Академический Документы
Профессиональный Документы
Культура Документы
Samenvatting Reglementen
1/15
Voorschrift 2: verantwoordelijkheid GOED ZEEMANSCHAP!! Afwijken van voorschriften moet als het nodig is!!
Voorschrift 3: algemene begripsomschrijvingen Schip = elk vaartuig Werktuiglijk voortbewogen schip = elk schip voortbewogen door machines Zeilschip = schip onder zeil mits voortstuwingsmachines niet gebruikt Schip bezig met uitoefening van de visserij = schip dat vist met vistuig dat manoeuvreerbaarheid beperkt Watervliegtuig = elk luchtvaartuig ontworpen om op het water te manoeuvreren Onmanoeuvreerbaar schip = wegens buitengewone omstandigheden Beperkt manoeuvreerbaar schip = door aard werkzaamheden Schip door zijn diepgang beperkt in zijn manoeuvreerbaarheid = schip ernstig beperkt in mogelijkheden tot afwijken van koers wegens diepgang t.o.v. beschikbare diepte & breedte Varende = niet ten anker, niet vastgemaakt aan de wal / niet aan de grond Lengte & breedte = over alles In zicht van elkaar = met oog waarneembaar Beperkt zicht = elke situatie die het zicht beperkt WIG-tuig = elk multi-model tuig dat vlak boven water vliegt (drukopbouw oppervlak vleugels)
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
2/15
Deel B Voorschriften betreffende het uitwijken Afdeling I gedrag van schepen in elk soort zicht
Voorschrift 4: toepassing Voorschriften van toepassing in elk soort zicht
Voorschrift 5: uitkijk Elk schip moet goede uitkijk houden Visueel & auditief Alle beschikbare middelen daarbij gebruiken
Voorschrift 6: veilige vaart Snelheid aanpassen aan omstandigheden Rekening houden met o Zicht o Verkeersdichtheid o Manoeuvreerbaarheid & stopweg o Aanwezigheid achtergrondlicht o Toestand wind, zee & stroom o Aanwezigheid gevaren voor navigatie o Diepgang t.o.v. beschikbare waterdiepte o Kenmerken, doeltreffendheid & beperkingen radar
Voorschrift 7: gevaar voor aanvaring Met alle mogelijke middelen bepalen of gevaar bestaat Bij twijfel => gevaar voor aanvaring Juist gebruik van radar Kompaspeiling schip verandert niet Grootte van schip / sleep / bij dicht naderen zeer goed opletten
Voorschrift 8: maatregelen ter vermijding van aanvaring Manoeuvers doelmatig & tijdig uitvoeren Veranderingen koers & vaart groot genoeg Niet mogen belemmeren = waarbij men op aanvaringskoers zou kunnen terechtkomen Moeten uitwijken = als al op aanvaringskoers Niet belemmerd mogen worden maakt niet dat je je niet meer aan de voorschriften moet houden als er toch gevaar voor aanvaring bestaat (dual action)
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
3/15
Voorschift 9: nauwe vaarwateren Schip dat nauw vaarwater volgt moet buitenzijde vaarwater / vaargeul zo dicht mogelijk aan stuurboordzijde houden Schepen minder dan 20 meter mogen doorvaart van andere schepen (die alleen in geul veilig kunnen varen) niet belemmeren Schip bezig met uitoefening van de visserij mag doorvaart ander schip niet belemmeren Schip mag vaargeul / nauw vaarwater niet kuisen indien dit de doorvaart belemmert Oplopen m.b.v. geluidsseinen Ankeren vermijden
