Вы находитесь на странице: 1из 5

A Cultural Globalization of Popular Music?

American, Dutch, French, and German Popular Music Charts from 1965 to 2006 Abstract: in het stuk stelt men de vraag in hoeverre en hoe de appreciatie van populaire muziek gegobaliseerd is door de jaren heen (1965-2006). Informatie van Amerikaanse, Nederlandse, Franse en Duitse populaire muziek lijsten laten geen trend zien richting een internationalisatie van hits. Er zijn echter wel duidelijke verschuivingen te zien onder het oppervlak. Zo wordt er eerst bewijs gevonden voor een vergroting van nationale diversiteit, grotere Amerikanisatie tot 1989 en vanaf 1990 vergroting van populariteit van nationale muziek. Inleiding: Hoewel globalisatie literatuur vooral ging over economische verandering en politieke transformaties na het vallen van het communisme, heeft meer recent onderzoek ook de internationale uitwisselen van culturele goederen en culturele globalisatie meegenomen. Sommige studies hebben zich gefocused op de zogenaamde 'high culture', hebben anderen zich geconcentreerd op de dynamiek en consumptie van 'populaire cultuur'. Het ging hier met name dan om televisie, films, nieuwe media en populaire muziek. Wanneer men het effect van culture globalisatie wil onderzoeken, is populaire cultuur zeer bruikbaar omdat het een heel erg dynamisch veld is en waarin de veranderende dynamieken goed zichtbaar zijn. In dit artikel worden de tendensen richting de globalisatie van populaire cultuur onderzocht, door te focussen op hoe zo'n proces, geinterpreteerd kan worden in termen van de verschillende theorieen die er over globalisatie bestaan. We bestuderen de veranderingen in de nationale compositie van populaire muziek lijsten (1965-2006) in de VS, het grootste culturele centrum, en in 3 meer perifere Westerse landen (Frankrijk, Duitsland en Nederland). 3 theorieen over Culturele Globalisatie: Eerste interpretatie: vergroting van transnationale culturele uitwisseling is winstgevend geweest voor vooral het Westen, voornamelijk de VS, en deze heeft een sterke hegemonische positie gecreeerd. Deze interpretatie wordt door Crane ook wel imperialisme genoemd, maar in andere studies wordt het vaak dominatie of hegemonisatie genoemd. Het idee wat achter al deze termen ligt is dat sommige dominatie culturen dreigen over andere, zwakkere culturen heen te walsen. Als men naar het westen kijkt overheerst er door de dominantie van de VS een homogene, uniforme, globale cultuur. Deze interpretatie van globalisatie is echter vaak bekritiseerd omdat het te simpel zou zijn. Hoewel globalisatie geconceptualiseerd kan zijn, zijn de kansen hoog dat ontvanger op het lokale level zullen reageren op globale invloeden. Tweede interpretatie: deze tweede interpretatie richt zich op processen van 'glocalisatie'. Globale culturele vormen zijn niet wereldwijd hetzelfde, maar worden aangepast aan lokale omstandigheden. Deze theorie onderstreept dat de lokale identiteit erg belangrijk is wanneer men de groeiende globale invloeden wil testen. Als we vanuit dit perspectief kijken dan zullen we verwachten te zien dat in perifere landen, artiesten uit het desbetreffende land succesvolle popmuziek zullen hebben in hun eigen land. Derde interpretatie: vergroting van transnationale culturele uitwisselingen leiden 'multiculturalisatie', dit betekent vergroting in culturele diversiteit. Verschillende culturele stromingen, van overal uit de wereled, bestaan steeds meer samen zij aan zij in dezelfde culturele ruimte. De grenzen tussen verschillende culturele stromen vervagen zo steeds meer. We zijn volgens deze theorie getuige van een diversifactie van culturen door de tijd heen, met verschillende culturen die een rol spelen in het culturele landschap van een bepaald land. Deze theorie geeft een soort van versmelting van culturen aan, verschillende aspecten van verschillende culturen worden gemengd en vormen samen een nieuwe cultuur. Echter, de laatste tijd wordt het niet aangegeven als een versmelting van cultuur, maar eerder culturele die naast elkaar bestaan. De drie theorieen sluiten elkaar niet buiten en kunnen samen gebruikt worden.

