TBB Business n.

Product ontwikkeling van fashion. Lees Mode van Sue Jenkyn Jones H2. SAMENVATTING OP INTRANET Begrippen: Geld >>> *business plan > geld om bij de bank te lenen *budget > huishoud boekje > winst/kosten *inkoopplan > vanuit budget *prijscalculatie Private label >>> *Alleen producten van eigen merk in eigen winkel verkrijgbaar > denk ZARA, H&M. Confectiebedrijf >>> *klassiek confectiebedrijf > doen alles zelf *loonconfectie > enkel naaien (krijgen alles aangeleverd). (CMT) *kop-staart bedrijven > doet alleen ontwerpen, inkopen stof, juiste kleuren (die brengen dat naar loonconfectie bedrijf) > vervolgens zorgen dit bedrijf er voor dat het geleverd wordt aan de klant > begin/eind werk. Know how >>> *Hoe het gedaan wordt, alles weten Partnership >>> vertrouwen Wat zijn de bouwstenen >>> *concept > subjectieve uitstraling, het imago die je aan de collectie wil geven > extra dimensie bovenop styling > beleidsbeslissing van management voor welk concept men kiest en geldt voor meerdere seizoenen. > de vaststelling wordt meestal aan specialisten overgelaten. *budget > omzetbedrag (wat verkoop je), marge (toegevoegde waarde), begin -en eindvoorraad (boekhouding), omzetsnelheid (hoe vaak je een winkelruimte leeg verkoopt in een seizoen), aantal stuks/m2 (verkoop m2 > rekenfunctie en beeld scheppen), afprijzingen (winst behalen), themas (deelcollectie > seizoen in stukjes), open to buy (geld achterhouden in het seizoen, soort van halt bij slecht verkopende collecties) *collectie *verkoop *productie *levering Hoe maak je een collectie >>> *shoppen, beurzen, bladen etc > inspiratie om themas per seizoen te bepalen. *per thema wordt de looptijd bepaald dmv begin en -einddatum. Uit het budget wordt een grove verdeling in tijd en in items gemaakt. *styling geeft vorm aan de items door eigen ontwerpen en/of inspiratie uit de markt.

TBB Business n.2

*Materialen (stoffen, fournituren, accessoires) worden gesourced en besteld door de monstercollectie) >>>> Stoffen > aanbieders => *fabrikanten *converters (stoffen ongeverfd) *grossier (stoffen op voorraad) >>> Sourcen => *Fabrikanten (stoffen beurzen, via agenten) *converters (komen bij jou) *grossiers (moet je naar toe). -Sustainability (grondstoffen X Milieu) -Stof testen (Precies opschrijven wat je koopt) -Stof kopen (dichtij X ver weg) *maatschemas worden gecheckt en aan de items gekoppeld *stylesheets worden samengesteld * bepaling productieplaats *samenstellen van de pakketten met benodigdheden en naar atelier sturen *monsters nameten/doorpassen, goedkeuren of fouten aanpassen. Fashion disfunctie > *Wholesale = groothandel > merken die een collectie aan retailers (winkels, E-shops, warenhuizen etc) verkopen. (Deze merken hebben ook private stores). *Retail = *multibrandstores (men at work) *(one) Brand (concept) stores (mexx, diesel) *private brand. Verkoop: *vertegenwoordigers *internationale beurzen *nationale beurzen *showrooms *private label * vanaf voorraad Productie: *vergoten verkleinen *intekenen gebeurt vaak bij de patronen makers *snijden van de patroondelen door een speciaalbedrijf of op de productieplaats. *plaats productie wordt bepaald door type artikel (casual of dress), tricot of gewenste prijsniveau, speciale bewerkingen als, borduur, wassingen en tijd. *Levering: -Merken leveren n of meer keren uit per seizoen. De levertijd kan tot 6 maanden oplopen. Het levermoment kan een maand zijn. -Een private label levering kan incl. eigen stoffen, kleuren etc. binnen 6 weken zijn. Het levermoment is een vastbepaalde dag. -in de praktijk liggen de levertijden tussen deze uitersten. -grootwinkel bedrijven hebben strikte leveringsvoorschriften. -merken hebben te maken met hoge logistieke kosten vanwege de Target groep bepaald alles.