,062 0,804 0,838 0,870 0,904 0,942 0,982 1,030 0,771 0,805 0,837 0,871 0,909 0,949 0,997 0,740 0,774 0,806 0,840 0,878 0,918 0,966 0,709 0,743 0,775 0,809 0,847 0,887 0,935 0,679 0,713 0,745 0,779 0,817 0,857 0,905 0,650 0,684 0,716 0,750 0,788 0,828 0,876 0,620 0,654 0,686 0,720 0,758 0,798 0,840 0,591 0,625 0,657 0,691 0,729 0,769 0,811 0,563 0,597 0,629 0,663 0,701 0,741 0,783 0,534 0,568 0,600 0,634 0,672 0,712 0,754 0,507 0,541 0,573 0,607 0,645 0,685 0,727 0,480 0,514 0,546 0,580 0,618 0,658 0,700 0,453 0,487 0,519 0,553 0,591 0,631 0,673 0,426 0,460 0,492 0,526 0,564 0,604 0,652 0,400 0,434 0,466 0,500 0,538 0,578 0,620 0,374 0,408 0,440 0,474 0,512 0,552 0,594 0,347 0,381 0,413 0,447 0,485 0,525 0,567 0,321 0,355 0,387 0,421 0,459 0,499 0,541 0,295 0,329 0,361 0,395 0,433 0,473 0,515 0,269 0,303 0,335 0,369 0,407 0,447 0,489 0,243 0,277 0,309 0,343 0,381 0,421 0,463 0,217 0,251 0,283 0,317 0,355 0,395 0,437 0,191 0,225 0,257 0,291 0,329 0,369 0,417 0,167 0,198 0,230 0,264 0,301 0,343 0,390 0,141 0,172 0,204 0,238 0,275 0,317 0,364 0,112 0,143 0,175 0,209 0,246 0,288 0,335 0,086 0,117 0,149 0,183 0,230 0,262 0,309 0,058 0,089 0,121 0,155 0,192 0,234 0,281 0,14 0,99 1,590 1,544 1,502 1,458 1,417 1,377 1,338 1,300 1,263 1,226 1,192 1,157 1,123 1,091 1,058 1,007 0,996 0,966 0,937 0,907 0,878 0,850 0,821 0,794 0,767 0,740 0,713 0,687 0,661 0,634 0,608 0,582 0,556 0,530 0,504 0,478 0,450 0,424 0,395 0,369 0,341 0,0 1 1,732 1,686 1,644 1,600 1,559 1,519 1,480 1,442 1,405 1,368 1,334 1,299 1,265 1,233 1,200 1,169 1,138 1,108 1,079 1,049 1,020 0,992 0,963 0,936 0,909 0,882 0,855 0,829 0,803 0,776 0,750 0,724 0,698 0,672 0,645 0,620 0,593 0,567 0,538 0,512 0,484
K219
Keuze van het type van uitrusting Er bestaan drie types van compensatie-uitrustingen, die elk aangepast zijn aan het harmonische vervuilingsniveau van het net. De keuze is mogelijk: b ofwel op basis van de verhouding Gh/Sn Voorbeeld 1 U = 400 V Sn = 800 kVA P = 450 kW Gh = 50 kVA Gh = 6,2% Standaarduitrusting Sn
2e stap
Bepaling van het type van batterij Er bestaan drie types van compensatie-uitrustingen, die elk aangepast zijn aan het harmonische vervuilingsniveau van het net. Met behulp van de verhouding Gh/Sn kunt u het geschikte type van uitrusting bepalen. Standaardtype, type H of type SAH b Standaard > als het vermogen van de apparaten die harmonischen genereren, kleiner is dan 15% van het vermogen van de transformator b Type H (isolatie opgedreven naar 470 V) > als het vermogen van de apparaten die harmonischen genereren, gelijk is aan 15 tot 25% van het vermogen van de transformator b Type SAH (met anti-harmonische spoelen) > als het vermogen van de apparaten die harmonischen genereren, gelijk is aan 25 tot 50% van het vermogen van de transformator
Opgelet : Als het vermogen van de apparaten die harmonischen produceren groter is dan 50%, is het raadzaam filters te plaatsen.
Voorbeeld 2 U = 400 V Sn = 800 kVA P = 300 kW Gh = 150 kVA Gh = 18,75% Sn Voorbeeld 3 U = 400 V Sn = 800 kVA P = 100 kW Gh = 400 kVA Gh = 50% Sn
Uitrusting type H
Sn (kVA)
U (V)
b ofwel op basis van de gemeten harmonische stroomvervormingsgraad THD(1) : Sn = schijnbare vermogen van de transformator S = belasting in kVA aan de secundaire van de transformator tijdens de meting. THD(1) x S < 5% Sn
M P (kW)
Gh (kVA)
(kVAr)
Qc (kvar)
V V V
Standaarduitrusting
Sn: schijnbare vermogen van de transformator Gh: schijnbare vermogen van de verbruikers die harmonischen produceren (motoren met variabele snelheid, statische omvormers, krachtige elektronische apparaten, ) Qc: vermogen van de compensatie-uitrusting
Uitrusting type H
Gh / Sn
Uitrusting type SAH
Opmerking: De meting van de harmonischen moet gebeuren ter hoogte van de secundaire spoel van de transformator, bij vollast en zonder condensatoren. Houd rekening met het schijnbare vermogen op het ogenblik van de meting. (1) THD Total Harmonic Distortion of globale harmonische vervormingsgraad.
< 15%
(*) als Gh/Sn groter is dan 50%, raden we aan om door Rectiphase een studie te laten uitvoeren voor het filteren van de harmonischen.
K220
1j
K221
Wanneer een motor een belasting met hoge inertie aandrijft, kan hij na het onderbreken van de voedingsspanning alsnog blijven draaien door gebruik te maken van zijn kinetische energie, en kan hij zichzelf bekrachtigen indien op de klemmen van de motor een condensatorbatterij gemonteerd wordt. Deze condensatoren leveren de reactieve energie die nodig is om als asynchrone generator te werken. De zelfbekrachtiging leidt tot een behoud van de spanning en in sommige gevallen tot grote overspanningen.
Geval van de montage van condensatoren op de klemmen van de motor Om gevaarlijke overspanningen te vermijden als gevolg van zelfbekrachtiging, dient u te controleren of het vermogen van de batterij aan de volgende formule voldoet: Qc y 0,9 3Un Io
Io : nullaststroom van de motor
Een raming van Io is mogelijk aan de hand van de volgende formule: lo = 2In (l - cos n)
In : waarde van de nominale stroom van de motor cos n: cos van de motor bij het nominale vermogen Un : nominale samengestelde spanning
M
Montage van de condensatoren op de klemmen van de motor
M
Montage van de condensatoren parallel met afzonderlijke bediening
Geval van de montage van de condensatoren parallel met afzonderlijke bediening. Om gevaarlijke overspanningen door zelfbekrachtiging te vermijden of indien de motor gestart wordt met behulp van een speciaal apparaat (weerstanden, inductanties, spaartransformatoren, ) zullen de condensatoren pas na het starten ingeschakeld worden. Zo ook moeten de condensatoren afgekoppeld worden vooraleer de spanning van de motor uitgeschakeld wordt. In dat geval is een volledige compensatie van het reactieve vermogen van de motor mogelijk bij vollast. Opgelet: indien in hetzelfde net verscheidene batterijen van dit type voorkomen, moeten schokinductanties voorzien worden.
Het totale reactieve vermogen verbruikt door de transformator, is gelijk aan: Qt = Qo + Q. Indien deze compensatie een individuele compensatie is, kan ze tot stand gebracht worden aan de klemmen zelf van de transformator. In de onderstaande tabel vindt u bij wijze van informatie de waarden van de individuele compensatie die kenmerkend zijn voor de transformator. Deze waarden zijn afhankelijk van het nominale vermogen van de transformator
vermogen in kVA (400 V) 100 160 250 315 400 500 630 800 1000 1250 1600 2000 te compenseren reactieve vermogen in kvar nullast 2,5 3,7 5,3 6,3 7,6 9,5 11,3 20 23,9 27,4 31,9 37,8
belast 6,1 9,6 14,7 18,4 22,9 28,7 35,7 54,5 72,4 94,5 126,2 176
K221
Algemeen
Het materieel stroomopwaarts van de condensatoren wordt bepaald op basis van de installatieregels en de door de apparaten opgenomen stromen. Bijgevolg moet u voor de dimensionering van deze uitrustingen de stroom kennen waarmee u rekening moet houden. Tijdens de werking van de condensatoren vloeit er stroom door de condensatoren, die afhankelijk is van de aangelegde spanning, de capaciteit en de harmonische componenten van de spanning. Schommelingen van de waarde van de basisspanning en van de harmonische componenten kunnen een stroomversterking veroorzaken. De norm laat 30% toe als maximale waarde. Aan deze waarde dient u nog de schommelingen toe te voegen als gevolg van de toleranties op de condensatoren.
De vermogensschakelaars
Het kaliber ervan moet zodanig gekozen worden dat de thermische beveiliging ingesteld kan worden op: b 1,36 x In (1) voor standaarduitrustingen b 1,43 x In voor uitrustingen van het type H b 1,12 x In voor uitrustingen van het type SAH afstemming 2,7 b 1,19 x In voor uitrustingen van het type SAH afstemming 3,8 b 1,31 x In voor uitrustingen van het type SAH afstemming 4,3 De insteldrempels van (magnetische) kortsluitbeveiligingen moeten de doorgang van tijdelijke inschakelstromen toelaten: b 10 x In voor standaarduitrustingen of uitrustingen van het type H of SAH.
(1) In = Qc = nominale stroomsterkte onder de netspanning Un 3x Un
Thermische beveiliging: 1,36 x 72 = 98 A Magnetische beveiliging > 10 In = 720 A Voorbeeld 2 50 kVar / 400 V 50 Hz SAH (afstemming 4,3)
In = 72 A
De vermogenskabels
Ontwerpstroom Ze moeten ontworpen zijn voor een stroom van minimum 1,5 x In Doorsnede De doorsnede moet tevens compatibel zijn met: b de omgevingstemperatuur rond de geleiders b de plaatsingswijze (goot, sleuf, ) Zie de aanbevelingen van de kabelfabrikant. Voorbeeld 50 kVar / 400 V 50 Hz SAH (afstemming 3,8)
In = 72 A
I ontwerp = 108 A
Opmerking : sommige kabelfabrikanten geven in hun catalogus rechtstreeks de waarden op waarmee u rekening moet houden voor condensatorbatterijen..
De stuurstroomkabels
Doorsnede b De doorsnede van de stuurstroomkringkabels (secundaire spoel van de hulptransformator) moet minstens gelijk zijn aan 1,5 mm2 voor 230 V WS. b Voor de secundaire spoel van de ST raden we aan een kabeldoorsnede > 2,5 mm2 te gebruiken.
K222
1j
Harmonischen worden veroorzaakt door apparatuur met vermogenselektronica. Indien deze apparatuur een belangrijk aandeel heeft in het vermogen dat door de installatie verbruikt wordt is een analyse van de harmonischen aangewezen, om mogelijke schade te voorkomen en de installatie in overeenstemming te brengen met de regels en aanbevelingen van de elektriciteitsleverancier en een goede werking te verzekeren.
Harmonischen die door het net vloeien kunnen heel wat schade aanrichten: c overbelasting en veroudering van de condensatoren voor het compenseren van reactieve energie c overbelasting van de nulleiders door accumulatie van harmonischen van rang 3, veroorzaakt door nfasige belastingen c vervorming van de voedingsspanning, waardoor gevoelige verbruikers kunnen gestoord worden c overbelasting van de verdeelnetten door toename van de effectieve stroom c overbelasting, trillingen en veroudering van alternatoren, transformatoren, motoren c verstoring van telefoonlijnen, Al deze schadelijke effecten hebben belangrijk economische gevolgen: hogere kosten wegens materieel dat moet overgedimensioneerd worden of voortijdig slijt, energieverliezen, productiviteitsverliezen. Apparatuur die harmonischen genereert komt zowel in industrile als tertiaire en huishoudelijke omgevingen voor. Zij maakt gebruik van vermogenselektronica en haar aandeel in het totale elektriciteitsverbruik neemt steeds verder toe. De onderstaande lijst geeft hiervan een (onvolledig) beeld: c huishoudelijke apparaten: televisies, CD-spelers, compacte fluolampen, microgolfovens c kantoorapparaten: PCs, onderbrekingsvrije voedingen, printers, kopieermachines c snelheidsregelaars voor asynchroonmotoren of gelijkstroommotoren c lasposten, vlamboogovens, inductie-ovens c gelijkrichters: batterijladers, elektrolyse, Door de harmonischen te filteren, is het mogelijk om storingen weg te werken.
X h 2
X1
100
Apparatuur met vermogenselektronica, zoals snelheidsregelaars, omvormers, gelijkrichters, maar ook tv-toestellen, PCs, printers, enz. liggen aan de basis van niet-sinusvormige stromen op het net. Ze worden niet-lineaire belastingen genoemd. De niet-sinusvormige stromen die doorheen het net vloeien, vervormen de spanning, wat de werking van bepaalde verbruikers kan storen (zie bijgaand voorbeeld). Bij eenzelfde verbruikt actief vermogen zal een niet-lineaire belasting een grotere effectieve stroom opnemen, die bijkomende Joule-verliezen veroorzaakt. De bijgaande curven tonen de toename van de effectieve stroom en de Jouleverliezen in functie van de mate van vervorming van de stroom bij een constant vermogen.
Voorbeeld
50 A
0
tijd temps
-50 0,04
0,05
0,06
0,07
0,08
500 V 250 0 -250 -500 0,04 temps tijd 0,05 0,06 0,07 0,08
Resulterende voedingsspanning
K223
Passieve LS-filters:
Principe : Een LC-kring afgestemd op elke frequentie van de weg te werken harmonischen, wordt parallel geplaatst op het apparaat dat harmonischen genereert. Deze aftakkingskring vangt de harmonischen op en voorkomt dat ze niet in de voeding circuleren. Over het algemeen wordt de actieve filter afgestemd op een frequentie die dichtbij de frequentie van de weg te werken harmonische ligt. Als u de vervormingsgraad met meerdere rangen wenst te verminderen, kunt u gebruik maken van verscheidene takken van filters die parallel geplaatst zijn. Specifieke kenmerken: b laat toe grote harmonische stromen (gewoonlijk de rangen 5, 7, 11 en 13) te filteren b compenseert tevens de reactieve energie (indien nodig is een automatische regeling met trappen mogelijk) b werkt tot 80% van de beoogde harmonische stromen weg. Bijzondere voordelen: b het is de meest voordelige oplossing om een bepaalde harmonische rang weg te werken b gebruiks- en onderhoudsvriendelijk. Typische toepassingen: b industrile installaties met een groot aantal apparaten dat harmonischen genereert (snelheidsregelaars, ononderbroken voedingen, gelijkrichters, ) b installaties waarvan de reactieve energie gecompenseerd moet worden b als de spanningsvervormingsgraad verkleind moet worden om storingen van gevoelige verbruikers te voorkomen b als de stroomvervormingsgraad verkleind moet worden om overbelastingen te voorkomen.
I har
Actieve LS-filters:
Principe : Het gaat om krachtige elektronische systemen die in serie of parallel geplaatst worden op de niet lineaire belasting ter compensatie van de harmonische spanningen of de harmonische stromen die door de belasting gegenereerd worden. De harmonischen die op de voeding van de belasting aanwezig zijn, worden door de actieve filter zodanig en tegengesteld aan de fase teruggestuurd dat de lijnstroom Is sinusodaal is. Specifieke kenmerken: b geschikt voor het filteren van een groot aantal harmonischen (Sinewave: van rang 2 tot rang 25 / AccuSine : tot rang 50) b laat uitbreidingen toe door verscheidene eenheden parallel te schakelen en kan zich zodoende aan evoluties van de installatie aanpassen b geen gevaar voor overbelasting. Bijzondere voordelen: b oplossing waarmee een gemakkelijke en doeltreffende behandeling van verscheidene harmonische rangen mogelijk is b voorkomt het gevaar voor resonantieverschijnselen b dankzij zijn zeer sterke prestaties (reactietijd < 8 ms) kan de Accusine ook gebruikt worden voor de behandeling van Ficker-verschijnselen. Typische toepassingen: b tertiaire installaties met een groot aantal apparaten dat harmonischen genereert (snelheidsregelaars, ononderbroken voedingen, gelijkrichters, ) b als de stroomvervormingsgraad verkleind moet worden om overbelastingen te voorkomen b de actieve filter Sinewave is bovendien de ideale oplossing voor de uitschakeling van de harmonische stroom met rang 3 die in de nulleider circuleert van installaties met verscheidene eenfasige niet-lineaire belastingen.
I har
Is
Ich
Actieve comp. compenactif sator
Hybride LS-filters:
Principe : Het is mogelijk om een passieve en actieve filter tot n hybride filter te combineren binnen dezelfde uitrusting. Deze filteroplossing laat toe de voordelen van de bestaande oplossingen te verenigen en het vermogens- en prestatiebereik te verruimen. Specifieke kenmerken : b combineert de voordelen van de actieve en passieve filters b laat toe grote harmonische stromen (gewoonlijk rang 5) te filteren b compenseert tevens de reactieve energie (indien nodig is een automatische regeling met trappen mogelijk) b zorgt voor de globale filtering van de harmonischen van de rangen 2 tot 25. Bijzondere voordelen: b gemakkelijk te installeren b ideaal compromis om verscheidene harmonischen te filteren en tegelijk de reactieve energie te compenseren Typische toepassingen: b industrile installaties met een groot aantal apparaten dat harmonischen genereert (snelheidsregelaars, ononderbroken voedingen, gelijkrichters, ) b installaties waarvan de reactieve energie gecompenseerd moet worden b als de spanningsvervormingsgraad verkleind moet worden om storingen van gevoelige verbruikers te voorkomen b als de stroomvervormingsgraad verkleind moet worden om overbelastingen te voorkomen b als men ernaar streeft om aan de grenzen voor harmonische emissies te beantwoorden.
Gids laagspanningsverdeling 2003
I har
Is
Ich
K224
1k
1
studie van een installatie 1k onderbrekingsvrije voedingen
ontwerp van een installatie keuze van een ondulator de batterijen niet-lineaire belastingen generatoren actieve compensatie van harmonischen pag. K226 K228 K230 K231 K231 K232
K225
In dit gedeelte worden de onderscheiden elementen besproken waarmee men rekening moet houden bij het installeren van onderbrekingsvrije voedingen. Hierbij komen een aantal vereisten en aanbevelingen kijken, met name betreffende: c de omgeving c de inplanting c de keuze van de beveiligingsinrichtingen c de beveiliging van personen.
