Вы находитесь на странице: 1из 6

Van adobe naar beton; het verschil tussen Nederland en Ecuador Judit Gaasbeek Janzen studienummer: 4008421 21 oktober

2010 ABSTRACT Door een zware economische crisis in de jaren 90 verliet een groot aantal Ecuadorianen hun land op zoek naar een beter toekomst. De gemigreerde familieleden stuurden geld naar hun achtergebleven familie, waardoor zij er ook op vooruit gingen. Met dit extra geld werden de woningen verbeterd om zo de rijkdom van de bewoners te laten zien. Migrantenarchitectuur werd de nieuwe standaard. In plaats van kleine adobe woningen staan op het platteland nu grote, kleurrijke villas en de steden zijn veranderd in westerse metropolen. De regering vond dit geen probleem, want door de massale migratie leefde de economie weer op. Van de bouwkundige cultuurhistorie is in Ecuador bijna niets meer terug te vinden. Is de Nederlandse manier waarop de bouwkundige cultuurhistorie in stand wordt gehouden toepasbaar in Ecuador? Om de Nederlandse manier toe te passen zal er in Ecuador een grote culturele omslag moeten plaatsvinden. Het zou dus geen goed idee zijn de Nederlandse manier toe te passen in Ecuador. De cultuurverschillen tussen de twee landen zijn te groot, waardoor regelingen en wetten niet op dezelfde manier zouden uitpakken.

KEYWORDS: Ecuador, Migratie, Monumenten, Cultuurhistorie

Door een zware economische crisis in de jaren 90 verliet een groot aantal Ecuadorianen hun land op zoek naar een beter toekomst in de Verenigde Staten of Spanje. De gemigreerde familieleden stuurden geld naar hun achtergebleven familie, waardoor de thuisblijvers er ook op vooruit gingen. Met dit extra geld werden de woningen verbeterd om zo de nieuwe rijkdom van de bewoners te laten zien (Jokisch 2003). Langzamerhand verdwenen de kenmerkende adobe huizen, kleine woningen gebouwd met het bouwmateriaal adobe, uit het Ecuadoriaanse landschap. Op het platteland staan nu grote, kleurrijke villas en de steden zijn veranderd in westerse metropolen. Van de bouwkundige cultuurhistorie is in Ecuador bijna niets meer terug te vinden. Is de Nederlandse manier waarop de bouwkundige cultuurhistorie in stand wordt gehouden toepasbaar in Ecuador? Daarom ga ik in dit artikel onderzoeken hoe in Nederland de cultuurhistorie in stand wordt gehouden en of dat ook op die manier mogelijk is in Ecuador. Ik zal eerst kijken hoe in Ecuador met de bouwkundige cultuurhistorie om wordt gegaan en daarna hoe cultuurbehoud in Nederland wordt geregeld. Ten slotte zal ik onderzoeken en redeneren of het mogelijk is om de Nederlandse manieren van het in stand houden van bouwkundige cultuurhistorie in Ecuador is toe te passen. Ecuador is een land in het noordwesten van Zuid-Amerika en telt ongeveer 15 miljoen inwoners. Het exacte aantal inwoners is moeilijk exact te achterhalen omdat niet alle inwoners van Ecuador de behoefte hebben zich te registreren (Gerlach 2003). Volgens het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties(UNDP 2008) leeft 45,2 % van de bevolking onder de armoedegrens. De armoedegrens wordt vastgesteld op basis van een maandelijks basispakket dat nodig is om te overleven. Iedereen die het pakket niet kan betalen leeft officieel onder de armoedegrens.

