Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
EXAMENVRAGEN
INLEIDING
TOT DE
ECONOMIE
gegeven door Professor K. Schoors
Hoofdvragen
Bijvragen
4. Hoe komt het dat bij landbouwproducten een toename van de oogst
toch een verlies tot gevolg heeft.
5. Een oefening omtrent complementaire productievergelijking, met 2 landen, die ofwel graan,
ofwel wijn produceren.
Hoofdvragen
Bijvragen
b. De waarde van het chartaal geld wordt gewaarborgd door de goudvoorraad van de ECB
Hoofdvragen
Bijvragen
a. De ECB heeft een goudvoorraad liggen die de waarde van de euro-biljetten ondersteunt
Hoofdvragen
Bijvragen
d. Volgens het pal/racheteffect: als het inkomen daalt, daalt de consumptie in even grote mate
Examen Economie - Uitzonderlijk examen - 2002/2003
Hoofdvragen
2. De varkenscyclus
3. Productie-isoquanten en kostencurven
Bijvragen
c. De ‘homo economicus’ houdt geen rekening met de anderen bij zijn beslissingen.
Hoofdvragen
Bijvragen
Hoofdvragen
Bijvragen
a. De ECB heeft een goudvoorraad liggen die de waarde van de euro-biljetten ondersteunt
Hoofdvragen
Bijvragen
5. Een vraag ivm externe effecten: nachtlawaai bij de nachtvluchten van de luchtvaart.
Overheidsingrijpingen voor dit probleem ?
c. De ‘homo economicus’ houdt geen rekening met de anderen bij zijn beslissingen.
d. Als de prijs van sigaretten stijgt, dan zal de omzet (totale verkoop) ook stijgen.
ECONOMIE Reeds gestelde “JA/NEEN-
“JA/NEEN-en-
en-verklaar-
verklaar-waarom”-
waarom”-vragen
De waarde van
van het chartaal geld wordt gewaarborgd door de goudvoorraad van de ECB
De waarde van de euro is afhankelijk van de goudvoorraad van de ECB
De ECB heeft een goudvoorraad liggen die de waarde van de euro-
euro-biljetten ondersteunt
VALS. De waarde van het geld heeft vandaag de dag niets meer te maken met de
goudvoorraad van de ECB. De wettelijke basis is nu intern gebaseerd op een papieren
standaard.
VALS. De wet is toepasbaar in het bimetallisme (of dus 2 soorten metaal). De slechte
munten verdrijven de goede zegt de wet. Dit kan niet met de euro. De euro is geen
systeem van twee munten waarbij er één aanmuntbaar is.
Kan
an de wet van Gresham verklaren wat er in Argentinië met de peso en dollar gebeurd
gebeurd is ?
NEEN. De wet van Gresham heeft hiet niets mee te maken. Het gaat hier niet om een
bimetallistisch systeem waarbij een munt kan omgesmolten worden tot een andere.
WAAR. Giffengoederen zijn goederen die broodnodig zijn. Als de prijs de hoogte in
gaat, gaan we ze toch nog kopen, want we hebben ze nodig.
VALS. Het meet kwantiteit, geen kwaliteit. Het geeft geen indicatie over de interne
welvaartsverdeling.
VALS en WAAR.
Waar: er is technische efficiëntie onder de vorm van winstmaximalisatie.
Vals: er is geen economische efficiëntie (geen maximale welvaartstoename). Tevens is er
vanuit het welvaartsoogpunt bekeken een hogere prijs voor de consument en een lagere
geproduceerde hoeveelheid.
Bij prijsinelasticiteit heeft stijging vd prijs, een stijging vd inkomsten vd producent tot gevolg
WAAR. Het gaat hier om broodnodige producten. Als de prijs hiervan stijgt, moeten
we dit toch nog kopen, en zal de producten zijn inkomsten dus zien stijgen.
Andere manier: teken het producentensurplus uit bij prijsinelasticiteit, laat de prijs
stijgen, en dan zal het producentensurplus ook stijgen.
WAAR. Dit kan overigens bewezen worden door het quotiënt van TK en
geproduceerde hoeveelheid af te leiden naar de hoeveelheid en deze gelijk te stellen aan
0.
WAAR en VALS. Net zoals bij monopolie zien we hier dat de prijs hoger is en de
geproduceerde hoeveelheid lager. Langs de andere kant is hier adverteren en een grote
productvariate een eerder positief argument, als men hierin niet overdrijft.
VALS. Een kartel is niet altijd verbonden met stabiliteit. Zo is er instabiliteit bij het
productiekartel. Elk inidividueel lid heeft de neiging tot “free riding”, wat op termijn de
werking van het kartel ondergraaft.
Bij inferieure goederen is de inkomenselasticiteit steeds negatief
WAAR. Bij minderwaardige goederen is deze steeds negatief, bij normale producten is
deze steeds positief.
VALS. Het kan zelfs zijn dat de boer meer winst heeft dan bij een goede oogst, omdat
hij nu scherpere prijzen kan vooropstellen.
Het pal/ratcheteffect zegt dat als het inkomen daalt, de consumptie in even grote mate daalt.
VALS. De consumptie neemt niet met dezelfde mate af als het inkomen. Overigens
stijgt de gemiddelde consumptiequote als het inkomen daalt.
Als consumenten menen dat hun inkomensdaling slecht tijdelijk is, gaan ze er alles aan
doen om hun consumptiepeil op het voorgaande niveau te houden.
WAAR.
De klassieke wet zegt dat als M (geldhoeveelheid) stijgt, dat ook P (prijspeil) zal stijgen.
De moderen wet zegt dat op korte termijn zowel T (transaction) als P zullen stijgen.
Op lange termijn stijgt enkel nog het prijspeil P.
In ieder geval stijgt dus het prijspeil, en dat leidt altijd tot inflatie.
VALS. Er wordt gespaard in de periode dat men het toppunt van de carière bereikt. De
tijd daarvoor worden er schulden gemaakt die dan langzaam aan verdwijnen, en de tijd
erna wordt het gespaarde geld terug opgebruikt.
Bart.