Omgeving
Dank zij hun beperkte afmetingen en hun geruisarme werking kunnen sommige onderbrekingsvrije voedingen in dezelfde ruimte opgesteld worden als de verbruikers die ze voeden. Andere onderbrekingsvrije voedingen daarentegen vereisen een afzonderlijke ruimte, vanwege hun hoger geluidsniveau, dat overigens voornamelijk toe te schrijven is aan hun gedwongen ventilatie. Bij sommige onderbrekingsvrije voedingen moet een aantal punten in verband met de omgevingstemperatuur en de inplanting in het lokaal gecontroleerd worden: c ventilatie en klimatisering van de ruimte waar de kast met gelijkrichter, lader en omvormer ondergebracht wordt. c onderbrekingsvrije voedingen zijn doorgaans ontworpen voor werking bij: v een gemiddelde omgevingstemperatuur van 35C over 24 uur v een maximale omgevingstemperatuur van 40C gedurende 8 uur. Afhankelijk van de af te voeren warmteverliezen en de omgevingstemperatuur in het lokaal kan men voor een van de volgende oplossingen kiezen: c ventilatie door natuurlijke convectie c versnelde warmteafvoer c een klimatiseerinrichting. De warmteverliezen: worden opgegeven in kW, bij cos phi 0,8 en hangen af van het type onderbrekingsvrije voeding. Nauwkeurige gegevens hierover zijn terug te vinden in de handleiding van de verschillende types voeding.
Opmerking: de batterijen hebben een maximale levensduur bij plaatsing in een ruimte met een omgevingstemperatuur tussen 15C en 25C. Bij temperaturen boven 25C neemt de levensduur van de batterijen met de helft af per schijf van 10C.
Inplanting
Het is wenselijk rondom de kasten een vrije ruimte te voorzien (minimumwaarden naargelang het type voeding: raadpleeg de handleiding). Verplaatsing en bevestiging op de vloer De onderbrekingsvrije voedingen worden rechtstreeks op een vlakke vloer genstalleerd. De kasten zijn volgens type voorzien van: c wieltjes om ze te kunnen verplaatsen. In dat geval beschikken ze over intrekbare voetjes om ze op hun plaats van installatie te immobiliseren c hijsringen of openingen voor de tanden van een vorklift om ze te kunnen verplaatsen. Aansluiting van de kabels Het aansluiten van de kabels gebeurt doorgaans langs onder (met of zonder goot). De aankomst, de batterijkabel (indien nodig) en de vertrekken naar de verbruikers worden aangesloten middels een klemmenblok dat zich op halve hoogte of onderaan de kast bevindt.
K226
1k
K227
1k
Openbare en private verdeelnetten van elektrische energie leveren, in theorie althans, een sinusvormige spanning met vaste amplitude en frequentie aan de elektrische uitrusting die ze voeden (bijv. laagspanning 400 V eff., 50 Hz). In de praktijk zijn de sinusgolf van de spanning en die van de stroom, met zelfde frequentie, maar in fase verschoven, in mindere of meerdere mate vervormd door allerlei storingen die zich op het net kunnen voordoen. De oplossingen tegen netstoringen (en o.a. micro-onderbrekingen) combineren de volgende elementen: c omvormer, die een betrouwbare energie levert c autonomie, doorgaans met batterijen c onderbrekingsvrije inschakeling (geen omschakeltijd). Dergelijke voedingen noemt men onderbrekingsvrije voedingen of UPS (Uninterruptible Power Supply) of ook No-break voedingen.
gamma onderbrekingsvrije voedingen Pulsar 0 tot 4 kVA reeksen EL, ES+, ESV+, EX
op rekken
standaard autonomie EL : 5 tot 40 min. ES+ : 5 tot 30 min. ESV+ : tot 8 u EX : tot 4 u
enkelvoudige configuratie
parallelconfiguratie
redundante configuratie
geluidsniveau i 45 dBA
F
off-line
8 tot 50 min.
10 tot 50 min.
i 55 dBA
8 tot 30 min.
i 58 dBA
10 tot 60 min.
i 65 dBA
N/S
10 tot 15 min.
i 75 dBA
N/S
K228
K229
Batterijen
Een batterij is opgebouwd uit onderling verbonden accumulatorenelementen. De meest gebruikelijke verbindingen voor deze elementen zijn lood-calcium, lood-antimoon, zuiver lood en nikkel-cadmium. In de praktijk spreekt men dan van loodbatterijen of nikkel-cadmiumbatterijen. De elementen kunnen van het open of van het recombinante type zijn. Open elementen Zijn voorzien van openingen c om een uitweg te bieden aan de zuurstof en de waterstof die bij de diverse chemische reacties vrijkomen c om de elektrolyt op peil te houden door het toevoegen van gedistilleerd of gedemineraliseerd water. Recombinante elementen Dit zijn meestal loodelementen. De gassen worden hierbij voor ten minste 95% gerecombineerd en het is dan ook niet nodig tijdens de exploitatie water toe te voegen. Men spreekt doorgaans van open batterijen of waterdichte batterijen. Opmerking: er bestaan eveneens open batterijen waarbij het niet nodig is het elektrolyt op peil te houden met water. Die worden doorgaans open onderhoudsvrije batterijen genoemd. De belangrijkste batterijtypes die gebruikt worden bij onderbrekingsvrije voedingen zijn: c open loodbatterijen c recombinante loodbatterijen c open nikkel-cadmiumbatterijen. Merlin Gerin biedt deze drie soorten batterijen aan in functie van de vereisten van de installatie.
Plaatsingswijze
Afhankelijk van het gamma van de onderbrekingsvrije voedingen, het vermogen en de autonomie zijn de batterijen: c van het recombinante type, gentegreerd in de kast van de voeding c van het recombinante type en ondergebracht in een, twee of drie kasten c van het open of recombinante type en genstalleerd op rekken. In dit laatste geval kan de plaatsing gebeuren: c op rekken, waarbij de elementen opgesteld zijn op meerdere niveaus, gesoleerd van de vloer. Deze plaatsingswijze is mogelijk bij waterdichte batterijen en open onderhoudsvrije batterijen, waarbij het elektrolytniveau niet moet aangevuld worden. c in trappen c gestapeld, een combinatie van plaatsing op rekken en trapvormig. Trapvormige en gestapelde plaatsing past voor elk batterijtype, maar in het bijzonder voor open batterijen, omdat het controleren van het elektrolytniveau en het bijvullen gemakkelijker is c op de vloer: deze plaatsingswijze is geschikt voor alle batterijtypes, is makkelijk toe te passen, maar vereist een vrij grote vrije vloeroppervlakte.
K230
1k
Niet-lineaire belastingen
Kenmerken van niet-lineaire belastingen Niet-lineaire belastingen (ook vervormende belastingen genoemd) zijn verbruikers die in belangrijke mate harmonischen opwekken als ze gevoed worden. Onderbrekingsvrije voedingen voeden vaak dergelijke verbruikers, met name informatica-uitrusting en elektronische apparatuur met spanningsversnijdende voeding aan hun ingang. Deze voedingen met spanningsversnijding vormen de geregelde wisselspanning van de onderbrekingsvrije voeding vaak om tot (eveneens geregelde en onderbrekingsvrije) gelijkspanning om elektronische componenten te voeden. Deze voedingen met spanningsversnijding vormen voor de onderbrekingsvrije voeding niet-lineaire belastingen, die harmonischen genereren ingevolge de vervorming van de sinusgolf. Gevolgen van niet-lineaire belastingen De door de niet-lineaire belastingen De verwekte harmonischen veroorzaken een totaal niveau van spanningsvervorming dat de sinusgolf van de voedingsbron sterk kan veranderen. De niet-lineaire belastingen kunnen hierdoor met name de goede werking storen van andere verbruikers, die op dezelfde voedingsbron aangesloten zijn. Gevolgen Het is dan ook soms noodzakelijk te weten hoe een voedingsbron zich gedraagt bij aanwezigheid van niet-lineaire belastingen, vooral indien andere gevoelige verbruikers op deze bron aangesloten zijn. De moeilijkheid bestaat erin dat elke nietlineaire belasting een eigen spectrum van harmonischen genereert en een specifiek geval vormt. Het is echter mogelijk het gedrag van de bron te voorspellen, d.w.z. de globale optredende vervorming, hetzij door tests, hetzij door met behulp van software haar gedrag te simuleren. Deze studie is niet meer noodzakelijk bij de huidige generatie onderbrekingsvrije voedingen, die gebruik maakt van pulsbreedtemodulatie en uitgerust is met een regelsysteem voor de uitgangsstroom. Dergelijke onderbrekingsvrije voedingen behouden hun volledige prestaties ook bij aanwezigheid van niet-lineaire belastingen.
Generatoren
Belang van een generator Bij sommige installaties is de autonomiebehoefte bij netuitval zo groot dat een noodstroomgenerator ingezet wordt. Deze oplossing voorkomt batterijsystemen met te lange autonomie, waarbij de technische uitvoering of de installatie problemen zouden opleveren. De autonomie van de batterijen van de onderbrekingsvrije voeding moet het starten van de generator en zijn koppeling aan het verdeelnet toelaten. Deze koppeling gebeurt doorgaans op het niveau van het LShoofdverdeelbord en met behulp van een normaal-noodomschakelaar. De tijd voor deze omschakeling op de noodbron hangt af van de karakteristieken van de installatie : startprogramma, afschakeling. Combinatie onderbrekingsvrije voeding generator Gevolgen van de belasting Bij het overnemen van de voeding van de installatie door de generator kunnen zware belastingen hoge aanspreekstromen veroorzaken, die schadelijk kunnen zijn voor de generator. Om dit te voorkomen zijn de onderbrekingsvrije voedingen van Merlin Gerin uitgerust met een progressief werkend startsysteem. Ook bij het stoppen van de onderbrekingsvrije voeding kan een progressief werkend programma voorzien worden om de andere verbruikers te beschermen. Harmonische vervormingen De onderbrekingsvrije voeding omvat een gelijkrichter-lader met vermogensthyristors. Deze gelijkrichter absorbeert op het net een niet-sinusvormige stroom. Stroomharmonischen in de impedantie van de bron en op de leidingen genereren spanningsharmonischen en vervormen de spanning op het railstel dat de onderbrekingsvrije voeding voedt. In de praktijk mag deze spanningsvervorming, gemeten door het totale vervormingsniveau D (of THD), ten hoogste 5% bedragen op het railstel stroomopwaarts van de onderbrekingsvrije voeding, om andere gevoelige verbruikers die op hetzelfde railstel aangesloten zijn niet te storen. Deze waarde van 5% moet ook gecontroleerd worden indien andere verbruikers dit vereisen en bij werking op de generator. Het kan nodig zijn de generator te overdimensioneren of inrichtingen te voorzien die de harmonischen beperken of het kiezen van een generator met een kleinere subtransinte reactantie.
K231
Het actieve compensatiefilter tegen harmonischen SineWave laat toe: c de vervorming van de stroom te beperken en alle problemen ingevolge harmonischen te voorkomen, met name: v het ontijdig uitschakelen van beveiligingen samenhangend met de waarde van de stroom in de nulleider v verhitting van de kabels, en meer speciaal de nulleider v verhitting van generatoren (transformatoren, noodstroomgroepen, onderbrekingsvrije voedingen, ) v overschrijden van de normen betreffende de uit het net betrokken stroom c de spanningsvervorming te verlagen en slechte werking van apparaten te voorkomen ingevolge te sterk gestoorde voedingsspanning c de karakteristieken van een installatie te verbeteren, zodat de apparatuur binnen de door de fabrikant opgegeven voorwaarden werkt c reactieve energie te compenseren (indien deze functie geactiveerd is) en de cos te verbeteren tot 0.04, zoals aanbevolen door de energieverdelers.
Werkingsprincipe
De stroom die een niet-lineaire belasting (bijv. een computersysteem) verbruikt, is samengesteld uit een sinusvormige stroom IF, basis van de netfrequentie, en een harmonische stroom IH, samengesteld uit stromen met een veelvoud van de netfrequentie. Het actieve compensatiefilter SineWave genereert continu een stroom die gelijk is aan IH, zodat het net enkel nog de basisstroom moet leveren. Het geheel van belasting + actieve compensatiefilter wordt dus door het net als een globaal lineaire belasting aanzien, die een sinusvormige stroom opneemt. Zo zullen de impedanties, de kabels en de generator geen spanningsvervorming veroorzaken.
0,8 0 -0,8
2 1 0 -1 -2
IF
IF + IH
Bron source
IH
Belasting charge
1 0 -1
Actief condensateur actif compensatiefilter
Functies
Het actieve compensatiefilter tegen harmonischen SineWave laat toe : c de rangen van de harmonischen die men wenst te compenseren te definiren : v door de breedte van het te compenseren spectrum te configureren (H2 tot max. H25) v of door het compensatievermogen van de SineWave te concentreren op de specifieke eisen van de installatie en zo een selectieve compensatie uit te voeren c de reactieve energie te compenseren om de cos te verbeteren en in overeenstemming te brengen met het niveau dat door de energieleverancier opgelegd wordt c metingen en andere door het apparaat berekende waarden uit te lezen (spanning, stromen, vervormingsgraad, ) c optioneel : te dialogeren met een externe automaat, via een RS522/485-verbinding, middels J-BUS-protocol, ten behoeve van v het doorzenden van uit te lezen informatie v het ontvangen van start/stop-bevelen. De nodige compensatie van harmonische stromen en reactieve energie wordt door de SineWave doorlopend herberekend. Het actieve compensatiefilter meet continu de door de belasting opgenomen stromen en past meteen de in het net te injecteren stromen aan. Het past zich aan aan alle schommelingen in de belasting en in het harmonisch spectrum, om doorlopend een optimaal resultaat te leveren.
K232
1l
1
studie van een installatie 1l beveiliging tegen de bliksem
reglementering de bliksem en zijn effecten keuze van overspanningsbegrenzers toepassingen pag. K234 K236 K238 K245
K233
Reglementering
De norm NF C 15-100
De secties 443 en 534 van de norm NF C 15-100 betreffende de installatie van beveiligingsinrichtingen tegen overspanning werden sinds april 1995 herzien. Hierbij volgt een samenvatting ervan:
1-a Bij een installatie met een onder- of bovengrondse laagspanningsvoeding, met een geaarde metalen afscherming Het houdvermogen tegenover schokgolfspanningen wordt verondersteld toereikend te zijn en een bijkomende beveiliging is slechts nodig voor zover de risicos van overspanning belangrijke schade zou kunnen aanrichten in samenhang met het gebruik van de installatie. 1-b Bij een installatie die geheel of gedeeltelijk gevoed wordt via bovengrondse getwiste of blanke geleiders Een beveiliging tegen overspanningen aan het begin van de installatie is aanbevolen.
nominale spanning toegekend houdvermogen tegenover schokgolfspanningen (kV) van de installatie (V) 230/440 6 4 2,5 400/690 8 6 4 1000
1,5 2,5
3 Keuze van het materieel voor de installatie De keuze moet rekening houden met de bovenstaande tabel. Als het materieel een lager houdvermogen tegen schokgolfspanningen heeft dan de
waarden in de bovenstaande tabel, moeten de regels die in 1-a en 1-b beschreven staan gerbiedigd worden.
Sectie 534
Beveiligingsinrichtingen tegen overspanning. 1 plaatsing en beveiligingsniveau : c de overspanningsbegrenzers beveiligen de ganse installatie. Ze worden stroomafwaarts van de scheidingsinrichting aan het begin van de installatie geplaatst. c het beveiligingsniveau van de overspanningsbegrenzers moet overeenstemmen met het houdvermogen tegen schokgolfspanningen van de te beveiligen apparatuur en met de ontladingsstromen c de overspanningsbegrenzers moeten aan het begin van de installatie genstalleerd worden (in dit geval bedraagt de aanbevolen ontladingsstroom In = 5 kA, bij een golf 8/20 en een beveiligingsniveau Up i 2,5 kV bij In), en/of in de nabijheid van het materieel indien dit bijzonder gevoelig is. c de geleiders die de verbinding vormen tussen de aansluitklemmen van de overspanningsbegrenzer en de actieve geleiders en de aardrail moeten zo kort mogelijk gehouden worden (< 0,5 m) (afb. 1).
L1
overspanningsparafoudre begrenzer belasting charge
L=L1+L2<0,5m
L2
2 Gebruik van de
overspanningsbegrenzers : c overspanningsbegrenzers worden aangesloten tussen fase en aarde of fase en PE (TNC- en IT-stelsels) en tussen de fasen en de PE en ook tussen nulleider en PE (TT en TNS-stelsels)
K234
1l
3 Keuze van de overspanningsbegrenzers: c de overspanningsbegrenzers moeten beantwoorden aan de nieuwe norm NF C 61-740/1995 Maximale permanente bedrijfsspanning volgens de norm NF C 15100 sectie 534
Nulleiderstelsels TT TN-S Uc waarde in common mode u 1,5 Uo u 1,5 Uo (beveiliging tussen fase-waarde, nulleider-aarde) Uc waarde in differentieel mode u 1,1 Uo u 1,1 Uo (beveiliging tussen fase-nulleider) Uo : enkelvoudige netspanning tussen fase en nulleider Uc : maximale spanning bij permanent regime TN-C u 1,5 Uo IT u 1,732 Uo u 1,1 Uo
1,2
Afb. 2 - Golf 1,2/50 s.
50
I
Max. Maxi 100% 100 %
4 Veiligheidsmaatregelen: c de overspanningsbegrenzer moet gecombineerd worden met een beveiligingsinrichting tegen overstromen en aardlekfouten, behalve indien de constructie van de overspanningsbegrenzer dergelijke inrichtingen overbodig maakt. c bij TT- en IT-stelsels moet de overspanningsbegrenzer stroomafwaarts van een differentieelinrichting geplaatst worden, of moet hij gecombineerd worden met een gentegreerde of externe afschakelinrichting, om de beveiliging tegen onrechtstreekse aanraking te verzekeren. 5 Productspecificaties:
c gestandaardiseerde golven. Om overspanningsbegrenzers te kunnen testen werden twee golftypes gedefinieerd: v spanningsgolf 1,2/50 S (afb. 2) v stroomgolf 8/20 S (afb. 3). Deze golven moeten vermeld worden op de voorzijde van de apparaten, zodat verschillende producten makkelijk kunnen vergeleken worden op basis van een gemeenschappelijke specificatie.
