Вы находитесь на странице: 1из 5

LEGACIES OF CRIME

P. GIORDANO
AND

A F OLLOW -U P OF THE C HILDREN OF H IGHLY D ELINQUENT G IRLS (C AMBRIDGE S TUDIES IN C RIMINOLOGY )

B OYS

CHAPTER THREE THE OHIO LIFE-COURSE STUDY


Dit hoofdstuk is geen leerstof. Het volgende is wel handig voor het begrijpen van de rest van de stof. Ohio Life-Course Study (OLS) Hele populatie delinquente meisjes in the state institution (n=127) Vergelijkbare groep jongens in the state level (n=127) 3 interviews in 22 jaar (gem. 16, 29 en 38 jaar) Later zijn ook de kinderen van de respondenten benaderd In sommige gevallen zelfs de verzorgers (dus niet biologisch verbonden) van deze kinderen.

Controle groepen Toledo Youth Survey (TYS) Toledo Young Adult Survey (TYAS) Toledo Adolescent Relationships Study (TARS)

Deze controle groepen worden enkel gebruikt om basis vergelijkingen te maken. Ze sluiten niet perfect aan op de onderzoeksgroep. Het zijn random proeven, waardoor niet-delinquenten en delinquenten worden vertegenwoordigd.

CHAPTER FOUR OLS ADULT RESPONDENTS: OFFENDING, SURVIVING, PARENTING


Uit de OLS data blijkt dat veel volwassenen problemen hebben die geassocieerd zijn aan criminaliteit, drugsmisbruik en geweld, andere negatieve invloeden, n, hieraan gerelateerd, problemen in de levens van hun kinderen. Giordano wil in dit hoofdstuk een algemeen beeld schetsen van het gedrag en de levensloop ervaring van de mannen en vrouwen gedurende hun transitie naar de volwassenheid. Belangrijk is wel dat er onderling grote variatie bestaat op alle vlakken binnen de respondenten. Variatie in patronen: Persister (consistent patroon van misdaad) Desister (staakt het patroon van misdaad)

Episodic (gerapporteerde misdaad op een punt in het onderzoek)

Deze variatie is interessant omdat het aannemelijk klinkt dat de kinderen van ouders die gestopt zijn met criminaliteit dan die nog actief criminele ouders hebben. Maar aan de andere kant klinkt het ook plausibel dat het sociaal leren en schrale sociaal-ecoomishe condities gecombineerd een kind benadelen zelfs wanneer de ouders vrij zijn van criminaliteit. Naast criminele betrokkenheid worden het huwelijk en huwelijkse stabiliteit, en opleiding en werk onferzocht. Vaak worden deze los van elkaar beschreven, maar Giordano vond het zeer nuttig juist deze combinatie te meten (the complete respectability package = gelukkig getrouwd + voldoende inkomsten). Daarbij worden ook nog een aantal subjectieve kenmerken gemeten als emotionele gezondheid.

CRIME: PERSISTENCE AND DESISTANCE FEDERAL BUREAU OF INVESTIGATION


In hoofdstuk 3 werd beschreven dat een groot deel van de jongeren tijdens hun tienertijd al genvolveerd was in serieuze criminaliteit, en ook vaak veel criminaliteit pleegden. Echter, onderzoek wijst uit dat criminele activiteit afneemt naarmate respondenten ouder worden (age crime curve). Toch blijft vroege delinquentie een sterke risicofactor voor latere criminaliteit. In de OLS neemt de criminaliteit tussen het tweede en derde interview niet af. Dit is een duidelijk onderscheid tussen de OLS en andere algemene jeugd enqutes. Drie onafhankelijke bronnen (politie statistieken, self-report en levensverhalen) deelden de respondent in als desister, persister of een vagere midden categorie. Vrouwen bleken vaker dan mannen te zijn gestopt met criminaliteit (desisters), en bij beide seksen bleek een donkere huidskleur te zijn geassocieerd met een grotere kans op persistence. De minderheidsstatus van donkeren blijkt aanhoudend e benadelen. Een bijzonderheid van de OLS is dat diepte-interviews zijn afgenomen op twee momenten in het leven van een respondent. Pag. 60-65 bestaat uit ruwe data uit de diepte-interviews. De data wordt ook vergeleken met de controlegroep TYAS: Volwassen OLS respondenten rapporteerden kwantitatief meer criminaliteit dan de groep delinquenten binnen TYAS. De helft van de OLS respondenten rapporteerde drugsgebruik tegenover 15 procent van TYAS. Daarnaast gebruikten Afro-Amerikanen een hogere mate van drugsgebruik dan blanke respondenten. Tijdens het laatste interview bleek dat er weinig verschil bestaat tussen blanke mannen en vrouwen, maar vooral donkere mannen gebruikten significant meer dan donkere vrouwen. Drugs en alcohol blijken sterk te zijn gecorreleerd met criminaliteit en de kans op opsluiting.