Bestuderen van populaire muziek: Zoals aan eerder aangegeven, worden Frankrijk, Duitsland en Nederland aangegeven als perifere landen in verhouding tot de VS. Echter binnen deze landen is er ook weer een verschil in perifere status en in hun beschermingsbeleid als het aankomt tot het behouden van nationale uitingen van cultuur. Voor elk van deze landen hebben we van 1965 tot 2006 de top 10 hits gecodeerd van de eindjaars lijst in een SPSS-databestand. Om een helder beeld te krijgen van de vorderingen in de meest populaire singles in deze landen, hebben we gekozen om ons te concentreren op de 'head' van de top 10 singels and bestuderen ontwikkelingen in de meeste populaire en dominatie hits. De data voor deze analyse hebben we van internet gehaald. Elke van de 1720 hits, opgenomen in het onderzoek, werd gecodeerd op 2 aspecten: de nationaliteit van de artiest en de taal waarin de single was opgenomen. De nationaliteit van de artiest was gecodeerd tot 58 verschillende categorieen. Eerst werden de 4 opgenomen landen met elkaar vergelijken, in termen van de nationale en internationale afkomsten van hun meest populaire hits. Tabel 1 laat de aandelen van nationale en buitlandse artiesten zien over de hele periode (1965-2006). Dit demonstreert dat er merkbare verschillen zijn in de populariteit van nationale en buitlandse artiesten in de verschillende landen. In de VS, artiesten uit de VS komen het meest voor, gevolgd door Briste artiesten en dan artiesten uit andere landen. In Frankrijk nationale artiesten komen ook het meest voor, maar wel minder dan in de VS. Het Franse publiek is minder geintresseerd in Amerikaanse en Briste artiesten en de distributie van nationale en buitenlands artiesten is meer gebalanceerd in Duitsland en Nederland, waar er meer Amerikaanse, Britse en nationale artiesten zijn. De taal waarin de hits gezongen werd was gecodeerd tot 7 categorieen: 1. Engels, 2. Nederland, 3. Frans, 4. Duits, 5. Spaans, 6. Anders, 7. Instrumenteel. Tabel 2 laat de aandelen zien van hit platen gezongen in verschillende landen voor de hele periode per land. Wanneer het gaat over de taal van de nummer 1 hits, is er sterke dominatie te zien in het Engels. De VS neemt de leiding, waar bijna elke hit in het Engels is. In de Nederland (78%) en Duitsland (71%) domineren ook hits in het Engels. Het enige land waarin de nationale taal belangrijker is dan het Engels, is Frankrijk (met 57% Franse hits). Maar nog steeds is ook het Engels hier erg belangrijk (35%). Omdat er in Frankrijk een beschermde wet is die voorschrijft dat 40& van de nummers die op de radio's gedraaid worden in het Frans moeten zijn, is dit niet heel erg verassend. Het laat zien dat de Franse cultuur meer beschermend is en meer nationaal georienteerd dan de Duitse en Nederlandse cultuur zijn. We hebben nu laten zien wat de structurele verschillen zijn tussen de landen meegenomen in het onderrzoek en gedemonstreerd dat het aandeel van nationale en buitlandse artiesten en nummers verschillen per land. De enige buitelandse taal die een heel groot aandeel in andere landen heeft, is Engels. Duits en Frans hebben geen significant aandeel in de lijsten in andere landen die we bestudeerd hebben. Deze structurele verschillen tussen landen zijn gerelateerd aan de 2 variabe len die de (inter)nationale culturele orientatie van landen bepalen: de grootte van hun culturele productie systeem en de internationale prestige van hun culturele producten. Hoe groter een nationale culturele productie systeem is, hoe groter de kans is dat nationale artiesten kunnen voldoen aan de nationale vraag. Landen met