Up Uc
I <1 mA In IMax
Uc: maximale bedrijfsspanning Up: beveiligingsniveau In: nominale ontladingsstroom Imax: maximale ontladingsstroom
50 % t (S) 20
Afb. 3 - Golf 8/20 s.
De norm NF C 61-740
De norm NF C 61-740 is een specifieke productnorm voor beveiligingen tegen overspanningen van atmosferische oorsprong, die genstalleerd worden op het laagspanningsnet. De eerste uitgave, die dateerde van 1987, werd op 1.7.95 vervangen door een totaal herzien en vollediger document. De aangebrachte wijzigingen laten toe de bedrijfszekerheid van dit type materieel te verhogen.
Opmerkingen : c de verhoging van het aantal keer dat de nominale bliksemstootstroom (In) door een overspanningsbeveiliging moet worden verdragen zonder vernietigd te worden: 20 in plaats van 3 voorheen. c de implementatie van een verouderingstest, die de goede werking van het apparaat verzekert bij een maximale permanente bedrijfsspanning (Uc), die opgegeven wordt door de fabrikant c de implementatie van tests betreffende het einde van de levensduur van het apparaat. Deze verzekeren: v dat het thermisch doorslaan tijdig zal onderbroken worden bij veroudering van de interne componenten
v dat de foutstroom als gevolg van het kortsluiten van een component zal gelimineerd worden v dat geen enkel uitwendig verschijnsel zal optreden indien zich een overspanning met industrile frequentie voordoet (golf 1500 V, 300 A, 50 Hz, 200 ms): Deze tests betreffende het einde van de levensduur hebben de fabrikanten ertoe aangezet: c in het product een thermische afschakelinrichting te integreren c de installatie van een externe afschakelinrichting tegen kortsluiting aan te bevelen. De uitgave 1995 van de norm NF C 61-740 heeft als gevolg dat de producten die eraan voldoen een betere beveiliging bieden tegen de gevolgen van bliksemontladingen. Overspanningsbegrenzers tegen onrechtstreekse blikseminslagen klasse 2 test volgens de norm IEC 61643-1 : c bestemd voor de beveiliging van elektrische uitrusting tegen genduceerde of geleide overspanningen (onrechtstreekse effecten) c de proeven van klasse 2 worden uitgevoerd onder de maximale ontladingsstroom (lmax) volgens de golfstroom van 8/20s.
Overspanningsbegrenzer tegen rechtstreekse blikseminslagen klasse 1 test volgens de norm CEI 61643-1 : c laat toe een rechtstreekse bliksemstroom af te voeren, die vooral afkomstig is van een potentiaalstijging van de aarde, veroorzaakt door de aanwezigheid van een bliksemafleider op het gebouw c de overspanningsbegrenzer klasse 1 test wordt alleen genstalleerd als het gebouw wordt beschermd door een bliksemafleider c de proeven van klasse 1 worden uitgevoerd onder de maximale schokstroom (limp) volgens de golfstroom van 10/350 s.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K235
De bliksem
Bliksem richt aanzienlijke schade aan : in Frankrijk telt men jaarlijks ca. 1,5 miljoen, blikseminslagen op het aardoppervlak. De bliksem doodt: c jaarlijks 15 tot 20 dodelijke slachtoffers ingevolge de bliksem c honderden raken gewond of blijvend gehandicapt c 20 000 dieren worden gedood. De bliksem vernielt gebouwen: c honderden gebouwen worden verwoest c 10% van de branden wordt veroorzaakt door blikseminslag (waarvan 40% in agrarische bedrijven). De bliksem beschadigt elektrische installaties: c tienduizenden huishoudapparaten worden vernield c de schade aan elektrische installaties loopt in de miljarden c meer dan 100 miljoen frank schade aan telefooninstallaties c 50 000 elektriciteitsmeters beschadigd c 100 transformatoren van EDF buiten gebruik c zeer hoge verliezen wegens productiestilstanden Bovendien moet men rekening houden met de gevolgen van : c storingen aan computer- en telecommunicatienetten c fouten bij de werking van automatische stuur- en regelsystemen. De exploitatieverliezen kunnen financieel veel verder reiken dan de kostprijs van het beschadigde materieel.
Afb. 1 Cumulo-nimbuswolk
Bliksem
Zodra de lading van de wolk het ioniseren van een luchtkolom toelaat treden bliksemflitsen op, die tot 5 km hoog kunnen zijn (afb. 2). Er ontstaan bliksemflitsen binnen de wolk en tussen wolken onderling.
Blikseminslag
Afb. 2 Ontwikkeling van een onweerswolk : bliksemflitsen in de wolk
Dit is een bliksem tussen de wolk en de aarde (afb. 3). De schokgolf gaat gepaard met een geluidsgolf : de donder.
K236
1l
De bliksem is een hoogfrequent elektrisch verschijnsel, dat overspanningen veroorzaakt op elk geleidend element en met name kabels en elektrische verbruikers. Men maakt onderscheid tussen twee soorten overspanning : c geleide overspanning c genduceerde overspanning.
bliksem
Geleide overspanningen (afb. 1) Zij zijn het gevolg van een blikseminslag op of nabij een bovengrondse elektriciteits- of telefoonkabel. De gegenereerde stroompulsen planten zich voort tot in woningen die kilometers ver verwijderd zijn. Ze worden verzwakt door de lengte van de lijnen, transformatoren enz., die ze op hun weg tegenkomen, maar een gedeelte van de schokgolf zal toch terecht komen bij gevoelige verbruikers. Genduceerde overspanningen (afb. 2) Een bliksem die op een willekeurige plaats op de bodem inslaat is te vergelijken met een zeer lange antenne, die een elektromagnetisch veld uitstraalt. Dit veld veroorzaakt overspanningen, waarvan de effecten honderden meters tot kilometers ver nog merkbaar zijn.
Rn nulleider
Opm. overspanningen kunnen optreden : c tussen geleiders en de aarde (fase/aarde, N/aarde) en worden common mode genoemd (afb. 3).
L N U mode U common commun mode
belasting charge
c tussen de actieve geleiders onderling (fase/N, fase/fase en worden differentiel mode genoemd (afb. 4). Deze overspanning is voornamelijk van belang bij TT- en TNSnulleiderstelsels.
L U differential mode mode N diffrentiel
belasting charge
De overspanningsbeveiliging
L
rcepteur verbruiker
De overspanningsbeveiliging heeft tot doel elektrische en elektronische uitrusting te beveiligen tegen overspanningen van atmosferische (bliksem) en /of industrile oorsprong (overspanning ingevolge schakelen).
Werking : c standby : bij afwezigheid van overspanning heeft de beveiliging een zeer hoge impedantie en heeft zij geen enkel effect op de installatie. c werking : bij overspanning wordt de beveiliging actief en laat de sterke schokstromen naar de aarde vloeien zolang de elektrische storing duurt. Hierdoor beperkt zij de overspanning aan de klemmen van de verbruikers. v afleidingsvermogen : - 20 stroomstoten bij I nom. (standaardgolf 8/20 S) - 1 stroomstoot bij I max. ( standaardgolf 8/20 S) v het einde van de levensduur van de overspanningsbeveiliging wordt gesignaleerd door een controlelampje b verschillende gamma's producten, voor LS-net (230/400 V) en communicatie-net v overspanningsbeveiliging voor LS-net (230/400 V) - type PRD, plugbaar, npolig en meerpolig - type PF, vast, meerpolig, monoblok - type PE, vast, npolig v overspanningsbeveiliging voor communicatie-net - type PRC, voor analoog telefoon-net - type PRI, 12/48V voor numerische telefoon en PLC's - type PRI, 6V voor IT-netten.
K237
INSTALLATIE ZONDER BLIKSEMAFLEIDER Hoge materiaalkost / Gevoelig materiaal Tertiair / Industrie Bedrijfscontinuteit van de installatie
Gedeeltelijk
Zeer belangrijk
1,32 0,79
65
1,58 15
>1,58 30-40
0,53 30-40
>0,53 65
0,53
Indien de afstand tussen de overspanningsbegrenzer en de verbruiker 30 m en / of bij gevoelige apparatuur (Up te hoog), dringt een fijnbeveiliging (in kA) zich op.
0,26
8 8 8 8 8 8
0,00
kA
hoofdbeveiliging
jnbeveiliging
Installatie met bliksemafleider c de aanwezigheid van een bliksemafleider op het gebouw of in een straal van 50 m kan een rechtstreekse blikseminslag veroorzaken, die een potentiaalstijging van de massa's en het aardingsnet tot gevolg heeft. Een deel van de bliksemstroom vloeit in de stroominstallatie langs de aardingspen en de aardrail c om de verbruikers te beveiligen, is het dan noodzakelijk bij de aankomst in het bord een overspanningsbegrenzer klasse 1 test PRF1 te installeren met een zeer grote afvoercapaciteit (Iimp 20 kA), die in staat is de bliksemstroom op te vangen en vervolgens af te leiden naar een afgelegen aarding met een referentie van 0 V, waarbij een beveiligingsniveau van max. 4 kV tussen fase / nulleider en aarde verzekerd wordt c vermits dit beveiligingsniveau te hoog is, moet een andere overspanningsbegrenzer in cascade worden toegevoegd, opdat de residuele spanning op de klemmen van de tweede overspanningsbegrenzer Imax = 30 - 40 kA (PRD40, PF30, PE40) verenigbaar zou zijn met de stoothoudspanning van het te beveiligen materiaal (Uchoc < 1,5 kV) c tot slot moet, als de te beveiligen verbruikers zich op meer dan 30 m van de hoofdbeveiliging bevinden, een jnbeveiliging Imax 8 kA (PRD8, PF8, PE8) genstalleerd worden zo dicht mogelijk bij de verbruikers. Installatie zonder bliksemafleider c met de bovenstaande tabel kan de maximale stroom van de te installeren overspanningsbegrenzer bepaald worden, afhankelijk van de geograsche ligging en de blikseminslagdensiteit van de te beveiligen site c er moet een overspanningsbegrenzer voor jnbeveiliging Imax = 8 kA gemonteerd worden als: v de afstand tussen de hoofdbeveiliging en de verbruikers 30 m v de spanning Up van de overspanningsbegrenzer te hoog is in verhouding tot de gevoeligheid van de te beveiligen verbruikers (Uchoc).
K238
1l
c het beveiligingsniveau (Up) is de spanning die de prestaties van een overspanningsbegrenzer bij In kenmerkt c Up moet liggen tussen: v de maximumspanning in permanent bedrijf (Uc) v de stoothoudspanning (Uchoc) van de te beveiligen verbruikers. Cascadeschakeling van verschillende overspanningsbegrenzers De hoofdbeveiliging (P1) is berekend om bliksemstromen afkomstig van de installatie af te voeren. Er zijn 2 mogelijke situaties: c als het beveiligingsniveau (Up) te hoog is voor de stoothoudspanning (Uchoc) van het installatiemateriaal: er moet een overspanningsbegrenzer (P2) voor fijnbeveiliging gemonteerd worden in de omgeving van de verbruikers, om de spanning te verminderen en verenigbaar te maken met de stoothoudspanning van de te beveiligen verbruikers c als de gevoelige verbruikers zich te ver van de hoofdbeveiliging bevinden (d 30 m, guur 2): er moet een overspanningsbegrenzer (P2) voor jnbeveiliging gemonteerd worden in de omgeving van de verbruikers, om de spanning te verminderen en verenigbaar te maken met de stoothoudspanning van de te beveiligen verbruikers.
400/690/1000 V 230/440 V
P1
Uchoc : 1,5 kV
P1
Up : 2 kV
E
P1 P2
Up : 1,2 kV
Uchoc : 1,5 kV
P1
P2
E: te beveiligen verbruiker met een stoothoudspanning van 1,5 kV P1: hoofdbeveiliging berekend met In en Imax aangepast aan de bliksemstromen die zich kunnen voordoen en met een beveiligingsniveau van 2 kV P2: overspanningsbegrenzer in de omgeving van de te beveiligen verbruikers met een beveiligingsniveau dat is aangepast aan en gecordineerd met P1.
E: te beveiligen verbruiker met een stoothoudspanning van 1,5 kV P1: aankomstbegrenzer berekend met In en Imax aangepast aan de bliksemstromen die zich kunnen voordoen en met een beveiligingsniveau van 1,5 kV. Dit niveau van 1,5 kV is in principe aanvaardbaar (hoewel er dan geen marge is), maar de afstand is te groot P2: overspanningsbegrenzer in de omgeving van de te beveiligen verbruikers met een beveiligingsniveau dat is aangepast aan en gecordineerd met P1.
K239
aardingsschema
TT
TN-S
TN-C
2x1P 4x1P
3x1P
aardingsschema
TT
TN-S
TN-C
IT met ver-
IT met niet-
deelde null. verdeelde null. vaste overspanningsbegrenzers klasse 2 test PRD CM Uc = 275 V CM Uc = 440 V CM/DM 1P+N 1P+N Uc = 440/275 V 3P+N 3P+N uittrekbare overspanningsbegrenzers klasse 2 test PF 30-65 kA CM 1P+N 1P+N Uc = 440 V 3P+N 3P+N PF 8-15 kA CM/DM 1P+N 1P+N Uc = 440/275 V 3P+N 3P+N PE CM Uc = 440 V
overspanningsbegrenzer klasse 1 test afkoppeling PRF1 zekering vermogenschak. Iimp : 60 kA 125 A Maxi compact NS160H gL (22 x 58) TM125D Max. overspanningsbegrenzers klasse 2 test max. ontladings- afkoppelingsautomaat stroom van de kaliber curve overspanningsbegrenzers 8-15-30-40 kA 20 A C 65 kA 50 A C
Na de keuze van de nodige overspanningsbegrenzer(s) voor de beveiliging van de installatie, moet in de tabel hiernaast de gepaste afkoppelinrichting gekozen worden c het onderbrekingsvermogen moet compatibel zijn met het onderbrekingsvermogen van de installatie c iedere actieve geleider moet beveiligd worden. Bijvoorbeeld: een overspanningsbegrenzer 1P + N moet gecombineerd worden met een tweepolige afkoppelingsautomaat (2 beveiligde polen).
K240
1l
F O-OF
F O-OF
F O-OF
F O-OF
F O-OF
F O-OF
O-OF
F O-OF
L N
multi PRD
C Neutral
9
r
multi PRD
L N
PF, PE PRD
GERIN
multi PRD
C Neutral
9
r
multi PRD
16640
PF, PE PRD
16620
16620
16620
16640
PRF
PRF
L40A
16620
PRF
PRF
L40A
d1
T
OFF
PRF1
16 50 mm2
d2
16 35 mm2
F O-OF
MERLI MERLI N GERIN
= 60kA AC limp 4kV Up 255V 50Hz Uc = Q= 30As
F O-OF
F O-OF
F O-OF
N GERIN
16620
16620
PRF
PRF
d3
2+ 1+d
d3
50 c
K241
DDR type s
eiliging jnbev
hoofd
d1
beveil
iging
O-OFF O-OFF
T
OFF
O-OFF O-OFF
O-OFF O-OFF
d2
N
PRD
O-OFF
L N
L
O-OFF
O-OFF
IN GERIN MERL 9
IN GERIN MERL 9
multi PRD r
C Neutral
multi PRD
O-OFF
N GERIN MERLI N GERIN MERLI
i9 mult PRD r
C Neutral
i9 mult PRD
C40r-275 (8/20) Imax:40kA20) In:15kA(8/ Up:1,2kV Uc:275V
O-OFF
O-OFF
L N
d3
IN GERIN MERL 9
IN GERIN MERL 9
multi PRD r
C Neutral
multi PRD
0 cm 3 5 d2+ d d1+
K242
1l
overspanningsbegrenzer
verbruikers
In installaties die met een algemene differentieelbeveiliging uitgerust zijn, is het beter om de overspanningsbeveiliging stroomopwaarts van deze beveiliging te plaatsen. Sommige energiemaatschappijen staan echter niet toe om op dit niveau van de distributie tussenbeide te komen. In dat geval dient u een selectieve differentieelinrichting van het s-type of met vertraagde uitschakeling te voorzien, zodat de stroom die langs de overspanningsbegrenzer naar de aarde vloeit, geen ongewenste uitschakeling van de aansluitautomaat veroorzaakt. Om de bedrijfscontinuteit van de prioritaire kringen te waarborgen en tegelijkertijd de veiligheid te verzekeren bij atmosferische storingen, dient u de volgende apparaten te combineren: b een overspanningsbegrenzer om de gevoelige verbruikers te beveiligen tegen atmosferische overspanningen b een automaat met een selectieve differentieelinrichting voor residuele stroom 300/500 mA stroomopwaarts om een totale differentieel selectieve te waarborgen b een differentieelinrichting van 30 mA van het type "Si" die stroomafwaarts wordt en ongevoelig is voor dit type van storingen. Een andere oplossing: Het gebruik van een vermogensschakelaar aan het begin + een differentieellastschakelaar. De overspanningsbegrenzer zal tussen de 2 apparaten aangesloten moeten zijn (zie hierachter). Opgelet: de verbinding moet klasse II zijn.
ID 30 mA
ID "Si" 30 mA
overspanningsbegrenzer
diagnose situs Ey1 PRC-PRI aangeraden 1<E<4 PRC-PRI zeer aangeraden PRC-PRI zeer aangeraden PRC b b b b b b b b b b b b b PRI 1248 V Eu4 PRC-PRI zeer aangeraden PRC-PRI zeer aangeraden PRI 6 V
nettype telecommunicatie analoog 300 Hz RTC numerische toegang T0 speciale lijn 24 V speciale lijn modem basisbandbreedte 64 kbit/s MIC lijn en toegang T2 informatica stroomlus 200 V stroomlus 1248 V RS 232 (12 V) RS 485 (12 V) stroomlus 6 V RS 422 (6 V) RS 423 (6 V) voeding verbruikers 12/48 V brandcentrale, ZLS-verbruiker, inbraakcentrale, deuropener/regeling
L : verbindingsklasse II
differentieel lastschakelaar
verbruikers
K243
1 1 1 1
440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440
400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 400 b
b b b b b b b b b b b b b b b b b b b
1,5 1,5 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2 1,2
440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440 440
275 275 275 275 275 275 275 275 275 275
230 400 400 230 400 400 230 400 400 230 400 400 230 400 400
b b b b b b
16620 16640
1P
60
i4
255 500
K244
Keuze
De keuze van de overspanningsbegrenzer gebeurt op basis van verschillende criteria: c het aardingsschema van de installatie c de behoefte aan een beveiliging in de common mode (MC) en/of in de series mode (MD) c de keuze van een lichtgevende of
mechanische signalisatie die het einde van de levensduur aangeeft c het vaste of uittrekbare patroon c de overdracht op afstand c de afmetingen c de prijs.