Ecuador is een land met veel verschillende bewoners en culturen. Dit komt doordat het landschap erg verdeeld is. Je hebt de kustgebieden, het Andesgebergte en de regenwouden. Doordat het land zo verdeeld wordt door de natuur, is het moeilijk voor de regering om het land als geheel te besturen. Over het algemeen had Ecuador een primitieve cultuur en woonden de inwoners in kleine adobe woningen. Hier kwam verandering in tijdens de economische crisis van de jaren negentig. In politiek opzicht was het land al instabiel. In 5 jaar waren er 5 regeringen geweest. Het beleid van de toenmalige president Jamil Mahuad leidde tot hoge inflaties en de val van bancaire stelsels. Daarbij werd in 2001 de Sucre als wettig betaalmiddel ook nog vervangen door de dollar. De prijzen van producten stegen en voor veel Ecuadorianen werden de basis levensbehoeften onbetaalbaar (Gerlach 2003). Zo raakten steeds meer Ecuadorianen in financile problemen. De inwoners van Ecuador verloren hun vertrouwen op een goede afloop en besloten het land te verlaten. Miljoenen Ecuadorianen vertrokken richting de Verenigde Staten en Spanje. De emigratie had een positief effect op de economie. Veel werklozen waren gemigreerd, dus de werkloosheidscijfers daalden. Het geld dat vanuit het buitenland Ecuador binnen kwam vormde ruim 7 procent van het bruto nationaal product en was de tweede bron van inkomende valuta met een totaalbedrag in 2003 van 1,5 miljard dollar. Het maandelijkse inkomen van sommige huishoudens verdubbelde (Jokisch 2003). Om hun rijkdom te laten zien verbouwden migrantenfamilies hun adobe huisjes tot grote villas naar voorbeeld van plaatjes die familie uit het westen opstuurden. Andere keken weer naar de al gebouwde villas van buurtbewoners als voorbeeld. Ook had deze emigratiegolf negatieve effecten. De vraag naar bouwgrond werd groter, waardoor de prijzen van de bouwgrond stegen, maar de woningbouwsubsidies voor mensen uit de lagere klassen bleven hetzelfde. Hierdoor werd het voor gezinnen zonder inkomsten uit het buitenland erg duur om aan een woning te komen. Ook werden de huizenprijzen van reeds gebouwde huizen hoger (Klaufus 2007). De bouwsector kreeg door de migratie aan de ene kant een enorme impuls, maar aan de andere kant leidde het ook tot problemen. Naar schatting was 70% van de bouwvakkers naar het buitenland vetrokken, hierdoor was er een groot bouwvakkers tekort en stegen de prijzen in de bouw sterk. Landspeculaties namen toe en de lonen van niet gemigreerde werknemers in de bouw stegen mee (Klaufus 2006). Door de prijsstijgingen groeide de kloof tussen migrantenfamilies en de rest van de bevolking. Hierdoor ontstond er een nieuwe hirarchie in de sociale klassenindeling. De migrantenfamilies stonden plotseling boven aan de ladder. De migratie heeft grote veranderingen teweeg gebracht in Ecuador. Omdat er geen goede regelgeving is heeft Ecuador een deel van zijn cultuur verloren. Ecuadorianen geven wel om hun cultuur en historie maar hielden er geen rekening mee bij het bouwen van grote villas naar westerse voorbeelden. Opeens waren veel mensen die geld van gemigreerde familieleden ontvingen te goed voor de adobe woningen. Het mooie idee van grond kopen en met de hulp van vrienden en familie zelf je huis opbouwen was niet goed genoeg meer. Je huis bouwen met adobe duurde te lang en werd te zwaar bevonden. Het bouwen van een woning werd in plaats van een familie aangelegenheid een individuele aangelegenheid (Klaufus 2007). Door de mogelijkheden van migrantenfamilies om architecten en bouwvakkers in te huren is de noodzaak tot samenwerking verminderd. Hierdoor werd de kloof tussen de Ecuadorianen nog groter. Sinds de jaren zestig, toen de volkshuisvesting in Ecuador voor het eerst als nationaal beleidsterrein werd erkend, is het beleid volledig gericht geweest op woningeigendom. Na programmas die onder verschillende regeringen met wisselend succes zijn doorgevoerd, werkt het Ministerie voor

Stedelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting (MIDUVI) sinds 1998 met het programma Sistema de Incentivos para la Vivienda (SIV). Het SIV-programma is gericht op rechtstreekse subsidieverstrekking aan woningzoekenden uit sociaal zwakkere groepen (Gerlach 2003). Gemeenten hielden zich vaak nauwelijks bezig met de ontwikkeling van wijken buiten de stad omdat dat soort wijken een slecht en gevaarlijk imago hadden. Nationale en internationale ontwikkelingsorganisaties richtten zich vooral op de verarmde bevolking in afgelegen dorpen en op de echte achterstandswijken in de steden. Maar de normale wijken kregen geen hulp. Door deze desinteresse konden deze wijken ongestoord blijven groeien. (Klaufus 2006). In de Ecuadoriaanse cultuur is het onbeleefd om openlijk je mening te geven over de woning en levensstijl van een ander. Dit heeft ervoor gezorgd dat de massale bouw van westerse villas niet werd tegengehouden. Zelfs architecten spreken nooit negatief over het ontwerp van een andere architect. Zeker niet als deze hoog in de sociale klassenindeling staan. Wel vertellen ze welke huizen ze mooi vinden. Zoals de historische panden die door UNESCO in Ecuador als werelderfgoed zijn verklaard (Klaufus 2006). Er werd gehoopt dat de Ecuadorianen deze gebouwen als voorbeeld zouden nemen voor hun nieuwe woningen, maar dat gebeurde niet. De bevolking zag het benoemen van gebouwen tot werelderfgoed alleen als verplichting om die gebouwen mooi te vinden. Volgens Kristien Klaufus (2006: 167) is een mogelijke verklaring hiervoor: dat architectuur een indirecte vorm van communicatie is, die ambivalente waarden kent. De boodschap die via architectuur wordt uitgedragen is voor de zenders van de boodschap soms moeilijk te beheersen en voor de ontvangers soms moeilijk te interpreteren. Architectuur zegt iets over degenen die het gebouw gemaakt hebben of die het bewonen.[ .] De buitenkant is ondanks het representatieve karakter geen rechtstreeks venster op het leven dat zich binnen afspeelt. Spreken over architectuur vergt dus een goede interpretatie van de uitgezonden boodschap, iets waar veel wijkbewoners moeite mee hebben. Ze zouden op basis van wat zij aan de buitenkant van een huis zien, verkeerde conclusies over het privleven van bewoners kunnen trekken. [..]Zeggen dat je een bepaald huis lelijk vindt, is hardop uitspreken dat je denkt dat een huishouden te arm is om iets aan de esthetiek van het huis te doen, of dat de bewoners een slechte smaak tentoonspreiden. Met dit soort uitspraken plaatst de criticus zichzelf in een hogere positie dan de bouwers of bewoners van zon huis. Hoe bewoners tegen de huizen aankijken, komt ook door lokale bouwtradities. Deze verschillen namelijk per stad of gebied door de verdeeldheid van Ecuador. Iedereen heeft net een iets ander idee over hoe je hoort te leven. Alle Ecuadorianen zijn trots op hun cultuur en historie, maar alleen de mensen die nog steeds in adobe woningen wonen, staan negatief tegenover de ontwikkeling van een nieuwe architectuur stijl (Klaufus 2007). Verschillende groepen architecten reageerden anders op de culturele ontwikkeling. Een groot deel van de gevestigde architecten vonden dat de migrantenarchitectuur niet paste in hun systeem waar verschillende sociale klassen ook via woningbouw ingedeeld moesten zijn. De Spaans-koloniale architectuur en de Franse neoclassicistische architectuur in de historische binnenstad en de traditionele zelfbouw op het platteland waren de bouwstijlen die zij als gepast beschouwden. Deze stijlen waren naar binnen gekeerd. De migrantenarchitectuur is juist naar buiten gekeerd. Bovendien werden in deze bouwstijlen de grenzen tussen stad en platteland opnieuw geconstrueerd (Klaufus 2006). De Jongere generaties architecten gingen juist voor de nieuwe rijken werken. Voor hen was de massale woningbouw een goed begin van hun carrire en namen ze zoveel mogelijk opdrachten aan. Hun belangrijkste reden was dat ze zich wilden onderscheiden van de gevestigde architecten. Daarom werden hun huizen bewust geen kopien van al bestaande gebouwen. Natuurlijk waren er ook gevestigde architecten die zich verheugden over de ontwerp vrijheden die de nieuwe ontwikkelingen opleverde. Maar dit deden ze vaak zonder zich aan de regels te houden. Als handhavers van de wet