Voorschrift 10: verkeersscheidingsstelsels Van toepassing op door IMO aangenomen stelsels Schip in verkeersscheidingsstelsel o Passende baan in algemene richting van die baan o Vrij blijven van scheidingslijn of zone o Verkeersbaan verlaten aan einde / zo klein mogelijke hoek Kruisen o Vermijden o Voorligging onder zo recht mogelijke hoek Zone kustverkeer o Niet als zonder gevaar mogelijk is verkeersscheidingsstelsel te gebruiken is o Schepen kleiner dan 20 meter, zeilschepen & schepen bezig met visserij mogen dit wel o Wel als onderweg naar haven, loodsstation of iets dergelijks dat binnen die zone is / om onmiddellijk gevaar te vermijden Niet scheidingszone kruisen behalve schepen bezig met visserij Schip bezig met visserij mag schip dat verkeersbaan volgt niet belemmeren Zeilschip of schip kleiner dan 20 meter mag doorvaart vws dat baan volgt niet belemmeren Beperkt manoeuvreerbaar schip (bezig met instandhouding veilige navigatie, leggen van, onderhoud aan of opnemen van kabels binnen gebied) vrijgesteld van naleving voorschrift voor zover nodig om werkzaamheden uit te voeren
Samenvatting Reglementen
4/15
Tussen zeilschepen onderling Beide schepen over verschillende boeg => schip over stuurboordboeg moet uitwijken Beide schepen zelfde boeg => loefwaartse schip moet uitwijken Schip over stuurboordboeg aan loefzijde schip waarvan ze de boeg niet kan bepalen => uitwijken Loefzijde = andere zijde dan die waarover grootzeil wordt gevoerd / (vierkant getuigd) andere zijde dan die waarover grootste langsscheepse zeil bijstaat
Voorschrift 13: oplopen Oplopers moeten uitwijken voor opgelopen schepen Oplopen = schip naderen uit richting meer dan 22,5 achterlijker dan dwars Bij twijfel over zelf oplopen => je bent aan het oplopen Blijft oploper, zelfs al je niet meer achterlijker dan dwars bent!
Voorschrift 14: recht tegen elkaar insturen Tussen 2 werktuiglijk voortbewogen schepen Tegengestelde / bijna tegengestelde koersen Beiden naar stuurboord uitwijken Wanneer: toplichten op een lijn / beide boordlichten kunnen zien Schip in twijfel => aannemen dat je recht tegen elkaar instuurt
Voorschrift 15: koers kruisen Tussen 2 werktuiglijk voortbewogen schepen Schip dat andere aan stuurboordzijde heeft moet uitwijken & vermijden voor andere over te lopen
Voorschrift 16: maatregelen van het schip dat moet uitwijken Op tijd Ruim voldoende
Voorschrift 17: maatregelen van het schip dat koers en vaart moet houden Koers en vaart houden behalve als ander schip niet uitwijkt Verplicht maatregelen nemen als ander schip te dicht bij om nog door alln uit te wijken een aanvaring kan vermijden Koers kruisen => geen koerswijziging naar bakboord Schip dat moet uitwijken moet nog altijd uitwijken!!
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
5/15
Voorschrift 18: verantwoordelijkheden van schepen onderling Zie ook voorschrift 9, 10 & 13 Varend werktuiglijk voortbewogen schip moet uitwijken voor o Onmanoeuvreerbaar schip o Beperkt manoeuvreerbaar schip o Schip bezig met visserij o Zeilschip Varend zeilschip moet uitwijken voor o Onmanoeuvreerbaar schip o Beperkt manoeuvreerbaar schip o Schip bezig met visserij Schip bezig met visserij moet voor zover mogelijk uitwijken voor o Onmanoeuvreerbaar schip o Beperkt manoeuvreerbaar schip Schepen, behalve onmanoeuvreerbaar / beperkt manoeuvreerbaar, mogen schepen door diepgang beperkt in manoeuvreerbaar niet belemmeren Watervliegtuig vermijden vaart alle andere schepen niet te belemmeren Wig-tuig tijdens starten, landen & vlucht mag niet belemmeren Wig-tuig tijdens varen = werktuiglijk voortbewogen vaartuig
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
6/15
Voorschift 21: Begripsomschrijving Toplicht (TL): wit, 225 (recht vooruit tot 22,5 achterlijker dan dwars aan elke zijde) Boordlichten (BL): o Stuurboord o Bakboord o 112,5 (vooruit tot 22,5 achterlijker dan dwars) o < 20 meter: mag gecombineerd worden in 1 lantaarn Heklicht (HL): wit, 135 (recht achteruit tot 67,5 elke zijde) Sleeplicht (SL) Rondom zichtbaar licht (RZL) Schitterlicht (Sli): frequentie van 120 schitteringen / minuut