Aardingsschema TT-stelsel
stroombord
L1 N
DDR aardverbinding van de LS-nulleider
N
M E R L IN G E R IN
PRD (1P+N)
multi 9 C60N
C40
400V a 6000
1 0 k A IE C 9 4 7 .2
PF30/65 (1P+N) MC
24206
ontkoppelingsautomaat
O - O FF
O - O FF
te beveiligen uitrusting
MC/MD
M E R L IN G E R IN
multi 9
PF15
In Im a x U p (L N / U p (L /N ) U c 5 k A (8 /2 0 ) 1 5 k A (8 /2 0 ) ) 1 ,8 k V 1 ,1 k V 2 5 0 /4 4 0 V
15692
overspanningsbegrenzer (1P+N)
PF8/15 (1P+N)
of
PE (3x1P) MC/MD
MC/MD
Aardingsschema TT-stelsel
stroombord
L1 L2 L3 N
DDR aardverbinding van de LS-nulleider
N
14 11 12
M E R L IN G E R IN
24232
O - O FF
O - O FF
O - O FF
O - O FF
L1 L2 L3
16559
L1
L2
M ERLIN G ERIN
M ERLIN G ERIN
M ERLIN G ERIN
multi 9
Uc (V) 275 440 440 C8....C65
multi 9 PRD
C65r-275
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:1,5kV Uc:275V
multi 9 PRD
C65r-275
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:1,5kV Uc:275V
multi 9 PRD
C65r-275
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:1,5kV Uc:275V
C Neutral r
C8..C40
if red replace
if red replace
if red replace
if red replace
overspanningsbegrenzer (3P+N)
PRD
L/N L/ N/
C65
MC
K245
Aardingsschema TN-S-stelsel
stroombord
te beveiligen uitrusting
overspanningsbegrenzer (1P+N) of
Aardingsschema TN-S-stelsel
stroombord
L1 L2 L3 N PE
M E R L IN G E R IN
multi 9 C60N
C 40
400Va 6000
1 0 k A IE C 9 4 7 .2
24232
O - O FF
O - O FF
O - O FF
O - O FF
ontkoppelingsautomaat
te beveiligen uitrusting
L1 L2 L3
M E R L IN G E R IN
multi 9
PF15
In Im a x U p (L N / U p (L /N ) U c 5 k A (8 /2 0 ) 1 5 k A (8 /2 0 ) ) 1 ,8 k V 1 ,1 k V 2 5 0 /4 4 0 V
15693
overspanningsbegrenzer (3P+N)
PF8/15 (3P+N)
7
STH/STM (3P+N) MC
MC
K246
1l
L1 L2 L3 PEN
M E R L IN G E R IN
PRD (1P)
PRD (3P) MC
multi 9 C60N
C25
400V a 6000
1 0 k A IE C 9 4 7 .2
24217
ontkoppelingsautomaat
O - O FF
te beveiligen uitrusting
MC
O - O FF
O - O FF
L1 L2 L3
14 11 12
16558
L1
L2
L3
M ERLIN G ERIN
M ERLIN G ERIN
M ERLIN G ERIN
multi 9 PRD
C65r-440
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:2kV Uc:440V
multi 9 PRD
C65r-440
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:2kV Uc:440V
multi 9 PRD
C65r-440
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:2kV Uc:440V
if red replace
if red replace
if red replace
overspanningsbegrenzer (3P)
5
PE (1P) MC
PE (3x1P) MC
of
STH/STM/STD (1P) STH/STM/STD (3P) MC
MC
L1 N
CPI overspanningsbegrenzer
N
14 11 12
M E R L IN G E R IN
PRD (1P+N)
multi 9 C60N
C 40
400V a 6000
1 0 k A IE C 9 4 7 .2
PF30/65 (1P+N) MC
24206
O - O FF
O - O FF
ontkoppelingsautomaat
te beveiligen uitrusting
C65
MC/MD
L
16557
M ERLIN G ERIN
M ERLIN G ERIN
Uc (V)
multi 9 PRD
275 440 440 C8....C65
multi 9 PRD
C65r-275
Imax:65kA(8/20) In:20kA(8/20) Up:1,5kV Uc:275V
C Neutral r
if red replace
if red replace
overspanningsbegrenzer (1P+N) of
PE (3x1P) MC/MD
U p (k V )
1 ,2 1 ,2 1 ,2 L /N L/ N/
1 ,5 1 ,5 1 ,2 C 8 ..C 4 0
K247
L1 L2 L3
M E R L IN G E R IN
PRD (3P) MC
multi 9 C60N
C25
400V a 6000
1 0 k A IE C 9 4 7 .2
24217
O - O FF
O - O FF
O - O FF
L1 L2 L3
5
PE (3x1P) MC
M E R L IN G E R IN
M E R L IN G E R IN
M E R L IN G E R IN
multi 9
multi 9
multi 9
PE65
Im a x 6 5 k A (8 /2 0 ) 1 0 0 k A (4 /1 0 ) In U p U c 2 0 k A (8 /2 0 ) 2 k V (8 /2 0 ) 4 4 0 V (8 /2 0 )
PE65
Im a x 6 5 k A (8 /2 0 ) 1 0 0 k A (4 /1 0 ) In U p U c 2 0 k A (8 /2 0 ) 2 k V (8 /2 0 ) 4 4 0 V (8 /2 0 )
PE65
Im a x 6 5 k A (8 /2 0 ) 1 0 0 k A (4 /1 0 ) In U p U c 2 0 k A (8 /2 0 ) 2 k V (8 /2 0 ) 4 4 0 V (8 /2 0 )
If re d r e p la c e
If re d r e p la c e
If re d r e p la c e
15683
15683
15683
L1 L2 L3 N
CPI overspanningsbegrenzer
N
M E R L IN G E R IN
PF30/65 (3P+N) MC
multi 9 C60N
C 40
400Va 6000
1 0 k A IE C 9 4 7 .2
24232
O - O FF
O - O FF
O - O FF
O - O FF
ontkoppelingsautomaat
te beveiligen uitrusting
L1 L2 L3
M E R L IN G E R IN
multi 9
PF15
In Im a x U p (L N / U p (L /N ) U c 5 k A (8 /2 0 ) 1 5 k A (8 /2 0 ) ) 1 ,8 k V 1 ,1 k V 2 5 0 /4 4 0 V
15693
overspanningsbegrenzer (3P+N)
7
PE (4x1P) MC/MD
K248
1m
1
studie van een installatie 1m installatie in omhulsels
beschermingsgraad eigenschappen van metalen omhulsels eigenschappen van kunststof omhulsels thermisch beheer van borden maatbepaling railstellen pag. K250 K251 K252 K253 K256
K249
Beschermingsgraad
Het A.R.E.I. heeft een groot aantal uitwendige invloeden waaraan een elektrische installatie kan onderworpen zijn gerepertorieerd en gecodeerd: aanwezigheid van water, vaste voorwerpen, schokken, trillingen, corrosieve produkten, ... Deze invloeden kunnen in mindere of meerdere mate optreden, afhankelijk van de installatieomstandigheden. De aanwezigheid van water kan bijv. uiteenlopen van enkele druppels tot totale onderdompeling.
Beschermingsgraad : IP
De publicatie IEC 529 (2de uitgave, 198911) en de Duitse normen (DIN 40050 van juli 1980 en DIN-VDE 0470, deel 1) zijn voldoende vergelijkbaar met de norm NBN C 20-529 en de Europese norm EN 60529 van oktober 1992 om toe te laten aan de hand van de IP-code aan te geven welke bescherming een omhulsel biedt tegen de genaakbaarheid van gevaar-lijke onderdelen en tegen het binnendringen van vreemde vaste voorwerpen of vloeistoffen. Deze normen mogen niet gehanteerd worden met betrekking tot explosiebeveiliging of speciale omstandigheden zoals vocht, corrosieve dampen, zwamvorming en ongedierte. De IP-code is samengesteld uit twee kenmerkende cijfers en kan uitgebreid worden met een bijkomende letter indien de effectieve beveiliging van personen tegen de toegang tot gevaarlijke onderdelen beter is dan door het eerste cijfer aangegeven wordt. Het eerste cijfer kenmerkt de beveiliging van het materieel tegen het binnendringen van vreemde vaste voorwerpen. Het tweede cijfer kenmerkt de beveiliging tegen het binnendringen van water met schadelijke gevolgen.
Bijkomende letter
(optioneel)
Beveiliging van personen tegen toegang tot gevaarlijke onderdelen (binnen het omhulsel)
letter betekenis A beveiligd tegen toegang van werktuig 50 mm
B C D beveiligd tegen de toegang van werktuig 12 mm beveiligd tegen toegang van werktuig 2,5 mm beveiligd tegen toegang van werktuig 1 mm
Belangrijke opmerkingen
c de beschermingsgraad IP moet altijd cijfer per cijfer genterpreteerd worden en niet als een compleet getal. c voor buitenopstelling moeten de kasten uitgerust worden met een beschermingsdak. c de beschermingsgraden die in deze catalogus vermeld worden gelden voor de omhulsels zoals ze voorgesteld zijn. Behoud van deze oorspronkelijke beschermingsgraad is echter enkel verzekerd indien de montage van de apparaten en de installatie volgens de regels van het vak uitgevoerd worden.
De letter wordt alleen gebruikt als de effectieve beveiliging van personen groter is dan die aangegeven door het eerste cijfer van de IP. Indien alleen de beveiliging van personen interessant is om te preciseren worden de twee specifieke cijfers van de IP vervangen door X. Bijvoorbeeld: IP XXB.
Beschermingsgraad : IP
1ste cijfer Bescherming tegen vaste voorwerpen 2de cijfer Bescherming tegen vloeistoffen
0 1 2
geen bescherming
50mm
0
bescherming tegen vaste voorwerpen groter dan 50 mm
geen bescherming
1 2
12 mm 12,5mm
X
15
beschermd tegen vallende druppels onder een hoek van 15 uit de loodlijn
2,5mm
60
beschermd tegen vallende druppels onder een hoek van 60 uit de loodlijn
4 5
1mm
4 5
Voorbeeld
beveiligd tegen vaste lichamen groter dan 2,5 mm geen beveiliging
7 8
IP 30.D
K250
1m
Het plaatstaal van de Merlin Gerin kasten wordt bekleed met een thermohardend poeder op basis van door polyesterharsen gewijzigde epoxyharsen. Deze techniek laat een onberispelijke afwerking toe en biedt een uitstekende bescherming tegen corrosie. De eigenschappen van deze bekleding zijn aanzienlijk beter dan die van traditionele afwerkingsmethoden met epoxypoeders: c betere kleurstabiliteit c beter bestand tegen sterk uiteenlopende temperaturen c verhoogde weerstand tegen atmosferische invloeden.
Mechanische eigenschappen
testvoorwaarden : stalen proefstaafjes van 0,8 mm warm ontvet met ijzerfosfaat hechting (quadrillage en scotch) kerfslagvastheid Ericksen slagvastheid plooitest op cilindrische opspanklemplaat plooitest op conische opspanklemplaat hardheid Persoz
(ISO 2409) (NFT 30-019) (NFT 30-017) (NFT 30-040) (NFT 30-078) (NFT 30-016)
Hittebestendigheid
c 24 uur bij 150 C c behoud van de glans: goed c verkleuring E = 1NBS.
Chemische eigenschappen
tests uitgevoerd bij kamertemperatuur op gefosfateerde proefstaafjes, bekleed met een film van 150 tot 200 micron. duur van de proef (in maanden) 2 4 6 8 10 12 zuren concentratie azijnzuur 20 % zwavelzuur 30 % salpeterzuur 30 % fosforzuur 30 % zoutzuur 30 % melkzuur 10 % citroenzuur 10 % basen soda 10 % ammoniak 10 % water gedistilleerd water zeewater leidingwater verdund bleekwater oplosmiddelen benzine hogere alcoholen alifaten aromaten ketonen-esters tri-perchloorethyleen
film onbeschadigd film aangetast (blaasjesvorming, vergeling, glansverlies)
Corrosiebestendigheid
zoutnevel (NF X 41-002)
720 uur op metalen omhulsels van verzinkt plaatstaal van 1 mm dikte na ontvetting met amorf ijzerfosfaat c roestvorming R10 (NF T 30-071) c blaasjesvorming 0.
K251
De kasten UP en US zijn speciaal bestemd voor gebruik in sterk corrosieve omgevingen (zeekust, chemische industrie, melkerijen, ...).
Karakteristieken
polycarbonaat (doorz. kap US) mechanische eigenschappen schokbestendigheid in N/cm2 buigweerstand in N/cm2 trekweerstand in N/cm2 elektrische eigenschappen doorlaatweerstand (klasse) oppervlakteweerstand in dilektrisch houdvermogen in kV/cm transversale volumeweerstand in .cm vuurbestendigheid zuurstofindex in % O2 vlamtest test met gloeidraad diverse eigenschappen dimensionele stabiliteit (Martens) in C verwekingstemperatuur (Vicat) in C temperatuurbestendigheid (continu) in C stabiliteit t.o.v. licht (blauwe wol 1-8) tropenvastheid en schimmelbestendigheid waterabsorptie in mg soortelijk gewicht in g/cm3 > 294 > 9 300 6 500 275 V 1015 350 1016 26 V2 bij 1,5 mm 750 C 5 s 115 tot 125 145 - 50 tot + 125 4 geen aantasting 10 1,2 polyester (kasten UP, US) 882 17 640 8 330 600 V 1012 180-200 1014 24,4 V0 bij 1,5 mm 960 C 5 s > 250 - 50 tot + 140 7-8 geen aantasting 45 1,75 norm
DIN 53453 DIN 53452 DIN 53455 DIN 53480 DIN 53482 DIN 53481 DIN 53482 ASTM D-2863-70 ISO 1210 IEC 695-2-1 DIN 53458 DIN 53460 DIN 53388 IEC 68-2-10 DIN 53472 DIN 53479
aceton, ketonen en afgeleide producten zoutzuur citroenzuur melkzuur salpeterzuur fosforzuur zwavelzuur alcoholen (behalve benzyl-, allyl- en furfuryl.) zuivere aniline minerale basen benzeen vloeibaar broom vloeibaar chloor zeewater benzine ethers hexaan olin en vetten aromatische koolwaterstoffen stookolie fenol jodiumtinctuur tolueen trichloorethyleen ureum
** weerstaat * beperkte weerstand v weerstaat niet
10
** ** * v ** v ** ** * v
K252
1m
Een bord is bestemd om bij een normale omgevingstemperatuur te werken. De meeste apparaten werken slechts naar behoren binnen een temperatuurbereik tussen 10 en +50 C. Het is dan ook belangrijk de inwendige temperatuur van het bord binnen deze grenzen te houden: c door een correcte maatvoering bij het ontwerp c door het thermisch gedrag met de beschikbare middelen bij te sturen.
belangrijkste warmteuitwisseling max. gedissip. vermogen 2 000 x 800 x 400 interne temperatuur externe temperatuur IP max.
convectie 400 W
max. 40 C IP 54
max. 40 C IP 55
K253
T= 40C
2000 T= 40C T= 30C 1000 T= 20C 500 T=10C
2000
2000
1500
1500
1500
T= 30C T= 20C
1000
1000
500 T=10C 700 800 900 1000 1100 breedte (mm) largeur
500
T=10C
700
800
900
700
800
900
Kast Prisma P (IP 2, diepte 600) gedissipeerd vermogen (W) puissance dissipe (W)
Kast Prisma P (IP 2, diepte 1000) gedissipeerd vermogen (W) puissance dissipe (W)
2000
T= 40C
1500 T= 40C 1000 T= 30C T= 20C 500 T=10C 700 800 900 1000 1100 largeur (mm) breedte (mm)
1500
T= 40C T= 30C
500
T=10C
700
800
900
700
800
900
Kast Prisma P (IP 3, diepte 400) gedissipeerd vermogen (W) puissance dissipe (W)
Kast Prisma P (IP 3, diepte 600) gedissipeerd vermogen (W) puissance dissipe (W)
2000
2000
1500 T= 40C T= 30C 500 T= 20C T=10C 700 800 900 1000 1100 breedte (mm) largeur (mm)
1500 T= 40C 1000 T= 30C 500 T= 20C T=10C 700 800 900 1000 1100 breedte (mm) largeur (mm)
300 250 200 150 100 50 0
T= 40C T= 30C T= 20C T=10C 200 400 600 800 1000 1200 hauteur de kast (mm) hoogte van du coffret(mm)
1000
Kast Prisma PH (IP 5, diepte 500) gedissipeerd vermogen (W) puissance dissipe (W)
Kast Prisma G
2000
1500 T= 40C T= 30C 500 T= 20C T=10C 700 800 900 1000 1100 breedte (mm) largeur (mm)
1500 T= 40C 1000 T= 30C 500 T= 20C T=10C 700 800 900 1000 1100 largeur (mm) breedte (mm)
1500
T= 40C T= 30C T= 20C T=10C 700 800 900 1000 1100 breedte (mm) largeur (mm)
1000
1000
500
K254
1m
Uit het gamma toebehoren voor kasten Prisma kan hiervoor een ventilator met 38 W vermogen gekozen worden en een luchtuitlaatrooster.
Nuttige gegevens bij de berekeningen P: door de apparaten, de aansluitingen en de railstellen gedissipeerd vermogen (in W) Pr : vermogen van de verwarmingsweerstand (in W) Tm : maximale interne temperatuur van de zone met apparaten (in C) Ti : gemiddelde interne temperatuur (in C) Te : gemiddelde externe temperatuur (in C) Tm = Tm Te T = Ti Te S: totale vrije oppervlakte van het omhulsel (in m2) K: thermische geleidingscofficint van het materiaal (W/m2C) K = 5,5 W/m2C voor geschilderd plaatstaal K = 4 W/m2C voor polyester D: ventilatiedebiet (in m3/u)
Opmerking: het door de apparaten gedissipeerd vermogen wordt opgegeven door de fabrikanten (voor apparaten van Merlin Gerin: zie pag. K304). Voeg ongeveer 30% toe ten behoeve van de aansluitingen en railstellen.