moesten opdrachtgevers en architecten er voor zorgen dat bouwwerken voldeden aan de eisen van het bestemmingsplan, en aan constructieve en andere vereisten voor de bouw van woningen. In de praktijk werd bij de gemeenten echter niet veel aan handhaving gedaan en zijn er talloze voorbeelden bekend van architecten die zelf ook geen vergunningen aanvroegen, wat de wijkbewoners stimuleerde om het met de regels ook niet zo nauw te nemen (Klaufus 2006: 65). Ondanks meerdere pogingen is er tegenwoordig nog steeds geen controle op het architectonische beeld van stad en platteland in Ecuador. Ecuador bestaat uit hoogbouw, laagbouw, verschillende bouwvolumes en een verzameling van bouwstijlen. In Nederland vindt men cultureel erfgoed erg belangrijk. Kerken, kastelen, woonhuizen, molens, boerderijen en terreinen kunnen uniek zijn voor Nederland en culturele of historische waarden hebben (Rijksdienst voor het cultureel erfgoed 2009). Zo zijn er organisaties die gebouwen, bruggen en stadgezichten uitroepen tot monumenten en wetten die er voor zorgen dat deze monumenten worden onderhouden. Dit betekent dat er niets zomaar aan veranderd mag worden zonder toestemming van de regering. De belangrijkste wet waarin criteria zijn opgesteld voor het voldoen aan een monument is de Monumentenwet 1988. Hiervoor zijn ook enkele organisaties opgezet die kunnen controleren of monumenten wel met respect wordt behandeld. Volgens cijfers van de regering en monumentenbehoud heeft Nederland heeft nu al rond de 62.500 monumenten en 350 beschermde stadsgezichten. Toch is dit maar 1% van de totale hoeveelheid bebouwing in Nederland (Rijksoverheid 2010). In Nederland bestaan er meerdere soorten monumenten: rijksmonumenten, gemeentelijke monumenten, provinciale monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten. Voor elk soort monument zijn er andere regels opgesteld wat betreft de plichten van de eigenaren en financile mogelijkheden voor onderhoud, restauratie en verbouwingen. Het restauratiefonds (2010)beschrijft deze verschillende monumenten op de volgende manier: Een rijksmonument is een pand van minstens 50 jaar oud en van nationaal belang. Daarom wordt zijn cultuurhistorische waarde, schoonheid of wetenschappelijke betekenis door het rijk beschermd. Nederland heeft ongeveer 55.000 rijksmonumenten. Provinciale monumenten zijn panden, dijken, grenspalen en gemeente overschrijdende objecten. De lijst van provinciale monumenten is samengesteld door de Provinciale Staten van de provincie en heeft twee verschillende functies: - Panden kunnen zo vanuit de provincie beschermd worden. - De lijst dient als basis voor subsidie toezeggingen. Een gemeentelijk monument is een monument dat niet van nationaal belang is, maar wel van regionaal belang. Een beschermd stads- of dorpsgezicht is een gebied dat van algemeen belang is door de cultuurhistorische waarde. Een beschermd stads- of dorpsgezicht wordt aangewezen door de ministeries van OCW en VROM. Nederland kent ongeveer 350 beschermde stads- en dorpsgezichten. Dit zijn bijna alle historische kernen in Nederland. Niet alle panden binnen een beschermd stads of dorpsgezicht zijn monumentaal. Voor het behoud van monumenten wordt er jaarlijks een bedrag van 40 miljoen uitgetrokken (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed 2009). Met subsidie stimuleert de overheid eigenaren en beheerders hun gebouwde rijksmonument goed te onderhouden. De Monumentenwet 1988 wordt tegenwoordig alweer ouderwets bevonden omdat de Nederlandse cultuur door de jaren heen veel ontwikkelingen heeft ondergaan. Daarom wilde het Rijk in

2009 de monumentenzorg moderniseren (Cramer 2009). Het behoud en de bescherming van monumenten bleef een belangrijk doel, maar het monumentenstelsel werd op een aantal belangrijke punten worden verbeterd:

Er wordt niet meer alleen naar het monument gekeken, maar ook naar de omgeving van het monument. Ook archeologische vindplaatsen moeten worden beschermd. Het Rijk stimuleert de herbestemming van leegstaande rijksmonumenten. Eigenaren kunnen subsidie krijgen om te onderzoeken welke mogelijkheden voor herbestemming haalbaar zijn. Het Rijk maakt het eigenaren makkelijker om een monument te onderhouden. Het aanvragen van subsidies wordt eenvoudiger en minder tijdrovend. De gemeente neemt binnen 8 weken een beslissing over een vergunningsaanvraag. Eerder was dit nog binnen 26 weken. Burgers en maatschappelijke organisaties worden betrokken bij de monumentenzorg. Burgers letten meer op de belevingswaarde, de herinnering en/of de sociaaleconomische waarde van een monument. (Cramer 2009)

De meningen over cultuurbehoud verschillen in Nederland erg. De meeste architecten zijn het er mee eens dat cultuur behouden moet worden en dat het opstellen van wetten de beste manier is om dit te doen. Maar bewoners van monumenten worden soms gek van alle verplichtingen en beperkingen die ze opgelegd krijgen door de overheid. Er zitten hele procedures aan vast voordat je iets aan het monument mag veranderen. Dit gaat soms zelf zo ver tot binnenmuren slopen of spijkers in de muur slaan om een schilderij op te hangen. Toch zijn veel mensen het er mee eens dat de Nederlandse bouwkundige cultuur historie, die door veel mensen als uniek wordt bevonden, behouden moet blijven. Ze willen het alleen niet zelf doen. Hierdoor zijn er in Nederland redelijk veel problemen wat betreft leegstand van monumenten. Er zijn te weinig inwoners die de zorg voor het monument op zich willen nemen. Zoals hierboven al beschreven wordt er echter al aan gewerkt om het wonen in een monument zo aantrekkelijk mogelijk te maken. In Nederland is er dus veel controle vanuit het rijk op het architectonische beeld van het land. Hierdoor blijft de bouwkundige cultuurhistorie van Nederland bewaart. Natuurlijk blijft de architectuur zich ook in Nederland ontwikkelen, maar het verschil met Ecuador is dat dit niet ten koste gaat van de bouwkundige cultuurhistorie.

