Вы находитесь на странице: 1из 10

s tichting b ouw r esearch

Het kan best anders in de bouw

Copyright SBR, Rotterdam

rapporteurs: prof. dr. F. Haselhoff organisatie-adviseur E. Rijlaarsdam Struktongroep NV

Copyright SBR, Rotterdam

Het kan best anders in de bouw

Rotterdam, 1988

Copyright SBR, Rotterdam

De stichting stelt zich ten doel: a. in de bouwnijverheid produktiviteit en kwaliteit te verhogen, en de continuteit in de werkgelegenheid te bevorderen; b. de kennis op het terrein van de bouwnijverheid te vergroten en te verspreiden naar en binnen alle organisaties waarmede de stichting een relatie onderhoudt; c. voorts al hetgeen dat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords. De stichting en degenen die aan deze publikatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerken - volgens de huidige stand van wetenschap en techniek - van de in deze publikatie vervatte gegevens. Nochtans moet de mogelijkheid dat zich toch onjuistheden in deze publikatie zouden bevinden niet worden uitgesloten. Degene die van deze publikatie gebruik maakt, aanvaardt daarvoor het risico. De stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie in deze publikatie.

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Bouwresearch. No part ofthis book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permis sion from the Stichting Bouwresearch.

Copyright SBR, Rotterdam

Inhoud
WOORD VOORAF.

5
7

SAMENVATTING

SUMMARY . . .

9
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..

INLEIDING

1.1

1.2
1.3

1.4 1.5 1.6


1.7

1.8 1.9 2

Aanleiding tot deze studie Twee invalshoeken. . . . . . . Doel van deze studie. . . . . . Uitgangspunten van deze studie Verwachte resultaten uit deze studie Uitvoering van het onderzoek. Signalen uit de bouw. De rode draad . . . . Inhoud van dit rapport

11 11 12 13 14 15 15 17 18 19 20 20 20 21

KENSCHETS VAN DE HUIDIGE SITUATIE IN DE BOUW.

2.1 2.2 2.3 3

Een globale schets . . . . . . . . . . Het huidige bouwproces nader bezien De bouw als geheel beschouwd. . . .
. . . . . . . . . . . ..

HET TEKORTSCHIETEN VAN DE MARKT IN DE BOUW.

3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3

Twee kernproblemen in de bouw. . . . Het niet-gereguleerde aanbod. . . . . . . . . Bouwcapaciteit: 'vloeiend' en 'zwevend'. . . . Het capaciteitsaanbod als reactie op de vraag. Gefragmenteerde inzet van de bouwcapaciteit. Samenwerking en uitbesteding. . . Problemen bij markttransacties . . . Het huidige marktstrategisch gedrag
...... .

24 24 24 24 27 28 28 29 34 38 38 39

POGINGEN TOT VERBETERING

4.1 4.2 4.3 4.4 4.5

Inleiding . . . . . . . . . . . . . De activiteiten van het IOP-Bouw. Mededingingsstelsel . . . . . . . Prijsregelingen en marktordening . Meer van hetzelfde. . . . . . . .

40
42

44

STICHTING BOUWRESEARCH

3
Copyright SBR, Rotterdam

UITGANGSPUNTEN VOOR VERANDERING IN DE BOUW. . . . . . . . . . . . . .

5.1 5.2 6

Het partijenmodel: een ijzeren kooi? . . . Drie fundamentele vragen en antwoorden. . . . . . . . . . . . . . .


. . . . . . . . . . . . . . ..

45 45 45 47 47 47 47 49 51 52 54 54 54 56 59 59 61 61 64 66 66 67 67 68 68 69

VERANDERING VAN STRATEGIEN IN DE BOUW

6.1 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.3

Naar een beter evenwicht van belangen. De belangen van de opdrachtgever . Concurrentie en prijsvorming. . . . Kwaliteit van ontwerp en uitvoering Het gedrag van de opdrachtgever. . Belangen van de individuele onderneming

VERANDERING VAN CULTUREN IN DE BOUW. . . . . . . . . . . . . . . . . .