Voorschrift 22: Zichtbaarheid van de lichten (in zeemijl) > / = 50 meter: o TL: 6 o BL: 3 o HL: 3 o SL: 3 o RZL: 3 < 50 en > / = 12 meter: o TL: 5 (< 20 meter: 3) o BL: 2 o HL: 2 o SL: 2 o RZL: 2 < 12 meter: o TL: 2 o BL: 1 o HL: 2 o SL: 2 o RZL: 2 Onopvallende, gedeeltelijk onder water bevindende schepen of voorwerpen die gesleept worden: wit RZL: 3
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
7/15
Voorschrift 23: Werktuiglijk voortbewogen schepen die varende zijn > / = 50 meter o TL op voorschip o 2de TL achter 1ste TL en hoger geplaatst o BL o HL < 50 meter o TL op voorschip (mag 2de TL tonen, moet niet) o BL o HL < 12 meter, in plaats van lichten o Wit RZL o BL < 7 meter & max snelheid < 7 knopen, in plaats van lichten o Wit RZL o Indien uitvoerbaar: BL Luchtkussenvaartuig o Lichten o RZSLi WIG-tuig o Bij start, landing en vlucht boven water o RZSLi
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
8/15
Voorschrift 24: Slepen en duwen Bij slepen o 2 TL boven elkaar o Ev. 3de TL (vanaf 50 meter: verplicht) o BL o HL o SL (boven HL) Lengte sleep > 200 meter o 3 TL boven elkaar o Ev. 4de TL (vanaf 50 meter: verplicht) o BL o HL o SL o Dagmerk: ruit Duwend en geduwd schip verbonden in samengestelde eenheid => lichten van wvs Duwend/langszij slepend schip o 2 TL boven elkaar o Ev. 3de TL (vanaf 50 meter: verplicht) o BL o HL Gesleepte schip o BL o HL o Lengte sleep > 200 meter: dagmerk: ruit Groep geduwde/langszij gesleepte schepen (beschouwd als 1 schip) o Geduwde schip BL o Langszij geleepte schip BL HL Onopvallende, onder water bevindend gesleepte voorwerpen/schepen o Breedte < 25 meter RZL wit voorzijde RZL wit achterzijde o Breedte > / = 25 meter RZL wit voorzijde RZL wit achterzijde RZL wit op elke zijde op plaats van de grootste breedte o Lengte > 100 meter RZL wit voorzijde RZL wit achterzijde RZL wit zodat afstand tussen 2 RZLs < 100 meter o Dagmerk Ruit, achteraan Lengte sleep > 200 meter: ook ruit vooraan
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
9/15
Voorschrift 25: zeilschepen en schepen voortbewogen door riemen Varende o BL o HL o Mag 2 RZLs tonen: rood boven groen < 20 meter o alles mag gecombineerd worden in 1 lantaarn (maar dan geen RZLs) < 7 meter o Indien uitvoerbaar: lichten tonen o Anders: elektrische lamp of lantaarn (beiden wit licht) klaar houden om te tonen Door riemen voortbewogen: o Mag lichten tonen o Anders: elektrische lamp of lantaarn (beiden wit licht) klaar houden om te tonen Schip onder zeil maar wel wv (hulpmotor): dagmerk: driehoek met punt naar beneden op voorschip
Voorschrift 26: Visserschepen Treilvisserij o 2 RZL: groen boven wit o Ev. TL (vanaf 50 meter: verplicht) o Dagmerk: diabolo (2 driehoeken met punten tegen elkaar) o Vaartlopend BL HL Niet - treilvisserij o 2 RZL: rood boven wit o Dagmerk: diabolo o Vaartlopend: BL HL o Vistuig > 150 meter in zee: in richting van vistuig: RZL wit Dagmerk: driehoek met punt naar boven Aanvullende lichten (treilvisserij) o Uitzetten netten: 2 RZL wit o Binnenhalen netten: 2 RZL wit boven rood o Net zit vast: 2 RZL o Spanvissers: zoeklicht in richting van ander schip span
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
10/15