een groot cultureel productie systeem worden gekarakteriseerd door een groot aandeel van producten uit het thuisland en voor een kleiner deel door buitelandse producten. Ook speelt internationale prestige een grote rol: hoe groter de internationale prestige van een nationale cultuur, hoe kleiner de aandacht en waardering voor buitenlandse producten. Niet verassend, het aantal nationale artiesten die zingen in hun nationale taal is erg hoog. We vinden ook een sterke correlatie tussen nationaliteit en taal waarin gezongen wordt: Amerikaanse artiesten zingen vaak in Engels, Nederlandse artiesten in het Nederlands, Franse artiesten in het Frans en Duitse artiesten in het Duits. We hebben metingen meegenomen voor de populariteit van nationale muziek in 4 schalen die de populariteit meten van Amerikaanse, Nederlandse, Franse en Duitse muziek. Vergrotingen van deze schalen door de tijd laten stijgende populariteit van Amerikaanse, Franse, Nederlandse en Duitse muziek zien. Om inzicht te kunnen hebben in de belangrijkheid van buitenlandse muziek voor elk land, hebben we ook schalen gecalculeerd voor de populariteit van

buitenlandse muziek door platen toe te voegen uit het buitenland en hits gezongen in een taal, anders dan de nationale taal. Om globalisatie van populaire muziek te laten zien, zullen we deze schalen over de tijd inspecteren, door de 42 jaren op te delen in 14 periodes van 3 jaar. Voor elke combinatie van periode en land vergroot dit het aantal zaken van 10 naar 30. Het gaat nu om een calculatie van de betekenis van de schalen met betrekking tot 30 hits, wat minder gevoelig is voor variabiliteit. Een Globalisatie van Populaire Muziek? Kunnen we een tendens richting een meer geglobaliseerde populaire muziek cultuur observeren? Om dit uit te vinden, hebben we een aantal veranderen in het aantal hits dat voorkomt in de lijsten van meer dan 1 land tijdens dezelfde 3-jaars periode aan de ene hand en veranderingen in de proportie van muziek uit het buitenland in de 4 nationale popularie muzielijsten, bekeken. Zoals tabel 3 laat zien, zijn er altijd platen geweest die succesvol waren in 2 of meer landen tegelijkertijd. In de eerste periode (1965-1967) hebben we 13 hits geteld die in 2 landen tegelijkertijd de lijsten betraden. 3 hits waren echter maar succesvol in 3 landen in deze 3 jaar en 1 hit werd succesvol in alle 4 landen (Frank Sinatra's 'Strangers in the night', 1966). in 1970, de Engelse rockband Mungo Jerry scoorde een hit dat ook de toplijsten van alle 4 de landen betrad (in the summertime) en 6 jaar later bereikte de Zweedse groep Abba hetzelfde met Fernando. Er is geen duidelijke stijging in het aantal van itnernationale hit records, er moet echter wel genoteerd worden dat er een exceptionele piek is geweest van 1995 tot 1997. In deze periode stond in elk land in hun hitlijsten Brian Adams (Have you ever really loved a woman, 1995), the Spice Girls (Wannabe, 1996), Los del trio (Maccarena, 1996), Fugees (Killing me Softly, 1996) en Aqua (Barbie girl, 1997). Dit lijkt echt een uitzondering op de trend van een eerder fluctuerende dan systematische stijging of daling van het aantal internationale hit-records. Onze 2e indicator voor de globalisatie van populaire muziek lijsten, een verandering van de proportie van muziek uit het buitenland, geeft aan dat hier ook geen stijging in te vinden is. In Nederland en de VS is het aandeel van buitenlandse muziek afgenomen, en in de andere 2 landen is er geen daling maar ook geen stijging te vinden. Dit gaat assumpties van culturele globalisatie tegen omdat het aandeel van culturele producten