7.1 7.2 7.3 8

Naar een beter omgaan met onzekerheden Naar een nieuwe gedragscode. Wat moet er veranderen? . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . ..

VERANDERING VAN STRUCTUREN IN DE BOUW.

8.1 8.2 8.2.1 8.2.2

Het gentegreerde bouwbedrijf: een fictie. . . . . De uitweg van interorganisationele samenwerking Overwegingen . . . . . . . . . . . . . . . . . Vormen van interorganisationele samenwerking. .
. . . . . . . . ..

SAMENVATTING EN CONCLUSIE: VERANDEREN DOOR DOEN!.

9.1 Het probleem van de bouw. . . . . . . 9.2 Aangrijpingspunten voor verandering. . 9.2.1 Alleen een fundamentele aanpak werkt. 9.2.2 Capaciteitsaanpassing . . . . . . . 9.2.3 Samenwerken op bedrijfstakniveau 9.2.4 Veranderen door doen . . . . . BIJLAGE Uitspraken van bouwpartners

70

GERAADPLEEG DE LITERATUUR. . .

80

4
Copyright SBR, Rotterdam

STICHTING BOUWRESEARCH

Woord vooraf
De studie A61 van de Stichting Bouwresearch heeft als titel meegekregen: 'Het kan best anders in de bouw'. Daarmee wordt aangegeven dat er een duidelijke behoefte is gesignaleerd om de huidige bouwpraktijk in Nederland aan een kritisch onderzoek te onderwerpen en zo mogelijk aanbevelingen tot verandering te doen. De centrale vraag die de studiecommissie zich gesteld heeft betreft de wijze waarop bouwpartners met elkaar omgaan en of hun gezamenlijke inspanning wel het beoogde resultaat tot gevolg heeft. Daarnaast vroeg de commissie zich af of de bouw in Nederland zich van zijn belangrijke maatschappelijke functie bewust is en op welke wijze de deelnemers aan het bouwproces rekening houden met hun omgeving, met hun opdrachtgevers en gebruikers en niet te vergeten, met elkaar. Kortom, de aanleiding tot de studie A61 is het zoeken naar een antwoord op de vraag waarom er zoveel gevoelens van onbehagen zijn over het functioneren van de bouw in Nederland. Na een voorbereidende fase zijn de rapporteurs prof. dr F. Haselhoff en E. Rijlaarsdam in 1985 gestart met een aantal interviews onder aannemers, architecten, raadgevend ingenieurs en opdrachtgevers. Hen werd een beeld van de bouwnijverheid voorgehouden en uit de veelheid van spontane reacties en meningen konden de rapporteurs hun analyse van de huidige situatie maken. De commissie werd geconfronteerd met een weinig opwekkend beeld. Ondanks positieve berichten over goedlopende bouwprocessen was de conclusie dat het 'partijenmodel' van de bouw in Nederland per saldo veel negatieve gevolgen heeft. Bij alle bouwpartners waren begrippen als eigenbelang, wantrouwen, ongelijke machtsverhoudingen en gebrek aan respect voor elkaar niet onbekend. Zit de bouw in zijn eigen situatie verstrikt of zijn er wellicht mogelijkheden om andere wegen in te slaan? De rapporteurs en de studiecommissie hebben zich verdiept in uitgangspunten voor wezenlijke veranderingen. Het betreft veranderingen in cultuur en structuur, maar bovenal veranderingen in mentaliteit en in de wijze van samenwerken. Er wordt geen receptenboek aangeboden. Integendeel, er wordt via vele voorbeelden een beroep gedaan op ieders vermogen om met gezonde realiteitszin ook eens door andermans bril te kijken. Het zal dan wellicht mogelijk worden dat velen zelf aan veranderingen gaan denken. Wij hebben een fundamentele analyse van de huidige situatie gemaakt om discussies op gang te brengen die de aanpak van problemen in de bouw uit de sfeer van 'symptoombestrijding' kunnen halen. Hopelijk zien nu velen met ons waar feitelijk de schoen wringt. Als wij kunnen beginnen met op een andere manier naar de werkelijkheid te kijken en daarnaar te handelen dan zal het stapje voor stapje 'best anders kunnen gaan in de bouw'.