Voorschrift 27: Onmanoeuvreerbare en beperkt manoeuvreerbare schepen (bms) Onmanoeuvreerbaar schip o 2 RZL o Dagmerk: 2 bollen o Vaartlopend: BL HL Beperkt manoeuvreerbaar schip o 3 RZL: rood boven wit boven rood o Dagmerk: bol ruit bol o Vaartlopend TL(s) BL HL o Ten anker: voorschrift 30 Slepen: daardoor beperkt: zowel lichten voorschrift 27 als voorschrift 24 BMS (versperring onder water) o Vrije kant 2 RZL Dagmerk: 2 ruiten o Versperde kant 2 RZL Dagmerk: 2 bollen Duikwerkzaamheden o 3 RZL: rood boven wit boven rood o Internationale seinvlag A Mijnenveger o 3 RZL o Dagmerk: 3 bollen (zelfde patroon als RZL) < 12 meter: geen lichten Niet geldig voor schepen die hulp verlangen
Voorschrift 28 Schepen door hun diepgang beperkt in hun manoeuvreerbaarheid 3 RZL Dagmerk: rechthoek
Voorschrift 29: Loodsvaartuigen 2 RZL: wit boven rood Varend o BL o HL Ten anker: voorschrift 30
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
11/15
Voorschrift 30: Ten anker liggende en aan de grond zittende schepen Ten anker o Op voorschip: RZL wit o Aan of nabij hek: RZL wit o Dagmerk: bol (op voorschip) o < 50 meter: RZL wit (geen plaats voorgeschreven) Dagmerk: bol (wel op voorschip) o > / = 100 meter: + dekverlichting Aan de grond o 2 RZL o Lichten zoals voorgeschreven voor ten anker o Dagmerk: 3 bollen < 7 meter & ten anker: geen lichten/dagmerken als uit de buurt van andere schepen < 12 meter & aan de grond: moet geen lichten / dagmerken tonen
Voorschrift 31: watervliegtuigen Als watervliegtuig / wig-tuig niet lichten / dagmerken kunnen tonen als voorgeschreven => lichten & dagmerken tonen die voorschriften zo veel mogelijk benaderen
Voorschrift 33: middelen voor geluidsseinen Schip > 12 meter: fluit Schip > 20 meter: fluit & klok Schip > 100 meter: fluit & klok & gong Mogelijkheid tot bediening met de hand Schip < 12 meter: een middel voor het geven van geluidsseinen
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
12/15
Voorschrift 34: manoeuvreer- en waarschuwingsseinen In zicht van elkaar, wvs, varende o Verandering naar stuurboord: . o Verandering naar bakboord: .. o Achteruitslaan: In zicht van elkaar, nauw vaarwater o Oplopen aan stuurboordzijde: --. o Oplopen aan bakboordzijde: --.. o Akkoord: -.-. In zicht van elkaar, twijfel: .. Nauw vaarwater, belemmerd zicht: - (antwoord is hetzelfde)
Voorschrift 35: geluidsseinen bij beperkt zicht In of nabij een gebied met beperkt zicht Wvs, vaartlopend => - (tussenpozen 2 minuten) Wvs, varend, niet vaartlopen => -- (rust van 2 seconden, om de 2 minuten) Onmanoeuvreerbaar, beperkt manoeuvreerbaar, door diepgang beperkt, zeilschip, schip bezig met visserij, sleper / duwer => -.. (om de 2 minuten) Schip bezig met visserij ten anker / beperkt manoeuvreerbaar ten anker bezig met werkzaamheden => -.. Gesleept schip / laatste schip van een sleep => - (na sein sleper) Duwend schip & geduwd schip verbonden in samengestelde eenheid => - of -Ten anker o Vijf seconden snel luiden van klok (om de minuut) o Schip > 100 meter: vijf seconden klok op voorschip + vijf seconden gong op achterschip o Naderend schip waarschuwen: .-. Schip aan de grond => zie boven + 3 gescheiden duidelijke slagen op de klok onmiddellijk voor & na snel luiden van de klok Schip > 12 meter & < 20 meter => niet verplicht 2 laatste seinen te geven maar wel ander doelmatig sein Schip < 12 meter => ander doelmatig sein (voor alle seinen) Loodsboot => mag herkenningssein van . geven
Voorschrift 36: seinen om de aandacht te trekken Om aandacht trekken => eender welk sein (licht / geluid) dat niet verward kan worden met voorgeschreven sein / navigatiemerk
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
13/15
Samenvatting Reglementen
14/15
Cardinal marks
2de Bach NW
Samenvatting Reglementen
15/15
Other marks