EXPOSURE TO VIOLENCE

Het geweld dat veel van de levens van vrouwen tekent, is bijzonder opvallend in het licht dat in zoveel criminologisch onderzoek is aangetoond dat de socialisatie van jongens wordt beloond met het tonen van taaiheid, en soms zelfs geweld, als een teken van mannelijkheid en status. Het is gesuggereerd dat veel vrouwen de misdaad in zijn gedwongen op grond van slachtofferschap door hun mannelijke partners. Over het algemeen worden vrouwen niet op jonge leeftijd gesocialiseerd voor geweld, dus zelfs extreme geweldplegingen door vrouwen kan inhouden dat er sprake is van andere sociale en psychologische processen als bij mannen. Vrouwen zouden door een gebrek aan geweldstraining in zeer stressvolle situatie kunnen ontploffen. Veel incidenten van partnermoord door vrouwen kan dan ook vaak worden verhaald op een lange periode van victimisatie gevolgd door n explosieve daad. De verhalen van de vrouwen in de OLS tonen in veel gevallen een extensieve blootstelling aan geweld. Toch pleegt (volgens Widom) een grote meerderheid van jonge mensen met ervaringen in fysiek en seksueel slachtofferschap geen delicten. En daarbij geldt met name dat meisjes nog minder waarschijnlijk delicten gaan plegen. Slachtofferschap geeft dus niet in zichzelf een verklaring van crimineel gedrag. De combinatie van slachtofferschap en socialisatie van geweld, vaak door familieleden, is een omvattender verklaring geweldpleging in de kleine maar problematische groep vrouwelijke delinquenten. Vroege blootstelling en socialisatie tot geweld kan ook het risico verhogen op latere geweldpleging binnen een relatie of huwelijk. Het aandeel geweldpleging binnen de relatie ligt vele malen hoger bij de OLS vrouwen in vergelijking met TYAS. De levenslopen verwijzen ook naar gewelddadige geschillen buiten de relatie, wat weergeeft dat de leeromgeving waaraan kinderen worden blootgesteld nog veelzijdiger is. Sommige vrouwen geven aan klaar te staan om geweld te gebruiken als de situatie erom vraagt. Deze zienswijze (anger identity) is waarschijnlijk benvloed door vroegere ervaringen. Maar ondanks dat veel vrouwen slachtoffer zijn geweest van geweld, overstegen deze in sommige gevallen door eigen daden een slachtofferrol. Oftewel, veel van de vrouwen zijn slachtoffer geweest of hebben geparticipeerd in geweldpleging waarvan een deel overduidelijk te wijten is aan ongelijkheden van seksen binnen een relatie maar er kan ook sprake zijn van incidenten door andere dynamieken en stressoren. De mannen en vrouwen uit de OLS niet volledig zijn gemotiveerd om te stoppen met geweldpleging en (licht) drugsgebruik, en zal daarmee ongetwijfeld in de toekomst op verschillende manieren de levens van hun kinderen benvloeden.

PROPERTY CRIMES
De meeste OLSers zijn geen professionele dieven. Geweld en drugs komt veelvuldig in hun levens voor, en verrijken daarmee de kans op contact met de politie. Toch komen vermogensdelicten wel voor in de onderzoeksgroep, en de levenslopen laten veel meer participatie hierin zien dan de politiecijfers weergeven. Uit de data blijkt een sociaal leren component: sommigen plegen delicten samen met familieleden, anderen zijn benvloed door

marginale levensomstandigheden en verwaarlozing binnen het gezin en de problemen die hun ouders hadden met de politie.

EDUCATIONAL AND OCCUPATIONAL ATTAINMENT

OF THE RESPONDENTS AS ADULTS De marginale levensomstandigheden sluiten aan bij het niveau van scholing en beroep van de OLS respondenten. Veel slagen er niet (ruim 80 procent) een high school diploma te halen. Dit in groot contrast met de scholing van de TYAS respondenten. De lage onderwijsniveaus geven een indicatie van de omstandigheden waarin hun ouders zich bevonden, maar zijn mogelijk ook van essentieel belang in het begrijpen van de levensloop van de kinderen. Onderzoek toont dat een gebrekkige investering in educatie consequenties heeft voor latere betrokkenheid in delinquentie. De lage scholing, een gebrek aan vaardigheden en een vroege betrekking tot delinquentie heeft overduidelijk een rol gespeeld in het grillige arbeidsverleden van de respondenten en de frequente terugkeer naar illegale (of deviante) manieren van geld verdienen.