die niet uit het eigen land komen niet toeneemt, terwijl nationale culturele productie ook niet meer belangrijk wordt. Dit emperische bewijs is geen indicatie van de globalisatie van populaire muziek lijsten in deze 4 landen. De argumenten van multiculturalisatie en Amerikaanse hegemonisatie, suggesteren veranderingen in de compositie van de algemene categorie van buitenlandse muziek die we nog niet aangegeven hebben. Specifieker gezegd, het argument van multiculturalisatie voorspelt een een stijging van het aandeel van muziek dat niet nationaal, niet Amerikaans is. Terwijl het idee van Amerikaanse hegemonisatie suggesteert dat er een stijgend aandeel is van Amerikaanse hits in plaats van niet nationale. Een kijk onder het oppervlak Een salade van vers gesneden stukken cultuur? Tabel 4 laat veranderingen in het aantal nationaliteiten in de 4 nationale populaire muziek lijsten zien. Voor alle landen, ook de VS, het aantal verschillende nationaliteiten is gestegen, al moet er wel gezegd worden dat deze stijging bescheiden is. Ook al is het aandeel van buitenlandse muziek niet gestegen in de 4 landen, betekent dit niet dat er geen multiculturalisatie te zien is in de lijsten. De proportie van niet-Amerikaanse en niet-nationale muziek is veel diverser geworden. Amerikaanse Hegemonisatie? Om de kans op Amerikaanse hegemonisatie te onderzoeken, hebben we trends voor elke van deze landen ontwikkeld met betrekking tot de correlatie tussen de populariteit van Amerikaanse muziek aan de ene hand en de lijst van de 14-jarige periode aan de andere hand. Figuur 2 laat een stijging zien van populariteit van Amerikaanse muziek in de VS, Frankrijk en Duitsland, wat een stijging van Amerikaanse hegemonie laat zien in deze 3 landen. Alhoewel deze trend in Nederland zeer zwak daalt, moet er genoteerd worden dat het gehele niveau van

Amerikanisatie voor alle standaarden al erg hoog was in de 1960s. Er zijn ook duidelijke veranderingen in trends te zien in de 3 Europese landen rond 1989. In de periode hiervoor zagen we een duidelijke Amerikaanse hegemonisatie in deze landen, ook in Nederland, het aandeel van Amerikaanse muziek daalde echter na 1989, terwijl het in Amerika zelf werd uitgebreid. Deze trend zal gerelateerd kunnen zijn aan de transformatie van de wereld die plaatsnam toon de bipolar verdeeld werd tussen een Amerikaans-gecentreerd westernse alliantie en een oosters blok dat geleid werd door uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Het einde van de Koude Oorlog kan deze orientatie op de dominante kern van het westen, de VS, verzwakt hebben. Als de dalende populariteit van de Amerikaanse populariteit in de 3 andere westerse landen inderdaad gerelateerd is aan deze verschuivende geopolitieke 'sensibilities', is de vraag in hoeverre de groei en subsequente val van Amerikaanse populaire muziek samenvalt met dalingen en stijgingen in de populariteit van nationale muziek in de 3 Europese landen. Om uit te zoeken of dit inderdaad het geval is, gaan we eindelijk over op veranderingen in de aandelen van nationale muziek in deze landen. Neo-Nationalistische neigingen? Tot nu toe hebben we geconcludeerd dat er geen algemene trend is in het aandeel van buitenlandse muziek in de periode 1965-2006 en dat Amerikaanse populaire muziek eerst gestegen, daarna gedaald is in populariteit. Hoe is dit gerelateerd tot veranderingen in de populariteit van nationale populaire muziek in de 3 Europese landen? Voor Nederland, vinden we een vergroot aandeel van Nederlandse muziek. Dit totale resultaat is echter geheel te danken aan de stijgende trend in de periode na 