Вы находитесь на странице: 1из 2

Bijlage 2 Leerstijlentest

Deze test h o o r t b i j opdracht 2.10 Persoonlijke leerstijlentest. De leerstijlentest is ontleend aan Kolb (1998). Deze test gaat over leren i n de breedste zin, dus niet alleen over je studie. I n de test staan negen rijen v a n vier uitspraken. I n iedere rij m a g je de cijfers 1, 2, 3 en 4 verdelen. Elk cijfer k o m t per rij maar eenmaal voor. Er z i j n geen goede of foute a n t w o o r d e n . V u l de test i n volgens onderstaande instructies: Lees de begrippen i n iedere horizontale rij. Geef met de genoemde cijfers 1 t / m 4 een rangorde aan elk begrip: 1 het begrip dat het m i n s t past b i j je manier van leren; 2 het begrip dat je manier v a n leren m i n d e r beschrijft; 3 het begrip dat je manier v a n leren een beetje beschrijft; 4 het begrip dat het meest je manier v a n leren beschrijft. Tel de getallen op volgens de instructie onder de tabel. Zet de getallen i n de grafiek. V e r b i n d de p u n t e n m e t rechte l i j n e n . Het k w a d r a n t met het grootste vlak is je meest d o m i n a n t e leerstijl.

a J

J e bent selectief i n d e informatie die je opneemt.

Je v e r k e n t i n eerste instantie de situatie.

Je bent betrokken als er een probleem is.

Praktisch oefenen is voor jou belangrijk.

Je staat open voor nieuwe dingen.

_ l Relevantie is je uitgangspunt.

Je analyseert de situatie.

J e reageert neutraal en neemt geen standpunt in.

J e let op w a t je zelf voelt en w a t anderen voelen. J e a c c e p t e e r t de dingen zoals ze zijn.

_ i Je bekijkt de situatie. let goed op w a t je ziet. Je neemt graag risico's.

Je denkt veel na.

J e w i l t handelen; al doende kom je verder.

d e J

J Je neemt een standpunt in en b e o o r d e e l t

J e probeert b e w u s t m e t de situatie om te gaan. J e stelt voortdurend vragen.

J e gaat graag intutief te werk. A b s t r a c t i e en begripsvorming vind je belangrijk. Je bent vooral g e r i c h t op w a t er vandaag gebeurt.

Je bent vooral g e r i c h t op productie.

Q Je denkt graag logisch na. Het kan niet c o n c r e e t genoeg zijn. J Je bent vooral toekomstgericht. Je v o r m t een samenhangend begrippenkader. Je benadert situaties en problemen rationeel.

J Je ziet jezelf vooral als beschouwend. Q Je reflecteert regelmatig over het gebeurde. J e observeert de situatie en verzamelt gegevens. J e s t e l t j e bij voorkeur terughoudend op.

Je s t e l t j e actief op.

9 h J

-1 Je pakt problemen pragmatisch aan. J e probeert oplossingen uit en experimenteert. J J e voelt je verantwoordelijk voor w a t er gebeurt.

Ervaring opdoen vind je belangrijk.

J e beleeft gebeurtenissen intens.

Totaal kolom J b+c+d+e+g+h Concrete ervaring

a+c+f+g+h+i

b+c+d+e+h+i

a+c+f+g+h+i

Reflectie observatie

Abstracte conceptualisering

Actief experimenteren

137

Concrete ervaring

Figuur 18

Concrete ervaring Doener 24 20 Dromer

-18 - 17 -16 -15 - 14 - 13 - 12 - 10 Actief experimenteren 24 21 19 18 17 16 15 14 13 11 -13 -15 - 16 - 17 -18 -19 -20 -21 -22 Beslisser -24 Abstract denken Denker 3 10 11 Reflectieve w a a r n e m i n g 12 13 14 15 16 18 24

138

Bijlage 2 Leerstijlentest

Вам также может понравиться