K255
Maatbepaling railstellen
Maatbepaling stroomsterkte/temperatuur
De maximale gebruiksintensiteit van een railstel hangt af van zijn thermische omgeving.
De aard en de doorsnede van de geleiders moet toelaten de gewenste stroomsterkte te geleiden in functie van de temperaturen die in het bord voorkomen (het hoofdstuk Thermisch beheer van borden laat toe deze temperaturen te bepalen). De geleiders ondergaan een bijkomende verhitting onder invloed van de er doorheen vloeiende stromen. De temperatuur van geleiders, isolatiemateriaal, enz. mag uiteraard niet hoger oplopen dan de maximumtemperatuur waarvoor deze producten voorzien zijn. Alle verbruikers die door een railstel gevoed worden zullen niet noodzakelijk op vollast, noch tegelijkertijd gebruikt worden. De toegekende diversiteitsfactor laat toe de maximale gebruiksintensiteit te bepalen en dus ook de maatvoering van het railstel.
De railstellen en verdeelsystemen van Merlin Gerin zijn zo bemeten dat ze zonder enige specifieke beperking onder normale omgevingsvoorwaarden kunnen gebruikt worden in Prisma-borden (standaardconfiguratie van het bord, 35C buiten het bord, ...). Bij overschrijding van deze standaardomstandigheden (die gedefinieerd zijn op de cataloguspaginas waarop deze producten voorgesteld worden) zijn berekeningen nodig met behulp van de tabellen op de volgende paginas. Hij is van toepassing bij een verdeelkast met meerdere kringen, waarbij geen informaties betreffende de belastingstoestand. Indien de kast hoofdzakelijk verlichtingskringen omvat wordt aanbevolen de factor te verhogen.
De thermische belasting, die samenhangt met de energie die bij de kortsluiting vrijkomt (met name het vermogen van de kortsluitstroom en zijn duur - RI2t), vereist een voldoende doorsnede van de geleiders om deze energie te kunnen verwerken zonder dat de temperatuur oploopt tot een waarde die het product zou kunnen beschadigen.
De mechanische belasting bij kortsluiting vindt haar oorsprong in de elektrodynamische krachten tussen de fasen. Deze mechanische factoren zijn bepalend voor de aard van de geleiders en het aantal railsteunen.
Toepassingsvoorbeeld met de railstellen Linergy uit het Prisma-systeem: tabel met het houdvermogen van de diverse Linergy-profielen bij kortsluitstromen
Linergy 800 Linergy 1000 Linergy 1250 Linergy 1600 aantal steunen in functie van Icw (kA/1s) 25 30 39 52 60 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 66 85
Keuze van een railstel 1000 A, 25 kA voor een Prisma-bord: het profiel Linergy 1000 is berekend op de thermische belasting van een kortsluitstroom van 39 kA. Om de mechanische belasting van een kortsluitstroom van 25 kA op te vangen moeten 3 railsteunen gebruikt worden, verdeeld over de lengte van het profiel.
K256
1m
Het hoofdrailstel van een bord is afhankelijk van de nominale stroomsterkte van het aankomstapparaat
type profiel In aankomst 630 750 800 900 1 000 1 050 1 250 1 450 1 600 type railstel Linergy 800 Linergy 1000 Linergy 1250 Linergy 1600
IP i 30 Linergy 800 Linergy 800 Linergy 800 Linergy 1000 Linergy 1000 1 250 1 250 1 600 1 600
IP > 30 Linergy 800 Linergy 800 Linergy 1000 Linergy 1000 1 250 1 250 1 600 1 600
66
85
Opm.: als de voeding van het bord gebeurt met kabels die rechtstreeks verbonden zijn met het Linergy-railstel moet een bijkomende railsteun voorzien worden. Railstel tot 1 600 A (profiel Linergy)
reset
K257
maatbepaling voor vlakke railstellen bij Prisma-borden tot 3200 A 1 Kies, in functie van de nominale stroom2 Bepaal, in functie van de kortsluitstroom 3 Tabel C vermeldt de te eerbiedigen
sterkte, in tabel A het aantal rails voor n fase en hun doorsnede (max. 3 rails per fase). Icc eff. (kA) en met behulp van tabel B, de maximale hartafstand tussen de railsteunen. Leidt hieruit het benodigde aantal steunen af. tabel B
aantal rails per fase 1 1 1 2 1 1 2 2 3 2 2 3 3 3 doorsnede 50 x 5 63 x 5 80 x 5 50 x 5 100 x 5 125 x 5 63 x 5 80 x 5 63 x 5 100 x 5 125 x 5 80 x 5 100 x 5 125 x 5 hartafstand tussen de railsteunen Icc eff (kA) 12 23 475 250 550 275 625 325 1000 725 725 375 850 425 1000 850 1000 975 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 30 175 200 250 550 275 325 650 750 1000 1000 1000 1000 1000 1000 39 150 175 425 225 250 500 525 725 775 825 750 775 800 52 66 69 75 85 kast Prisma P : D = 400 kast Prisma PH : D = 500
75
tabel A
toelaatbare (1) stroomsterkte (A) In i 1650 A IP i 30 650 750 1000 1150 1200 1350 1350 1650 1750 1900 2150 2150 2550 3200 IP u 31 600 700 900 1000 1050 1200 1150 1450 1600 1600 1950 1900 2200 2800
tabel C
hartafstand fasen
In i 3 200 A
125 275 150 175 275 300 400 425 450 400 425 450
175 125 150 175 175 250 275 275 250 250 275
L1 L2 L3
L1
(1) De toelaatbare stroomsterkte is opgegeven voor een uitwendige omgevingstemperatuur van 35C. c bij hogere temperaturen, tot 50C, moeten de vermelde waarden met 12% verminderd worden bij IP 20, resp. met 15% bij IP 54 c bij lagere temperaturen, tot 25C, mogen de vermelde waarden met 6% verhoogd worden bij IP 20, resp. 5% bij IP 54.
L2
L3
Toepassingsvoorbeeld
Railstel met lengte 1750 mm in een kast Prisma P (IP 20), gevoed door een transformator van 315 kVA/400 V. In = 444 A. Veronderstelde eff. kortsluitstroom: 8 kA. Kies in tabel A de onmiddellijk hoger liggende waarde, namelijk 650 A. Dit geeft als resultaat 1 rail van 50 x 5. In tabel B vinden we onder de waarde Icc eff. 12 kA de hartafstand 475 mm. Aangezien het railstel een lengte van 1750 mm heeft en rekening houdende met de plaatsing van de eerste en de laatste railsteun en de maximale hartafstand van 475 mm tussen de steunen, moet men als volgt te werk gaan: c 1 railsteun op 50 mm van het ene uiteinde c 1 railsteun op 50 mm van het andere uiteinde. De hartafstand tussen deze beide uiterste steunen bedraagt 1750 - 100 = 1650 mm. 1650 : 475 = 3,47, afgerond 4 intervallen en dus in totaal 5 steunen. Aangezien de steunen op het frame van de kast gemonteerd worden (perforaties om de 25 mm), moet men de 3 overige steunen over deze perforaties verdelen, zonder echter de maximale hartafstand van 475 mm te overschrijden.
50
400
425
1650
425
400
50
K258
1m
reset
De norm NBN EN 60439.1 4.7 definieert de onderstaande tabel. aantal kringen diversiteitsfactor 2 en 3 0,9 4 et 5 0,8 6 t/m 9 0,7 10 en meer 0,6 Tabel gebruiksintensiteit van de Linergy-profielen in functie van de omgevingstemperatuur rondom de profielen.
temperatuur(1) 40 C 45 C 50 C 55 C 60 C 65 C 70 C 75 C Linergy 800 950 920 880 850 810 780 750 700 Linergy 1000 1220 1160 1120 1060 1020 960 920 860 Linergy 1250 1450 1400 1320 1280 1250 1140 1060 1000 Linergy 1600 2000 1900 1830 1740 1650 1570 1480 1360
K259
K260
2
bijkomende specificaties van de vermogensschakelaars
pag.
K262 K263 K264 K266 K267 K270 K271 K276 K278 K278 K279
2b begrenzing begrenzingsvermogen
begrenzingscurven automaten Multi 9 vermogensschakelaars Compact NS100 tot 630 vermogensschakelaars Compact NS80H-MA
2c declassering bij temperatuursverhoging automaten en lastschakelaars Multi 9 vermogensschakelaars Compact NS100 tot 630 vermogensschakelaars Compact NS800 tot 1600 vermogensschakelaars Masterpact NT-NW
K261
Uitschakelcurve B
Beveiliging van generatoren, personen en grote kabellengten (bij nulleiderstelsels TN en IT) Overbelasting : standaard thermische beveiliging. Kortsluiting : vaste magnetische beveiliging met uitschakelcurve B (Im tussen 3 en 5 In of 3,2 en 4,8 In naargelang de apparaten, overeenkomstig NBN C 61-898, EN 60898 en IEC 60947.2).
2
2
Uitschakelcurve C
Beveiliging van kabels die gewone verbruikers voeden Overbelasting : standaard thermische beveiliging. Kortsluiting : vaste magnetische beveiliging met uitschakelcurve C (Im tussen 5 en 10 In of 7 en 10 In naargelang de apparaten, overeenkomstig NBN C 61-898, EN 60898 en IEC 60947.2).
10
In
3,2 4,8 7 10 14
In
Uitschakelcurve D
Beveiliging van kabels die verbruikers met hoge aanspreekstroom voeden Overbelasting : standaard thermische beveiliging. Kortsluiting : vaste magnetische beveiliging met uitschakelcurve D (Im tussen 10 en 14 In, overeenkomstig IEC 60947.2).
Uitschakelcurve MA
Beveiliging van motoraanzetters Overbelasting : geen beveiliging. Kortsluiting : enkel vaste magnetische beveiliging met uitschakelcurve MA (Im vast afgesteld op 12In (1), overeenkomstig IEC 60947.2).
(1) De vaste magnetische beveiliging type MA is verzekerd voor Im 20 %.
Uitschakelcurve K
Beveiliging van kabels die verbruikers met hoge aanspreekstroom voeden Overbelasting : standaard thermische beveiliging. Kortsluiting : vaste magnetische beveiliging met uitschakelcurve K (Im tussen 10 en 14 In, overeenkomstig IEC 60947.2).
Ir : instelstroom van de thermische losser = In bij automaten Multi 9 Im : instelstroom van de magnetische losser.
14 12
In
Aanduiding 1 : grenzen thermische uitschakeling in koude toestand, polen belast. Aanduiding 2 : grenzen elektronische uitschakeling, 2 polen belast.
Type TM.D
Beveiliging van kabels en leidingen die traditionele verbruikers voeden Overbelasting : standaard thermische beveiliging. Kortsluiting : standaard magnetische beveiliging (Im vast bij kalibers i 160 A en instelbaar tussen 5 en 10 Ir bij kalibers > 160 A(1)).
Type MA
Beveiliging van motoraanzetters Overbelasting : geen beveiliging. Kortsluiting : enkel magnetische beveiliging (3) instelbaar bij NS80H-MA : 6 tot 14 In bij NS100MA, NS160MA, NS250MA : 8 tot 13 In bij NS400MA en NS630MA (kaliber 320-500): 6,3 tot 12,5 In.
Ir : vaste of instelbare regelstroom van de thermische losser. Im : regelstroom van de magnetische losser. (1) De waarde van de vaste magnetische standaardbeveiliging type D is verzekerd voor Im. 20 %. Bij minimuminstelling van de magnetische standaardbeveiliging type D geldt deze instelling voor Im. 20 % Bij maximuminstelling van de magnetische standaardbeveiliging type D geldt deze instelling voor Im. 20 % (2) De waarde van de vaste magnetische beveiliging type G is verzekerd voor Im. 20 %. Bij maximuminstelling van de vaste magnetische beveiliging type G geldt deze instelling voor Im. 20 % Gids laagspanningsverdeling 2003
SB MA
Type TM.G
Beveiliging van generatoren, personen en grote kabellengten (bij nulleiderstelsels TN en IT) Overbelasting : standaard thermische beveiliging (type D). Kortsluiting : magnetische beveiliging met lage drempel (Im vast bij kalibers i 63 A(2)).
0
Vorm van de curven G, D, SB en MA
(3) De waarde van de vaste magnetische beveiliging type MA is verzekerd voor Im. 20 %. Bij minimuminstelling van de vaste magnetische beveiliging type MA geldt deze instelling voor Im. 20 % Bij maximuminstelling van de vaste magnetische beveiliging type MA geldt deze instelling voor Im. 20 %
K262
Elektronische uitschakeling
2a
De toepassing van elektronica bij vermogensschakelaars laat toe op zeer eenvoudige wijze de beveiliging en bewaking van LS-verdeelnetten te realiseren. Dit type beveiligingsunit verenigt de beveiligingsmogelijkheden die gewoonlijk gerealiseerd worden met lossers van het type D, G en SA. Het wordt gevoed door precisiestroomopnemers, die gentegreerd zijn in de vermogensschakelaar en werkt met eigen stroomvoorziening (geen hulpbron nodig).
gamma
Talrijke voordelen
Deze units bieden een oplossing voor alle voorkomende beveiligingsgevallen (kabels, transformatoren, generatoren). Zij bieden o.m. de volgende voordelen: c grotere precisie van de instellingen: 1,05 tot 1,20 bij lange vertraging; + 15% bij korte vertraging, ongeacht de ingestelde waarde c ongevoeligheid voor de omgevingstemperatuur, wat constante en nauwkeurige uitschakelkarakteristieken verzekert c totale ongevoeligheid voor storingen op het net dank zij de eigen stroomvoorziening c mogelijkheid tijdens de montage of na de installatie ter plaatse de goede werking te controleren met behulp van een autonome testkit (BU) of een testkoffer. Dit voorkomt de noodzaak tot demontage en/of het inzetten van zware hulpmiddelen.
basisfuncties beveiliging lange vertraging LT beveiliging korte vertraging ST ogenblikkelijke beveiliging INST nieuwe functies ampremeter (I) signalering (F) differentille beveiliging (IN) aardlekbeveiliging (T) controle van de belasting (R) onderhoudsindicator communicatie (C) automatische bewaking logische selectiviteit (Z) verzegelingsplaatje (PB) universele testkit (BU) testkoffer (ME)
b b b
b b b
b b b b b b b b b b b b b b b
b b b b
b b b b b
Identificaties
Voor Compact NS100 tot NS630: c STR: statisch (2de generatie) c cijfers: v 1ste cijfer: gesofistikeerdheid (0 tot 6) (stemt in dit geval overeen met het aantal instelmogelijkheden van de beveiligingen) - 2: lange vertraging LT (1 instelling), korte vertraging ST (1 instelling) v 2de cijfer: familie c letter: toepassing (S) S : selectief Voor Compact NS800/1000/1250/1600 en voor Masterpact NT08 tot NT16, NW08 tot NW63 b Micrologic 2.0A, 5.0A, 7.0A, bieden de volgende beveiligingen aan :
type 2.0 A 5.0 A 7.0 A beveiliging LI LSI LSIV lange vertraging, ogenblikkelijk lange vertraging, korte vertraging, ogenblikkelijk lange vertraging, korte vertraging, ogenblikkelijk, differentile beveiliging
3 of 4 beveiligingsniveaus
Lange vertraging Voor de beveiliging tegen overbelasting, Ir instelbaar tussen 0,4 en 1 In (1, 2 of 3 belaste polen), waarbij In staat voor de nominale stroomsterkte van de vermogensschakelaar. Korte vertraging Voor de beveiliging tegen kortsluiting, Im instelbaar van 1,5 of 2,5 tot 10, van 2 of 3 tot 8 of van 0,4 tot 15 Ir afhankelijk van het type losser (1, 2 of 3 belaste polen), waarbij Ir staat voor de instelstroom van de lange vertraging. Onmiddellijk Vast of regelbaar volgens het type van de beveiligingsunit, onafhankelijk van de instelling van de lange en de korte vertraging. Aardlekbeveiliging Voor de beveiliging van goederen tegen brandgevaar.
Nieuwe functies
c aardlekbeveiliging (brandgevaar) c controle van de belasting (afschakeling, herinschakeling, signalering) c foutmelding (overbelasting, kortsluiting, aardlekfouten) c ampremeter (uitlezing van de stroomsterkte per fase en van de meest belaste fase) c onderhoudsindicator (bewaking van de staat van de contacten) c teletransmissie c test om de goede werking van de elektronische beveiligingsunit te controleren.
Gids laagspanningsverdeling 2003
K263
STR22SE
Voor Compact NS100 tot NS250
t
seuil LR rglable LT instelbare drempel
0
Instelling van de beveiligingen
STR23SE
Voor Compact NS400 en NS630
t
instelbare drempel seuil LR rglableLT
0
Instelling van de beveiligingen
STR53UE
Voor Compact NS400 en NS630
Beveiliging met lange vertraging LT tegen overbelasting, met instelbare drempel, gebaseerd op de werkelijke eff. waarde van de stroom, volgens IEC 60947-2, bijlage F: c voorkalibrering Io met 6 standen c fijnregeling Ir met 8 standen c instelbare uitschakeltijd. Beveiliging met korte vertraging ST tegen kortsluiting: c met instelbare drempel Im c met instelbare tijdvertraging, met of zonder functie I2t = constant. Ogenblikkelijke beveiliging tegen kortsluiting: c met instelbare drempel. Beveiliging van de nulleider: c bij vierpolige vermogensschakelaars, instelling met 3-standenschakelaar 4P3l, 4P3l N/2, 4P4l.
t
instelbare drempel LT seuil LR rglable
0
Instelling van de beveiligingen
K264
Vermogensschakelaars Compact NS800 tot 1600 Masterpact NT08 tot NT16, NW08 tot NW63
t Ir
2a
Micrologic 2.0 A
De units 2.0 A bieden de volgende beveiligingsmogelijkheden : b lange vertraging LR met drempel Ir instelbaar tegen overbelasting b temporisering tr van de lange vertraging b ogenblikkelijke drempel Isd instelbaar tegen kortsluiting. De drempels zijn voor 1, 2 of 3 belaste polen bepaald.
Isd
tr
Ir tr Isd tsd Ii
In tn
Micrologic 7.0 A
I
De units 7.0 A omvatten de differentile beveiling (Vigi) : b instelbare drempel In b temporisering t instelbaar.