1989. Voor Frankrijk, zien we een dalende trend in het aandeel van nationale muziek in de totale periode, maar adls we deze trend in dezelfde 2 perodes opdelen, vinden we hetzelfde patroon als in Nederland: een daling in het aandeel van nationale muziek tot 1989 en daarna een stijging. Hetzelfde geldt voor Duitsland, waar we precies hetzelfde patroon vinden. In alle 3 de Europese landen, de stijgende populariteit van Amerikaanse populaire muziek tot 1989 ging samen met een daling van populariteit van nationale muziek, terwijl de daling van populariteit van Amerikaanse populaire muziek vanaf 1989 samen ging met een stijging van populariteit van de nationale muziek. 2 interpretaties van deze duidelijke patronen zijn te zien. De eerste geeft een proces van 'glocalisatie' aan: Nederlandse, Franse en Duitse artiesten hebben genoeg succes, zoveel dat ze Amerikaanse populaire muziek en artiesten uit de hitlijsten verdrijven. Een tweede en bijna tegengestelde interpretatie laat een stijging zien van neo-nationalisme, een anti-Amerikaanse of bijna anti-globale reactie op de internationale hegemonie van Amerikaanse populaire muziek. Om uit te kunnen vinden welke van de 2 interpretaties meer geldig is, hebben we eerst trends ontwikkeld voor het aandeel van nationale artiesten in Nederland, Frankrijk en Duitsland die in hun eigen taal zingen. Figuur 4 laat zien, zoals verwacht kan worden van de schaal betrouwbaarheden erboven vermeld, dat nationale artiesten meestal in hun eigen taal zingen. Afgaand op de totale trends, is er niet veel gebeurd met de mate waarin Franse, Duitse en Nederlandse artiesten zingen in Frans, Duits en Nederlands respectievelijk. Echter, deze simpele observatie verbergt grote veranderingen die samengaan met de trends hierboven geobserveerd. In de periode voorafgaand aan 1989, de periode van Amerikaanse hegemonisatie en terugval van nationale muziek, nationale artiesten gingen van hun nationale taal bijna allemaal over op het universele Engels. Alhoewel deze bevinding richting Amerikaanse hegemonisatie of glocalisatie gaat, de trend keert om na 1989, wanneer een grote stijging van de proportie van nationale artiesten terugkeert naar hun nationale taal. Een laatste deel van bewijs is de mate waarin nationale hits geproduceerd zijn door nationale of internationale bedrijven. Omdat met dit onderzoek enkele moeilijkheden gepaard gingen, hebben we het gelimiteerd tot de laatste 10 jaar van hits in Nederland. Figuur 5 laat de trends zien in het aandeel van nationale producten die nationaal geproduceerd zijn. Het is duidelijk alhoewel de meeste populaire Nederlandse muziek in de negentiger jaren geproduceerd werd door nietNederlandse producers, de nationaliteit in plaats van de internationaliteit geproduceerde deel na deze periode zeer gegroeid is. Deze bevinding lijkt de tweede interpretatie te ondersteunen van de stijging van populariteit van nationale muziek na 1989. Nationale muziek is in de nationale taal gezongen en nationaal

geproduceerd. Deze interpretatie is consistent met suggesties gemaakt door Crane, die instanties van nationale tegenwerking van globale dominantie liet zien door het versterken van locale identiteiten, in de vorm van anti-Amerikaanse en anti-globale nationale wetgevingen gericht op de bescherming van de nationale cultuur. De populariteit van Nederlandse popmuziek is terkt gerelateerd aan neonationalisme en chauvinistische houdingen en aan stijgingen van populariteit van populistische partijen welke een sterke focus op nationale identiteit en nationale grenzen versterken (Lubbers, 2008)

Вам также может понравиться