Het is duidelijk dat er in Ecuador en Nederland heel anders wordt omgegaan met bouwkundige cultuurhistorie. Er moet natuurlijk rekening mee gehouden worden dat Ecuador een arm land is dat net uit een zware economische crisis komt. In een klein land als Nederland wordt er al 40 miljoen euro per jaar uitgetrokken voor monumentenbehoud en renovaties. Ecuador is een stuk groter en armer. Dit zou betekenen dat in Ecuador de bewoners van een monument zonder subsidie de woning zouden moeten onderhouden. In Nederland zijn er al weinig mensen die, met subsidies, in een monument willen wonen. Daarbij komt nog dat veel Ecuadorianen waarschijnlijk niet in een monument zullen willen wonen omdat dat hun sociale status naar beneden haalt. Ook heeft Nederland in tegenstelling tot Ecuador een redelijke stabiele regering. Zonder genoeg controle en macht van de regering, zal de bevolking niet meewerken. Ook dit is in Ecuador lastiger. Ecuador is een groot verdeeld land wat betreft natuur in kustgebied, gebergte en bossen. Deze gebieden zouden net zo goed aparte landen kunnen zijn. En dus lastig als een te regeren. In Nederland is het relatief normaal om je aan de opgestelde wetten te houden. Nu is het in Ecuador nog raar als je je aan de wet houdt en leeft niemand de bouwregels na, zelfs de architecten en

bouwvakkers niet. Medewerking van de bevolking is een groot vereiste bij deze aanpak. Er moet genoeg interesse zijn vanuit de bevolking in het behoud van monumenten. Het is theoretisch mogelijk om de Nederlandse manier waarop bouwkundige cultuurhistorie in stand wordt gehouden toe te passen in Ecuador. In de praktijk zal hier alleen een grote culturele omslag voor nodig zijn. De Ecuadorianen zullen zich aan de wet moeten houden, de sociale klassenindeling zal genegeerd moeten worden, de regering zal stabieler moeten worden en Ecuador als n land moeten gaan regeren. Ecuador is gewoonweg niet rijk genoeg om de Nederlandse manier van behoud van bouwkundige cultuur historie toe te passen. Het zou dus geen goed idee zijn de Nederlandse manier toe te passen in Ecuador. De cultuurverschillen tussen de twee landen zijn te groot, waardoor regelingen en wetten niet op dezelfde manier zouden uitpakken.

CRAMER, J. M. 2009. Bijlage 1: Ontwikkeling van het monumentenstelsel. Brief aan de Tweede Kamer met Beleidsbrief Modernisering van de Monumentenzorg (MoMo). RIJKSDIENST VOOR HET CULTUREEL ERFGOED. 2009. Monumenten [Online]. Available: http://www.cultureelerfgoed.nl/node/237 [Accessed 10 oktober 2010]. GERLACH, A. 2003. Indians, oil, and politics: a recent history of Ecuador, Wilmington, Scholarly Resources Inc. JOKISCH, B. A. J. P. 2003. International Migration The Panic to Leave: Economic Crisis and the New Emigration from Ecuador, Ohio, USA, Blackwell Publishers Ltd. KLAUFUS, C.J. 2007. De invloed van de mondialisering op volkswoningbouw in Ecuador. Rooilijn, 6. KLAUFUS, C. J. 2006. De steden en de bouwers Veranderingen in volkswoningbouw en sociale verschuivingen in Riobamba en Cuenca, Ecuador. RENTERGHEM, O. V. 1995. Ecuador: mensen, politiek, economie, cultuur, Koninklijk Instituut voor de Tropen/Novib. RESTAURATIEFONDS, N. 2010. Overzicht monumenten [Online]. Available: http://www.monumenten.nl/site/nl-nl/Informatie+over/Overzicht+monumenten.htm [Accessed 9 oktober 2010]. RIJKSOVERHEID. 2010. Monumentenbeleid [Online]. Available: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/monumenten-en-archeologie/monumenten-enarcheologiebeleid/monumentenbeleid [Accessed 15 oktober 2010]. UNDP. 2008. From Village to Market: Production Chains in Northern Ecuador [Online]. Available: http://www.undp.org/poverty/projects_ecuador.shtml [Accessed 9 oktober 2010].

Вам также может понравиться