K265
Optionele functies
t seuil seuil
Afschakel-/herinschakelingsoptie
De afschakel-/herinschakelingsoptie laat toe de beschikbaarheid van de elektrische energie van de voorrangsvertrekken te verzekeren door de niet-prioritaire belastingen af te koppelen via de contacten M2C of M6C of via een supervisiesysteem. Deze optie is mogelijk met de beveiligingsunits Micrologic P en H, die gebaseerd zijn op: b de instelstroom van de fasen b of op het actief vermogen Deze optie is mogelijk voor: b de Compact NS800 tot 1600 b de Masterpact NT08 tot NT16, NW08 tot NW63.
tempo
tempo I/P
De beveiliging tegen isolatiefouten is een beveiliging van het differentieeltype voor residuele stroom (Vigi). b Deze optie is mogelijk met Micrologic 7.0 A-P-H voor: v de Compact NS800 tot 1600 v de Masterpact NT08 tot NT16, NW08 tot NW63.
Foutsignalering
Aanvullend bij de foutsignalering (handgreep, controlelampje, drukknop, SDE) worden de volgende uitschakelingen standaard en afzonderlijk weergegeven op de voorzijde van de Micrologic beveiligingsunits, meer bepaald door middel van lichtdiodes: lange vertraging, korte vertraging, ogenblikkelijk, aardfout of differentieelfout. Via een drukknop is het mogelijk om de informatie te annuleren door de lichtdiodes uit te schakelen. Deze signalering is op alle Micrologics standaard voorzien voor: b de Compact NS800 tot 1600 b de Masterpact NT08 tot NT16, NW08 tot NW63.
Communicatie (COM)
Deze optie is geschikt voor de transmissie van alle informatie verzonden door de stroomtransformatoren, van alle instellingen met inbegrip van die van de opties, de bedieningsbevelen De signalering van de oorzaken van de uitschakeling en de alarmen, onderhoudsaanduidingen, enz.
Andere functies
In optie verkrijgbare programmeerbare contacten M2C, M6C kunnen gecombineerd worden met alle Micrologic P en H beveiligingsunits om drempeloverschrijdingen of uitschakelingen te signaleren, om een akoestisch of visueel alarm voor de I.U.P.F. te activeren, om een nietprioritaire kring te kunnen openen en sluiten via een afschakel- en herinschakelingsbevel, enz. De modules M2C, M6C vereisen een externe voeding van het type AD (uitgangsspanning 24 V GS). Automatische bewaking Standaard voorzien op het Compact- en Masterpact-gamma. Test Alle beveiligingsunits van de Compact- en Masterpact-apparaten zijn uitgerust met connectoren die de uitvoering van de tests mogelijk maken. Deze elementen voor de uitvoering van de tests bestaan in twee uitvoeringen: b een testkit waarmee de uitschakeling van de beveiligingsschakelaar getest kan worden b een testkoffer waarmee de insteldrempels en -vertragingen en de uitschakeling van de beveiligingsschakelaar gecontroleerd kunnen worden. Voeding De beveiligingsfuncties van de Micrologic beveiligingsunit worden door hun eigen stroom gevoed en hebben geen afzonderlijke stroombron nodig. Met een externe voedingsmodule is het mogelijk om de stromen op alle Micrologic beveiligingsunits vanaf de eerste Ampre weer te geven, op de Micrologic P en H kan de weergave van de foutstromen na de uitschakeling bewaard worden alarmen en uitschakelingen: b voeding v 220/240, 380/415 V WS, 50/60 Hz v 24/30, 48/60, 100/125 V GS v uitgangsspanning 24 V GS v rimpelfactor < 5% v isolatieklasse 2
K266
2a
Curve C volgens NBN C61-898 en EN 60898 Het werkingsbereik van de magnetische losser ligt tussen 5 en 10 In.
XC40 curve C
t(s) 10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
TC16/TC16P curve C
t(s) 10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
Curve C volgens IEC 60947-2 Het werkingsbereik van de magnetische losser ligt tussen 7 en 10 In.
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
K267
Curven B en C volgens NBN C61-898 en EN 60898 Het werkingsbereik van de magnetische losser ligt voor : c curve B tussen 3 In en 5 In c curve C tussen 5 In en 10 In.
C60N/H curve B
t (s)
10000 5000 1H 2000 1000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 0,5 0,2 0,1 0,05 0,02 0,01 0,005 0,002 0,001 0,5 1 2 3 4 5 7 10 20 30 50 70 100 200 I /In
C60a/N/H curve C
t (s)
10000 5000 1H 2000 1000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 0,5 0,2 0,1 0,05 0,02 0,01 0,005 0,002 0,001 0,5 1 2 3 4 5 7 10 20 30 50 70 100 200 I /In
Curven B, C, D, K en MA volgens IEC 60947-2 Het werkingsbereik van de magnetische losser ligt voor: c curve B tussen 3,2 In en 4,8 In c curve C tussen 7 In en 10 In c curve D tussen 10 In en 14 In c curve K tussen 10 In en 14 In c curve MA bij 12 In.
C60N/H curve D
t (s)
10000 5000 1H 2000 1000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 0,5 0,2 0,1 0,05 0,02 0,01 0,005 0,002 0,001 0,5 1 2 3 4 5 7 10 20 30 50 70 100 200 I /In
C120N/H curve D
t (s)
10000 5000 1H 2000 1000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 0,5 0,2 0,1 0,05 0,02 0,01 0,005 0,002 0,001 0,5 1 2 3 4 5 7 10 20 30 50 70 100 200 I /In
De curven geven de grenzen van de thermische uitschakeling weer in koude toestand, met belaste polen en de grenzen van de elektromagnetische uitschakeling met 2 belaste polen.
K268
2a
C60L curve K
t(s) 10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
C60LMA curve MA
t(s) 10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
NG125 curve C
t(s) 10 000 5 000 1h 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
NG125 curve D
t(s) 10 000 5 000 1h 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
NG125 curve MA
t(s) 10 000 5 000 1h 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / In
K269
Reflex-uitschakeling
Alle vermogensschakelaars Compact NS zijn uitgerust met het exclusieve Reflexuitschakelsysteem. Dit systeem treedt in werking bij zeer grote foutstromen. De mechanische uitschakeling van het apparaat wordt bij kortsluiting rechtstreeks veroorzaakt door de druk in de ondrebrekingskamers. Dit versnelt het uitschakelen en zorgt hierdoor voor selectiviteit bij zware kortsluitingen. De reflex-uitschakelcurve hangt uitsluitend af van het kaliber van de vermogensschakelaar.
20
NS630
.2
STR22SE160
Im = 210 x Ir
NS250
NS400
10 t 8 (ms) 7 6 5 4
TM160D
TM16D...TM100D
NS100-NS160
.002 .001 .5 .7 1
I = 12 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 2 3 4 6 10 20 30 40 60 100 200
kA eff
STRAB160/240
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
Reflex-uitschakeling :: reflex tripping tt < 10 ms < 10 ms
STRAB400
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5
Im = 210 x Ir
Ir = 0.41 x In
Ir = 0.41 x In
Im = 210 x Ir
I = 12 x In
I = 11 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
K270
2a
TM25D / TM25G
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s)
TM16D : 12 x In
TM25D : 12 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
TM40D / TM40G
t(s) 10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
TM40G : 2 x In TM40D : 12 x In
TM63D / TM63G
t(s) 10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 2 1 .5 .2 .1 .05
Reflex-uitschakeling : dclenchement rflexe : t 10 ms t < < 10 ms
TM63D : 8 x In
TM63G : 2 x In
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / Ir
3 4 5 7 10
20 30
50 70100
200300 I / Ir
De curven hierboven geven, in functie van de eff. waarde van de foutstroom : c de min. en max. openingstijd van de vermogensschakelaar door de thermische beveiliging bij overbelasting. c de totale onderbrekingstijd bij kortsluiting. Gids laagspanningsverdeling 2003
K271
TM80D / TM100D
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
dclenchement rflexe : Reflex-uitschakeling : t < < 10 ms t 10 ms
TM160D 8 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
TM200D / TM250D
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
Reflex-uitschakeling : dclenchement rflexe : t < 10 ms t < 10 ms
Im = 5 10 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
De curven hierboven geven, in functie van de eff. waarde van de foutstroom : c de min. en max. openingstijd van de vermogensschakelaar door de thermische beveiliging bij overbelasting. c de totale onderbrekingstijd bij kortsluiting.
K272
2a
STR22SE - 160250 A
10 000 5 000
Ir = 0.41 x In
Ir = 0.41 x In
Im = 210 x Ir
I = 11 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
STR22GE - 40100 A
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
Reflex-uitschakeling : reflex tripping : t < < 10 ms t 10 ms
STR22GE - 160250 A
10 000 5 000 2 000 1 000 500
Ir = 0.41 x In
Ir = 0.41 x In
I = 11 x In = 11 x In
II = 11 x In = 11 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
K273
STR23SE
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
Reflex-uitschakeling : dclenchement rflexe : t < 10 ms t < 10 ms
Ir = 0.41 x In
Ir = 0.41 x In
tr = 116 s Ii = 1.511 x In
Isd = 1.510 x Ir
i t OFF
I = 11 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 5 7 10
20 30 50 I / In
K274
2a
STR23SE / STR23SV
10 000 5 000
STR53UE / STR53SV
10 000 5 000
2 000
Ir = 0.41 x In
1 000 500
200 100 50 20 10 5
200 100 50 20 10 5
Ii = 1.511 x In tr = 0.516 s
t(s)
2 1 .5
Isd = 210 x Ir
t(s)
2 1 .5
0.3 0.2 i t OFF
2
Isd = 1.510 x Ir I t ON
2
.2 .1 .05
.2 .1 .05
0.1
.02
reflex uitschakeling
.01 .005
dclenchement rflexe : t < 10 ms
reflex uitschakeling
.002 .001 .5 .7 1 2 3 4 5 7 10 20
.002 .001
30
50 70 100
200 300
.5
.7
4 5
10
20
10
20
30
50
I / Ir
I / Ir
I / In
STR53UE
10 000 5 000
STR23SP
200 100 50 20 10
I t ON
2
t(s)
2 1 .5
0.4 0.3
.2 .1 .05
I t OFF
2
0.2 0.1
I / In
K275
Compact NS80
MA1,5MA80
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s) 2 1 .5 .2 .1 .05 .02 .01 .005 .002 .001 .5 .7 1
Im = 614 x In
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
MA100 en MA220
10 000 5 000 2 000 1 000 500 200 100 50 20 10 5 t(s)
Im = 6 14 x In
Therm. weerstand Therm. houdvermogen tenue thermique
MA220 MA150
Im = 8 13 x In
3 4 5 7 10 I / In
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / In
20 30
50 70100
200300
Het vermelde thermisch houdvermogen geldt voor een vermogensschakelaar werkend bij een omgevingstemperatuur van 65 C.
K276
2a
Ir
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / Ir
20 30
50 70100
200300
3 4 5 7 10 I / In
20 30
50 70100
200300
K277
Beveiligingsunits Micrologic
Micrologic 2.0
10 000 5 000
5 000
Ir = 0,41 x In
200 100 50 20 10 5
tr = 0,5...24 s
200 100 50 20 10 5
tr = 0,524 s
t(s)
2
Isd = 1,510 x Ir
t(s)
2 1 .5
Isd = 1,510 x Ir
1 .5
I t ON
0,4 0,3
0,2
0,4 0,3
0,2
I t OFF
2
.2 .1 .05
.2 .1 .05
0,1 0
0,1 0
Ii = 215 x In . OFF
(1)
.002 .001 .5 .7 1 2 3 4 5 7 10 20 3 5 7 10 20 30
I / Ir
x Ir
x In
HVF
10 000 5 000
2 000 1 000
500
EIT
t(s)
200 100
VIT
50
20 10
SIT
DT
5
2 1 .5 .5 .7 1 2 3 4 5 7 10 20
I / Ir
K278
2a
200 100 50
20 10 5
ogenblikkelijke instantan rglable beveiligings instelling de 1,25 2,5 kA van 1,25 tot 2,5 kA
t(s)
2 1 .5
ogenblikkelijke instantan rglable beveiligings instelling de 1,25 tot 2,5 kA van 2,5 5,4 kA
.2 .1 .05
.002
3 4 5 7 10
20 30 50 70 100
200 300
.001 .5
.7
4 5
10
20
30
50 70 100
200 300
kA (eff)
kA (eff)
200 100 50
20 10 5
t(s)
2 1 .5
.2 .1 .05
kA (eff)
K279
thermisch houdtenue thermique vermogen NW20DC NW20DC thermisch houdtenue thermique vermogen NW10DC NW10DC
thermisch houdtenue thermique vermogen NW40DC NW40DC thermisch houdtenue thermique vermogen NW20DC NW20DC thermisch houdtenue thermique vermogen NW10DC NW10DC
200 100 50
200 100 50
20 10 5
20 10 5
t(s)
2 1 .5
ogenblikkelijke instantan rglable beveiligings instelling de 1,25 2,5 kA van 1,25 tot 2,5 kA
t(s)
2 1 .5
ogenblikkelijke instantan rglable beveiligings instelling de 2,5 tot 2,5 kA van 1,25 5,4 kA
.2 .1 .05
.2 .1 .05
kA (eff)
kA (eff)
thermisch houdtenue thermique vermogen NW40DC NW40DC thermisch houdtenue thermique vermogen NW20DC NW20DC thermisch houdtenue thermique vermogen NW10DC NW10DC
200 100 50
20 10 5
t(s)
2 1 .5
instantan rglable de 5 11 kA
.2 .1 .05
kA (eff)
K280
Begrenzingsvermogen
2b
Het begrenzingsvermogen van een vermogensschakelaar heeft betrekking op zijn eigenschap bij kortsluiting in min of meerdere mate slechts een kleinere stroom door te laten dan de veronderstelde foutstroom.
Icc piek verondersteld
Icc begrensd
Het begrenzend vermogen van een combinatie vermogensschakelaar + thermisch relais wordt weergegeven onder de vorm van begrenzings-curven, die de volgende gegevens bevatten: c de begrensde piekstroom in functie van de effectieve waarde van de veronderstelde kortsluitstroom (de veronderstelde kortsluitstroom is de stroom die permanent zou vloeien bij afwezigheid van beveiligingsinrichtingen) c de begrensde thermische belasting (in A2s) in functie van de effectieve waarde van de veronderstelde kortsluitstroom, d.w.z. de energie die door de kortsluiting gedissipeerd wordt in een geleider met weerstand 1 Ohm. De begrenzingscurven zijn opgesteld op basis van testresultaten conform de norm IEC 60947-2. De door de begrenzingscurven aangegeven waarden wat betreft piekstroom en thermische belasting zijn maximumwaarden. Voorbeeld 1 Hoe groot is de werkelijke waarde van een veronderstelde kortsluitstroom van 70 kA eff. (hetzij 155 k), begrensd door een vermogensschakelaar NS80H-MA met kaliber 12,5 A, gecombineerd met een thermisch relais LR2-D1312? Antwoord: 4,7 k. Voorbeeld 2 Wordt een Cu/PRC-kabel met doorsnede 6 mm2 beveiligd door een NS80H-MA, gecombineerd met een thermisch relais? Antwoord: Uit de bijgaande tabel blijkt dat de maximaal toelaatbare belasting 6,56.105 A2s bedraagt. Elke kortsluitstroom op het punt waar een combinatie van NS80H-MA + thermisch relais genstalleerd is, zal begrensd worden, met een thermische belasting die kleiner is dan 2.105 A2s (curve pagina K291). De beveiliging van de kabel is steeds verzekerd tot aan het onderbrekingsvermogen van de vermogensschakelaar.
K281
.2
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
Stroombegrenzingscurven
DPN vigi
I(k) 30
20
10 8 7 6 5 4 3 2
1 .8 .7 .6 .5 .4 .3 .2 .2 .3 .4 .5 .6 .7.8.9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20 kA eff
K282
2b
C60 : 2, 3, 4 polig
A2 s
3 2
7
7
3 2 10 10 5
10
10 5
5
6
10
4 3 2
i i i i 63A 40A 25A 10A
3 2
6
5 4 3 2 1
i i i i 63A 40A 25A 10A
3 2 10 5 3 2 10 5 3 2 10 5 3 2
10 5 3 2
10
10
10 5 3 2
10
10
i 6A
10 5 3 2
10
i 6A
0,2
0,3
0,5
0,8 1
1,5
4 5 6 7 8 10
kA eff. (x10)
0,2
0,3
0,5
0,8 1
1,5
4 5 6 7 8 10
kA eff. (x10)
Stroombegrenzingscurven
C60 : 1 polig
k (x10)
C60 : 2, 3, 4 polig
k (x10)
20
20
10 8 6 5 4 3 2
10 8 6 5 4 3 2
5 4 3 2 1
i 63A i 40A i 25A i 10A i 6A
5 4 3 2 1
i 63A i 40A i 25A i 10 i 6A
0,3
0,5
0,8 1
1,5
4 5 6 7 8 9 10 kA eff. (x10)
0,2 0,2
0,3
0,5
0,8 1
1,5
4 5 6 7 8 9 10 kA eff (x10)
Verklaring Type automaat volgens de nummering van de curven: c 1 : C60a c 2 : C60N c 3 : C60H alle kalibers C60L kalibers 50 en 63 A c 4 : C60L kalibers 32 en 40 A C60LMA kalibers 40 A c 5 : C60L kalibers i 25 A C60LMA kalibers i 25 A
K283
3 2 10
6
1
i 100A = 125A
5 3 2
i 63A = 32A
10 5 3 2 10 5 3 2 10 5 3 2
i 100A = 125A
i 63A = 32A
.2
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
10
.2
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
Stroombegrenzingscurven
NC100, NC125 : 1 polig
I(k) 30
20
20
10 8 7 6 5 4 3 2 1
10 8 7 6 5 4 3 2
i 100A = 125A
1 .8 .7 .6 .5 .4 .3 .2 .2
i 100A = 125A
i 63A = 32A
i 63A = 32A
1 .8 .7 .6 .5 .4 .3
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
.2 .2
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
Verklaring Type automaat volgens de nummering van de curven : c 1 : NC100H c 2 : NC100LH NC100LMA c 3 : NC125H.