STICHTING BOUWRESEARCH

5
Copyright SBR, Rotterdam

De studiecommissie was als volgt samengesteld: ir ir ir ir ir K.C. Schonebaum, voorzitter J van der Zee, secretaris J.J. de Bruijn W.G.B. te Kamp JE. Kruisheer Struktongroep N.V., Maarssen Stichting Bouwresearch, Rotterdam Stichting Bouwresearch, Rotterdam TAUW Infra Consult B.V., Deventer Kruisheer Hallink Arends Architecten B.V., Rotterdam Microtunnel Participatie B.V. i.o., Boskoop (voormalig Hoofd Afdeling Bouw van het Ministerie van Economische Zaken, 's-Gravenhage) Ministerie van VROM, DirectoraatGeneraal van de Volkshuisvesting, Zoetermeer De Ruiter Verenigde Bedrijven B.V., Zwanenburg Zelfstandig organisatieadviseur/Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Bedrijfskunde. Struktongroep N.V., Maarssen

ir A.J. van Noort

ir W.M.A.J. Willart

ir M.J. Wijnschenk prof. dr F. Haselhoff, rapporteur

E. Rijlaarsdam, rapporteur

De bouwondernemers, architecten, raadgevend ingenieurs en opdrachtgevers, die bereid waren de rapporteurs te woord te staan wil ik danken voor de openhartige en opbouwende wijze waarop zij dat deden. Vanwege de overeengekomen anonimiteit worden de namen van personen of bedrijven niet genoemd.
ir K.c. Schonebaum voorzitter van de studiecommissie

6
Copyright SBR, Rotterdam

STICHTING BOUWRESEARCH

Samenvatting
Deze studie stelt de vraag centraal waarom de bouw in Nederland niet zo goed functioneert. Er zijn veel signalen, die aangeven dat daarover onder de betrokkenen een gevoel van onbehagen bestaat. Ondanks de goede wil van velen, lijkt het onmogelijk de huidige gang van zaken wezenlijk te veranderen. Een duidelijke reden dus om de context van het bouwen ter discussie te stellen om zo een diagnose van de bedrijfstak te ontwikkelen met de bedoeling zicht te krijgen op de oorzaken en gevolgen van de gesignaleerde problemen. Een aantal interviews met bouwondernemers, architecten, raadgevend ingenieurs en opdrachtgevers hebben bevestigd, dat uitgegaan moet worden van drie veronderstellingen: - De problemen binnen de bouw zijn niet in eerste instantie conjunctureel, maar structureel bepaald. - Ze hebben vooral te maken met de wijze waarop de betrokkenen, ieder voor zichzelf, hun eigen situatie en positie vanuit de bredere context van de bouw interpreteren. - Slechts een bouwpraktijk waarbinnen kan worden samengewerkt op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect voor elkaar kan de kwaliteit en de maatschappelijke functie van het bouwen tot haar recht laten komen. Tijdens het onderzoek is eerst ge nadruk op de bouwonderneming gelegd. Bouwondernemingen brengen als laatste schakel in de keten van de bouwproduktie de projecten in concreto tot stand en ervaren daardoor het duidelijkst de gevolgen van de huidige problemen. Uit de gehouden interviews, ook met andere partners dan bouwondernemers, tekende zich een tamelijk consistent beeld van de bouw af. Het was uiteraard wel een beeld, dat in detail werd ingekleurd door de specifieke positie en ervaring van de genterviewden. Immers een ieder maakt zich een eigen voorstelling van de werkelijkheid en handelt daarnaar. De bouw kwam te voorschijn als een wirwar van partijen, die elkaar telkens ad hoc vinden bij de realisering van bouwprojecten. Vooral bleek dat er nogal veel mankeert aan de wijze waarop tussen deze partijen, met inbegrip uiteraard van de opdrachtgever, de wederzijdse rechten en verplichtingen worden vastgelegd en hoe die de verhoudingen tussen partijen conditioneren. De huidige situatie in de bouw kan worden gekenschetst als een 'partijenmodel'. Het geheel van denkbeelden en motieven dat achter dat partijenmodel zit, wordt onder de heersende omstandigheden in stand gehouden door het veelal opportunistisch gedrag van de individuele deelnemers. Een nadere analyse van de werking van de bouwmarkt leidde tot de conclusie, dat dit gedrag op zichzelf nog rationeel te noemen is ook. Hier bleek een belangrijke oorzaak te liggen voor het feit, dat de verschillende partijen nauwelijks anders kunnen handelen dan zij handelen. De bouwmarkt functioneert namelijk in twee opzichten inadequaat, t.w.:

STICHTING BOUWRESEARCH

7
Copyright SBR, Rotterdam

- In de eerste plaats heeft het 'vloeiende' en 'zwevende' karakter van de bouwcapaciteit tot gevolg, dat het capaciteitsaanbod zich op de markt onbeheerst gedraagt. De markt blijkt niet in staat dit in voldoende mate te corrigeren. - In de tweede plaats wordt bij de realisering van een bouwproject de gefragmenteerde bouwcapaciteit allerminst optimaal ingezet. Daardoor zit de bouw gevangen in een ijzeren kooi. Ongewenste praktijken liggen voortdurend op de loer en treden herhaaldelijk openlijk aan de dag. De genterviewde personen wezen daarop bij herhaling, maar men besefte ook, dat geen enkele partij dit met eigen middelen of op eigen kracht kan doorbreken. Daarvoor is meer nodig: niet alleen jeremiades dat zo niet verder kan en ook niet slechts oproepen tot solidariteit. Alsof dat iets zou kunnen veranderen. Een zakelijke, realistische aanpak op basis van welbegrepen eigenbelang is nodig. Stap voor stap zullen ondernemende lieden, zowel ontwerpers, bouwers als opdrachtgevers, elkaar moeten vinden in een andere meer constructieve en voor allen meer lucratieve aanpak. Dat is een proces van vallen en opstaan, van teleurstellingen en opnieuw beginnen, maar naar de overtuiging van de studiecommissie uiteindelijk de moeite van de inspanning waard. Slechts zo kunnen nieuwe strategien van inspelen op de vraag worden ontdekt en gerealiseerd. Slechts zo kan men geleidelijk aan wennen aan geheel nieuwe structuren van samenwerking en contractering. Slechts zo kan een nieuwe geest over de bouw vaardig worden. Het is onmogelijk daarvan vooraf gedetailleerde blauwdrukken te geven. Wie zoiets in dit rapport zoekt, kan zich de moeite van het lezen ervan beter besparen. Maar wie een analyse van de huidige situatie in dit rapport zoekt, kan wellicht door een aantal ideen enthousiast worden en op het goede spoor komen van wat hem te doen staat. Het probleem van de bouw is een weerbarstig probleem. Wie eerst het einde van de weg wil zien, alvorens bereid te zijn de eerste stap te zetten, kan er beter niet aan beginnen. Men zal veeleer met elkaar de ruimte voor oplossingen moeten scheppen. Daarom is het zo belangrijk, dat men met elkaar situaties creert, waarin nieuwe, zakelijk goed onderbouwde ervaringen kunnen worden opgedaan bij het inzetten van elkanders capaciteiten en met begrip voor elkanders tekortkomingen. De schaarse concrete suggesties die in dit rapport worden gedaan, worden in deze samenvatting niet herhaald. Ze zullen door praktijkmensen moeten worden aangevuld met nog vele andere. Maar wat het belangrijkste is: ze zullen met wijsheid en met kracht moeten worden beproefd. Mogelijkheden tot verbetering staan niet in de sterren geschreven: ze moeten uitgevonden worden in een ondernemend samenspel met elkaar. Dat is ongetwijfeld een geheel nieuwe uitdaging voor de bouw. Tijdens de gevoerde gesprekken bleek trouwens dat sommigen die uitdaging al hebben opgepakt. En die hebben inmiddels ook al het bewijs geleverd, dat het best anders kan in de bouw.

8
Copyright SBR, Rotterdam

STICHTING BOUWRESEARCH

Вам также может понравиться