MARRIAGE AND OTHER INTIMATE PARTNERSHIPS


Hoewel de meeste respondenten tijdens het tweede interview nog niet getrouwd waren, en een nog kleiner aantal naast een huwelijk ook een baan hadden (the complete respectability package), is het onjuist om hieruit te concluderen dat deze factoren van weinig invloed zijn op de respondenten. Sommige criminologische theorien beweren dat delinquenten net zo ongenteresseerd zijn als dat ze impotent zijn om een intieme relatie aan te gaan, vanwege hun egocentrisme en onvermogen bindingen aan te gaan. Hoewel dit wellicht voor een deel zal gelden, blijkt uit de levenslopen van de OLS respondenten dat intieme relaties wel belangrijk voor hen waren. Helaas bleek dit echter niet altijd te vertalen naar lange relaties en stoppen met criminaliteit. Voor kansarme individuen zonder stabiele baan kan de wereld van oppervlakkige relaties dreigend groot kan worden. Controle theoretici suggereren dan ook dan het gaat om de kwaliteit van relaties die bepaald of deze een positieve invloed zal uitdragen. Toch kunnen sterke banden ook juist een averechts effect hebben. Een pro sociale partner zal volgens de meeste onderzoekers het ideaal zijn, maar dit blijkt uit de levensloop van de respondenten een moeilijke opgave. Vier situaties zijn denkbaar en gevonden in de OLS: 1.)gelukkig getrouwd met een pro sociale partner, 2.)ongelukkig met een pro sociale partner, 3.)ongelukkig met een antisociale partner, en 4.)gelukkig met een antisociale partner. Gebaseerd op de verhalen geniet ongelukkig met een pro-sociale partner de voorkeur boven de laatste twee situaties. Echter missen deze relaties vaak een stabiel toekomst perspectief. Dit creert kwetsbaarheid voor zowel voor de individu als voor de kinderen in deze gezinnen.

PARENTING EXPERIENCES
De bevindingen hierboven beschreven laten vermoeden dat het ouderschap verre van optimaal was in deze families. In vergelijking met TYAS zijn de OLS vaker en vroeger in verwachting van een kind. Dit hangt samen met het idee dat jong ouderschap samenhangt met probleemgedrag waaronder delinquentie en drugsgebruik. Ondanks dat aan de rol van de vader steeds meer belang wordt gehecht, zijn het de moeders die in de meeste gevallen voor de kinderen zorgen. Dit zorgt met name voor complicaties voor het welzijn van de kinderen van de vrouwen in de OLS groep. Een andere complicerende factor is dat de maatschappelijke druk op vrouwen als

verzorger groter is dan op de mannen. Vrouwen blijken, vaker dan mannen, hun kinderen als een positieve factor te zien in hun leven. Ondanks dat is er grote variatie onder de respondenten hoe zij de invloed van kinderen op hun antisociale levensstijl percipieerden. In de onderzoeksgroep gaan veel van de verhalen over kinderen gepaard met negatieve themas. Zowel de mannen als vrouwen geven vaak aan dat zij het zijn van een goede ouder zien als een rampen-vermijdende strategie, in plaats van dat ze er voldoening uit halen. Respondenten zien de potentie dat hun kinderen in dezelfde negatieve situaties terecht zullen komen als die hun eigen opvoeding hebben gekarakteriseerd. Zeker wanneer toen hun kinderen ouder werden, groeide het besef bij de ouders. Ten tijde van het tweede interview waren hoopvolle gedachten grotendeels verdwenen, zeker wanneer de respondenten niet waren gestopt met drugs en alcohol, en de kinderen inmiddels zelf problematisch gedrag gingen vertonen. Sommige respondenten, die het gevaar voor hun kinderen herkenden, pasten hun levensstijl aan naar meer pro sociale richting. Er is veel bewijs dat ouderschap een belangrijke factor is voor intergenerationele effecten. De problemen die de kinderen ervaren, die wellicht hun oorsprong kennen in probleemsituaties van hun ouders, zullen ongetwijfeld bijdragen aan een gebrek aan zelfverzekerdheid, inconsistent met regels omgaan en stress veroorzaken binnen hun eigen rol als ouder.

Вам также может понравиться