K284
2b
Stroombegrenzingscurven
C120 N/H, 240V 1 polig - 415V 2, 3, 4 polig C120 N/H 240V 2, 3, 4 polig
20 15
= 0.5
20 15
= 0.5
2 10 9 8 7 6 5 4
= 0.9 = 0.8
2 1 10 9 8 7 6 5 4
= 0.9 = 0.8
1
= 0.7
= 0.7
2
= 0.95
2
= 0.95
1 1
6 7 8 9 10
15
20
30
1 1
6 7 8 9 10
15
20
30
Verklaring Type automaat volgens de nummering van de curven : b rep. 1 : C120N b rep. 2 : C120H
K285
NG125: 1 polig
10 8
5
63A
5s 10ms
10 8
5
10 7
5
10 7
33 22 11
125A 100A 80A 63A 50A 40A 32A 25A 20A 16A 10A 5
125A 100A 80A 63A 50A 40A 32A 25A 20A 16A 10A
5s 10ms
3 2 1
125A 100A 80A 63A 50A 40A 32A 25A 20A 16A 10A
10 6
5
16A 10A
10 6
5
10 5
5
10 5
5
A2s 10 4
5
A 2s 10 4
5
10 3
5
10 3
5
10 2
5
10 2
5
10 1
101
102
103
104
105
10 1
101
102
103
104
105
A eff / rms
Verklaring Type van automaat volgens de nummering van de curven : c rep. 1 : NG125N c rep. 2 : NG125H c rep. 3 : NG125L
A eff / rms
Verklaring Type van automaat volgens de nummering van de curven : c rep. 1 : NG125N c rep. 2 : NG125H c rep. 3 : NG125L
20
3 2 1
= 0.5
20 15
= 0.5
15
3 2 1
10 9 8 7 6
= 0.8
= 0.7
10 9 8 7 6
= 0.8
= 0.7
I(k )
5 4
= 0.9
I(k )
5 4
= 0.9
= 0.95
2
= 0.95
1 1
5 6 7 8 9 10
1 20 30 40 50 100 1
5 6 7 8 9 10
20
30 40 50
100
kA eff / rms
Verklaring Type van automaat volgens de nummering van de curven : c rep. 1 : NG125N c rep. 2 : NG125H c rep. 3 : NG125L
kA eff / rms
Verklaring Type van automaat volgens de nummering van de curven : c rep. 1 : NG125N c rep. 2 : NG125H c rep. 3 : NG125L
K286
2b
3 2
7
3 2 10 5 3 2 10 5 3 2 10 5 3 2 10 5 3 2 10
2 3 4 5 6
10
10 5
1
< 100A < 125A
5
6
10
4 3 2
i 63A i 40A i 25A i10A i 6A
3 2 10 5 3 2 10 5 3 2 10 5 3 2
10
10
0,2
0,3
0,5
0,8 1
1,5
4 5 6 7 8 10
kA eff. (x10)
.2
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
Stroombegrenzingscurven
C60 : 2, 3, 4 polig I(k) (x10) k (x10) NC100, NC125 : 2, 3, 4 polig I(k) I(k) (x10)
30
20
20
10 8 6 5 4 3 2
5 4 3 2 1
i i i i i 63A 40A 25A 10A 6A
10 8 7 6 5 4 3 2 1
1 .8 .7 .6 .5 .4 .3
i 100A i 125A
i 63A i 32A
0,3
0,5
0,8 1
1,5
4 5 6 7 8 9 10 kA eff. (x10)
.2 .2
.3 .4 .5 .6 .7.8.9 1
4 5 6 7 8 9 10
20 kA eff
Verklaring Type van automaat volgens de nummering van de curven c rep. 1 : C60a c rep. 2 : C60N alle kalibers c rep. 3 : C60H, C60L kalibers 50 en 63 A c rep. 4 : C60L kalibers 32 en 40 A C60LMA kaliber 40 A c rep. 5 : C60L kalibers i 25 A C60LMA kalibers i 25 A.
Verklaring Type van automaat volgens de nummering van de curven c rep. 1 : NC100H c rep. 2 : NC100LH NC100LMA c rep. 3 : NC125H.
K287
A2S 2 A2s
10 5 3 2 10 5 3 2 10 2 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20 30 40 50 60 3 4
100
kA eff / rms
Verklaring Type automaat volgens de nummering van de curven : c rep. 1 : NG125N c rep. 2 : NG125L.
Stroombegrenzingscurven
NG125, N, H, L
20 2 15
= 0.5
3 1
10 9 8 7 6 5 4
= 0.9 = 0.8
= 0.7
= 0.95
1 1
5 6 7 8 9 10
20
30 40 50
100
Verklaring Type automaat volgens de nummering van de curven : c rep. 1 : NG125N c rep. 2 : NG125H c rep. 3 : NG125L.
K288
2b
5 3 2 10 5 3 2 10 5 3 2
5 6
TM32250
TM16
3 4
10
20 30 40 60
kA eff
Stroombegrenzingscurven
10 8 7 6 5 4
3 4
10
20 30 40 60
kA eff
100
200 300
K289
5 3 2 106 5 3 2 105 5 3 2
N
H N N H H L
L NS400
TC150/250/400
NS250 NS160
NS100
TM 25 TM 16
TM 40100
3 4
10
20 30 40 60
kA eff
Stroombegrenzingscurven
300 200 100 80 70 60 50 k 40 30 20 10 8 7 6 5 4
N NH
NS800H NS1000H NS1250H NS1600H
L NS630
TC150/250/400
NS400
NS100
TM 25 TM 16
TM40100
10
20
30 40
60
100
200 300
kA eff
K290
2b
10 5 3 2
4
automaat NS80H-MA kal. 80 A kal. 80 A kal. 50 A kal. 50 A kal. 50 A kal. 25 A kal. 25 A kal. 12,5 A kal. 12,5 A kal. 12,5 A kal. 6,3 A kal. 6,3 A kal. 2,5 A kal. 2,5 A
thermisch relais LR2-D33 63 LR2-D33 59 LR2-D33 57 LR2-D33 55 LR2-D33 53 LR2-D33 22 LR2-D13 21 LR2-D13 16 LR2-D13 14 LR2-D13 12 LR2-D13 10 LR2-D13 08 LR2-D13 07 LR2-D13 06
contactor 63/80 48/65 37/50 30/40 23/32 17/25 12/18 09/13 07/10 5,5/08 04/06 2,5/04 1,6/2,5 01/1,6 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D09
10 5 3
6.3 A 6.3 A
2.5 A
2
3
Stroombegrenzingscurven in 380/415 V
I(k) 20
80 A 80 A 50 A 50 A
10 8 7 6 5 4 3
automaat NS80H-MA kal. 80 A kal. 80 A kal. 50 A kal. 50 A kal. 50 A kal. 25 A kal. 25 A kal. 12,5 A kal. 12,5 A kal. 12,5 A kal. 6,3 A kal. 6,3 A kal. 2,5 A kal. 2,5 A
thermisch relais LR2-D33 63 LR2-D33 59 LR2-D33 57 LR2-D33 55 LR2-D33 53 LR2-D33 22 LR2-D13 21 LR2-D13 16 LR2-D13 14 LR2-D13 12 LR2-D13 10 LR2-D13 08 LR2-D13 07 LR2-D13 06
contactor 63/80 48/65 37/50 30/40 23/32 17/25 12/18 09/13 07/10 5,5/08 04/06 2,5/04 1,6/2,5 01/1,6 LC1-D80 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D32 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D65 LC1-D09
6.3 A
2
6.3 A
2.5 A
2.5 A
100
200
kA eff.
K291
De maximaal toelaatbare gebruiksstroom van een automaat of vermogensschakelaar wordt benvloed door zijn omgevingstemperatuur. De term omgevingstemperatuur slaat op de temperatuur in de kast of het bord waarin de vermogensschakelaars of automaten genstalleerd zijn. De referentietemperatuur wordt in de onderstaande tabellen aangegeven door een gekleurde balk.
Waardevermindering van de kalibers bij installatie in een kast Indien meerdere vermogensschakelaars of differentieelschakelaars, die gelijktijdig in bedrijf zijn, naast elkaar genstalleerd zijn in een kast met beperkte afmetingen, dan zal de hieruit voortvloeiende temperatuurverhoging in de kast een verlaging van de gebruiksstroom tot gevolg hebben. Vermenigvuldig de verminderde waarden met 0,8 voor de types TC16, XC/SC40, C60, NC100, NC125 en DPN. Voorbeeld : Een C60N, curve C, met kaliber 20 A is genstalleerd op een naakt chassis, in een ruimte waar de omgevingstemperatuur 35C bedraagt. Niet te overschrijden gebruiksstroom: 19,4 A. Een C60N, curve C, met kaliber 20 A is genstalleerd in een kast, in een ruimte waar de omgevingstemperatuur 35C bedraagt. Niet te overschrijden gebruiksstroom: 19 x 0,8 = 15,2 A.
C60a : curve C C60N, C60H : curven B en C kal. (A) 20 C 25 C 30 C 2 2,08 2,04 2,00 4 4,24 4,12 4,00 6 6,24 6,12 6,00 10 10,6 10,3 10,0 16 16,8 16,5 16,0 20 21,0 20,6 20,0 25 26,2 25,7 25,0 32 33,5 32,9 32,0 40 42,0 41,2 40,0 50 52,5 51,5 50,0 63 66,2 64,9 63,0 C60N, C60H : curve D C60L : curven B, C en K kal. (A) 20 C 25 C 30 C 1 1,10 1,08 1,05 2 2,18 2,14 2,08 4 4,52 4,40 4,24 6 6,48 6,36 6,24 10 11,4 11,1 10,7 16 17,9 17,4 16,9 20 22,2 21,6 21,2 25 27,7 27,0 26,5 32 35,2 34,2 33,6 40 44,4 43,6 42,4 50 56,0 54,5 53,0 63 71,8 69,9 67,4 C120, NG 125 kal. (A) 20 C 10 11,0 16 17,0 20 22,5 25 27,0 32 36,0 40 45,5 50 57,5 63 72,5 80 92,0 100 115,0 125 140 25 C 10,7 16,5 22,0 26,5 35,0 44,0 56,0 70,5 89,0 111,5 138 30 C 10,5 16,0 21,0 26,0 34,0 43,0 54,0 68,0 86,0 108,0 135
35 C 1,96 3,88 5,88 9,70 15,5 19,4 24,2 31,4 38,8 48,5 61,1
40 C 1,92 3,76 5,76 9,30 15,2 19,0 23,7 30,4 38,0 47,4 58,0
45 C 1,88 3,64 5,64 9,00 14,7 18,4 23,0 29,8 36,8 45,5 56,7
50 C 1,84 3,52 5,52 8,60 14,2 17,8 22,2 28,4 35,6 44,0 54,2
55 C 1,80 3,36 5,40 8,20 13,8 17,4 21,5 28,2 34,4 42,5 51,7
60 C 1,74 3,24 5,30 7,80 13,3 16,8 20,7 27,5 33,2 40,5 49,2
35 C 1,03 2,04 4,12 6,12 10,4 16,4 20,6 25,7 32,9 41,2 51,5 65,5 35 C 10,3 16,0 20,5 25,5 33,0 41,5 52,0 65,5 83,0 104,0 130 35 C 5,87 9,75 15,60 19,50 24,44 31,25 38,16 35 C 5,5 9,1 14,2
40 C 1,00 2,00 4,00 6,00 10,0 16,0 20,0 25,0 32,0 40,0 50,0 63,0 40 C 10,0 16,0 20,0 25,0 32,0 40,0 50,0 63,0 80,0 100,0 125 40 C 5,73 9,49 15,19 18,99 23,87 30,48 38,30 40 C 5,4 8,7 13,5
45 C 0,97 1,96 3,88 5,88 9,60 15,5 19,4 24,2 31,0 38,8 48,5 60,4 45 C 9,50 15,5 19,0 24,0 31,0 38,5 48,0 60,5 76,5 96,0 120 45 C 5,60 9,23 14,76 18,47 23,28 29,69 37,42 45 C 5,2 8,4 12,8 45 C 8,4 12,8 45 C 8,3 12,5 17 21 27 31
50 C 0,95 1,90 3,72 5,76 9,20 15,0 18,8 23,5 30,4 37,6 46,5 57,9 50 C 9,00 15,0 18,5 23,0 29,5 37,0 45,5 57,5 73,5 91,5 113 50 C 5,45 8,96 14,33 17,93 22,68 28,89 36,51 50 C 5 8 12
55 C 0,92 1,86 3,56 5,58 8,80 14,4 18,2 22,7 29,4 36,4 45,0 55,4 55 C 8,70 14,5 18,0 22,5 28,0 35,0 43,5 54,5 69,5 87,0 108 55 C 5,31 8,67 13,88 17,38 22,06 28,05 35,59 55 C 4,9 7,6 11,2
60 C 0,89 1,80 3,44 5,46 8,40 13,9 17,6 21,7 28,4 34,8 43,0 52,9 60 C 8,50 14,0 17,0 22,0 27,0 33,5 41,0 51,5 66,0 82,5 102 60 C 5,16 8,38 13,41 16,80 21,43 27,19 34,64 60 C 4,7 7,2 10,4 60 C 7,2 10,4 60 C 7,5 11 15 18 23 26
DPN Vigi, (30 en 300 mA) kal. (A) 20 C 25 C 30 C 6 6,26 6,13 6 10 10,48 10,24 10 16 16,77 16,39 16 20 20,96 20,48 20 25 26,08 25,55 25 32 33,45 32,73 32 40 41,63 41,82 40 TC16 kal. (A) 6 10 16 20 C 6 10 16 25 C 5,9 9,7 15,4 30 C 5,7 9,4 14,8
TC16P kal. (A) 20 C 25 C 30 C 35 C 40 C 10 10 9,7 9,4 9,1 8,7 16 16 15,4 14,8 14,2 13,5 XC40 cal. (A) 10 15 20 25 32 38 20 C 10 15 20 25 32 38 25 C 9,8 14,5 19,5 24 31 36,5 30 C 9,5 14 19 23,5 30 35 35 C 9 13,5 18,5 23 29 34 40 C 8,5 13 18 22 28 32
Differentieelschakelaars
De inrichting voor thermische beveiliging (overbelasting) stroomopwaarts van de differentieelschakelaar moet rekening houden met de waarden gegeven in de onderstaande tabel.
ID kal. (A) 25 C 30 C 40 C 50 C 60 C 25 32 30 25 23 20 40 46 44 40 36 32 63 75 70 63 56 50 80 95 90 80 72 65 100 120 110 100 95 90 NG125NA 125 135 130 125 110 100
K292
2c
Compact NS100 tot NS250 lossers TM-D en TM-G kal. (A) 40 C 45 C 50 C 55 C 16 16 15,6 15,2 14,8 25 25 24,5 24 23,5 40 40 39 38 37 63 63 61,5 60 58 80 80 78 76 74 100 100 97,5 95 92,5 125 125 122 119 116 160 160 156 152 147,2 200 200 195 190 185 250 250 244 238 231
De onderstaande tabellen vermelden de maximuminstelling van de drempel LT (waarde aangeduid door de instelknop (1) in functie van de omgevingstemperatuur.
NS100N/H/L In : 25 A Ir max In : 40 A Ir max In : 63 A Ir max In : 100 A Ir max NS160N/H/L In : 25 A Ir max In : 40 A Ir max In : 63 A Ir max In : 100 A Ir max In : 160 A Ir max NS250N/H/L In : 25 A Ir max In : 40 A Ir max In : 63 A Ir max In : 100 A Ir max In : 160 A Ir max In : 250 A Ir max NS400N/H/L vast met Vigi uittrekbaar NS630N/H/L vast met Vigi uittrekbaar 40 C 25 1 40 1 63 1 100 1 40 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 40 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 250 1 In : 400 A Io/Ir max In : 400 A Io/Ir max In : 400 A Io/Ir max In : 630 A Io/Ir max In : 570 A Io/Ir max In : 570 A Io/Ir max 45 C 25 1 40 1 63 1 100 1 45 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 45 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 250 1 40 C 400 1/1 400 1/1 400 1/1 40 C 630 1/1 570 1/0,9 570 1/0,9 50 C 25 1 40 1 63 1 100 1 50 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 50 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 250 1 45 C 400 1/1 390 1/0,98 390 1/0,98 45 C 615 1/0,8 550 1/0,88 550 1/0,88 55 C 25 1 40 1 63 1 100 1 55 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 55 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 237,5 0,95 50 C 400 1/1 380 1/0,95 380 1/0,95 50 C 600 1/0,95 535 1/0,85 535 1/0,85 60 C 25 1 40 1 63 1 100 1 60 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 60 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 237,5 0,95 55 C 390 1/0,98 370 1/0,93 370 1/0,93 55 C 585 1/0,93 520 1/0,83 520 1/0,83 60 C 380 1/0,95 360 1/0,9 360 1/0,9 60 C 570 1/0,9 505 1/0,8 505 1/0,8 65 C 25 1 40 1 63 1 100 1 65 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 65 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 225 0,90 65 C 370 1/0,93 350 1/0,88 350 1/0,88 65 C 550 1/0,88 490 0,8/0,98 490 0,8/0,98 70 C 25 1 40 1 63 1 100 1 70 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 70 C 25 1 40 1 63 1 100 1 160 1 225 0,90 70 C 360 1/0,9 340 1/0,85 340 1/0,85 70 C 535 1/0,85 475 0,8/0,95 475 0,8/0,95
K293
Declassering bij temperatuursstijging Vermogensschakelaar Compact NS800 tot 1600, vermogensschakelaar Masterpact NT-NW
Instelling van de drempel Ir (beveiliging met lange vertraging). De elektronica biedt het voordeel dat de beveiligingsunits een grote werkings-stabiliteit vertonen bij uiteenlopende temperaturen. De omgevingtemperatuur heeft evenwel altijd invloed op de apparaten en kan dus in de praktijk bepaalde beperkingen opleggen. De bijgaande tabel geeft dan ook voor elke Compact de maximale instelling van de drempel Ir (beveiliging lange vertraging), die men niet mag overschrijden (waarde aangeduid door de instelknop) in functie van de toepasselijke omgevingstemperaturen.
(1)
De bijgaande tabel geeft de maximum stroom voor elke type aansluiting, in functie van de temperateurstijging. Voor een gemengde aansluiting, neemt de tabel voor vooraansluiting.
versie type aansluiting temp. Ti (2) NS800 N/H/L NS1000 N/H/L NS1250 N/H NS1600 N/H versie type aansluiting temp. Ti (2) NS800 N/H/L NS1000 N/H/L NS1250 N/H NS1600 N/H vast apparaat voor en achter horizontaal 40 45 50 800 800 800 1000 1000 1000 1250 1250 1250 1600 1600 1560 uittrekbaar apparaat voor en achter horizontaal 40 45 50 800 800 800 1000 1000 1000 1250 1250 1250 1600 1600 1520
achter vertikaal 40 45 800 800 1000 1000 1250 1250 1600 1600 achter vertikaal 40 45 800 800 1000 1000 1250 1250 1600 1600
(1) Indien apparatuur horizontaal geplaatst, moet een declassering voor voor en achter aansluiting horizontaal genomen worden. (2) Ti : temperatuur in apparatuur en -aansluitingen omgevingen.
achter vertikaal 40 45 50 800 1000 1250 1600 800 1000 1250 1600 2000 2000 2500 3200 4000 4000 5000 6300
achter vertikaal 40 45 50 800 1000 1250 1600 800 1000 1250 1600 2000 2500 3200 4000 4000 5000 6300
55
60
K294
3
reglementering
de norm NBN EN 60439-1 geteste Prisma-borden de typetests de vormen de norm NBN EN 60439-2 geprefabriceerde railkokers pag. K296 K297 K298 K300
K295
Reglementering
Enkel uitrusting die gebouwd werd volgens de voorschriften van de bordennorm NBN EN 60439-1 garandeert de veiligheid en betrouwbaarheid van de installatie. Wie verantwoordelijk is voor een installatie en zich bewust is van de professionele, juridische en strafrechterlijke risicos waaraan hijzelf en zijn onderneming blootgesteld zijn, eist van zijn elektrische installatie een hoog veiligheidsniveau. Anderzijds wordt van het elektrisch bord onder alle exploitatieomstandigheden een perfecte bedrijfscontinuteit gevergd, omwille van de zware economische gevolgen die langdurige productiestilstanden kunnen hebben. De veiligheidszekerheid van een elektrische installatie berust op het eerbiedigen van de normen die van kracht zijn. Bij laagspanningsverdeelborden is improvisatie totaal uit den boze. De norm NBN EN 60439-1 omsluit alle samenstellende onderdelen van een bord. De norm NBN 60439-1 heeft tot doel het formuleren van definities, de gebruiksomstandigheden, de voorschriften voor de constructie, de technische specificaties en de tests voor alle laagspanningsapparatuur (U 1000V). De norm bepaalt het gehele laagspanningsapparaat (elektrisch bord)als een combinatie van een of meerdere aansluitapparaten met laagspanning, met de daarmee gepaarde gaande materialen voor besturing, meting, signalering, beveiliging, instelling volledig gemonteerd op verantwoordelijkheid van de fabrikant, met alle interne verbindingen, mechanische en elektrische, en hun constructieelementen. In deze definitie is het essentieel te onthouden dat het geheel van de samenstellende elementen van het bord in beschouwing wordt genomen: apparatuur, mechanische componenten, mechanische en elektrische verbindingen.
K296
1 test 8-2-1: verhittingsgrenzen 2 test 8-2-2: dilektrische eigenschappen 3 test 8-2-3: kortsluitvastheid 4 test 8-2-4: doeltreffendheid van de
beveiligingskring
5 test 8-2-5: isolatie- en lekstroomafstanden 6 test 8-2-6: mechanische werking 7 test 8-2-7: beschermingsgraad
3 individuele tests voor een strenge eindcontrole
8 test 8-3-1: inspectie van het geheel 9 test 8-3-2 of 8-3-4: controle van de
isolatie test 8-3-3: controle van de beveiligingsmaatregelen en de elektrische continuteit van de beveiligingskringen.
10
K297
Reglementering
De scheidingen aan de binnenkant van een geheel worden bepaald in hoofdstuk 7.7 van de norm NBN EN 60439-1. Ze zijn het onderwerp van een overeenkomst tussen de fabrikant en de gebruiker. Ze worden bepaald volgens 4 verschillende vormen om de beveiliging tegen rechtstreekse aanraking te verzekeren.
Vorm 1
Rondom gesloten omhulsel, afgesloten langs de buitenzijde, met een minimale beschermingsgraad IP 2x, zonder enige afscherming binnen het omhulsel.
Vorm 2a
Toegang tot de functionele eenheden (1), afgeschermd van het railstel. Toegang tot de niet afgeschermde aansluitklemmen van het railstel.
Vorm 2b
Toegang tot de functionele eenheden (1), afgeschermd van het railstel. Toegang tot de aansluitklemmen, eveneens afgeschermd van het railstel.
Vorm 3a
Vorm 1
Toegang tot de functionele eenheden (1), onderling afgeschermd. Toegang tot de niet afgeschermde aansluitklemmen van het railstel.
Vorm 3b
Toegang tot de functionele eenheden (1), onderling afgeschermd. Toegang tot de aansluitklemmen, eveneens afgeschermd van het railstel.
Vorm 4a
Vorm 2a Vorm 2b
Barrenstel en functionele eenheden zijn gescheiden en de functionele eenheden zijn onderling gescheiden, eveneens aansluitklemmen voor externe geleiders die deel uitmaken van de functionele eenheid.
Vorm 4b
Barrenstel en functionele eenheden zijn gescheiden en de functionele eenheden zijn onderling gescheiden, eveneens aansluitklemmen voor externe geleiders. De functionele eenheden zijn van de aansluitklemmen voor externe geleiders gescheiden.
(1) Met "functionele eenheden" worden functionele eenheden van aankomsten en vertrekken bedoeld, met uitzondering van functionele eenheden van secundaire vertrekken type Multi 9, want die hebben een beschermingsgraad IP2.
Vorm 3a
Vorm 3b
Vorm 4a
Vorm 4b
K298
Vormen
Vorm 1
veiligheid
c geen toegang tot de delen onder spanning maar bediening via deur (referentie voorzijde) dus toevoeging van een deur wanneer installatie in bepaalde omgevingen
beschikbaarheid
c geen, elke interventie aan de binnenkant van de behuizing vereist het buiten spanning brengen van die kolom
Vorm 2a
Vorm 2b
Vorm 2a c geen toegang tot de delen onder spanning in het volume van de functionele eenheden c hoog menselijk risico bij interventies in de kabelkoker (aanwezigheid van verticaal railstel) c menselijk risico bij de toegang tot een functionele eenheid (externe invloed van de naburige functionele eenheden) Vorm 2b c geen toegang tot de delen onder spanning c menselijk risico bij toegang tot een functionele eenheid (externe invloed van de naburige functionele eenheden)
c goede interventie op een functionele eenheid zonder algemene onderbreking c volgens de fabrikanten kan de vorm 2 lijken op vorm 3 (technologie bord)
Vorm 3a
Vorm 3b
Vorm 3a c geen toegang tot de delen onder spanning c hoog menselijk risico bij tussenkomst in de kabelkoker (aanwezigheid van verticaal railstel) c geen menselijk risico bij toegang tot een functionele eenheid Vorm 3b c geen toegang tot de delen onder spanning c geen menselijk risico bij de toegang tot een functionele eenheid
Vorm 4a
Vorm 4b
c geen toegang tot de delen onder spanning c geen menselijk risico bij toegang tot een functionele eenheid en het bijhorende kabelvertrek
c maximale beschikbaarheid, interventie op een functionele eenheid en het bijhorende kabelvertrek zonder algemene onderbreking
K299
Reglementering
De norm NBN EN 60439-2 is het 2de deel van de norm NBN EN 60439-1: Samenstellen van laagspanningsapparatuur. Deze norm behandelt de bijzondere regels voor geprefabriceerde railkokers. De norm is gestructureerd rond de volgende paragrafen : Inleiding Voorwoord 1. Algemeenheden 2. Definities 3. Elektrische specificaties van de samenstellen 4. Constructiebepalingen 5. Voorschriften betreffende de tests.
Inleiding
De beslissingen of officile overeenkomsten van de IEC drukken een internationaal akkoord uit. De internationale aanbevelingen zijn aanvaard door de nationale comits.
4. Constructiebepalingen
De geprefabriceerde railkokers moeten ontworpen zijn als in serie geproduceerde samenstellen van LS-apparatuur. Volgens de aanduidingen van de fabrikant zijn de geprefabriceerde railkokers voorzien om mechanische belasting te doorstaan. Een geprefabriceerde railkoker met aftakmogelijkheid moet, ten behoeve van de veiligheid, zo ontworpen zijn dat onjuiste aansluiting van de aftakkingselementen onmogelijk is. Bij driefasige wisselstroom moet de volgorde van de fasen onveranderd blijven over de ganse lengte van het railkokersysteem. Verhittingsgrenzen : c van de metalen omhulsels : 30 of 55 K (onmogelijk aan te raken bij normaal bedrijf) c isolerende omhulsels : 40 K of 55 K (onmogelijk aan te raken bij normaal bedrijf) c klemmen voor externe geleiders : 70 K.
Voorwoord
Deze norm betreft samenstellen van laagspanningsapparatuur. De geprefabriceerde railkokers moeten beantwoorden aan het geheel van regels gepubliceerd in de publicatie 60439-1 en 2.
1. Algemeenheden
Toepassingsdomein: geprefabriceerde railkokers voor de verdeling van vermogen en verlichting.
2. Definities
Geprefabriceerde railkoker : geheel van in serie geproduceerde apparatuur onder de vorm van een geleidend net in een buis, koker of gelijkaardig omhulsel, samengesteld uit rails, die omgeven zijn door isolerend materiaal. Dit samenstel kan bestaan uit : c kokerelementen met of zonder aftakking c voedingselementen, flexibele elementen c aftakkingselementen.
K300
4
vragen en antwoorden
pag. heeft de hoogte invloed op de karakteristieken van een K302 vermogensschakelaar? hoe groot is de elektrische en mechanische K302 duurzaamheid van automaten en vermogensschakelaars? hoe werkt de controle op de belasting en K302 waartoe dient ze? welke is het npolig onderbrekingsvermogen van K302 vermogensschakelaars Compact NS en Masterpact? aan welke industrile trillingen mogen K302 de vermogensschakelaars onderworpen worden? wat is de elektromagnetische compatibiliteit van K302 vermogensschakelaars? wat is de tropenvastheid K303 van de apparaten? hoe groot is de isolatieafstand tussen de contacten K303 bij een apparaat in de stand open? hoe lang is de uitschakeltijd van een automaat of K303 vermogensschakelaar uitgerust met een uitschakelspoel? mag men een apparaat voeden langs zijn K303 stroomafwaartse klemmen? wat is het thermisch geheugen van een beveiligingsunit K303 met microprocessor? hoe werkt de teletransmissie? K303 hoe groot is het gedissipeerd vermogen per pool? K304
K301
Vragen en antwoorden
50 000
40 000
20 000
12 000
8 000
K302
omstandigheden vochtig en warm c uitvoering 2: elk klimaat. Alle automaten, vermogensschakelaars, lastschakelaars, hulpelementen en afstands-
Hoe groot is de isolatieafstand tussen de contacten bij een apparaat in de stand open?
NS800 tot NS1600 23 2 Masterpact NT08 tot 16 27 2 Masterpact NW08 tot 63 35 2
Hoe lang is de uitschakeltijd van een automaat of vermogensschakelaar uitgerust met een uitschakelspoel?
Voltmetrische vermogensschakelaars c voltmetrische vermogensschakelaar (MX): veroorzaakt kortstondige opening van de vermogensschakelaar zodra deze gevoed wordt. Permanente voeding van de MX vergrendelt de vermogensschakelaar in geopende stand. c kortstondige voltmetrische vermogensschakelaar (MN): veroorzaakt kortstondige opening van de vermogensschakelaar wanneer de voedingsspanning onder een waarde valt die tussen 35 en 70% van de nominale spanning bedraagt. Als de vermogensschakelaar geen voeding krijgt, kan de vermogensschakelaar manueel noch elektrisch gesloten worden. De hoofdcontacten blijven op hun plaats, ongeacht de poging tot sluiting. Sluiting is pas mogelijk wanneer de voedingsspanning van de vermogensschakelaar 85% van de nominale spanning bereikt. c vertragers voor MN: teneinde onbedoeld springen van de vermogensschakelaar bij kortstondige spanningsval (microonderbrekingen) te voorkomen, wordt de actie van de MN vertraagd. Hiervoor wordt een externe vertrager aangebracht in het circuit van de voltmetrische vermogensschakelaar MN (2 versies: instelbaar en niet-instelbaar).
Uitschakeltijden Bijgaande tabel geeft de totale uitschakeltijd in functie van het type apparaat.
type apparaat C60 C120 XC40 10 20 NS100 tot NS630 N/H/L y 50 y 50 Compact NS 800 tot 1600 y 60 y 95 0,5-0,9-1,5-3 (4 standen) Masterpact NT NW y 60 y 60 y 45 y 95 0,5-0,9-1,5-3 (4 standen)
richtingen dankzij de ontdubbeling van de verbinding. De 4-draadse verbinding kan een 2-draadse half duplex-verbinding worden.
zender metteur ontvanger zender metteur ontvanger
verzonden bericht begint met een startbit, zodat de ontvanger zijn eigen klok kan bijstellen met het oog op een goede ontvangst van het bericht. Keuze van de communicatieverbinding In de industrie wordt een busverbinding het meest gebruikt. Over het algemeen gaat het om een RS485 verbinding die gedefinieerd wordt op laag 1 van de OSI. Met deze verbinding is het mogelijk om een groot aantal apparaten aan te sluiten die dit type medium herkennen. De algemene kenmerken ervan zijn: c afstand 1300 m, c 2 of 4 draden met afscherming, c frame: 1 startbit, 8 databits, geen pariteit CRC16 c transmissie: asynchroon. De computers waarop de supervisietoepassingen genstalleerd worden, zijn met een communicatiepoort RS 485 uitgerust, terwijl de bureaucomputers slechts een RS 232 (point-topoint verbinding) bezitten. Een adapter RS 232/ 485 laat toe de poort compatibel te maken. Taal De apparaten moeten standaard talen gebruiken en herkennen om met andere apparaten te kunnen communiceren. Het gekozen protocol is het protocol JBUS master-slave. Niets belet echter om gateways te gebruiken voor de communicatie op grotere en krachtigere netwerken (Intranet, Internet, enz.)
c Drager of medium Dit is het fysisch middel waarlangs de informatie stroomt tussen de zender en de ontvanger. Het gebruikte medium is een afgeschermd telefoonpaar. Het kan eenvoudig en voordelig in werking gesteld worden en biedt dankzij de afscherming een goede immuniteit tegen externe storingen. Voor grote afstanden kan men dankzij aangepaste interfaces ook optische vezels gebruiken. c Serile/asynchrone transmissie De bits van de gegevens worden n na n via dezelfde draad verzonden. De gebruikte modus is van het asynchrone type. Voor dit type van transmissie is geen centrale klok vereist. Ieder
slave
slave
slave
Karakteristieken c Verbinding De gebruikte verbinding is van het half duplextype. De gegevens stromen om beurt in de twee
Gids laagspanningsverdeling 2003
K303
Vragen en antwoorden
Automaten en vermogensschakelaars
Multi 9 kaliber DPN XC40 C60 C120 NG125 kaliber NS100 TM D NS160 TM D NS250 TM D NS100 STR NS160 STR NS250 STR NS400 STR NS630 STR NS800 N/H NS800 L NS1000 N/H NS1000 L NS1250 N/H NS1600 N/H kaliber NS100 TM D NS160 TM D NS250 TM D NS100 STR NS160 STR NS250 STR NS400 STR NS630 STR NS800 N/H NS800 L NS1000 N/H NS1000 L NS1250 N/H NS1600 N/H kaliber C60L NC100L NS100 MA NS160 MA NS250 MA NS400 MA NS630 MA 1 2 3 4 6 2 1,4 3 10 3 1,7 2 2 16 2,9 2,9 2,9 25 3,9 3,9 3,9 40 4,6 4,6 4,4 1,2 1,1 0,9 63 5,6 5,4 5 80 8 7,7 7,2 100 7,6 7,1 6,3 3,5 3 2,2 16 3,4 2 2,6 2,5 20 3,7 2,4 2,9 3 25 4,7 2,9 3 3,2 32 3,3 3,5 3,5 40 50 63 80 100 125
2,3
2,5
2,4
2,4
4,6 4
4,5 4,7
125 160 200 250 320 400 500 630 800 1000 9,8 8,6 7,6 5,6 14,1 19 40 45 60 65 100 12,4 10,4 13,2 15,3
130 220 16 2,91 2,9 2,9 25 4 4 4 40 4,7 4,7 4,5 1,3 1,2 1 63 6 5,8 5,4 80 8,6 8,3 7,8 100 125 160 200 250 320 400 500 630 800 1000 8,5 8 11,2 14,7 7,2 10 12,7 16,8 20,9 4,4 3,9 9,9 3,1 7,9 19,7 30 52 90 120 150 230 1250 1600 2000 2500 3200
250 460 1,6 2,5 4 6,3 10 2,4 2,5 2,4 3 2 0,07 0,17 0,05 0,12 0,3 12,5 16 25 40 2,2 2,6 3 4,6 0,47 0,48 0,78 2 63 6,6 4,5 80 100 125 150 220 320 500
5 3,8 3
8,7 6,7
14,5 12,3 25
Lastschakelaars
Interpact
type apparaat vermogen in W type apparaat vermogen in W INS40 0,5 INS400 9,6 INS63 1,2 INS630 24 INS80 1,8 INS800 16 INS100 2 INS1000 24 NS250NA 12,7 NT16 460 220 NW40b 550 390 INS125 3,2 INS1250 38 NS400NA 14,5 NW08 137 62 NW50 950 660 INS160 5,2 INS1600 62 NS630NA 22 NW10 150 70 NW63 1200 1050 NW12 330 150 NW16 480 220 INS250 9,5 INS2000 48 INS2500 75
type apparaat vermogen in W type apparaat vermogen in W type apparaat vermogen in W uittr. vast uittr. vast
NSA125NA NSA160NA NS160NA 11 15,4 9,9 NT08 140 80 NW25 600 260 NT10 230 110 NW32 670 420 NT12 250 130 NW40 900 650
K304
Dieweg 3 - 1180 Brussel Tel.: (02) 373 75 02 Fax: (02) 375 38 58 Website: www.schneider-electric.be
Omwille van de ontwikkelingen van de normen en onze producten kunnen de in deze catalogus verstrekte gegevens eerst dan als bindend worden beschouwd wanneer ze door ons zijn bevestigd.
dit document werd gedrukt op milieuvriendelijk papier